E. du Perron
aan
V.E. van Vriesland
Amsterdam, 1 maart 1930
Amsterdam, Zaterdag.
Waarde Heer Van Vriesland -
(is het overigens niet tijd onze ‘heerschappen’ wat te laten vallen?)
Ik ben op mijn beurt in de wolken dat u mijn verzen goed vindt; u behoort dan tot de weinigen die dat doen, want mijn ‘medejongeren’, met uitzondering van Slauerhoff en Kelk, schijnen te hebben uitgemaakt dat ik ben: ‘uitsluitend een schrijver van critisch proza’ - en dat etiket draag ik nu, mon Dieu!
Veel succes met uw Schwob-vertalingGa naar voetnoot1. voor de schoone lezeres van ‘De Zachtmoedige’ (in het Russisch heet dat verhaal, meen ik: ‘Zij was zoo lief en zacht’, wat ik oneindig mooier vind). Ik snak naar een herlezing - après la lettre - van uw Afscheid, en zal het zonder mankeeren meebrengen naar ons volgend treffen voor het woordje dat er bij hoort. Uw verzen in De Gids van Aug.Ga naar voetnoot2. heb ik niet; ook zou ik het zeer op prijs stellen indien u mij in staat stelde ook nog eenige te zien van de oudere verzen. En de latere, ongepubliceerde trekken mij natuurlijk aan om nòg andere redenen...
Belt u mij op of schrijft u mij een kaartje om te zeggen waar en wanneer?
Met hartelijke groeten, ook van mijn vrouw,
gaarne uw EduP.
Ga naar voetnoot3.Mijn adres is voor eenige dagen: Museum-pension, P.C. Hooftstraat. - Onverwachte verhuizing!