E. du Perron
aan
C. van Wessem
Den Haag, 19 november 1931
Beste Constant,
Ik ben erg weinig schrijflustig, den laatsten tijd; iedereen klaagt erover. Het hangt samen met allerlei omstandigheden. Rien à faire.
Dat de Uren met Coster niet meteen in nr. 1 stonden was niet alleen uit overwegingen om een ‘algemeen’ nr. te maken, maar omdat 3 afgebroken stukken wel erg vervelend zouden zijn.Ga naar voetnoot1.
‘Godius’ zal heeten - en ditmaal definitief, wat deze eerste lezing betreft: Nog een mijnheer die weggaat. Ik zal het ms. Zaterdag of Zondag aan Vic Vriesland ter hand stellen; alsdan ben ik in Amsterdam en bij Willink gelogeerd (tenzij ik nog contrabericht krijg). Zie ik je misschien Zondag? Bel dan bij Willink op voor een ontmoeting.
Neen, ik las het nieuwe prospectus van de V.B. niet. Zend me dat drukwerk eens, wil je?
Tot ziens, of met beste groeten alhier,
steeds je Eddy
Eind van de maand ben ik wschl. weg van hier. En ik weet nog bij lange niet naar waar.
Den Haag, Donderdagavond.