E. du Perron
aan
H. Mayer
Gistoux, 18 juli 1930
Gistoux, Vrijdagavond
Beste Henri,
Van Jan gehoord dat je weer terug bent. Ik heb je aanwezigheid in Den Haag erg gemist; en nu, om het contact te hervatten, heb ik meteen een vervelend zaakje voor je: n.l. ik zend je vanuit Gistoux (waar ik voor twee dagen logeer) 2 pakken bevattende allerlei boeken waar ik eig. geen raad mee weet en die ik niet naar Brussel wil meenemen; ik voeg daarbij het onlangs bestelde Gösta Berling. Alles bijeen 7 dln. geloof ik (de pakken zijn al dicht). Zie of je het gebruiken kunt, neem van mij over wat je overnemen kunt en schrap het totaal dan van de rekening. Laat mij daarna die rekening dan sturen, naar mijn nieuwe adres: Bd Br. Whitlock 104. En schrijf mij daarheen; laat eens hooren hoe je het gehad hebt op reis en hoe je Den Haag hebt teruggevonden, vermagerd of blozend, etc.
Ik ben nu eindelijk zoowat door alle installatie-weeën heen, want als je er zit is alles nog lang niet afgeloopen! Nu, tot zoover voor vandaag; dit is maar een welkom + geleidebriefje. (Mijn pen doet raar en maakt mij ‘nerveus’, ik moet het bovenstuk er telkens inschroeven en het loopt er even hard weer uit.)
Een hand dus van je
E.
Tracht de boeken die je niet over kunt nemen voor mij te verkoopen. Maar iedere prijs is mij goed.
P.S. - Kan je mij een uitgave van Frank Rozelaar bezorgen, apart, een 1e of 2e druk dus? Graag zoo spoedig mogelijk; en dank! - Desnoods ook een ‘eerste druk’ van de ‘blauwe editie’, die waarvan het papier nog goed is. Dus in het deel Proza Gedichten. Maar liever het andere.