E. du Perron
aan
W.A. Kramers
Brussel, 14 oktober 1930
Brussel, Dinsdag.
Beste Wynand,
Zou je den grooten DricusGa naar voetnoot1. willen opbellen en hem vragen waar-om ik niets van ZEd. hoor? Verder hem zeggen dat ik snak naar het prospectus van Bijleveld met de verzamelde proza-smoelementen; het mijne incluis..
Waarom krijg ik van jou geen bescheid? (let wel: met ei en d). Van Jany hoorde ik, den dag zelf dat ik mijn stuk verzond, dat er voor De Gids niets meer aan te doen is, omdat Nijhoff de bestelling bij Binnendijk had overgedaan. - Rest dus D.G.W. of niets. Ik wil desnoods nog wel een gewoon artikel uit dien dialoog ‘puren’, maar vermeen - en iedereen die het stuk las, is het daarin met mij eens - dat het wèl zoo aardig zou zijn, het te laten zooals het is. Dus wat denk je ervan? - Ik zou ook de pegels die het event, op zou brengen, best kunnen gebruiken, want de man die het voor mij overtypte vroeg mij even 112 frs!
Après tout, als je het in kleine letter laat drukken, in twee keeren (November-December), is het toch zoo erg niet, en ook de lengte zal nog wel meevallen; er is een groot misbruik gemaakt van wit. - Laat mij in ieder geval spoedig hooren wat je besloten hebt.
Met hartelijke groeten, je
EdP.
Heb je mijn ‘ingezonden’ nog gesupprimeerd? Ik hoop van wel. - Las je de groote verheerlijking van Coster door Donker in de N.R.C.Ga naar voetnoot2.? Dàt is nu IN ORDE.