E. du Perron
aan
J. Greshoff
Bellevue, 24 september 1932
Bellevue, Zaterdag.
Beste Jan,
Ik heb weer het meest kotsverwekkende gedonder met Coster en Zijlstra (van achter Bouws). Ik heb Sander alvast geschreven of hij nog steeds voor een boekuitgave voelt; en Menno vandaag om in mijn plaats de zaak duidelijk met Zijlstra te bespreken. Is het neen, dan moet ik dit nu ook spoedig precies weten; en daarmee is dan ook iedere verdere relatie van mij met Zijlstra verbroken; ik wil hem dan ook mijn voorschot terugbetalen, omdat ik geen enkel gevoel van verplichting aan zoo'n poovere Polderlander wensch te hebben. Ik heb Menno zelf ook serieus in overweging gegeven (zonder portefeuille-zwaaierij) om mij met Jan. a.s. als redacteur van Forum te vervangen, omdat de sfeer voor mij dan toch is verpest. Ik ben gelukkiger èn als mensch èn zelfs als schrijver, wanneer ik niet (toch) in een redacteursfunctie sta tegenover den uitgever par droit de naissance van Alie Smeding! Je zult dit erg overdreven van me vinden, maar ook als het geen ‘zielsbehoefte’ van me was, en dat is het, zoozeer als ik uit behoefte geen lekkere dingen kan eten bij de deur van een kakhuis, dan nog, zou het zijn à la de meneer die jij veracht
‘pour le principe et pour l'exemple aussi
Wil jij er vooreerst niets over zeggen of schrijven, tot Menno met de zaak klaar is? Ik houd je wel op de hoogte. Het zou mij plezier doen als hij me begreep en me niet uit vriendschap aan die redactie bond. Mijn vriendschap voor hem, schreef ik hem nu, heeft zooiets niet noodig, en ik ben liever los medewerker van een tijdschrift waar mijn vriend redacteur van is, dan in vriendschap met hem de poepluchtjes te moeten verwerken van een z.g. ‘beste kerel’, onze publisher.
Wat Van Eckeren betreft: je maakt je illuzies. Maar ik ben zéér benieuwd naar zijn stuk, en op het oogenblik tot ‘slaags raken’ alweer méér dan bereid. Over verkeerd lezen valt n.l. te praten: de man kan het Costerlijk bargoensch uit verwantschap al beter verstaan dan ik; van het verkeerd citeeren zou ik graag een staaltje zien. Kan je hem niet vragen mij het stukGa naar voetnoot2. te zenden? Plaats Kramers het wèl, dan wil ik ook mijn recht van antwoord. Want zelfs als Van E. gelijk heeft, dan nòg valt het accent ergens anders: op het feit van al dan niet Costeriaan te zijn; en wat een Costeriaan is hoop ik den braven Mauk dan uit te leggen in een taal die niets philosofisch heeft. (Misschien dat zelfs Zijlstra er dan nog zijn voordeel mee doet - al is er bourrique en bourrique.)
Ik moet nu naar Parijs om matrassen te halen. Tot nader. Veel hartelijks, ook van Bep en aan Atie,
van je E.