E. du Perron
aan
A.C. Willink
Brussel, 1 november 1928
Brussel, 1 Nov. '28.
Beste Willink,
Veel dank voor de pampieren. Ik zou er nu toch maar mee voortgaan, nu je zoo ver gekomen bent. Ik heb geen tijd er mij voor het oogenblik mee bezig te houden, maar ik beloof je dat zoodra alles klaar is en ik even kan, ik er een weekje aan zal besteden om alles in een Hollandsche lezing over te brengen.
Ik heb voor het oogenblik Les Conquérants weer laten loopen omdat men plotseling heelemaal niet zeker is van een uitgever (er wordt bij Meulenhoff geprobeerd); maar ik schrijf als een bezetene aan mijn eigen roman. Er zijn 70 blzn. van geschreven: ± 100 pag. druks. Je weet ik schrijf nogal dicht op elkaar en de blzn. zijn grooter dan deze. Ik heb de figuur van Kristiaan Watteijn benut voor één van de personage's, maar meer vanop een afstand bekeken, en alle bohèmes laten vervallen. Een Voorbereiding wordt hiermee dus ook definitief opgegeven; wat ik eruit overgenomen heb beslaat ongeveer 40 blzn. van dezen roman (die misschien 350 à 400 blzn. wordt.).
Van Hecke heeft de photo's; nu afwachten wat hij er mee doet. Het is eigenlijk toch ook een groote lul - ik zal je later wel eens uitgebreid vertellen waarom. Cahier 3 komt binnenkort; Cahier 4 is af (in ms.) Ja, er wordt gewerkt! Huwelijk, over een dag of tien, veer-tien. Stuur de schilderijen maar niet op; breng ze liever mee als je weer eens komt logeeren. Ik heb een appartement, maar dat mij niet bevalt; wij zoeken iets anders. Zoodra alles beter in elkaar zit, geef ik je een teeken. Hoe gaat het met je werk? ik bedoel: wat maak je op het oogenblik?
Hartelijke groeten van je EdP.
Mej. Smeding was stralend: de man is een verouderde Zondaar.Ga naar voetnoot1. - Bij Stols komt spoedig uit: Poging tot Afstand en Bij Gebrek aan Ernst (tegelijk); kort daarop, alleen: Nutteloos Verzet.