E. du Perron
aan
G. Burssens
Brussel, 12 maart 1929
Brux. 12.3.29.
Beste Burssens,
Als je dit briefje krijgt, neem dan de bundel van P.v.O. vóór je en maak eens een lijstje op van de gedichten die je voor je eigen gevoel van hem bijeen zou wensen te zien in een boekje, gedrukt door bijv. Stols. Als ik eens geld heb, wil ik toch zo'n boekje laten drukken, ware 't maar in 25 of 30 exemplaren!Ga naar voetnoot1.
In de eerste plaats dus: Barbaarse Dans.
Daarna een keus uit ‘Het Eerste Boek van Schmoll’.
Zend mij ook een kopie van de onuitgegeven gedichtenGa naar voetnoot* - Ik heb mijn keuze gemaakt; als jij mij nu de jouwe zendt, toets ik de twee aan elkaar en kan ik ook zien in hoeverre ze elkander dekken.
Roelants drong er gisteravond bij mij op aan dat jij een artikel over Paul zou geven, met zoveel mogelik illustratie-materiaal. Zorg dus dat hij een en ander omstreeks 15 dezer heeft. Het mijne is al doorgezonden naar de drukkerij. Zend óók een ex. van Paul's portret door jou, uit Avontuur 3. Ik sprak R. hier reeds over en het was hem welkom; hoe meer hoe liever!
Leroux is een zéér geschikte jongen; voor mijn gevoel (en tot dusver altans) de geschiktste, als mens, van de ‘Fonteiners’. De 2 anderen zijn mij soms te druk.
Ik ben blij dat je iets aan mijn notities over Piano en Enzovoort gehad hebt. Als ik je verder van dienst kan zijn, gaarne.
Tot zover, vandaag, en steeds je
EdP.
Als je in De Feesten van Angst en Pijn gedichten ziet, die ook nog voor je meetellen, geef ze dan natuurlik óók op!
P.S. - Ik vind in mijn laden oude brieven van P.v.O. terug. Ik zend ze je op; ze gaan aan de Miavoye-periode vooraf. Zo wordt je kollektie kompleet.
Origineel: Letterenhuis, Antwerpen