Brieven (herziene editie)
(2015)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermdE. du Perron
|
P. van Ostaijen, Boere-Charleston | 1. | |
id., Alpejagerslied | 2. | |
id., Kluwen van Ariadne | 3-7 | |
E. du Perron, Zo een leeg bestaan | 8-33 | |
Gaston Burssens, Oud Liedje | 34 | |
id., Duel Schilder-Dichter | 36-38 | |
W.N. Dinger, Verzen | 39-41 | |
R. Blijstra, De Noodlottige Kogel | 42-45 | |
id., Kwartetconcert etc. | 46-48 |
Deze volgorde lijkt mij ook de beste.Ga naar voetnoot1.
Ik zend je vandaag een ‘livret’ uitgegeven door Périer en R. de GeynstGa naar voetnoot2.. Niet onaardig maar... En dan zegt men niets verder. Laat ons zeggen, alsof we over heel iets anders spraken: ‘Hij is zo beminnelik jong, die Périer.’
Ik lees tot mijn grote voldoening dat je langzaam vooruitgaat. Ik mag vooreerst niet uit van de dokter. Het sneeuwt, het vriest, het is om de hele donderse boel aan elkaar te piesen. Ik ben zoeven naar Breuer geweet, maar Breuer is op precies 15 pas afstands; als ik me dan goed inbaker... Het is toch een rottige geschiedenis als je zo'n konstitutie hebt. Ik moet dan altijd aan jou denken om me weer met het leven te verzoenen. Jij hebt je dan toch blijkbaar nog een beetje meer verwaarloosd... Wanneer zullen wij rijk genoeg zijn om een modern landhuis te kunnen bezitten in Rapallo of Fiesole?
Heeft Greshoff je al geschreven? Hij zit voor het ogenblik weer in Holland maar heeft me verleden week 2 of 3 maal je adres gevraagd.
Nu, mijn beste, voorlopig tot dusver.
Je EdP.
P.S. Dat menen een gevaarlike wet is bleek onduidelik voor BlijstraGa naar voetnoot3.. Vandaar vnl. die ‘uitbreiding’ van mij. Het tussenvoegseltje van de ‘tweelingbroeders en tegenvoeters’ was van Dinger (aanmerkelik beknopt door mij.) Zo krijgt ieder z'n zin.
P.P.S. - Après tout is het misschien beter als ik Dinger helemaal achteraan zet. Dan eindigt de revue op de ‘kwadrijnen’. Ik heb hem gevraagd of dit woord een afleiding uit het Perzies was. Hij heeft nog niet geantwoord.
- voetnoot1.
- De inhoud van het eerste nummer van Avontuur kwam er uiteindelijk als volgt uit te zien: Van O en DP overeenkomstig DP's opgave, van Burssens ook nog het gedicht ‘Invitation à la valse au clair de lune’, na Burssens' bijdragen drie prozastukken van Blijstra (ook ‘Romantisch beeld’) en ten slotte Dingers gedichten ‘Proogram’, ‘Bespiegeling’ en vijftien ‘Kwadrijnen’.
- voetnoot2.
- De zojuist verschenen eerste aflevering van een klein tijdschrift, Premier livret, waarop door de dood van Périer in februari 1928 nog slechts een Deuxième livret is gevolgd.
- voetnoot3.
- DP veranderde het in ‘het menen van men is een een gevaarlijke soort wet’. Dingers toevoeging in de gedrukte Avontuur-circulaire luidde: ‘Wij behouden ons dus het recht voor, ons in het avontuur tweelingbroeders te betoonen of elkanders tegenvoeters te zijn.’