E. du Perron
aan
H. Marsman
Brussel,Ga naar voetnoot1. 3 december 1931
Brussel, Central Hôtel,
3 December.
Beste Hennie,
Ik ben met griep uit Den Haag vertrokken en dus met dezelve hier aangekomen, zoodat ik - omdat ik niet naar Gistoux kan - meteen me in een hotelkamer heb moeten opsluiten, waar ik nu nog opgesloten zit. Ik hoop over 2 dagen weer op vrije voeten te zijn. - Het is hier een peststemming: iedereen klaagt over de komende oorlog, tusschen Frankrijk en Duitschland om te beginnen, over het a.s. failliet; bref, het is om te gelooven dat men het allerbest met de armpjes over elkaar den dood kan afwachten. Wat zou men dan nog voor literatuur bedrijven? vooral als men zich zoo weinig in harmonie voelt met de rotzooi die in alle landen verschijnt. Ik las hier in bed De Druivenplukkers, één verhitte droom van sterke kerels en neuklustige wijven, wel 4 × zoo goed als De Laatste Ronde, en zelfs boeiend (o! 10 × zoo boeiend als die griezelig stille Plantage), maar als ik het uit heb, vraag ik mij af: waar raakt mij dat? en wat voel ik daarvoor? - Ik las in de laatste Gids ook je bewonderend artikel over Der Held.Ga naar voetnoot2. Nog een boek, dat ik bepaald niet lezen zal; al was het nog veel beter als jij zegt dat het is, die Duitsche pootigheidsbacillen maken me bij voorbaat ziek. In één woord: zulke gegevens zijn voorgoed opgelost door Dostojevsky - leve Dostojevsky en à bas alle Duitsche, Oostenrijksche, Joodsche of wat-dan-ook Namaak. Ik las in de Bladen het 3e stuk van De ElectrocutieGa naar voetnoot3. en vond het stompzinnig als alles wat ik van de Amsterdamsche pootigheidsbacillenleverancier Maurits Dekker las. Hij is net zoo dom als Helman, en Helman schrijft dan nog wat gedistingeerder; de eene is vervelender en braver, de andere plebeïscher en pootiger, verder zal noch de een noch de ander mij één illuzie meer verschaffen. Ik geloof heusch dat ik rijp ben om ermee uit te scheiden: al dit romanfabrikaat stemt mij triest; werkelijk goede boeken, boeken zonder procédé, die lijnrecht uit den mensch zelf opkomen, zullen er misschien niet meer worden geschreven. Barnabooth is er mogelijk het laatste voorbeeld van ge-weest. Ik zal je dit boek opsturen zoodra ik uitga en het koopen kan; en laat ik er dan in schrijven: ‘aan Hennie, dit laatste serum tegen de pootigheidsbacil’. Als die Moffen goed zijn, zijn ze alleen nog maar drastisch goed. Je Hubert HoffGa naar voetnoot4. is eigenlijk een soort Sawinkov, maar Duitsch literair angehaucht. Het wordt tijd voor mij dat ik mij in de ‘kultuur’ van een moestuin ga interesseeren en alleen nog wat oude boeken lees (Poe, Stendhal en nog 2 of 3 anderen); aan die ‘razende modernisten’ heb ik toch tè royaal schijt, als ik mijn belangstelling als ‘vakman’ ook maar even uitschakel. En als ik alleen maar spanning noodig heb, herlees ik Sherlock Holmes.
Neem deze boutade voor lief en schrijf als je wilt naar Gistoux, of wacht tot ik je een nieuw adres opgeef. Morgen heb ik hier in het hotel een onderhoud met Simone: veel huilen, veel praten en wschl. geen korrel resultaat. Hartelijke groeten, ook aan Rien, van je
Eddy