E. du Perron
aan
W.A. Kramers
Gistoux, 17 mei 1931
Gistoux, Zondag.
Beste Wynand,
Dank voor Trotsky. Ik zal probeeren het voor Juni te bespreken (zal ook wel lukken, al moet ik even naar Parijs). Neen, zend dat rotboek van Pom z'n wijf maar naar den weiwillenden dominee Houwink. Of naar Greshoff? ik meende dat hij het lezen wou; alleen, als hij het belooft te bespreken, wacht je misschien een jaar.
Dank voor nieuwe drukproef Vera.
Voor Coster, als je zijn stuk compleet overneemt, natuurlijk alles supprimeeren, behalve het eigenlijke antwoord. Maar zend mij het laatste velletje terug. - Je mag in je rectificatie betreffende ‘lijforgaan’Ga naar voetnoot1. misschien ook wel opnemen dat de ‘intieme vriend’ naar wien hij refereert, Reimond Herreman was, die altijd tot mijn oppervlakkige kennissen heeft behoord. Of is dat niet noodig? Ik laat het aan jou over.
Je E
Waarom kan je Everard niet opnemen en EgesGa naar voetnoot2. laten vervallen?
Everard is qua vorm toch zéker aardiger?