| |
| |
| |
| |
| |
Het register ontsluit de tekst van de negen delen Brieven van E. du Perron, de inleidingen op elk deel en de annotaties. Het bevat persoonsnamen, titels van publikaties, namen van boekhandels, commissies, uitgeverijen, verenigingen, hotels, café's, enz.
- | Wessem, Constant van, I: 60 n. De toevoeging n aan een paginanummer betekent, dat naar een noot van de redactie wordt verwezen. |
| |
- | Antonini, Jacob Antonio, IX: 34 n. Een cursief paginanummer met een gecursiveerde n verwijst naar een korte biografische aantekening over de ontvanger, in de regel bij de eerste aan hem of haar gerichte brief. |
- | Wereldbibliotheek (uitgeverij), VI: 146 x. Een x achter een paginanummer betekent, dat een naam of titel op één pagina in twee of meer verschillende brieven of kaarten voorkomt. |
- | Braak, Menno ter, II: 7 i. Een i achter een paginanummer geeft een verwijzing naar de tekst van de inleiding. |
- | Groot-Nederland (periodiek), II: 260 (redactiebureau). Toevoegingen tussen ronde haken achter het paginanummer zijn omschrijvingen van Du Perron. |
- | Kelk, C.J.: Spelevaart, II: 291-292 (inhoudsopgave). Gecursiveerde toelichtingen tussen ronde haken achter het paginanummer zijn afkomstig van de redactie. |
Fictieve personages zijn slechts opgenomen als uit de tekst hun herkomst niet blijkt. Indien uit de context de auteur van een titel niet duidelijk is, lost een verwijzing in het register dit op. Omschrijvingen van personen en titels (de drukker, mijn oom, jouw roman, de laatste Greshoff) zijn, indien mogelijk, geïdentificeerd. Niet opgenomen zijn personen die in de aanhef voorkomen of in de cursief gezette redactionele kopjes boven een brief of briefkaart, evenals personen aan of van wie groeten worden overgebracht.
Bij auteurs die alleen bij hun pseudoniem genoemd worden, zoals bijv. Anton van Duinkerken, is de naam volgens de burgerlijke stand niet toegevoegd. Secundaire literatuur verschenen na de dood van Du Perron is in het algemeen niet opgenomen.
Foutieve namen en corrupte titels in de briefteksten en annotaties zijn verbeterd of door een verwijzing naar de juiste naam of titel gecorrigeerd.
| |
| |
a.f.s.c., zie Anti-Fascistisch Studenten Comité |
a.i.d., zie Algemeen Indisch dagblad De Preangerbode |
a.r., zie Algemeen Rijksarchief |
a.v.r.o. (Algemeene Vereeniging Radio Omroep), II: 203 (groepje letters), 274 + n; V: 340 n; IX: 65 n |
‘A. C. Willink’: Greshoff |
A.J. Duymaer van Twist: Zwart |
À la Vierge Poupine (galerie te Brussel), I: 87 + n |
À l'Enseigne du Pot Cassé (uitgeverij), IX: 241 + n |
‘A.-M.B.’: Marsman |
A.O. Barnabooth: Larbaud |
Aafjes, Bertus (geb. 1914), IX: 275 |
Aagen-Moro, Taï (ps. van W.J.Th. van Aggelen, geb. 1890), IV: 98 n, 129 + n, 397, 420; VI: 167 416; VII: 69
‘Aantekeningen Madrid 1932’, IV: 129 + n |
‘Aan Albert Plasschaert’: Engelman |
‘Aan Ambrosia’: dp |
‘Aan Arthur Rimbaud’: Slauerhoff |
‘Aan de redactie van “het Vaderland”’: Coster |
‘Aan de redactie van “het Vaderland”’: dp |
‘Aan Ken...’: Roland Holst, A. |
‘Aan m'n vriend René Victor’: v. Ostaijen |
Aangezicht der aarde, Het: v. Nijlen |
‘Aanslag op Leiden, De’ VII: 517, 518 n |
‘Aantekeningen bij drie jubilea’, VII: 234 + n |
Aart, R. van (ps., zie ook Lier, Rudie A.J. van), III: 246 n, 502 + n; IX: 351
‘De ballade van Mientje Maanster’, VIII: 71 + n, 72, 145
‘De gestorven scholier’, III: 246; VI: 63; VIII: 145
‘Op een scheikundeleeraar’, IV: 12 + n; VIII: 145
‘Scherzo’, V: 32 n; VIII: 145 + n 146
‘Uit vrees...’, IV: 145 + n; VIII: 145 |
Aarts, J., VII: 184 n |
Abbe, Henri van (1880-1940), VII: 228 n |
Abbé Aubain, L': Mérimée |
Abbing, Justine (ps., zie ook Bruggen-de Haan, Carry van)
Uit het leven van een denkende vrouw, VI: 85, 101 n |
Abd-el-Kader (1808-1883), II: 420 |
Abelone, VI: 263 + n |
Ablaincourt, d', zie Perrot d'Ablancourt, Nicolas en Patru, Olivier |
Ablaing van Giessenburg, Rudolf Charles d' (1826-1904), VIII: 438,464 |
Aboe Bakar: Maurits |
Abrahamsz, Sietske, zie Wienecke-Swart Abrahamsz, E. |
‘Abschied -: Siodmak’: Batten |
‘Académie des inscriptions’, zie Courier, Lettre à messieurs de l'Académie des inscriptions et belles-lettres |
Acción Popular, V: 147 n |
Acht Mädels im Boot (film), III: 504 + n; IX: 106 + n,109 |
Achterberg, Gerrit (1905-1962), II: 420
Afvaart, IX: 257 n
Eiland der ziel, IX: 257 + n
De zangen van twee twintigers (met A.J. Dekker), IX: 257 n |
Action Française, I: 232 + n; IV: 9 i, 417 n, 473 |
Activités (periodiek), IV: 461, 462 490, 502, 517 |
| |
| |
Actueel wereldnieuws en sport in beeld (periodiek), VI: 333, 335; VIII: 18, 193 n |
Adam, Paul (1862-1920), I: 358 |
Adama van Scheltema, C.S. (1877-1924), VI: 444 |
Adama van Scheltema-Kleefstra, Anna C. (1884-1977), VIII: 490 + n |
Addicks, C.J. (1871-1962)
‘Max Havelaar's toespraak tot de hoofden van Lebak’, VIII: 211 + n |
Addison, Joseph (1672-1719) en Richard Steele (1672-1729)
The spectator (periodiek), IX: 97 + n |
Adelaide: Walschap |
Adès, Albert (1893-1921) en Albert Josipovici (1892-1932)
Le livre de Goha le Simple, VIII: 398 + n; IX: 209 + n |
Adolphe: Constant |
Adolphe: Rodker |
Adwaita (ps., zie ook Mouw, Johan Andreas Dèr), II: 126, 198; III: 377 + n; VII: 117 |
‘Adwaita’, zie ter Braak, ‘Dat ben jij’ |
Aegerter, Emmanuel
La vie de Saint-Just, II: 479 + n; VI: 394 + n |
‘Aen den heere J.W.F. Werumeus Buning’: dp |
Aeneas, II: 15 |
Aeschylus (525-456 v. Chr.), V: 182; VI: 109, 113, 119, 120, 129
Prometheus geboeid (vert.), VI: 127, 128 |
Aesthetic Movement, II: 184 + n |
‘Afrikaansche taalbeweging, De’: Mulder, E. |
Afscheid (Epiloog in memoriam): Werumeus Buning |
Afscheid van de wereld in drie dagen, Het: v. Vriesland |
Afscheid van domineesland: ter Braak ‘Afscheidsgroet aan P.G. te Winkel’: Douwes Dekker, Eduard |
Afspraak, De: Roland Holst, A. |
Agath: dp |
Agon, Sulthan van Bantam: Haren, O.Z. van |
Ahmadiah-beweging, VIII: 111 + n, 112, 117 (details) |
Aigle noir, L' (film), I: 276 |
Aimard, Gustave (ps., 1818-1887), III: 330 |
Aimienne, ou Le détournement de mineure: Tinan |
Ajalbert, VI: 29 |
Ajalbert, Jean (1863-1447), VI: 29 n |
Aker, Willem van den (geb. 1901), I: 151 |
Alain (ps., zie ook Chartier, Emile Auguste), V: 298, 368, 372
L'histoire de mes pensées, VI: 199 |
Alain-Fournier (ps., 1886-1914), III: 329; V: 289, 298 |
Le grand Meaulnes, V: 40; VI: 247; VIII: 60 |
‘Albatross Modern Continental Library, The’ (serie), III: 302; V: 125 + n, 207, 262, 420 |
Alberdingk Thijm, J.A. (1820-1889), VI: 178 |
Albert I, koning der Belgen, (1875-1934), IV: 462 + n |
Alberts, Joh. C.P. (1893-1967)
Kwatrijnen, IV: 418 n |
Alcalà'sche moordverwarring, De, zie Chasalle en Kelk, De terugkeer van Don Juan |
Alcan (uitgeverij), VII: 339 |
Aldes, Aux (uitgeverij van Malraux en Chevasson), I: 207; VI: 106 (Aldi) |
Aldewereld, Simon (1899-1974), VI: 457 n; VII: 23 n |
| |
| |
Alex’ vrouwen: v. Vorden |
Alexander I, koning van Joegoslavië, (1888-1934), V: 114 n, 117 (smeerkeezen) |
Alexander I, tsaar van Rusland, (1777-1825), VI: 81, 87 |
Alexandroff, Juzo, V: 65; IX: 185 + n |
Alexeïeff, Alexandre (1901-1982), I: 139 n, 207, 266, 276, 402; IV: 86, 97, 104, 105, 247, 267, 349, 358, 370, 375, 399, 512; V: 42, 45, 194 + n, 195, 304, 331 |
Algemeen-Democratische Bond, VII: 152 n |
Algemeen handelsblad (periodiek), I: 395 + n, 433 n; VIII: 479 n; IX: 34 n |
Algemeen Indisch dagblad De Preangerbode (periodiek), IV: 113 + n, 197 n; VII: 507 n, 534 n, 535; VIII: 16, 25, 30 + n, 33, 38 + n, 200, 575; IX: 128 n |
Algemeen Rijksarchief, VII: 403; VIII: 8 i, 115, 119, 120, 163, 166, 193 n, 194, 202, 214, 223 n, 224, 233, 246 n, 291 + n, 309, 312, 333, 349, 352, 362, 480, 482, 485, 489, 492, 493, 499, 500, 503, 506, 516, 521, 528, 529, 533, 564, 570, 583, 586, 590, 592-594; IX: 10 i, 277, 405 n |
‘Algemeen verslag over de residentie Mengdo’: Multatuli |
Algemeen weekblad voor christendom en cultuur (periodiek), VIII: 263, 267 |
Algemeene Secretarie (+ archief), VI: 485; VII: 30, 36 n, 43 n, 135, 273, 279, 283; VIII: 66, 153, 160, 172, 190 + n, 251 |
Alger républicain (periodiek), VII: 489 + n; IX: 240 n |
Alhambra (Granada), V: 92 x |
Alhambra (theater te Brussel), I: 289 |
Ali-Baba, IV: 433 |
Alide, IV: 357 |
Alima(h), VII: 422; VIII: 156 |
Alinari, VII: 497; VIII: 21 + n |
Alkema, Wobbe (1900-1984), I: 61 n |
Allan, John (1780-1834), VI: 201 |
Alle de rozen of het gesprek bij maanlicht: dp |
Allebé, Augustus (1838-1927), VI: 475; VIII: 471, 474 |
‘Alleen de boomen zijn gebleven’: dp |
Alleenspraak: de Graaff |
Allen, Hervey (1889-1949)
Anthony Adverse, VI: 248, 268, 273
Israfel, VII: 213 |
‘Aller et retour’, zie dp, ‘Terug en terug’ |
Almayer's folly: Conrad |
‘Alpejagerslied’: v. Ostaijen |
Alsia (schip), VI: 8 i, 270, 271, 274, 280, 282 x, 285-287, 289, 290, 301, 309-314 + n (overtocht); IX: 219, 221, 222 |
Alwi Soetan Osman (1910-1968), VIII: 95 n, 117, 126, 137, 138, 140, 178, 181, 189, 395 |
Amants, heureux amants...: Larbaud |
Americain, zie Café's |
Amethyst, Der (periodiek), I: 406 + n, 411 |
Ammers-Küller, Jo van (1884-1966), II 44 + n , 46 + n, 47, 51, 59 n, 70, 74, 84, 87, 89, 93; III: 368; IV: 177 + n; VI: 48; VII: 82 (Jo Kuller), 451
De opstandigen, II: 87 |
Prins incognito, VI: 42 + n, 48, 79 + n |
Amorie van der Hoeven, Abraham des (1821-1848), VI: 479, 494 |
Amorie van der Hoeven, Herman
|
| |
| |
A. des (1829-1897), VI: 479 (advokaat), 494 |
Amours jaunes, Les: Corbière |
Amsterdamsche bohème: v. Vriesland en A.C. Willink |
Amsterdamsche School (zie ook den Brabander, van Hattum en Hoornik), IX: 270 |
Amsterdamsche Tooneelvereeniging, VI: 64 n |
Amyntas: Gide |
Amyot (uitgeverij), VIII: 342 |
Anak Agoeng-Agoeng Bagoes Djlantik, vorst van Karangasem, IX: 399 n |
Anatomische les, De: Marsman |
Anatomy of murder, The, VII: 107 + n, 131, 171 |
Ancient mariner, The, zie Coleridge, ‘The rime of the ancient mariner’ |
Andere land, Het: Binnendijk |
Andersen, Hans Christian (1805-1875), I: 368, 395; IV: 363 n
Sprookjes (vert. door Chr. Doorman), I: 368 + n
Sprookjes (vert. door M. van Eeden-van Vloten), I: 368 + n, 395; IV: 52
Sprookjes en vertellingen (vert. door W. van Eeden), IV: 52, 53 |
Anderson, Marie (1842-1912), VIII: 424, 470, 562 + n; IX: 340 Uit Multatuli's leven, Bijdrage tot de kennis van zijn karakter, III: 169 + n; VII: 282 + n; VIII: 405, 409, 424, 470 |
Andler, Charles (1866-1933), VII: 327
Nietzsche, sa vie et sa pensée, V: 347 + n; VI: 254 (inhoudsopgave), 366, 417; VII: 327 |
‘André en de Slag bij Waterloo’: v. Wessem |
André Gide, VI: 117 + n |
‘André Gide en de Hollandsche kritiek’: dp |
André Walter, zie Gide, Les cahiers d'André Walter |
Anecdotes italiennes et françaises: Stendhal |
Angenot, Marcel (1879-1963), I: 120 + n |
Angers, David d’, V: 11 n |
Angioletti, G.B.
Narratori italiani d'oggi (bloemlezing): zie aldaar |
Angst, Dierbare vijandin: |
Otten Anna, I: 422 |
Anna Karenina: Tolstoj |
Anna van Hannover (1709-1759), VII: 197 |
Annenkoff, Georges (1890-1971), III: 186 |
Annunzio, Gabriele d' (1863-1938), I: 82, 214; IX: 35 |
Anquetil-Duperron, A.H. (1731-1805), V: 247 + n, 363, 449 |
Anseele jr, Edward F.R. (geb. 1902), VIII: 574 + n |
Anthologie de la littérature soviétique, 1918-1934 (= Anthologie russe?), V: 453; VI: 13 |
Anthologie jüngster Dichtung (bloemlezing door O. Henschele), III: 18 n |
‘Anthonie Donker als autoriteit’: dp |
Anthony Adverse: Allen |
Anti-Fascistisch Studenten Comité (a.f.s.c.), zie ook De sleutel, VI: 20 + n, 23, 25 x, 27, 28, 37, 40, 64, 66, 94, 108 |
Anti-Schund, I: 202 + n |
Antieke verhalen: Couperus |
Antonides van der Goes, Joannes (1647-1684), VII: 411
De IJstroom, VII: 401, 404, 411, 528 |
Antonini, Jacob Antonio (Gino, Giacomo, 1901-1983), II: 12 +
|
| |
| |
n, 105, 265 + n, 344 + n; IV: 301, 348, 396, 444, 446, 466, 474; V: 17, 38, 48, 67, 82, 86, 94, 130, 14S, 173, 234, 268, 364, 365, 367, 384-385, 413, 433, 446; VI: 127, 132, 135, 137, 206, 305, 308, 318 n, 319, 3z6, 335; VII: 12, 208; VIII: 224, 225; IX: 8 i, 34 n, 35 n, 132 n, 150 n, 153, 154, 155 n, 157 n, 160 n, 179 + n, 214, 219, 220 n, 222 n, 231 n, 234 + n, 240 n, 246 n, 373, 384
‘Alexander Sergejewitsch Puschkin’, VI: 381 n
‘Evgenij Zamiatin overleden’, IX: 228 n
‘Federico de Roberto †’, IX: 35 n
‘Getuigenissen VII’, VI: 318 n, 319; IX: 222 + n, 223
‘De Goncourtprijs 1934’, enz., IX: 157 + n
‘Hedendaagsche Italiaansche poëzie’, IX: 35 n
‘Henry de Montherlant, Een interview bij Grasset’, IX: 223 + n
‘Herinnering aan Ascona’, V: 413
‘Luigi Pirandello Nobelprijs 1934’, IX: 160 n
Narratori italiani d'oggi (bloemlezing), zie aldaar
‘Een ontmoeting met André Malraux’, IX: 240 + n
‘Pilar’, VI: 132 (stuk), 135 (novelle)
‘Il Signor Buob’, IX: 156 + n, 159
‘Traditie en experiment in de Europeesche literatuur van heden’, II: 344 + n
Antonini, Marco Ippolito (geb. 1926), IX: 34 n, 187 + n
Antonini-Marx, Henriette (Hetty), IX: 34 n, 158 n, 179 n, 187 + n, 228 + n, 231 + n
Antonini-Syla Novitzky, Maria († 1959), V: 130 (Comtesse); IX: 151, 156, 220, 221, 226-228 + n, 373, 384
‘Antwoord aan Dirk Coster’, zie dp, ‘De vijand meldt zich’
‘Antwoord van Hein Boeken’: Slauerhoff
Apicius, V: 291 n
Apocalypse, L' (Bijbelboek), zie De openbaring van Johannes
Apol, Jan, II: 273
De gouden poort, II: 269 + n
Phaëton en de dwaas, II: 269
Apollinaire, Guillaume (ps., 1880-1918), I: 191, 239, 300, 305; III: 302, 445; VIII: 44; IX: 104
Alcools, Poèmes, 1898-1913, I: 232 n, 300; VIII: 58; IX: 104
Le bestiaire, IV: 114; VIII: 58
Calligrammes, Poèmes de la paix et de la guerre, 1913-1916, I: 301; II: 209; VIII: 58
‘La chanson du mal-aimé’, I: 232 + n
Cortège priapique (door Pia), VII: 515 + n; VIII: 31 (Pia's), 103 x + n, 210, 595 x
L'hérésiarque et Cie, IV: 114; VIII: 58
Le jeune Don Juan, I: 239
Les onze mille verges, I: 110, 157 + n, 158, 164, 239; IV: 114
Le poète assassiné, IV: 114; VIII: 58
‘Vitam impendere amori’, II: 209 |
Apuleius, Lucius (± 120-± 180)
Asinus aureus, I: 368 + n
Metamorphoses, I: 368 + n |
‘Aquarium’: Kuyle |
Aragon, Jean, I: 319 |
Aragon, Louis (1897-1982), I: 35 n, 58, 305, 319, 391; II: 197, 427; III: 446, 458; V: 181, 350, 378; VI: 66 n, 133, 145; IX: 213, 240 n
Cloches de Bâle, V: 279
|
| |
| |
Le libertinage, III: 446 |
Arbeiderspers, De (uitgeverij), VIII: 351 |
Archief der gemeente 's-Gravenhage, VI: 212 + n, 464 (museum); VIII: 573 + n |
Archipel: Slauerhoff |
Ardjoenå-Såsrå-Baoe, IX: 394 + n, 397 + n |
Ardjoena Wiwaha, IX: 393 + n, 396 n |
Arène, Paul (1843-1893), V: 205 |
‘Arenosius of moordende onnozelheit’ (anon.), VIII: 468 + n |
Aretino, Pietro (1492-1556), I: 133, 136, 170
Sonetti lussoriosi, I: 170 |
Ariël, Het leven van Shelley: Maurois |
Ariosto, Ludovico (1474-1533), I: 170
Orlando furioso, I: 170; III: 325 + n |
Aristophanes (± 445-388 v. Chr.), II: 54; VIII: 318 |
Aristoteles (384-322 v. Chr.), VI: 119 |
Arland, Marcel (1899-1986), I: 155, 162; III: 454
Essais critiques, III: 457 + n, 520 (twee boeken)
L'ordre, I: 421 + n
‘Sur un nouveau mal du siècle’, III: 457 n
La vigie, V: 425 |
Armante: Stendhal |
Arme hemdenmaker, De: Larbaud; dp |
Armorial de Bourgogne, II: 192 |
Arndt, Ernst Moritz (1769-1860), I: 125 |
Arnet, Man (ps., geb. 1910), IX: 351
‘L'histoire se répète’, III: 455 + n |
Arnhemmer, zie Nieuwe Arnhemsche courant |
Arnhemsche courant (periodiek), II: 384 |
Arnim, Achim von (1781-1831), I: 66, 68; V: 206, 209
Les héritiers du majorat (vert. van
Die Majoratsherren), V: 209 + n |
Arnold, Matthew (1822-1888), II: 205 + n, 206 x |
Aron, Robert (1898-1975), VI: 60 + n; IX: 109 n |
Arp, Hans (1888-1966), I: 271 |
‘Arsène Guillot’: Mérimée |
Artagnan, Charles de Batz de Castelmore, comte d' (± 1611-1673), zie ook dp, ‘De werkelike d'Artagnan’, IV: 276, 286 |
Artaud, Antonin (1896-1948), V: 127 |
Arthur Ducroo, zie dp, Het land van herkomst |
Artiste par lui-même, L', zie Willink, Zelfportret (1926) |
Arts et métiers graphiques (periodiek), III: 464, 474-476, 484, 488 |
Asselin, Henry (1884-1979), VIII: 384 + n |
Association Guillaume Budé (uitgeverij), I: 233 + n, 236 |
Association mondiale contre la guerre et le fascisme, VI: 260 |
Astra (periodiek), I: 393; IV: 209 + n, 227, 235, 238, 240 |
Astrea (periodiek), VIII: 63 + n |
Astrid: Böhtlingk |
Astrid, koningin der Belgen, (1905-1935), V: 432 + n; VI: 204 |
Atje, VII: 353 |
Atjeh: Zentgraaff |
‘Atjeh's epos in proza’: dp |
Atlanta, zie Café's |
Au disque vert, zie Disque vert, Le |
Au Lys Rouge (uitgeverij), III: 455 |
Au nom de la loi (film), III: 432 |
Au Sans Pareil (uitgeverij), II: 241; III: 149, 354 |
Aub, Max, VII: 489 n |
Auberge de l'abîme, L': Chamson |
| |
| |
Aubry, Georges Jean (1882-1950, ps. Jean-Aubry, G.), VI: 104 + n, 105, 167; IX: 215 n
Joseph Conrad, Life and letters, I: 134 n |
Aubry, Octave (1881-1946), IV: 267 |
Auclair, Marcelle (geb. 1899)
Naissance, précédé de Changer d'étoile, V: 206 + n |
Auerbach, Berthold, VI: 192 n |
Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge, Die: Rilke |
Augustin, Elisabeth (geb. 1903), V: 372 |
Augustinus (354-430), I: 197 |
Aumale, Henri Eugène Philippe van Orléans, hertog van (1822-1897), II: 420, 421; III: 364; IV: 291 + n |
Aurevilly, B. de, zie Barbey d'Aurevilly |
Aurora Leigh: Browning |
Austen, Jane (1775-1817)
Pride and prejudice, III: 341, 347; VI: 217, 227 (dat boek) |
Aux Deux Magots, zie: Café's |
‘Avant et après’: Hogendorp, C.S. W. van |
Aveline, Claude (ps., geb. 1901)
La double mort de Frédéric Belot, III: 420, 424, 425 |
Avenir d'esprit européen, L', V: 163 + n |
Avenir de la science, L': Renan |
Avondpost, De (periodiek), VIII: 128 n, 152, 186 n, 575; IX: 258, 383 |
‘Avonturier, De’, dp, ‘De onzekeren’ |
‘Avonturiers, De’: dp |
Avonturiers: Schendel, A. v. |
Avontuur (periodiek), I: 31 i, 110 (blaadje), 116 (tijdschrift), 130 (blaadje), 143-159 + n, 164-169 + n, 171-173, 175-180 + n, 186, 187, 190, 192-194, 196-200, 202, 204-206, 208-214 + n, 216 + n, 218-220, 223-228 + n, 235-237, 240, 248, 249, 252-254, 261, 262, 269 + n, 274, 275, 290 n, 291, 292 n, 295, 299, 304 + n, 324 n, 325, 336, 338, 339, 357, 373, 417; II: 172 n, 249, 491; III: 329; IX: 23 + n, 24 + n |
Avontuur (uitgeverij), III: 232; V: 187 + n |
‘Awater’: Nijlioff M. |
Azaïs, Marcel (1888-1924), IV: 164
Le chemin desgardies, IV: 164 + n |
Azev, Evno M.F. (1869-1918), III: 47, 202; IX: 67 + n |
|
b.b., zie Departement van Binnenlandsch Bestuur |
b.k.v.k. (Bond van Kunstenaars ter Verdediging van de Kultuur), VI: 36 + n; IX: 189 + n |
Baanbreker-n.v. Servire, De (uitgeverij), III: 15, 53, 88, 173 |
Baane, J.C. (1762-1823)
Reis door een gedeelte van de Nederlandsche bezittingen in Oost Indië, VIII: 115-117, 129 |
Babad Kediri, IX: 393 n |
Babad Pasir, IX: 393 + n |
Babad Tjerbon, IX: 394 + n |
Babel, Isaak (1894-1941), III: 75 |
Babel: Couperus |
Babelon, Jean (geb. 1889), II: 376; IV: 267 |
Babels, A. (ps., zie ook Dekker, Maurits), II: 492 |
Badak Pamelang, IX: 397 + n |
Baer, Maximilian A. (1909-1959), V: 59 + n |
Baert, René (1903?-1945), V: 346 |
Baffo, Giorgio (1694-1768), I: 170 |
Bagatelle, La, zie Café's |
Bailby, Léon (1867-1954), IV: 443 |
| |
| |
Bainville, Jacques (1879-1936), IV: 164 |
Baisieux, Jacques de, II: 430
‘Des trois chevaliers et del chainse (chamise)’, II: 68, 165-166 + n, 170, 260 + n, 430, 447
‘Van de drie ridders en het liemd’, vert. door dp van ‘Des trois chevaliers et del chainse’, zie dp
Het zijden harnas, vert. door dp van ‘Des trois chevaliers et del chainse (chamise)’, zie dp |
Bakliuizen van den Brink. R.C. (1810-1865), VIII: 503, 529
Cartons voor de geschiedenis van den Nederlandschen vrijheidsoorlog, VII: 357 + n, 375; VIII: 77, 113 Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren, VII: 357 + n, 375 |
Bakker, Ina, zie Boudier-Bakker, Ina |
Bakker Niemeyer, H.J., V: 442 + n; VI: 492; VII: 74 |
Bakoenin, M.A. (1814-1876), III: 28, 30; VIII: 377; IX: 116 |
Bal du comte d'Orgel, Le: Radiguet |
Balans, Algemeen jaarboek der Nederlandsche kunsten, 1930-31, II: 227 n, 262 + n, 296, 300, 321, 323 + n, 324, 336, 357, 375 x + n, 378 + n, 382 + n; V: 202 + n, 288, 428; IX: 44 n, 111 |
Bali-congres, IX: 399 n, 401 + n |
Balkema, A.A. (geb. 1906), VIII: 495, 514 + n |
‘Ballade der dry-gin-drinkers, De’: den Doolaard |
‘Ballade van Mientje Maanster, De’: v. Aart |
‘Ballads’: Coleridge |
Balzac, Honoré de (1799-1850), I: 83, 152, 162, 163, 198, 368; II: 54, 516; IV: 143, 259; V: 44; VI: 73, 196, 381; VIII: 524 n, 548; IX: 189, 277
Le colonel Chabert, I: 162; V: 212
Comédie humaine, IV: 143 (Vautrin); IX: 66 + n
Le cousin Pons, VIII: 59
La cousine Bette, III: 162; VIII: 59
L'enfant maudit, I: 162
Eugénie Grandet, VIII: 59
La fille aux yeux d'or, I: 162
La grenadière, I: 162
L'histoire de la grandeur et de la décadence de César Birotteau, VIII: 59
Les illusions perdues, III: 162; VIII: 59
Jane la Pâle, I: 162, 163, 167
La maison Nucingen, VIII: 59
Le père Goriot, III: 162; VIII: 59
La rabouilleuse, VIII: 59
Splendeurs et misères des courtisanes, III: 162; VIII: 59 |
‘Bandong’: Nagel |
Bangoen (periodiek), VIII: 100 + n |
Bankoville: Julienne |
‘Bantam en de ‘Max Havelaar’’: Kielstra |
‘Barbaarsche rhapsodie’: v. Schaik-Willing |
‘Barbaarse dans’: v. Ostaijen |
Barbarossa (ps. van J.C. Schröder, 1871-1938), II: 313 + n, 315, 317, 319, 328; IX: 45 + n |
Barbé, Georgette (Chiara), III: 222 |
Barbellion, W.N.P. (ps., 1889-1919), V: 262 n, 266
Journal d'un pomme déçu (vert. van The journal of a disappointed man), V: 262 + n
The journal of a disappointed man, V: 262 + n, 266, 273, 277, 291, 292 |
Barbey d'Aurevilly, Jules A. (1808-1889), I: 162, 281, 329, 332; II: 332, 409, 422
|
| |
| |
‘La bague d'Annibal’, I: 281 + n, 282
‘Le bonheur dans le crime’, V: 205
Ce qui ne meurt pas I + II, suivi de
La bague d'Annibal: 281 n
Les diaboliques, I: 281 n
Memoranda, I: 302, 329
Une vieille maîtresse, I: 302 |
Barbusse, Henri (1873-1935), IV: 493; V: 88; VII: 415; IX: 138
L'enfer, I: 415 + n |
Barclay, Florence (1862-1921)
The rosary, I: 83 n
De rozenkrans (vert. van The rosary, I: 83 + n |
Bardin, François
‘Une clé de D.H. Lawrence’, IX: 89 + n |
Barmettler-Emmenegger, Th., I: 444 n, 446 n |
Barmhartige Samaritaan, De: Leroux, K. |
Barnabooth (Barnabotte, Barnabousse), zie Larbaud, A.O. Barnabooth |
Barnum, Phineas T. (1810-1891), I: 69; II: 420 + n; III: 381; VII: 76 + n |
‘Barokke leven, Het’: Chasalle |
Barrès, Maurice (1862-1923), I: 356 Culte du moi, VII: 490
‘Du sang, de la volupté et de la mort’, VII: 497 + n
Sous l'oeuil des barbares, VI: 336 + n |
Barrymore, John (1882-1942), V: 80 |
Barrymore, Lionel (1878-1954), I: 148 |
Barthou, Louis (1862-1934), IV: 443; V: 114 + n, 117 (smeerkeezen) |
Bartling, D., IX: 360 |
Bashkirtseff; Marie (1860-1884), III: 433 + n; IV: 74 Journal, III: 433 n; VI: 74 + n |
Bassani, Francesco (1853-1916), VIII: 474 n |
Bassani, Guido (geb. 1881), VIII: 474 + n |
Bassani, Mario (geb. 1887), VIII: 474 + n |
Bassam-Douwes Dekker, Everdine (Nonnie, 1857-1933), VII: 459; VIII: 409, 474 + n, 477, 547 + n |
Bast, E.M. de (1788-1827), III: 442 |
Basteman, Saleh Sjarief (1814-1880), VIII: 65 + n, 180 |
Bastert, Dirk (1860-1950), VII: 76 + n |
Bastiaanse, Frans (1868-1947) ‘Gedichten’, VIII: 107 + n |
Bataille, Henry (1872-1922), III: 354
Le beau voyage, III: 522; VII: 495 |
Bataviaasch Genootschap/Museum, zie Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen |
Bataviaasch handelsblad (periodiek), IX: 225 + n |
Bataviaasch nieuwsblad (periodiek), VI: 10 i, 421, 422 + n, 425, 430, 433, 457 n, 458 + n, 492; VII: 7 i, 91, 26, 40, 42, 52, 54 n, 64, 65, 78, 79, 82, 99 + n, 115, 116, 138, 142, 151, 154, 155, 159, 167, 169, 170, 172, 183, 186, 199, 200, 216, 219, 221, 226, 233, 236, 241, 244 n, 245, 248, 251, 255, 259, 268, 270, 274, 275, 291, 309, 310, 319, 332, 337 n, 343, 359, 369-371, 374, 379, 388, 390, 394, 396, 407, 411, 414 n, 423, 427-429, 439, 440, 445, 446, 448, 453, 457, 466, 480, 483, 486, 493, 496, 502, 508, 511 + n, 516, 519 (kroniek), 525, 526; VIII: 7 i, 13, 21, 27-30, 46, 47, 53, 54, 63, 68, 73, 82, 87, 92, 94, 124, 127, 132, 133, 135, 136,
|
| |
| |
139, 141-145, 149, 152, 154, 156, 161, 212 + n, 218-220, 223, 225 n, 262, 272, 274, 275, 281, 283, 291, 299, 309, 312, 324, 327, 350, 352, 372, 396, 397 + n, 417, 418, 427, 435, 484, 492, 493, 496 + n, 497, 499, 507, 508, 516, 521, 528 + n, 533, 566, 575, 581; IX: 89, 165, 166, 224 + n, 225 + n, 233 + n, 257 |
Bataviaasche Radio-Vereeniging, IX: 244 + n |
Bataviaase nouvelles en politique raisonnementen, VII: 403 |
Bataviasche koloniale courant (periodiek), VIII: 190 |
Bataviasche Kunstkring, zie Bond van (Nederlandsch-Indische) Kunstkringen |
Bataviase nouvelles (periodiek), VII: 402-404, 407 n, 412, 442 |
‘Bataviase nouvelles’ (rubriek in De ochtendpost), VII: 406, 407 n |
Bates, E. Stuart (geb. 1876)
Inside out, An introduction to autobiography, VII: 158 |
Batiks, Les: Liger-Belair |
Batten, A.E. (Edy, 1900-1972?), II: 361, 365 (Ind. vrienden), 417 n; IV: 378; V: 126 + n, 130-132, 213, 329-331 + n, 450 + n; VI: 48, 158; VII: 47 |
Batten, Betty (1903-1945?), V: 131, 139, 330, 338 |
Batten sr., F.B. (1872-1928), VIII: 47 + n, 74 |
Batten, F.E.A. (Fred, 1910-1980, zie ook ps. Sonneborn, J.), II: 417 + n, 458 n; III: 43 n, 76 n, 83, 87, 93 n, 142, 144 n, 162 n, 245 n, 246, 255 + n, 290 n, 306, 439, 505 x; IV: 12, 20 n, 115, 117, 121, 140, 146, 262, 263 + n, 299 n, 301 n, 306, 307, 406, 468, 470, 506; V: 24 n, 59, 85 n, 126 n, 256, 298 n, 340 n, 379, 398 n, 450 n; VI: 15 n, 35, 49 n, 113, 117, 127, 130 n, 146, 177, 180-185, 282, 323, 341 n, 393; VII: 23, 25, 47 n, 48 n, 53, 91 (vriend), 125, 169, 190 n, 194, 241, 267 n, 276, 300, 310 n, 414 n, 427, 440 + n, 442 n, 486, 489; VIII: 48, 52, 53, 69 n, 78, 93, 104, 119, 136, 144, 154, 155, 162 n, 193 + n, 201, 202, 211, 227, 230, 231, 233, 236, 245, 249, 273, 282, 310, 321, 323, 325, 329, 331, 350, 351, 353, 354, 357, 360, 363, 364, 389 + n, 390, 391, 395 + n, 396, 398, 401 + n, 433, 443 n, 460, 489, 511 n, 517, 528, 536, 578 n, 585-587; IX: 9-10 i, 62 n, 72, 272, 331 + n, 371
‘Abschied-: Siodmak’, III: 164 n; IV: 115 n
‘Afscheidstroost’, IV: 233
‘Antwoord aan M. Nijhoff’ (geschreven door dp), III: 144 + n, 145 (tekst), 162 + n, 164, 166, 182
‘Couperus-bloemlezing’, zie Couperus, ‘Bloemlezing’ (ongepubl.)
‘Humeur mineure’, IV: 233
‘Het land van lierkomst, Een Europeesche roman over Indië’, V: 363 + n, 371, 379, 391-392, 398 (andere), 399
‘Mémoires van een jongeman’, III: 280 + n; V: 65 + n, 66, 85 + n, 86, 127, 132, 298, 391, 392, 398-400 + n (‘Verlies van tijd’)
‘Notities bij het portret van Louis Couperus geschilderd door Antoon van Welie’, III: 182 n
‘Weerzien’, IV: 233 |
Batten, Mabel, V: 450 (?); VI: 107; VII: 215 + n |
Batten, R.J.C. (Dick, 1907-1941), III: 100; V: 410 + n; VI: 15 + n, 289, 379; VII: 49, 359, 371, 442 n,
|
| |
| |
496, 526, 527; VIII: 74, 75, 161, 208, 459-460. |
Batten-Beynon, Christine E.L. (1887-1951), V: 450; VI: 22 n, 117; VII: 24, 45, 101, 359, 379, 412, 442 n; VIII: 130, 136, 157, 162, 194, 216, 222, 223, 243, 244, 249, 260, 265, 272, 274, 275, 277, 280, 297, 331, 355,395 n, 535, 560, 561, 578 |
Batten-Hendriks, A. (geb. 1918), VII: 442 n |
Batten-Rijpstra, Annie (1902-1932), II: 367, 417 n; III: 77, 89, 110, 125, 129, 134, 159 + n, 171, 175, 181, 182, 189, 203, 254, 283, 286, 290, 305, 306; V: 126 + n, 132, 329; VII: 189 |
Baud, A. Th., VII: 527; VIII: 66 |
Baud-Allachidze, A., VIII: 66
Java en poèmes, VII: 527 + n; VIII: 66 |
Baudelaire, Charles (1821-1867), I: 162, 174, 194, 232, 242, 243, 300, 359 n; II: 36, 194, 426, 428, 453; III: 85, 86, 319, 499, 507 n, 518; IV: 65, 129 + n, 256, 277; VI: 130, 207; VII: 59, 103, 104, 348, 424; VIII: 222, 424; IX: 47-49, 185 n, 261 n, 345
Amoernitates Belgicae, I: 358, 359 + n
‘La fanfarlo’, V: 205; VIII: 58
Les fleurs du mal, I: 259; II: 180; III: 65; VII: 326; VIII: 58
‘Harmonie du soir’ (vert. door A.B. Douglas van ‘Harmonie du soir’), I: 259
Les journaux intimes, VIII: 58 OEuvres complètes, III: 507 n
Le spleen de Paris, Petits poèmes en prose, I: 55; III: 46; VIII: 58 |
‘Le voyage’, I: 191 |
‘Baudiade, De’, VIII: 62 |
Baudoux, Jean (ps., zie ook Schepens, Jan), V: 355 + n, 363
‘Lettres néerlandaises’ (kroniek in Mercure de France), V: 355 + n, 363; VI: 275 n |
Baum, Vicki (1888-1960), V: 68; VI: 175
Liefde en dood op Bali (vert. van Liebe und Tod auf Bali), VII: 428 + n, 432, 439, 460, 483 |
Bayle, Pierre (1647-1706)
Dictionnaire historique et critique, VII: 417 |
Bazin, René (1853-1932), VI: 196 |
Beach, Sylvia (1887-1962), IV: 49 + n |
Beardsley, Aubrey (1872-1898), VI: 452 |
Beatrix, prinses der Nederlanden, enz. (geb. 1938), VII: 257 n, 275 n, 277 (Oranjefeesten) |
Beatrijs: Boutens |
Beatrijs, Een middeleeuwsche legende, VIII: 373 + n |
Beaufort, W.H. de (1845-1918) ‘Gijsbert Karel van Hogendorp’, VIII: 101 + n |
Beaux messieurs Goloubov, Les: Saltykov |
Bech, Willem
‘Met Greebe's kalf geploegd’, II: 200 + n |
Becht, H.J.W. (uitgeverij), II: 272; VI: 12 + n, 309 |
Bed en wereld: Otten |
Bédier, Joseph (1864-1938), II: 68, 430 |
Beduwé-van Ermengem, Jeanne (geb. 1884), IV: 91 + n (ta soeur) |
Been, Joh. H. (1859-1930), VII: 518 |
‘Beeld uit liet verleden’: dp |
Beernink, J.J. Ph. (geb. 1888, zie ook ps. Vorden, Johan van), IV: 347 + n |
Beethoven, Ludwig van (1770-1827), I: 256; III: 140 |
| |
| |
Beets, Nicolaas (1814-1903, zie ook ps. Hildebrand), II: 23; III: 127; VI: 130 |
‘Behouden hotelsleutel, De’, zie v. Ostaijen, ‘De gehouden hotelsleutel of de kleine, domme daad’ |
Behouden prullemand, De: dp |
Behrens-Hangeler, Herbert (1898-1980), I: 61 n, 125 + n, 139
‘De plaatselijke redakteuren’ (vert. door A.C. Willink), I: 278 + n, 285, 287 (pampleren), 298 (drama) |
Behrman, S.N. (1893-1973)
The second man, IX: 64 + n, 68 + n |
Beisliuizen, P.
‘Met Maurits Dekker in gesprek’, VI: 98 + n, 243-244 |
Bekking, Henri Charles, VIII: 471 |
Belcampo (ps., 1902-1990), V: 371, 375 |
Belinfante, J.E. (geb. 1865)
Ons auteursrecht, VII: 443 |
Bellamy, Jacobus (1757-1786), VIII: 389, 390 |
Bellay, Joachim du (1522-1560), I: 233; II: 166, 191
La deffence & illustration de la langve francoyse, I: 84 + n
Les regrets, VII: 19 |
Bellman, Carl M. (1740-1795), III: 342 + n |
Belonje, Willem J. (1887-1968), VIII: 41 + n, 43 + n, 54, 85-87, 106, 107, 130, 393 n; IX: 248 + n
Onschuldig veroordeeld, Beschouwingen over de zaak-Margadant, VIII: 25 n |
Ben Ik Tjiang, V: 329; VII: 47 |
Benda, Julien (1867-1956), V: 234; VI: 52-55, 65, 66, 76 + n, 105, 254, 331; VII: 174, 175 n, 176, 189; IX: 213, 244, 245
Dialogue d'Eleuthère, V: 334 + n, 335, 339
‘Le dilemme de l'heure présente, Divinisme ou humanisme’, VI: 76 + n
Discours à la nation européenne, VI: 64
La fin de l'éternel, VI: 52, 54, 64, 65; IX: 189
La jeunesse d'un clerc, VI: 390 + n, VII: 73; IX: 230
Mon premier testament, IX: 189
Précisions, VIII: 148 n
Un régulier dans le siècle, IX: 244 + n
Les sentiments de Critias, V: 453 + n
La trahison des clercs, VI: 27 + n, 29, 52, 54; IX: 189, 244 + n |
Bende van de stronk, De: v. Ostaijen |
Bender, C.C., II: 469 n |
Beng Ik Tjang, zie Ben Ik Tjiang |
Benjamin Harz Verlag (uitgeverij), III: 460 |
Benoît, Pierre (1886-1962), II: 336; III: 484 x, 487; IV: 59, 60, 63; VI: 63
Le roi lépreux, II: 336, 357
Mademoiselle de la ferté, VIII: 60 |
Bénosèr, I: 393 (gouvernante), 399 + n, 402 (cuisinière) |
Bentinck, Willem (1704-1774)
Briefwisseling en aanteekeningen, IX: 242 + n |
Bentley, E.C. (1875-1956)
L'affaire Manderson (vert. door Marc Logé van Trent's last case), II: 99, 124
Trent's last case, II: 99; IX: 410 |
Bérard, Victor (1864-1931), IV: 426 |
Berckelaers, Fernand (geb. 1901, zie ook ps. Seuphor, Michel), I: 30 i, 35 + n, 36 x + n, 38 (B.), 45 n, 47, 60 (F.B.), 101 + n, 380, 386; IV: 343 |
| |
| |
Berg, C.C. (geb. 1900), VI: 439 n; VIII: 179 + n; IX: 393 + n, 394 + n |
Berg, K.F. van den, VII: 441, 495, 517 |
Berg, N.P. van den (1831-1917), VII: 411 + n, 441, 495, 496, 517; VIII: 116, 117, 196 |
Berg van licht, De: Couperus |
Bergamin, José (geb. 1895), VII: 288 |
Berge, Willem ten (1903-1969), II: 51 n, 183, 378 + n, 391 n
De reiziger, II: 51 n, 75, 79
De zoon van het hemelsche rijk, II: 51 (pak poëzij), 79 |
Berger, Rodolplie (1858?-1916), I: 157 |
Bergeret: France |
Bergerette, II: 109 + n |
Bergh, Herman van den (1897-1967), II: 293, 302, 316, 388, 389, 392, 441; III: 138; IV: 72, 492; VI: 492
Nieuwe tucht, II: 293, 302; III: 164 |
Bergh van Eysinga, J. van den (1880-1957)
Multatuli, VI: 288, 300, 475 + n; VII: 40 + n |
Berghen, René, (geb. 1901), V: 346 n
Het jeugdavontuur van Leo Furkins, V: 376 + n
De overjas, V: 346 + n, 352, 355, 371, 375, 376, 395 |
‘Bergsche plas’: Speenhoff |
Bergson, Henri (1859-1941), VI: 128
Les deux sources de la morale et de la religion, VI: 253 |
Berl, Emmanuel (1892-1976), III: 420, 457; IV: 156, 459; IX: 140 n
Le bourgeois et l'amour, IX: 72 + n |
Bernanos, Georges (1888-1948), VI: 132
Les grands cimetières sous la lune, VII: 440 + n |
Bernanose, Georges (geb. 1898)
Bonasse, IV: 358 |
Bernard, Tristan (1866-1947), IV: 392, 393 (tekst kwatrijn) |
Bernet Kempers, August Johan (geb. 1906), V: 297 n; VI: 344 + n, 394; VII: 25 (bibliothecaris hier), 218, 487 n, 491; VIII: 96, 99, 106, 163, 226-228 + n, 231, 234, 532; IX: 375, 398 n, 405 |
Bernhard, prins van Lippe-Biesterfeld (geb. 1911), VI: 336 + n; VII: 122, 389; VIII: 168 n, 313 |
Bernhold, E.W. (Woutertje, 1875-1945), VI: 479 |
Bernini, Giovanni Lorenzo (1598-1680), VII: 497 + n; VIII: 21 (foto's) |
Bernouard, François (1884-1949), I: 281 |
Berretty, D.W. (1890-1934), VI: 401 + n; VIII: 106 |
Berrichon, Paterne (1855-1922), I: 174 + n; II: 266, 327 n
Jean-Arthur Rimbaud, le poète, I: 174 n |
Bertram, Ernst (1884-1957
Nietzsche, Versuch einer Mythologie, VI: 140 + n |
Bertrand, VI: 404 |
Bertrand, Aloysius (1807-1841), V: 205
Gaspard de la nuit, Fantaisies à la manière de Rembrandt et de Callot, II: 476, 490; III: 46 |
Beschrijving van Tjandi Singasari en de wolkentooneelen van Panataran, VIII: 105 + n |
Besnard, Albert (1887-1966), II: 219; VI: 57, 293 + n, 294, 317; VIII: 152, 575 |
‘Bespiegeling’: Dinger |
Besselaar, Herman (geb. 1904)
|
| |
| |
Reis naar de volwassenheid, VI: 403 |
Besten, C. den, III: 263 + n, 265, 266 x, 269, 272-274, 289, 347, 370, 454, 477 + n; IX: 66 (?) |
‘Beteekenis van Multatuli, De’: dp |
Bette, I: 289 (?); II: 232 (?); IV: 22-24, 34, 35, 52 (tabellions), 84-86, 137, 223, 226, 295, 335, 337, 364, 424, 427, 435, 437 |
‘Bettelweib von Locarno, Das’: v. Kleist |
Betz, Maurice (1898-1946), I: 102 n, II: 58 |
Beusechem, J.M. van (geb. 1775), VII: 487 |
Beve, VIII: 582 n |
Beversen, N.J. (1860-1932), II: 189 + n, 365; III: 303, 323, 328, 362 + n, 374, 417 + n, 418; IX: 65 + n |
Beversluis, Martien (1894-1966), II: 303, 304, 308, 435, 436; VIII: 498
Aanklacht, II: 304 n, 308 n
Chimera's, Een dramatisch gedicht, VII: 255 + n
‘Multatuli herdacht’, VI: 389 + n, 396, 411, 435, 436 |
Beweging, De (periodiek), I: 374, 410; II: 129, 201; V: 362; VII: 53; IX: 47, 354 |
Beweging voor moreele herbewapening, VIII: 187; IX: 259 + n |
Bewijzen uit het pak van Sjaalman, De: dp |
Beyle, Henri (1783-1842, zie ook ps. Stendhal), I: 215; II: 49, 267 + n; III: 75; IV: 315; V: 10-12, 14, 288; IX: 146 |
Beynon, Do, IV: 11 + n, 178, 187, 197, 198, 203, 223; VI: 108 |
Beynon, Paul Anne (1888-1956), III: 216 + n, 218, 236, 249, 250, 447; IV: 197 + n, 223; VII: 47 + n, 525; IX: 8 i, 16 n, 17, 20 n, 105 ‘Enkele aanteekeningen over de Kangean Archipel’, IX: 16 n, 305-308 (tekst)
‘Kangean in nieuwe banen geleid, IX: 16 n, 309-312 (tekst) |
Beynon-Don, Jane (1897-1979), VII: 525; IX: 21 n |
Bezemer, T.J. (1869-1944), IX: 392 n |
Bezette stad: v. Ostaijen |
‘Bezoek aan de giraffe, Het’, zie v.
Wessem, De vuistslag |
‘Bezoeker, De’: Marsman |
Biang-lala (periodiek), VIII: 61 + n, 163, 176 |
‘Bibliopliiles Hollandais, Les’ (serie), I: 161-163; III: 247 (bibliophielencollectie), 329, 360, 418 (Nederl. bibliophielen) |
‘Bibliotheca Javanica’ (serie), VIII: 206 |
‘Bibliotheek der Nederlandse letteren’ (serie), VIII: 274 + n, 302, 303, 324 |
‘Bibliotheek voor reiner leven’ (serie), VI: 49 |
Bibliothèque de l'Arsenal (Parijs), II: 430 + n |
Bibliothèque Nationale (Parijs), III: 487-489; IV: 26, 28, 30, 41; V: 89, 205; VI: 82, 87, 90, 91, 93, 111, 128, 130 |
Bieling, H.F. (1887-1964), III: 515; IX: 109, 113 n, 114 n |
Bielkine, zie Poesjkin, Les récits de feu Ivan Pétrovitch Bielkine |
Bierce, Ambrose (1842-1914?)
In the midst of life, VIII: 578 + n |
Bierens de Haan, J.D. (1866-1943) Het rijk van den geest, VIII: 121 + n |
‘Bierviltjes’, zie Greshoff, ‘Inscripties op bierviltjes’ |
Bilderdijk, Willem (1756-1831), IV: 210; VI: 130; VII: 90, 103
|
| |
| |
Bloemlezing, VII: 103 + n; VIII: 435 + n
Geschiedenis des vaderlands, VII: 46 + n, 163 |
‘Bill’: Marsman |
Billy, André (1882-1971), VIII: 547, 548 + n
‘Le centenaire de Zola et celui d'Alphonse Daudet’, VIII: 548 + n
Diderot, VIII: 547 + n |
Bilt, Tonia de (ps., zie ook Nijhoff Martinus), VI: 364
‘De rijke jongeling wordt man’, VI: 364 + n |
Binnendijk, D.A.M. (1902-1984), I: 117, 290 n, 292, 348, 422; II: 8 i, 23, 28, 73, 105, 106, 115, 151, 224 + n, 256, 263, 275, 276, 293, 295-297 + n, 299, 303, 306, 307, 313-315, 317, 323 + n, 329, 337, 341, 352, 357 n, 359 x, 363, 379, 388, 389, 392 n, 394, 397 + n, 399, 401 n, 402, 405, 411 + 11, 412, 416 + n, 417, 420, 423, 424 + n, 426, 428, 432, 434, 446, 453, 481; III: 8 i, 20, 82, 104, 115, 138, 188, 191, 193, 201, 202, 210, 245, 274, 275, 299, 314, 349, 350 n, 522; IV: 122, 189, 348, 376 n, 429 n; V: 52, 63, 68 (Perronophoob), 81 + n, 138, 226, 261, 264, 275, 276, 408; VI: 259, 263, 349 + n, 356 + n, 365 + n, 405, 424; VII: 157 + n, 243, 247, 258, 361 + n, 363, 446; IX: 43, 44, 51 + n, 59 n, 95 n, 265, 328, 329, 349, 389, 392
Het andere land, II: 263 n, 481
Commentaar, II: 417 n; III: 184, 186, 188 + n, 349, 350 n
‘Dogma of aesthetica’, II: 397 (geantwoord), 400 + n, 411 + n, 451, 452, 481 + n; IX: 95 (historie)
‘In licht en schaduw’, VII: 157 + n
‘Marsman en Gorter’, VII: 444 n, 446
‘Nijhoff's proza’, VI: 404 n, 405 Onvoltooid verleden, Gedichten, VII: 154, 155 n, 180, 247, 291
Prisma (bloemlezing): zie aldaar ‘Vertaalde gedichten’, VII: 234 + n |
Binnendijk-Paauw, M.G. (Enny, geb. 1900), V: 339; VII: 314; IX: 349 |
Binnerts, Coert (1903-1954), VI: 9 i; VII: 47, 68, 70, 83, 90, 100, 108 + n, 111, 118, 129, 160, 166, 168, 169, 189, 190, 194, 196-199, 204 n, 205 n, 206 n, 208, 209, 244, 247, 249, 251, 262, 294, 328, 364, 410, 451, 452; VIII: 66, 122 + n, 129, 143, 185, 221, 575; IX: 244 n, 246 + n, 374
‘E. du Perron, De man van Lebak’, VII: 249 n, 274 + n |
Binnerts-Spikerman, Maria C. (1905-1961), VII: 83, 107, 114, 160, 166, 452; IX: 246 + n, 374 |
‘Biografie van Lenin, Een’: dp |
Bismarck, Otto von (1815-1898), I: 368 |
Bizet, Georges (1838-1875)
Carmen, VIII: 41 + n |
Bjelkin, zie Poesjkin, Les récits defeu Ivan Pétrovitch Bielkine |
Blackett, Eveline (geb. 1907?), I: 31 i, 421 + n, 425, 426, 428 + n, 429-432 + n; II: 109, 158 n, 223; IV: 95, 98, 102; V: 230 (épistolière) |
Blackwell, B. (uitgeverij), VI: 59; VII: 158 |
‘Bladen voor de poëzie’ (serie), VII: 142 n |
Blake, Sexton (pers. uit detectiveverhalen), III: 436 |
Blake, William (1757-1827), V: 155, 257 n, 278 n, 282 + n, 291 n, 305 n, 310 + n |
| |
| |
Blakeney, T.S.
Sherlock Holmes, Facts or fiction, III: 440, 443 |
Blaman, Anna (ps., 1905-1960), VIII: 496 + n |
Blancheteau (boekhandelaar te Parijs), I: 442 + n; II: 67 + n |
Blanke steden, zie Couperus, Uit blanke steden onder blauwe lucht |
Blécourt, Charles de, pers. uit Marsman, De dood van Angèle Degroux, zie aldaar |
Bleeker, Pieter (1819-1878)
Reis door de Minahassa en den Molukschen archipel, VIII: 215 n |
Blei, Franz (1871-1942), I: 411; II: 85 |
Bles, Arnold (Dop, 1883-1940, zie ook ps. Spectator), I: 327; II: 44, 317; III: 61; IV: 61, 73; V: 381, 412; VI: 102; VIII: 275 + n |
Bles, Ch., II: 26 n |
Blessebois, Pierre Corneille (± 1646-± 1700), I: 217 + n; IV: 226 + n, 236, 240, 241, 286 |
Blessington, Marguerite (1789-1849)
Conversations of lord Byron with the countess of Blessington, VI: 149, 170 |
Blocnote kleinformaat: dp |
Bloem, Caroline J.C. (Ini, 1892-1965), VII: 486 + n; VIII: 204 + n |
Bloem, Jacques C. (1887-1966), I: 244 + n, 245 + n, 258, 272 + n, 288, 289, 383, 384, 386, 389-391 + n, 395, 401, 425 n; II: 10, 27, 28, 43, 46, 47, 51, 59, 65, 84 + n, 88, 89, 91 n, 93, 94, 110, 114, 125, 133, 148, 204, 208-210, 214, 220, 223, 224, 229, 230, 241, 255, 274, 318, 419, 435, 438, 439 + n, 472, 474 + n, 481, 484, 485; III: 18, 60, 70, 123, 138, 162, 164, 184, 188, 190, 191, 205 + n, 222, 223, 238, 251, 329-331 + n, 333, 348-351 + n, 376, 437, 444 + n, 472, 54, 521; IV: 20, 38, 56, 79 (Jacob van Breukelen), 142, 153, 156, 158 + n, 160, 192 + n, 193, 194, 201, 234 n, 308, 310, 313, 314, 318, 372, 380, 401, 450, 471, 520; V: 69, 106, 131, 156, 158, 197; VI: 80, 189 + n, 338, 339, 349 + n, 364, 381 n; VII: 486 + n; VIII: 80, 194, 368, 380, 396, 397, 467, 506, 508, 518, 568, 585; IX: 31, 38, 43, 52, 65 + n, 66 n, 144
‘Augusta Peaux - Bij haar 70sten verjaardag’, II: 43 + n
‘Balans?’, IV: 79 + n
‘Dichtbundels’, IV: 372 + n, 401 (gezwamd)
‘Die 'k aan een gier geklemd...’ IV: 56 (tekst)
‘Het goed recht van het essay’, III: 188 + n, 225; IX: 65 + n
Media vita, III: 281, 301, 349 + n, 514 (over Jacques)
De nederlaag, VII: 78 + n
‘De oude mens’, II: 84 n, 88
‘Stemmen uit het verleden’, III: 184 + n
‘Terug naar de traditie’, II: 474 + n
Het verlangen, II: 440; VII: 78
‘Vorm ofvent’, III: 329, 330 + n, 349 + n, 350 |
Bloem-Eggink, Clara (geb. 1906, zie ook Eggink, Clara), I: 272, 390 + n, 391; III: 205 + n, 222; IV: 142; V: 222, 321; VII: 486 + n, VIII: 337, 397, 467, 507, 518; IX: 52, 351 |
Bloeme, H.A. de (1802-1867), VIII: 607 |
Bloemlezing uit zijn werken: Multatuli |
‘Bloempje aan 't (het) eind, Een’: dp |
Blok, P.J. (1855-1929)
|
| |
| |
Geschiedenis van het Nederlandsche volk, VII: 147 + n |
Blok, S. (boekhandel te Den Haag), I: 416 + n |
Blokzeil, V: 29, 48 |
Blom, Chris, VIII: 581 |
Bloxam, John Francis
The priest and the acolyte, II: 165 + n |
Bloy, Léon (1847-1917), II: 409 |
Bloys van Treslong Prins, P.C. (1873-1940), VII: 311-315, 317, 352, 360, 377 n, 380, 387, 399, 464 + n; VIII: 488 + n, 529; IX: 8 i, 54 n, 55 n
‘Indo-europeesche families’, IX: 54 + n, 55 |
Bloys van Treslong Prins-Callenfels, M.H. Ph. (1895-1946), VII: 300 + n, 310, 311 (kloek), 313-317, 344, 352, 360, 380, 387, 393, 394, 464, 465, 488 n, 491 n |
Blum, Léon (1872-1950), VI: 220 n, 244, 267 n; VII: 43 Stendhal et le Beylisme, VI: 150 |
Blijstra, Rein (1901-1975, zie ook ps. Kuyck, Van), I: 31 i, 81, 124, 131, 138, 143-145 + n, 147-153, 155-159, 165, 166, 168, 169, 171, 175, 176, 178, 179, , 86, 189, 191, 192, 194, 196, 198 x, 202, 204, 206-212, 214, 225, 249, 253, 254, 261, 262, 267-269 + 11, 285, 286, 294, 299, 300, 315, 398, 417, 427, 435; II: 29, 35-36 + n, 48, 62, 69, 85, 105, 110, 162, 173, 178, 212, 227, 232, 254, 332; III: 146, 237, 238, 255 + n, 256, 429, 430, 465 + n; IV: 222, 234 + n, 256; V: 138, 222, 364, 395; IX: 23, 32, 52 + n, 96, 351
De aanslag, VI: 404
‘Cascade I en II’, I: 81 + n
‘Christian Morgenstern’, II: 62 + n
‘De daad’ (verhaal in IJzeren vlinders), I: 268 (Kandal)
Graphische voorstelling, II: 162, 172 + n, 178 (boekjes), 212 n, 232; IX: 52 n
‘Het groote gebeuren’ (verliaal in IJzeren vlinders), V: 395 (eerste verhaal), 401
‘Huiselijk geluk’ (verhaal in IJzeren vlinders), I: 132 + n
‘Een improvisatie’, IX: 88 + n
‘Inleiding van Joachim Tilenius Bolt tot de publicatie des Codex Calsbergliiensis’, V: 221-222 + n, 256, 371, 387, 401 |
‘Kwartetconcert’, I: 168 + n, 178
‘Man en paard’, I: 206 (verliaal), 212
‘De noodlottige kogel’, I: 168 + n, 178
‘De ontmoeting’, I: 124, 132 + n, 138
‘Romantisch beeld’, I: 168 + n, 178
‘Spionnage’, I: 124 (één-akters), 156, 299 (schem. toneelwerk)
‘Het spookslot’, I: 124 (één-akters), 152, 156, 159, 168, 206, 212, 299 (schem. toneelwerk)
‘Stadspanorama’, I: 212
‘De vuurproef’, II: 53, 80 Ijzeren vlinders, I: 132 n, 138 (bundel), 148 + n, 156, 175 + n, 176, 179, 192, 198, 269, 299 + n, 387, 388; II: 178 (boekjes); V: 395, 401; VI: 175; IX: 52 n |
Blijstra-van der Meulen, Maria († 1988, zie ook Willink-van der Meulen, Maria) III: 238 |
Boabdil (= Abu Abdallah, † 1527), V: 93 + n |
Boca, Gaston
L'ombre sur le jardin, V: 206 |
Bock, Eugène K.M. de (1889-1981), I: 220 + n, 221-224, 228,
|
| |
| |
229, 235 x, 240, 248, 249, 261, 284 x, 304, 338, 375, 379, 386, 439, 446 (De Sikkel-man), 447; II: 19 (rot-Sikkel-man), 98, 197, 238, 247, 286, 287, 325, 330, 331; III: 178 + n, 179, 206, 212; V: 260 n, 262; IX: 58 + n |
Bodega, zie Café's |
Bodenheim, Nelly (1874-1951), V: 249 |
Boeatan, zie Café's, Brastagi |
Boeddha, VI: 239 |
Boedi Oetomo, VII: 492 n; IX: 252 n |
Böhtlingk, Madeleine (1885-1944) Astrid, III: 170 + n, 178, 184 |
‘Boek van Prof. Bousquet, Het’: dp |
Boek van Siman den Javaan, Het: Douwes Dekker, E.F.E. |
Boekcentrale, zie Boekhuis |
Boeke, Jan (1874-1956)
Afstamming van den mensch, VI: 394
Algemeene biologie, VI: 343, 394 + n; VII: 114 + n |
Boeke, Julius Herman (1884-1956), VIII: 443 n |
Boeken, Hendrik Jan (Hein, 1861-1933), III: 20; VI: 401 |
Boeken der kleine zielen, De: Couperus |
‘Boeken over Multatuli’, VII: 264 + n |
Boekengemeenschap, De, V: 243 |
Boekengids (periodiek), I: 198 |
Boekennieuws van De Wereldbibliotheek (periodiek), IV: 469; V: 156 n, 171 n |
Boekenschouw (periodiek), III: 483 n; IV: 51, 53; V: 196, 210, 249; VIII: 307 |
Boekhuis, IV: 279, 280, 320, 354 |
Boekman, E. (1889-1940), VI: 349 n, 350 + n |
Boender, C.C., zie Bender |
Boender, J.L. (1879-1937), III: 422; VII: 142, 170; IX: 99
Is. Querido en het begrip literatuur, III: 394-395 + n, 398, 413, 422, 425, 438 x, 444 (recensie-ex.), 449, 451, 452; VII: 170 + n |
Boens, Daan (1893-1977), II: 248 |
Boer, Jo. (geb. 1907), V: 29, 48 |
‘Boere-charleston’: v. Ostaijen |
Boerhaave, Herman (1668-1738), II: 163 |
Boers, De, IV: 95 |
Boeye, Eugénie (1903-1983), IV: 388, 419 |
Bogaert, Abraham (1663-1727), VI: 378; VII: 402-404, 411
De gedichten, VI: 378; VII: 391, 400 + n, 402, 404
Historische reizen door d'oostersche deelen van Asia, VII 391, 404
Roomsche monarchy, VII: 402 |
Bogoriana: Foore |
Bohn, Erven (uitgeverij), IV: 209, 238; VII: 469 |
Boileau-Despréaux, Nicolas (1636-1711), V: 17 |
Boissard, Maurice (ps., zie ook Léautaud, Paul), II: 276 |
Bolhuis, J.J. van, II: 474 + n, 488 ‘Over toekomstige geschiedschrijvers en hedendaagsche onwetendheid’, II: 474 n |
Bolland, G.J.P.J. (1854-1922), II: 88; VII: 48; VIII: 390 |
Bolle, D. (boekhandel en uitgeverij), IV: 235 + n, 398, 413 (boekenzaak); VII: 215; IX: 9 i, 410 |
Bolle, Danny, zie Glopper-Bolle, Danny de |
Bolomay, Benjamin S. (1739-1819), VIII: 167 |
Bols, II: 312 |
Bom, Emmanuel dc (1868-1953), I: 37 + n
‘Komkommeriana’, I: 37 n |
| |
| |
Bombay, Cesar, zie dp, Pseudoniemen |
Bombita (= Ricardo Torres, 1879-1936), V: 91 + n, 102 |
Bon acceuil, zie Pensions |
Bon plaisir, Le (uitgeverij), III: 366 n |
Bonasse: Bernanose |
Bond van Kunstenaars voor Culturele Rechten, zie b.k.v.k. |
Bond van (Nederlandsch-Indische) Kunstkringen (Batavia), VI: 323, 333, 425, 445, 452; VII: 65, 217 (ze); VIII: 132, 133, 168 n, 315; IX: 248 n, 368, 369, 377 |
Bondroit, César, IV: 14, 19, 23, 24 |
Bondy, François de (geb. 1875), VII: 259 |
Bonfantini, Mario (geb. 1904), IX: 227 + n |
Bonnard, Abel (geb. 1883), VII: 331 Supplément à De l'amour de Stendhal, VII: 326 + n
La vie amoureuse d'Henri Beyle (Stendhal), VII: 326 + n |
Bonnefoy-Sibour, IV: 443 |
Bonnel, René (1884-1975), III: 302 + n, 390; IV: 77 + n, 80, 90; VI: 445 n |
Bonnetain, Paul (1858-1899)
Charlots'amuse, VIII: 310 |
Bonnot, Jules Joseph (1876-1912), III: 32 + n |
Bonset, I.K. (ps., zie ook Doesburg, Theo van), I: 151 + n |
Bonze mèche-de-lampe, Le: Kao Tong Tsia |
Boosten & Stols (drukkerij te Maastricht), I: 84 n, 217; II: 33, 35, 50, 66 n, 389; III: 24, 26, 35, 151, 258, 265 (Maastricht), 403, 424, 438, 444, 452, 462, 492, 501, 506; VII: 96 n; VIII: 423, 503 n |
Booven, Henri van (1877-1964), I: 578: II: 436, 464, + n; IV: 198
‘De jonge Couperus terug in Nederland’, II: 454 + n, 465 (hfdst.)
Leven en werken van Louis Couperus, I: 378 n; II: 465 (biographie); IV: 394 + n
Tropenwee, I: 378 |
Booymans, zie Museum Boymans |
Boozige boekje, Het: dp |
Bopp, Léon (geb. 1896), II: 58 |
Bor, Livinus (1621?-1669)
Amboinse oorlogen, VII: 400 + n |
Borch van Verwolde, Emile van der (1910-1943), III: 213 + n, 251 n, 374, 455, 513 + n, 517; IV: 158, 254 (Bosch), 404, 498; VI: 381 n, 382; VIII: 570
‘De bruiloft’, IX: 84 + n, 85
‘Het dorre hart’, IV: 498 + n |
Bordeaux, Henri (1870-1963), III: 425, 435 + n; IV: 202, 203, 420; VI:62, 74, 196 |
Bordeel van Ika Loch, Het: v. Ostaijen |
Bordewijk, F. (1884-1965), V: 203, 275, 318; VI: 350; VII: 21; VIII: 496 + n
Bint, V: 222
‘Het gele huis, Een verhaal voor De Groene’, VIII: 495 + n
Karakter, VIII: 30 n, 121 + n, 142, 149
Rood paleis, VI: 350 + n
De wingerdrank, VII: 255 + n |
Borel, Henri (1869-1933), I: 133, 135, 433 n; II: 47 + n, 147, 203 + n, 246, 247, 262 + n, 266, 269, 271, 273, 276, 324, 338, 341-342, 344, 352, 372, 374, 376-378 + n, 382, 383, 385-387, 392, 403 + n, 437 + n, 438, 469, 475, 478 n; III: 60 + n (De Kwee), 156, 320 + n, 424 n, 425; IV: 73, 79, 88 + n, 127, 139, 162-164 + n, 172, 182 184 + n, 188, 191, 193 x, 194,
|
| |
| |
200, 201, 232, 236 + n, 267, 273 + n, 274 n, 277, 286 + n, 288 n, 289, 309, 316, 321, 369, 391; VII: 157; IX: 47, 122 + n, 125 n
‘Een anonieme Spectator’, IV: 73 + n
De Chineesche philosophie toegelicht voor niet-sinologen, II: 47 n
De geest van China, II: 47 n
‘Is Edgar Allen Poe een dichter?’, II: 437 + n, 438, 469 (knokpartijen)
Kwan-Yin, Een boek van goden en de hel, I: 133, 135
‘Nieuwe bundels gedichten’, IX: 122 n
‘Twee nieuwe bundels gedichten’, II: 202 + n, 269, 374 + n, 376 + n, 378 (stuk)
Wijsheid en schoonheid uit China, II: 47 n
Wijsheid en schoonheid uit Indië, II: 47 n
Het zusje, IV: 273 |
Borel, Pétrus (1809-1859), I: 110 n; V: 205
Champavert (Contes immoraux), I: 110 + n
‘Champavert, le lycantlirope’, I: 110; V: 212
‘Passereau, l'écolier’, I: 110 |
Borg(h), Emile van der, zie Borch van Verwolde, Emile van der |
Borgia: Klabund |
Borovsky, Maria Natacha (geb. 1924), IX: 227 n, 240, 373, 384 |
Borromeus-ziekenliuis, St. (Bandoeng), VII: 499 + n, 502, 505, 508, 512 (nonnetjes), 515, 517, 525, 530; VIII: 10, 12, 13, 19, 35; IX: 243, 370-373 + n, 375, 376 |
Bos, Charles du (1882-1939), VI: 176 |
Bosboom-Toussaint, A.L.G. (1812-1886), VI: 85; VII: 238 |
Bosch, F.D.K.
‘Bali en de zending’, IX: 400 + n |
Bosch, Hiëronymus (1450-1516), V: 41, 42, 48; VI: 280 |
Bosch, P.M., zie Polanen Petel-Bosch, P.M. van |
Bosch, Van der, zie Borch van Verwolde, Emile van der |
Bosis, Lauro de (1901-1931?), IV: 179 |
Bossard (uitgeverij), II: 227 |
Bossu, Le (film), II: 180, 224 |
Bossuet, Jacques Benigne (1627-1704) II: 409 |
Boston-Hotel, zie Hotels |
Bothenius Brouwer, A.J. (1861-1947), IV: 139, 154, 172, 173, 175, 176, 181, 183, 188, 189-190 (tekst van niet verzonden brief), 404 |
Bouché, Georges, IV: 392; VI: 371 (dokter); VIII: 327 (?); IX: 237 |
Boucher, L.J.C. (1907-1987), III: 71 n, 384, 410, 411, 413, 415, 418, 448, 482, 483, 485, 489, 495 x; IV: 70, 185, 284, 380, 388, 498; V: 67, 70, 125 + n, 156, 188, 199, 249 n, 398, 423, 4z6 + n, 442 + n, 443, 445, 451; VI: 8 i, 16, 22 + n, 23, 38, 90, 111, 117, 123, 130, 188, 194, 197, 201, 205, 214, 265, 373, 374 + n, 377, 425, 462, 492; VII: 74, 166, 525 + n; VIII: 204, 275, 350; IX: 164, 178, 185 + n, 186 |
Boucher, W.J. (geb. 1872), IV: 388 + n; V: 336 n |
Bouddha vivant: Morand |
Boudier-Bakker, Ina (1875-1966), II: 253, 256, 305, 310, 313 + n; III: 102, 128; IV: 176; VI: 48, 72, 96; IX: 129
Armoede, VII: 289 + n
De klop op de deur, III: 173, 174; IV: 186; IX: 129
Vrouw Jacob, VI: 48 n, 95 n |
| |
| |
Bougainville, zie Diderot, Supplément au voyage de Bougainville |
Boulanger, Georges (1837-1891), IV: 382; V: 133 + n |
Boulet, G.J.A. (1847-1890), VI: 473 |
Boulevard (periodiek), I: 356 |
Bouma, Josje, VIII: 577 |
Bouquet poëtique des médecins, chirurgiens, dentistes & apothicaires (bloemlezing door Pia), IV: 7 i, 26 + n, 124 (werk met Pia), 128, 129, 137, 149, 151, 152, 159, 184, 186 (medisch werk), 187-190, 192, 195, 199, 204, 206-212, 214, 215, 217, 248, 341, 357, 373, 425, 507; IX: 136 + n |
Bourbon, Louis J.H. Ch.A. de (1908-1975, zie ook ps. Key, Ludovicus van der), III: 371 + n, 440, 442; IV: 183 + n, 224 n, 352 n; IX: 96, 351
Het licht achter Golgotha, IV: 506 + n
‘Salomé’, IX: 104 + n
‘Zeilavond’, III: 371 (een behield)
Zwerving, III: 440 n |
Bourdelle, Émile Antoine (1861-1929), IV: 55 |
Bourgeois, Pierre (1898-1976), I: 47 |
Bourget, Paul Ch.J. (1852-1935), I: 415; II: 192; III: 388; VI: 73; VIII: 548; IX: 194
Cosmopolis, II: 192 + n |
Bourotte, Bernard, IX: 213 + n |
Bousquet, G.H. (1900-1978), VIII: 235, 367, 379, 393, 395, 485-486 + n, 501, 579
La politique musulmane et coloniale des Pays-Bas, VIII: 235 + n, 355, 367, 379, 393, 483, 485-487, 501 + n |
Boutens, P.C. (1870-1943, zie ook ps. Hoghe, Andries de), I: 88, 238 n, 278 n, 300, 317, 350, 369; II: 83 + n, 112, 158, 273 n, 276, 419, 452; III: 113, 314, 351; IV: 92; V: 110, 335; VI: 84; VII: 21, 67, 79; VIII: 317, 318, 412 n, 460, 499, 565; IX: 26 n, 65 n
Beatrijs, V: 110; VII: 456
‘Kussen’, VIII: 318 + n
Morgengedachten op den vijftigsten geboortedag van Wilhelmina van Oranje-Nassau, Koningin der Nederlanden, 31 augustus 1930, II: 273, 276
Oud-Perzische kwatrijnen, II: 131 (die van Boutens)
Vergeten liedjes, VIII: 318 n |
Bouwman, E., III: 14 n |
Bouws, Everard (1900-1978), II: 7 i, 208, 229, 249 x, 253, 255, 256, 260, 261, 263-265, 273, 275, 297 + n, 307, 311-313, 330, 331, 333, 341 n, 365, 386 + n, 390, 445, 451, 453, 458, 464, 470, 471 x, 482, 494; III: 7 i, 21-23, 24 n, 33, 34, 40, 47 + n, 48, 60, 63, 71, 72 + n, 79, 82, 92 + n, 111, 115 + n, 117 n, 125, 126, 140, 141, 144, 154, 159, 160, 163, 164, 167, 168, 176, 183, 187, 190-193, 196, 198-201, 204, 205, 218 (secretaris), 220-225, 241, 243, 244, 258, 277-279, 297, 300, 301, 315, 316, 318, 331, 334, 339, 354, 359, 360, 376, 382, 385, 386, 404, 407, 409, 416, 430, 431, 453, 505, 509; IV: 13, 19, 21, 27, 28, 30, 41 + n, 49, 58, 60, 64, 67, 68, 73, 74, 79, 103, 120, 146, 148, 158, 183 + n, 193, 195, 201, 212, 213, 219, 231, 236, 240, 241, 244, 259, 260, 264, 309, 347, 402, 405 + n, 473; V: 288; VI: 190; VII: 155; IX: 8 i, 52 n, 53 n, 56 n, 59 + n, 73 + n, 75 n, 81 n, 86 n, 9, n, 98 n, 99 n, 105 n, 106, 107, 116 n, 121 n, 122 n, 125 n,
|
| |
| |
126 n, 127 n, 328 + n, 329 n, 330 n, 332, 333 + n, 335 + n, 337 + n, 338, 341, 347, 353, 354, 356
‘Open brief van een zakenman’ (ongepubl.), III: 72 + n, 79 |
Bouws-Westmann, Hertha Else (1910-1985), III: 205 + n, 224, 380; IV: 120; IX: 76, 90, 98 + n, 100 n |
Boven-Digoel: Schoonlieyt |
Bovene, Gé A. van (1898-1945), IV: 197 + n, 198, 223; VII: 310 + n, VIII: 192, 235; IX: 128 + n, 130
‘Hier is Indië...!’, VIII: 208, 556 + n |
Bovene-Beynon, L.E.C. van (Suzon, 1896-1968), IV: 197 + n, 198; VII: 310 |
Bovin & Cie (uitgeverij), IX: 159 + n |
Bowen, Marjorie (1886-1952), VII: 238, 451 |
Boyer, Lucienne (geb. 1903), VII: 295 + n |
Boylesve, R. (ps., 1867-1927), VI: 157 n, 176
Feuilles tombées, VI: 157 + n
La leçon d'amour dans un parc, VIII: 59
Mon amour, VI: 176 |
Braak, Balduinus ter (geb. 1697), VII: 434 n |
Braak, Catherina ter (Tine, 1904-1988), III: 205, 224, 397 |
Braak, Geertruida ter (Truida, 1908-1981), II: 463, 466 n; III: 35, 42, 48, 119, 146, 189, 478 n; IV: 315, 319 + n, 329, 366, 373, 379, 389, 394, 395, 419, 446, 455, 486 n, 489; V: 42, 48, 53, 101, 105, 122, 231, 334; VI: 28, 31; VII: 215, 235; IX: 107 |
Braak, J.W.G. ter (Wim, 1903-1971), III: 364, 370, 376, 378, 397, 432, 449, 456; IV: 348; IX: 341 |
Braak, Menno ter (1902-1940, zie ook ps. Poortman, Thea), I: 202 n, 278 n, 390 n; II: 7 i, 8 i, 189, 240, 255, 268, 274, 282, 293, 303, 304, 306, 307, 312, 322-324 + n, 330, 331, 333, 364, 365, 372 n, 386, 390, 394 + n, 397 n, 399, 400, 406, 409 + n, 411, 412, 417, 418 + n, 424 + n, 426-429, 431, 434, 445, 452, 453, 457, 466, 467, 470, 471, 479, 480, 483 + n; III: 7 i, 8 i, 14 n, 20-23 + n, 24 n, 27, 33, 34, 35 n, 40-42, 47 + n, 52, 57 + n, 61 n, 64, 76, 78 n, 82, 97, 105, 107 + n, 108 + n, 111-113, 115 + n, 118, 119, 124 n, 134, 137, 138, 140, 142, 44-46 + n, 149 + n, 152-154, 156, 158 x, 163, 164, 169, 171-174, 176, 18-182 + n, 188-194, 196, 201, 204-206, 208, 209, 210, 215, 217-220, 222, 224, 225 n, 229 + n, 238, 241, 242, 271 + n, 274, 275, 277-280 + n, 287, 297, 313, 318, 325, 329, 333, 334, 338 + n, 340, 342, 345, 351, 359, 364, 367, 369-371, 374-378, 383, 384, 389, 396 + n, 397, 400, 405, 407-409, 411-413, 415 + n, 418, 419, 422 x, 423, 424 n, 427, 429, 433, 435, 437-439, 441, 443-445, 447, 449-453, 460-462, 465, 466, 470, 477-479, 483, 485 + n, 489-491, 494, 495, 497 + n, 499, 512-515, 518, 521; IV: 8 i, 19-21, 27, 28 + n, 30 x + n, 33, 40, 41, 46, 48 + n, 49, 51, 57, 58, 60, 61, 63, 64, 67, 69, 72-76 + n, 78, 81-84, 86 + n, 87, 93, 97 + n, 99, 100, 102, 103, 108, 111, 116, 124, 129, 130, 132, 133, 139, 141, 142, 146, 147, 151, 153, 155, 157, 161, 170, 175, 179-183 + n, 185, 187-192, 195, 202 n, 204, 205, 213, 217, 219-221, 224 n, 233, 234 n, 236, 240, 244, 246,
|
| |
| |
247, 249, 251, 252, 254, 259, 260, 264, 266, 281, 282, 284, 288 + n, 289, 293, 302, 304, 306, 307, 309, 312, 313, 315, 317-319, 326, 329-331, 333-335, 341-350 + n, 352 + n, 355, 356, 359, 362, 366, 369, 370, 372, 373, 377, 380, 382 + n, 383-387, 389, 391-395 + n, 400, 401, 405 + n, 408, 409, 412 x, 413, 420, 422 + n, 429 n, 431, 433, 437, 440, 444, 452, 454-456, 458-463 + n, 465-467, 469-472 + n, 474, 479, 482, 486, 488-490 + n, 497-499, 504, 506, 510 + n, 511, 518 + n, 522; V: 8 i, 9 i, 18-20, 23, 28, 30 x, 32, 34, 40, 41, 43-46 + n, 51, 53, 55, 56 + n, 61 n, 64, 66, 68 + n, 71-74 + n, 76, 81, 85-87 + n, 96, 98, 105, 108, 109, 112, 115, 117-119 + n, 120 n, 121-123, 127, 129, 134, 136, 140, 142 + n, 143 x, 145, 146, 149 + n, 151 n, 155, 157, 162, 163, 168, 169, 173, 176, 183, 193, 196-198, 203, 204, 208, 218, 221-224, 226, 229 + n, 231, 232, 240, 246 + n, 247 + n, 249 n, 253 + n, 258, 263, 265, 270, 273, 276, 280, 281, 287, 289, 295, 296, 299, 302, 306, 312, 313, 316, 324 n, 327, 328 (musketiers), 330, 332-336, 348 x, 350, 351, 358 n, 359-364, 366-368 + n, 371-375, 377-382 + n, 384 n, 385-390, 393-396, 398, 400-404, 406, 416, 422 n, 425, 428-431, 434, 438, 441 + n, 445, 448 + n; VI: 9 i, 16, 17, 19 + n, 25, 28, 31, 32, 39, 43, 46, 48 n, 51, 66, 71, 75, 78 n, 85 n, 87, 95, 97-100 + n, 104, 105 x, 108, 111 n, 113, 124, 125, 128, 130, 132, 134, 137 + n, 144, 146, 147, 151, 183, 189, 190, 195, 196, 205-207, 209, 211, 213, 216, 217 + n, 227-229 + n, 231, 238, 239, 244, 250 n, 256-259 + n, 264, 272, 276-280, 282 x, 283, 288, 298, 303, 305, 308, 310, 316 x, 323, 324, 328-337 + n, 341, 342, 346, 350, 351, 354 x + n, 355 + n, 356 n, 358, 363, 365 n, 366, 369, 371, 372, 374, 382, 385, 386, 388, 390, 393, 395-399, 403-407, 409-411, 413, 414, 418, 421, 424-426, 432 x + n, 434, 435, 444 + 11, 450, 451, 457, 459-462, 464-466, 478, 481, 482, 487, 489, 491, 492, 496; VII: 7i, 9i, 11-20 + n, 23 n, 27-30, 32-35, 37, 43, 44, 49, 56, 59-66 + n, 70, 82, 83, 87, 88, 92 + n,
93, 106, 108, 111, 113, 117, 121 + n, 123, 132, 133+ n, 135-137 + n, 140, 146, 148-151, 153, 154 + n, 156, 157, 159, 160 + n, 163, 166, 167, 169 + n, 173, 176, 179 + n, 180 + n, 187, 194 + 11, 196 + n, 198, 202, 206-208, 210, 211 + n, 214, 215 + n, 218, 221, 227, 230, 232, 233 + n, 235 + n, 242, 243 + n, 254, 258-260, 268, 269, 275, 276, 278 + n, 288, 289 + n, 296-298, 300, 301, 303, 304, 307, 309, 311, 319, 320, 328, 329, 331, 332 n, 333, 336, 343, 344, 349, 361, 362, 377, 378 n, 381, 390 x, 394, 397, 403, 406 + n, 409, 414, 421 n, 4z6, 434-437 + n, 439, 440, 444 n, 445, 446, 448, 451-453, 463, 484, 486 + n, 489, 494-496, 500, 510, 511 + n, 514, 515, 520, 525, 527, 528, 530, 535 + n; VIII: 7i, 9 + n, 13, 15, 17, 38, 43, 45, 52, 56, 65, 66, 73, 84, 92, 95, 107, 113, 128, 134, 146, 147, 155 + n, 160-162, 180, 186 + n, 187 x + n, 191-193 + n, 195-197, 200, 201, 203, 204, 208, 210, 237, 241, 243 x, 248 n, 252 x + n, 254, 262-264, 271, 278, 284, 288, 294, 295 + n, 298, 299 n, 307, 310,
|
| |
| |
315, 316, 320 + n, 321, 323, 324, 328 + n, 329, 331, 333, 337-339, 341, 342 + n, 352, 357 (3), 366, 374 n, 379, 380, 383, 384, 386, 395-398, 408, 410, 412, 416 + n, 419, 420, 424 n, 426, 429-431, 435, 436, 438, 442, 449, 450 n, 456 + n, 457, 462, 466-468 + n, 471, 472 n, 473 n, 474, 492, 494, 499, 506-508 + n, 520, 522, 525, 528, 534, 537, 539-541, 546, 548, 550 + n, 557, 560, 563, 564 x, 568, 570, 572, 574, 576, 577, 579, 580, 583-590, 591 n; IX: 8 i, 9 i, 42-44, 48, 51 + n, 52, 53 n, 55, 56 + n, 59 + n, 61 + n, 62 n, 65 n, 66 n, 75 + n, 77, 78 n, 81-95 + n, 97, 98, 100, 101 n, 102-104 + n, 106 n, 107 n, 108 n, 110, 113 n, 114 n, 117, 118, 120, 121 + n, 125 + n, 126 + n, 129, 136 + 11, 140 n, 145 n, 156-158 + n, 160 n, 161 n, 163, 170 n, 171-175 + n, 177, 179 n, 180 n, 189 n, 190 n, 220 x, 223 + n, 227, 235, 239, 240, 245 + n, 246 n, 252 n, 262 n, 265 n, 267 n, 271 n, 275, 276 + n, 277, 278 + n, 328-332 + n, 337 n, 338, 340, 345, 347, 351-354, 357-360, 371, 385-389, 411
‘Adwaita’, zie ‘Dat ben jij’
‘De aesthetiek der kleermakers’, III: 447 + n
Afscheid van domineesland (art. + boek), II: 406; III: 54, 63, 71, 77, 88, 108 (kritisch werk), 148, 162, 171, 186, 188 + n
‘André Gide's naïveteit’, VI: 349 + n
‘Brief aan een vijandin van het tooneel’ (nawoord bij De pantserkrant), VI: 213 n; IX: 184 n
‘Brieven en hun belang’, VII: 180 n
‘Brieven van Multatuli: De onbetrouwbaarheid van Edu’, VI: 479 (aangekondigd)
‘Bij het graf van den “cineast”’, III: 274-275 + n (zie Aanv. en verb.)
Het carnaval der burgers, II: 8 i, 240, 241 + n, 247 n, 251, 268, 271 n, 273, 306, 386; III: 137, 138, 141; VI: 190; VII: 332; IX: 42-44
‘Charlotte Köhler, Een interview’, VI: 51 + n
‘Courths-Mahler op de barricaden’, V: 67, 68, 72 + n, 74, 75 + n, 100
‘De “cynici”’, VIII: 159 + n
‘Dat ben jij’ (‘Over Adwaita’), III: 171-172
Démasqué der schoonheid (art. + boek), III: 7 i, 163, 172, 174, 181, 212, 228 + n, 277 n, 452, 465 + n, 478 n, 483; VI: 190; VII: 332; VIII: 57 n; IX: 78, 85, 113
‘De dichter en het leven’, IV: 375 + n
‘Diderot, dilettant en Luppol, schoolmeester’, VI: 330 n, 331
‘Dionysos en Pentheus’, III: 163 + n
Douwes Dekker en Multatuli, VI: 444 + n, 459, 461 + n, 462 + n; VII: 111, 153; VIII: 471, 474, 535 Dr. Dumay verliest..., III 205, 369 + n, 383, 396, 397, 401, 412, 432, 433, 449, 456; IV: 64 + n, 65, 81, 87, 93, 100, 116, 147, 185, 187, 192, 219, 249, 350, 351, 353, 355, 362, 375, 384 + n, 399, 510 + n; V: 106 n, 142, 403; VI: 298; IX: 88 + n, 107, 181 + n
‘Du Perron als maniak’, VIII: 117 + n, 147
De duivelskunstenaar, VIII: 429 + n
‘Eckermann's Gespräche mit Eckermann’, IX: 86 + n, 87
|
| |
| |
‘De eeuwige jeugd, geproclameerd door “De nieuwe gemeenschap”’, V: 61 + n
‘Ehrenburg maakt school’, V: 72 + n
‘Einde der eeuw’, VI: 350 + n
‘De Europese heldenkermis’, VI: 20 n, 136
‘A farewell to arms’, VI: 97 + n, 99, 144
‘Geist and Freiheit’, IV: 517; V: 17 + n
‘Gesprek met Campendonck’, V: 157 n
‘Het gesprek over den zin des levens’, IX: 160 + n
‘Gide's christendom’, VII: 132-133 + n
‘Goethe en Weimar’, IX: 262 + n, 263
‘'s-Gravenhage 1900, Louis Couperus als vervulling van tachtig’, VI: 74 + n
‘Haarlemse tragedie’, VI: 43 + n Hampton Court, II: 472, 493-495; III: 35 n, 50-51, 70, 78 + n, 141, 175, 204 + n, 209, 213, 215, 217-219 + n, 225 n, 368, 385, 396, 432; IV: 65, 84, 100; V: 176, 428 + n; VI: 190 + n, 492; IX: 87, 90
‘Hannele's hemelvaart’, IV: 413 + n
‘De heer Zentgraaff en de waarheid’, VIII: 9 n,200
‘Heldenvereering’, IV: 402 + n ‘Historische eierdans’, VII: 62 + n ‘Huizinga voor de afgrond’, III: 52 ‘Ikaros leerdichter’, VII: 421 + n In gesprek met de vorigen, VI: 74 n; VII: 133 n, 179 n; VIII: 34, 46 + n, 262 n, 275, 372, 374
‘Indië en Europa, Gesprek met E. du Perron vóór zijn vertrek uit ons werelddeel’, VI: 472-473 + n, 474 (‘bijlagen’)
‘Indisch landschap’, VII: 27 + n ‘Indische “toestanden”’, VI: 217 + n
‘Inleiding’ bij Paap, Vincent Haman, IX: 189 + n
J. Slauerhoff overleden’, VI: 303 + n, 305
‘Jacoba van Beieren, De Middeleeuwsche vrouw en haar Arkelsch tekort’, VI: 48 + n, 95 + n
‘Jeugdlierinneringen’, 403 + n
Journaal 1939, VIII: 255 n
Just Havelaar en zijn tegenstanders, IX: 66 n
Kaiser Otto III, Ideal and Praxis im frühen Mittelalter, VII: 37, 62
‘Kleiner Mann, was nun?’, IV: 445 + n
‘De koets en haar koetsier’, VII: 289 n
‘Het lezen van poëzie’, IV: 498 + n
‘Lof der democratie’, VII: 535 + n
‘Logos en mythos’, VIII: 36 + n ‘Man rushes towards king at Cenotaph Service’, VII: 295 + n Man tegen man, II: 303, 348 + n, 406; III: 43, 52, 54, 77, 88, 108, 148, 158, 172, 186, 188 + n, 371 n ‘Marsman niet prijslioudend’, V: 358 + n
Mephistophelisch, VII: 389 + n; VIII: 160
‘De moderne ketterjager’, II: 192 + n; III: 52, 107 + n
‘De moralist met een reputatie’, VII: 510 + n, 514, 518, 521, 535 + n; VIII: 9 + n, 13, 199, 200
‘Moralisten als Donquichotes’, IX: 72 n
‘Multatuli, Droogstoppel, Havelaar’, VII: 179 + n, 191, 207-210 + n, 214, 229, 230, 235, 240, 248 ‘Multatuli en zijn zoon’ (bespr. in
|
| |
| |
Het vaderland), VIII: 382 + n, 386, 404, 430 + n
Multatuli en zijn zoon, Brieven van Multatuli aan J. van der Hoeven (art. + boek), VI: 478 + n, 479, 493-494, 496; VII: 11, 18, 84 + n, 92 + n, 93, 153; VIII: 416 + n, 424 n
‘Multatuli in Vlaanderen’, VIII: 410 + n
‘De mythische jeugd’, VII: 496 + n, 527
‘Naar een Concertgebouw voor de filmkunst? Ten afscheid’, III: 274, 275
‘Het naspel van Dubrovnic’, IV: 177 + n, 179, 224 n
‘Nietzsche contra Freud’, IV: 417 n, 418, 419; V: 61 + n, 80
De nieuwe elite, VIII: 255 n
‘Nieuwe publicaties over Multatuli's leven’, VIII: 412 + n, 416 ‘Op reis voor Europa’, VII: 200, 201 + n, 229
‘Ortega en Erasmus’, VII: 176 + n
‘De oud-helden’, IV: 74 + n
De pantserkrant, VI: 213 + n; IX: 183 + n, 184 + n
‘Pirandello in practijk’, IV: 445 + n
‘Het plagiaat’, VIII: 492 + n
‘Poëzie als roes’, V: 197 + n, 203, 204, 222 + n, 231; IX: 160 + n Politicus zonder partij (art. + boek), IV: 28 (Zieke) + n, 234, 237, 247, 254, 260, 517, 521, 524; V: 20, 61 + n, 80, 247 n, 428; VI: 49; VII: 37, 113, 167, 332
‘Politiek in Mexico’, VII: 168 + n, 169
‘Prisma of dogma’, II: 8 i, 378, 379 n, 394, 397 + n, 405, 411, 418 + n, 424 + n, 426, 446; IX: 51 + n, 95 (historie)
‘Problemen van Afrika’, VIII: 255 + n
‘Prof. Huizinga en de spelling’, V:149 + n
‘Prospectus’ voor DP, De smalle mens, V: 23, 41
‘Prospectus’ voor tweede jrg. Forum, IX: 8 i, 107 + n, 350-352 (tekst)
‘Regententragedie’, VIII: 271 + n
‘Renaissance van het fatsoen’, IV: 445 + n
‘Repliek van den nuchteren Dionysos’, V: 8 i, 222 + n, 229 + n, 231
‘Roman voor Jane’, V: 336 + n, 339 x, 340, 350, 353
‘Sans famille’, VI: 147 x + n, 151, 184
‘Schrijver en mensch’, VIII: 561 + n; IX: 263 + n
‘Schrijverscongres te Parijs’, V: 368 + n, 370, 372, 377, 378, 381, 384
‘Het schrijverspalet’, IX: 101 n ‘De spelling Marchant’, V: 149 + n
‘Student en anti-fascisme’, VI: 20 n, 25
‘Een studie in schaduw’, VII: 173 + n
‘Subjectief fascisme’, VII: 288 + n
‘Succesboeken, Invloed van het succes op schrijvers’, VI: 337 + n ‘Tachtiger, meer dan Tachtiger’, VI: 74 + n
‘Thea ter Braak-Poortman’, V: 247 + n
‘Tragische liefhebberij’, VI: 318 + n; IX: 223 + n
Het tweede gezicht, V: 156 + n;
VI: 30, 245, 251; VII: 37 n, 62, 173 n; IX: 245 n
|
| |
| |
‘Twintigjaar Marsman’, VII: 397 + n
‘Uit en toch in de rij’, IX: 190 + n
‘Uittreksels uit een geheim dagboek’, VIII: 255 + n
‘Das unbewusste Europa’, IV: 455 + n
Van oude en nieuwe christenen, VI: 404 n, 405; VII: 37, 49 + n, 62, 71 + n, 73, 82, 83, 113, 146, 150 + n, 218 n, 332, 333 n; IX: 245 n
‘Een vernieuwde Van Schendel’, IX: 161 + n
‘Voorganger en jongeren’, VIII: 336 n, 431
‘Vooroordeel tegen Schweitzer’, IX: 83 n
‘Waarheen gaan wij? Een antwoord op de Stem-enquête’, III: 171 (eerste opstel)
‘Waarom ik ‘Amerika’ afwijs’, III: 172
‘Waarom ketters?’, II: 406, 409 + n
‘De wegen’, III: 172
‘Welk vakje?’, IX: 84 + n
‘Willem Elsschot en de idee’, VII: 71 + n, 74
‘Der Zauberberg incognito’, VI: 42 + n, 48
‘Een zonde tegen de Heilige Geest’, V: 80
‘Zoolang er hoop is’, III: 52 + n |
Braak-Faber, Antje ter (Ant, geb. 1905), III: 377 + n, 397; IV: 247, 251, 260; V: 259, 327, 425, 429, 431; VI: 279; VII: 123, 206; VIII: 568, 594; IX: 83 n, 172 n, 173 n, 175 n, 189 + n, 358 |
Braam, Jacob Pieter van (1737-1803), VIII: 57 + n, 78, 115-117 |
Braat, L.P.J. (1908-1982), VI: 451 n, VII: 467, 470 n; VIII: 377, 378, 440 |
Brabander, Gerard den (ps., 1900-1968), VII: 182, 480; VIII: 92, 125, 565, 572; IX: 249 + n, 257 Cynische portretten, VIII: 92, 125 Drie op één perron (met J. van Hattum en E. Hoornik), VII: 480 + n; VIII: 68 + n, 92, 103, 307 n, 565 n; IX: 248 + n, 249 n, 257 + n
Gebroken lier, VIII: 92, 125
Opus 5, VII: 182 + n
Vaart, VIII: 92, 125 |
Braekel, Henri van, VIII: 152 n |
Brahman: Mouw, Dèr |
Bran, VI: 418 + n |
Brandaen, Sinte, VII: 288 |
Brandenburg, IV: 466 |
Brandes, Edvard (1847-1931), VII: 152 n |
Brandes, J.L.A. (1857-1905), VI: 135 + n; VIII: 105 + n; IX: 393 n, 394 + n |
‘Brandmerk, Het’: Spoor |
Brandt, firma (binderij), III: 231, 268, 500 |
Brandt, Willem (ps., zie ook Klooster, W.S.B.), VIII: 90, 91, 132 n Oostwaarts, VIII: 90, 91, 132 n
Tropen, VIII: 90, 132 n |
Brann, Hellmut Walther (geb. 1903), III: 163 + n
Nietzsche and die Frauen, III: 163 + n |
Brans, Jan Matthijs (1853-1940), I: 169 + n |
Brasillach, Robert (1900-1945), V: 210 |
Brassai, G.H. (ps., 1899-1984) Paris de nuit, III: 483, 500; IV: 10 |
Brastagi, zie Café's |
Brata Joeda, zie Courier dit Dubekart, Feiten van Brata Yoeda |
Bråtå Joedå, IX: 393 n, 395 + n, 396 n |
Brecht, Bertolt (1898-1956)
‘Ballade der zeerovers’ (vert.
|
| |
| |
door D.A.M. Binnendijk van ‘Ballade von den Seeräubern’), VII: 234 + n |
Bredero, G.A. (1585-1618), I: 366, 374; V: 150 |
Breen, Leo van (1906-1988), II: 384 + n; V: 423, 426
Lyriese portretten, IV: 47
Een reis per leunstoel, V: 423 + n |
Breitner, G.H. (1857-1923), VIII: 281 |
Bremmer, H.P. (1871-1956), IV: 146
‘A.C. Willink’, III: 441 + n |
Brémond, Henri (1865-1933), II: 168 |
Brest van Kempen, C.P. (1815-1865), VI: 449 n; VII: 87, 273, 274, 459 + n, 491 + n; VIII: 172 n, 173, 174, 214 (resident), 251, 267-269, 284, 380, 387, 388, 519, 607. |
Breton, André (1896-1966), I: 35 n, 391; III: 454
Les pas perdus, III: 457
Point du jour, V: 171 + n, 190 |
Breuer, Alphons (drukker), I: 37, 40, 47, 64, 66, 67, 73, 97 n, 99, 110, 124, 127, 144, 149, 156, 157 (kerels), 159, 167, 168, 175, 193, 196, 206, 209, 210, 212, 226, 229, 252, 253 x, 261, 312, 352, 389, 403 + n, 405, 407 x, 409, 410, 424, 425 n; II: 80, 127, 195, 198, 228, 231, 235, 263, 298, 308, 326-329; III: 232; VIII: 365; IX: 23, 186 |
Breughel de Oude, Pieter (± 1528-1569), III: 511; V: 343
De val der opstandige engelen, V: 41, 48, 50 (photo) |
Briefe, zie Nietzsche in seinen Briefen and Berichten der Zeitgenossen |
Bries, De: Kuyle |
Brieven: Multatuli |
‘Brieven uit Brussel’: Rosine |
Brieven uit Miavoye: v. Ostaijen |
Brigge, zie Rilke, Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge |
Brill, E.J., (uitgeverij), V: 231 |
Bringolf, Hans (geb. 1876), II: 429 + n, 431 x, 433, 448; III: 148
Der Lebensroman des Leutnant Bringolf sel., II: 326 + n, 330, 429 + n, 431 x, 436; III: 141, 149 |
Brink, Jan ten (1834-1901), II: 343 Onze hedendaagsche letterkundigen, VII: 537 n |
Brinkgreve, M.R.J.
‘Taalverkalking’ (met V.W.D. Schenk), V: 273 + n |
Brinkman, H., VIII: 38 + n, 42 |
‘Brise marine’: Mallarmé |
Brisson, Adolphe (1860-1925), IV: 392, 393 |
Britt, G.L.N., IX: 20 + n |
Britt-Halewijn, Anne M.H.L., III: 159 + n, 163, 181 (Oma) |
Broad highway, The: Farnol |
Broeke, Rid († 1930), II: 370 |
Broeke, Evert ten, I: 434 |
Broeke, P.A. van den, VI: 317 n |
Brom, Gerard (1882-1959), IV: 80, 232, 267; VI: III n, 140; VII: 281, 282 n; IX: 166
Java in onze kunst, IV: 80 + n, 108, 110, 129, 267; VII: 401, 404; VIII: 176; IX: 224 |
Bron, Emile (Mieltje), IV: 412 + n, 502; V: 34, 41 |
Brontë, Anne (1820-1849), II: 252, 309, 339
Poems, II: 252 + n, 309, 339, 340 |
Brontë, Charlotte (1816-1855), II: 252, 309, 339
Poems, II: 252 + n, 309, 339, 340 |
Brontë, Emily (1818-1848), II: 252, 309, 339, 340
Poems, II: 252 + n, 309, 339, 340 Wuthering heights, I: 390; III: 111, 170, 178; V: 243; VII: 142, 239 |
| |
| |
‘Bronzen kanon, Het’, zie Chasalle, ‘Het bronzen wonder’ |
‘Bronzen wonder, Het’: Chasalle |
Brooke, Rupert (1887-1915), I: 243 |
Brooshooft, P. (1845-1921), VII: 267 n
Gedenkt te sterven!, VII: 267 + n |
Brouwer, Jacob, pers. uit A. v. Schendel, Het fregatschip Johanna Maria, zie aldaar |
Brouwer, Johan (1898-1943), IV: 388 + n; VI: 404 n, 405
De Spaansche burgeroorlog, VI: 330 n, 331
Brown, II: 223 (amant?) |
Browning, Elizabeth Barrett (1806-1861)
>Aurora Leigh, VII: 326 |
Browning, Robert (1812-1889) De rattenvanger van Hamelen (bew. door A. Donker van The pied piper of Hamelin), I: 367 |
Bruaene, Gérard van (Geert, 1891-1964), I: 275 |
Bruch, H., VII: 265 + n, 279, 280 ‘Multatuli: monarchist, nationalist, imperialist’, VII: 265 + n, 266, 274, 279, 280 |
Bruegliel, zie Breughel |
Bruggen, Jochem van (1881-1957) Ampie (trilogie), VIII: 398 + n |
Bruggen, Carry van (ps., 1881-1932, zie ook ps. Abbing, Justine), II: 452; V: 305, 306, 376; VI: 85, 101 + n, 103; VIII: 95
Een coquette vrouw?, VI: 101 n
Eva, V: 259, 264
Heleen, V: 259, 264, 305-307, 309, 376
Het huisje aan de sloot, V: 305, 309 (Carry); VI: 101 n
Prometheus, II: 386, 390; VI: 101 n |
Brugmans, H. (1868-1939), IV: 42 + n, 44; VII: 69 |
Brugmans, I.J. (geb. 1896), VII: 379 + n, 431, 432, 439; VIII: 290 + n, 312 + n, 315, 459, 486 + n
‘Oostersche en westersche elementen in liet Nederlandsch-Indische onderwijs, VIII: 486 + n ‘De verbreiding van de Nederlandsche taal in Indië’, VII: 358 + n, 379 (brochure), 390 |
Brugmans-Martens, L.I. (1893-1979), VIII: 486 |
Bruin, P. de, III: 483 + n |
Bruin Kops, De, zie Bruyn Kops, A.L. de |
Bruinboek van de Hitler-terreur en den Rijksdagbrand, VI: 355 + n |
Bruïne, J.W. de, VIII: 135, 137 |
Brulard, zie Stendhal, Vie de Henri Brulard |
Brulé, André (1879-1953), II: 311 (mijnlieer) |
Brulez, Raymond (1895-1972), II: 311; IV: 355; V: 203, 233 n, 234 n, 318, 346, 364, 382, 401, 426, 427; VI: 56, 57, 83, 128, 132, 135, 348; IX: 351
‘Edgar du Perron ou le dernier des individualistes’, V: 232-234 + n, 363
‘De faun’, V: 371, 375, 427
‘Lettres néerlandaises’ (kroniek in Cassandre), VI: 124, 125 + n, 127, 128, 155 (rectificatie), 473, 474, (‘bijlagen’)
‘Menno ter Braak ou le politicien sans parti’, V: 363 + n
Sheherazade of literatuur als losprijs, V: 346, 349, 355, 364; IX: 87 + n, 88 |
Brummell, George Bryan (1778-1840), IX: 53 + n |
Brumund, J.F.G. (1814-1863), VIII: 357; IX: 398
‘De dochter van den bekel’, IX: 398
|
| |
| |
Indiana, VIII: 226, 227, 231; IX: 398 |
Bruna & zoon's uitgevers-mij n.v., A.W. (uitgeverij), VIII: 138 |
Brunclair, Victor J. (1899-1944), I: 73 + n, 151, 212, 279, 290 + 11, 321, 324, 353 n, 373-375 + n, 410 + n, 411 x, 413, 427; II: 196, 197 ‘Paul van Ostaijen en de kritiek’, I: 410 n, 413
‘Berglied’, I: 321 + n
De monnik in het Westen, II: 187-188, 196-197, 268, 305, 335
‘Pantalonnade’, I: 324, 373 + n
‘Sirocco’, I: 279 + n
‘Wijze maagd’, I: 279 + n |
Bruning, Gerard (1898-1926), I: 174, 194, 356, 378; II: 419, 425; III: 85, 86; IV: 181 + n, 204 + n ‘André Gide’, III: 86 + n
Nagelaten werk, III: 85, 86
‘De prijs der schoonheid’, I: 174 (over Baudelaire); III: 85 + n, 86 ‘Valsche munten’, IV: 181 + n, 204 |
Bruning, Henri (1900-1984), I: 338, 340, 378; II: 378 + n, 408; III: 86, 181, 314; V: 370, 395; VI: 381 n; VII: 287, 288, 500; VIII: 76
‘Droefheid der vreugde’, III: 86 + n, 87
Subjectieve normen, VII: 288 + n Verworpen christendom, VIII: 80 + n
‘Voor moeder’, III: 181 n |
Brunschvicg, Léon (1869-1944), VI: 252-253
Le progrès de la conscience dans la philosophie occidentale, VI: 52 |
Brunswijk-Wolfenbüttel, hertog Lodewijk Ernst van (1718-1788), VII: 46 + n, 101, 163; VIII: 91 + n, 108 |
Brunt, Nini, zie Krimpen-Brunt, Maria Paulina van |
Brunt-Pietersen, C.A.M. († 1935), IV: 213; V: 239 + n |
Brusse, M.J. (1873-1941), V: 378 |
Brusse, n.v., W L. & J. (uitgeverij), V: 422 |
Bruyn Kops, A.L. de, VII: 219 |
Bruyn-Ouwehand, Mia (1901-1968)
Dokter Heldring's groote conflict, VI: 222 + n |
Bruyn Prince, P.M.L. de (1851-1934), VII: 274; VIII: 369-371 + n, 380, 531
Officiëele bescheiden betreffende den dienst van Multatuli als Oost-Indisch ambtenaar, VI: 413 + n, 459, 463; VII: 274 + n, 279, 303, 386, 458; VIII: 369-371 + n, 374, 375 x, 380, 382, 387, 417, 418, 519, 520, 531, 543 n |
Buchman, Frank N.D. (1878-1961), IX: 259 n |
Buckland Wright, John (1897-1954), II: 10 + n, 25 + n, 196, 206, 226, 456 n; III: 36, 42, 150, 247, 303, 329, 404, 410, 431, 474, 481 + n, 496, 503, 504, 508, 513 + n, 517; IV: 10, 16, 17, 28, 38, 39, 45, 46, 53, 105, 123, 145, 195, 245, 247, 252-254, 268, 279, 299, 404, 420, 444, 498; V: 48, 112; VI: 114, 133, 182, 304; IX: 112, 113 |
Buckland Wright-Anderson, Mary, II: 25; III: 303, 431, 491, 496, 504; IV: 150, 420, 444; VI: 182, 304; IX: 112, 164 |
Buddingh, S.A. (1811-1869), VIII: 185, 186 |
‘West mousson of regentijd’, VIII: 185, 186, 206 |
Budé, zie Association Guillaume Budé |
Budry, Paul (1883-1949), II: 326 n |
Büchner, Georg (1813-1837), II:
|
| |
| |
321; III: 19 + n, 300; IV: 32 + n; VI: 246 |
Bürger, Gottfried August (1747-1794)
‘Lenore’ (vert. door G. de Nerval van ‘Lenore’), IV: 256, 258; VIII: 537 |
Buggenhoudt, Van (drukker), I: 218, 238, 239 (denzelfden man), 254, 333 |
Buiten het gareel: Djojopoespito, Soewarsih |
Buitensorgh, H. van (ps., zie ook Gravesande, G.H. 's-), IV: 317 n, 365, 384 n
‘De eerste roman van H. Marsman, Een lastige opgave’, IV: 384 + n |
Bullier (periodiek), I: 356 |
Buning, zie Werumeus Buning, J.W.F. |
Burcht, De, zie Café's |
Burckhardt, J.C. (1818-1897), V: 447; VI: 266, 301, 476; VIII: 148 Griechische Kulturgeschichte, V: 447 + n |
Die Kultur der Renaissance in Italien, V: 447 + n; VI: 59 |
Burger, Pim, IV: 467 + n |
Burgers-Roland Holst, Saapke (geb. 1859), I: 272 |
Burgersdijk en Niermans, zie Templum Salomonis |
Burnett, John (1863-1928), VI: 301 |
Burnett, Frances H. (1849-1924) De groote lord (vert. van The head of the house of Coombe), III: 155 |
Burns, Robert (1759-1796) Love-poems, I: 381 |
Burssens, Gaston (1896-1965), I: 31 i, 46, 47, 49, 50, 52, 53, 56, 59, 115, 143, 145, 147-150, 1S2, 154, 155, 158, 159, 171-173, 177 n, 178 n, 180 (afwezige redakteur), 186, 189, 191, 193, 194, 196 x, 204-206, 208-211, 216 + n, 291, 295, 299, 336 n, 352 n, 353 n, 362, 363, 374 n, 377, 400 n, 410 n, 417, 437 n, 442 n, 447 n; II: 60 n, 72 n, 101, 124 n, 129, 172, 249 n, 259, 345 n, 408; III: 11 n, 68 n, 141, 143, 232 n, 270 n; IV: 343; V: 187, 203; IX: 23 + n, 25, 58 n, 75, 77
‘Aan de strijder Pol de Mont’, I: 336 + n, 414 + n
‘Amazone’, I: 281 n
‘Borms’, I: 334
‘Bij Paul van Ostaijen's uitvaart’, I: 219 n
‘Charlie Chaplin en de revolutie’, I: 209, 212, 213 n
‘Het duel kunstschilder X. - dichter Z.’, I: 168 + n, 178
Enzovoort, I: 324 n, 333-335, 337 (twee bundels), 339, 342, 374, 423; II: 90
‘Guido Gezelle’, I: 334, 335
‘Hypnose’, I: 304 + n
‘In memoriam’, I: 227 (prozagedicht), 235, 240 (inleiding)
‘Inleiding’ (bij v. Ostaijen, Gedichten), I: 234, 240, 284 n, 302
‘Invitation à la valse au clair de lune’, I: 168 n, 178, 179
Jean Jaurès’, I: 59 n, 334
‘Jodelende Tyrolers’, I: 281 n, 374 + n
Klemmen voor zangvogels, I: 324 + n, 333-335 (bespr. afz. gedichten; niet apart opgenomen), 336, 374 + n, 375 x + n, 400 (bundel), 401 x + n, 402 (Cascade's), 410, 414 (bundel), 419 (proeven) + n, 422, 423 (drukproeven), 437 (je bundel); II: 60, 72-73, 84 (boekjes), go (boekje), 91 (ex.), 96 + n, 98 (ex.), 101, 103, 123, 186 + n
‘Korte zwerftocht’, I: 281 n
‘Met gitaar-begeleiding’, I: 209
|
| |
| |
(twee gedichten), 212, 213 n
‘De mieren’, I: 419 + n, 422; II: 90
‘Oud liedje’, I: 168 + n, 178
‘Paul van Ostaijen’ (tekening), I: 224 (portret), 275 + n, 285, 304, 339
‘Paul van Ostaijen als vriend, Herinneringen’, I: 302 + n, 304 (liet artikel), 331 + n
‘Paul van Ostaijen en de kritiek’, I: 336 + n, 339-341, 344 (je artikel), 346 x, 347, 353, 373, 375, 380
Paul van Ostaijen, zoals hij was en is, V: 187 + n, 191, 194
Piano, 1: 46, 49, 52, 53 (zijn bundel), 56, 59 + n, 61 n, 324 n, 333 x, 335, 337 (twee bundels), 339, 342 (boekjes), 374, 423; II: 90
‘Regen’, I: 334, 335; II: 90
‘Rozen’, I: 59 n, 334
‘Tweede fantazia’, I: 209 (twee gedichten), 212, 213 n
Verzen, I: 374
‘Voor kleine saksofoon’, I: 324 n, 335, 401 + n, 419 n |
Busken Huet, Conrad (1826-1886), VI: 374, 395 n, 396, 416, 417, 435, 436, 476; VII: 50, 58, 92, 135, 137, 243, 294 + n, 295, 303, 366, 385, 411, 441, 481, 492, 537; VIII: 438, 464
‘Dagboek van Gerrit Verbeet’, VII: 441; VIII: 72 + n
Het land van Rembrand, VII: 271, 333
Litterarische fantasien en kritieken, VII: 402 + n, 441; VIII: 72 n
‘Multatuli (Eduard Douwes Dekker)’, VII: 537 + n
De Van Harens, VII: 190 + n |
Bussy, De, VIII: 508 |
Butcher, Alice Mary, II: 74
Memories of George Meredith, II: 74, 175 |
Butler, Samuel (1835-1902), IV: 185; V: 179, 224, 421; VI: 109
The way of ali flesh, VI: 109, 123, 149, 153, 170, 174, 210 |
Buys (drukkerij), V: 82, 96 |
Buysse, Cyriel (1859-1932), II: 305 |
‘Bij een handvol auteurstekeningen’: dp |
Bij gebrek aan ernst: dp |
‘Bij Ludwig’: Kuiper-de Jongh |
‘Bij Slauerhoff's dood’, VI: 400 n |
‘Bij 't licht der lamp’: v. Nijlen |
‘Bij wat Stendhal noemt “energie”’: dp |
Bijbel, IV: 188, 347, 406, 469; V: 221, 256, 277; VIII: 80 |
‘Bijdrage tot het leven van O.Z. van Haren, Een’: Nepveu |
Bijdragen en mededelingen van het Historisch Genootschap (periodiek), VIII: 61 |
Bijdragen Kon. Inst., zie Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië |
Bijdragen tot de oudere koloniale geschiedenis van het eiland Formosa: Verhoeven |
Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië, VII: 309, 400; VIII: 417, 478, 479, 494, 574 |
Bijenkorf, De, III: 215, 219, 225; V: 445; VIII: 523; IX: 178 |
Bijl, J., zie Welter-Bijl, J. |
Bijleveld, Erven J. (uitgeverij), II: 169, 170, 173 n, 184, 264, 277, 285, 299, 305, 308, 325, 342, 346, 355; III: 437; VI: 400 |
Bijleveld-bundel, zie Twintig Noord en Zuid-Nederlandsche verhalen |
Bijll, Henri van der (1898-1948), VI: 385 + n; VIII: 256, 263, 267, 276, 375 |
Byron, George Gordon (1788-1824), I: 311 + n, 397; II: 36 n,
|
| |
| |
156, 183, 184, 186, 187, 191 x, 193, 205-207, 221, 224, 230; III: 355, 356, 360, 363, 364, 387, 451; IV: 46; V: 52, 71, 79, 288; VI: 26, 27, 88, 149; VII: 145, 398; IX: 38, 39
Childe Harold's pilgrimage, I: 311 n; II: 96, 184
The complete poetical works (3 delen), II: 96 + n, 175-176, 186, 191-193
The Corsair, IX: 38
Don Juan, II: 96, 187, 191-193, 206 (Duitsche uitgaaf), 217, 230
The Giaour, IX: 38
Hebrew melodies, II: 96; IV: 45
Lara, IX: 38
The letters, IV: 408; VI: 295; VII: 120
Lyrical poems (bloemlezing door dp), II: 196, 205-206 x + n, 221, 224, 229; III: 248, 329, 339, 348, 355, 360, 363, 423, 427; IV: 17, 38, 39, 45, 46, 53, 105, 155, 229, 249 (? drukproef), 254, 257, 267, 279 x, 299 x, 300, 303, 320, 437, 453, 475; V: 125; VI: 38, 39, 299
Mémoires (?), II: 136, 137
Poems (The Florence Press, ed. Grierson), II: 187, 191-193 + n, 196, 205, 206
Poetry (bloeml. door M. Arnold), II: 205 + n, 206 x, 217
Poetry (7 delen), II: 120, 133, 193
A selection from the works of Lord Byron (bloeml. door A.C. Swinburne), II: 206-207
‘Twee liedjes van Byron’ (vert. door dp), III: 355 + n, 356 (tekst), 363 |
Byron-Milbanke, Anna Isabella (1792-1860), IV: 45 |
Byron: Maurois |
Byvanck, W.G.C. (1848-1925), VIII: 75
Vaderlandsche figuren op den overgang der achttiende eeuw, VIII: 61, 68, 75, 91, 168 |
|
c.g.t. (Confédération Générale du Travail), IV: 9i, 443 n |
C.W. van der Hoogt-prijs, zie Hoogt-prijs, C.W. van der |
Caesar, Julius (± 102-44 v. Chr.), VI: 202, 295
Gedenkschriften van den Gallischen oorlog (vert.), V: 420, 425 |
Café's en restaurants
Américain (Amsterdam), I: 143 n; II: 14, 62, 65, 80, 107, 108, 112, 140, 160, 226, 323, 351, 447; III: 238-240, 245; IV: 351; IX: 33 n Atlanta (Rotterdam), IX: 75 n, 339 + n
Aux Deux Magots (Parijs), I: 98; III: 389; IV: 311, 444; V: 82, 166; VI: 122, 210 + n
La Bagatelle (Den Haag), II: 458 + n, 464; IV: 370
Bodega (Amsterdam), I: 435 Brastagi (Den Haag), VIII: 467 + n; IX: 259 n
De Burcht (Voorburg), IV: 411 Deux Clefs (Brussel), I: 161
Le Dôme (Parijs), I: 79, 101
Dorrius (Amsterdam), II: 28
La Filature (Gistoux), I: 393; II: 58
Flore (Parijs), III: 441; VI: 122, 143, 229, 301; IX: 128 + n
Foeks (Buitenzorg), VI: 423 + n; VIII: 83
Hack (Rotterdam), III: 222
Hulstkamp (Brussel), I: 333, 423; II: 185; III: 178
Ibis (Brussel), I: 289 (Ibys); III: 339
Kempinski (Amsterdam), II: 240; IX: 53 + n
Krasnapolsky (Amsterdam), VIII: 140 + n; IX: 53 + n
|
| |
| |
Lacmé (Parijs), VI: 79
Lunette (Brussel), I: 222 + n, 226, 302 + n, 352
Mosquée (Parijs), IX: 140 + n
Le Murat (Parijs), IV: 474, 489; V: 40, 63, 65, 67; VI: 168, 229 n, 302; IX: 34 n, 156, 185, 236, 246, 247
Napolitain (Parijs), I: 309; IX: 392
De Oude Prins (Bergen, N.H.), VI: 56 + n; VII: 76 + n; VIII: 279, 291, 301, 310, 339, 539, 546, 566, 578; IX: 271
Regina (Den Haag), III: 256
Riche (Den Haag), III: 228, 256; IV: 370; VI: 51 + n, 282; VII: 105, 169, 191; VIII: 202, 263, 332, 467, 473 n, 587; IX: 65, 73
Royal (Arnhem), II: 366 + n
Rumpelmayer (Cap-Martin), I: 44
De Rustende Jager (Bergen, N.H.), VII: 76
Sandeman (Rotterdam), IX: 339 + n
Smaalders (Amsterdam), II: 34 + n
Le St. Germain (Parijs), IX: 132
Taverne du Passage (Brussel), I: 333, 423; II: 230, 265 + n; III: 188 + n, 261 + n, 413; V: 335 n; VI: 92; IX: 201
Taverne Royale (Brussel), I: 419, 420
Versailles (Bellevue), IV: 264
Het Wachtje (Den Haag), III: 203 + n, IV: 203
Caffi, Andrea (1887-1955), V: 9 i;
VI: 8 i, 85-88 + n, 100, 128, 129, 138, 182, 255, 382, 409; IX: 240 + n |
‘Cahiers d'un lecteur’, zie dp, Cahiers van een lezer |
‘Cahier de revendications’, III: 504 + n, 508; IX: 109 + n |
Cahiers de Malte Laurids Brigge, Les: Rilke |
Cahiers du Sud (periodiek), VI: 137 |
‘Cahiers van De Driehoek’ (serie), I: 61 x, 64 n, 68 n, 71, 80; II: 238; VIII: 365 |
Cahiers van een lezer: dp |
‘Cahiers verts’ (serie), IV: 353 |
Caisse des Reports, IV: 85, 172 |
Caligula, pers. uit Vestdijk, De nadagen van Pilatus, zie aldaar |
Galloway, Cab (geb. 1907), IV: 507 |
Calmann-Lévy (uitgeverij), IV: 278; VII: 469 |
Calvi, IX: 176 |
Cambronne, Pierre Jacques Etienne de (1770-1842), III: 132 + n; IX: 96 |
Camera obscura: Hildebrand |
Camões, Luís Vaz de (1524/25 1580), IV: 290 + n; VI: 254 |
Camoös, pers. uit Slauerhoff, Het verboden rijk, zie aldaar |
Campendonk, Heinrich (1889-1957), V: 157 + n |
Campert, Jan R. Th. (1902-1943), I: 117, 348; II: 58; III: 150, 281, 468; IV: 227, 310; VI: 13 + n; VII: 258, 486 + n; VIII: 156, 204 + n, 262
De bron, III: 151
‘Décor voor Ikke’, VI: 13 + n
‘Poëtisch journaal’, VII: 361 + n, 363
Refereinen (met Scholte), IX: 24 n Het verliefde lied, III: 151 |
Camphuys, Johannes (1634-1695), VIII: 168 + n, 169 + n, 225, 227 |
‘Campo’: Marsman |
Canard enchaîné, Le (periodiek), VIII: 548 |
Candide: Voltaire |
Canté, Louis F.C., II: 86 n, 134; IV: 408 n; V: 104 |
| |
| |
Canter, Bernhard Alex (1870-1956), II: 201, 225 |
Cantré, Jan-Frans (1886-1931), I: 367; III: 249 + n |
Cantré, Jozef (1890-1957) I: 367; II: 143; III: 249 n; V: 123 + n, 124 |
Capelle, Wilhelm (1871-1961), VI: 301
Die Vorsokratiker (bloemlezing): zie aldaar |
Capellen, Joan Derk van der (1741-1784), VIII: 201
Brieven van en aan Joan Derk van der Capellen, VIII: 114 + n |
Capitole, Le (uitgeverij), VI: 117 + n |
Capone, Al (1899-1947), II: 474 n, 486 |
Carco, Francis (ps., 1886-1958), III: 342; VIII: 255
L'homme de minuit, VII: 373 + n
Le roman de François Villon, III: 342 + n
Verlaine, VIII: 255 + n |
Carey, Anna, IX: 53 |
Carla: Walschap |
Carmiggelt, Simon (1913-1987), III: 186 n |
Carnaval der burgers, Het: ter Braak |
‘Carnaval en Aschwoensdag’: dp |
Carnera, Primo (1906-1967), V: 59 n |
Carnet bric-á-brat: Seuphor |
Carolus, Ch. E.P. (1817-1855), VI: 479; VII: 12, 207; VIII: 172-174 + n, 206, 214, 251, 270, 284, 285, 607 |
Carrier, Jean-Baptiste (1756-1794), V: 34 + n |
Carrière, Eugène (1849-1906), VI: 269 n, 382 |
Carrington, Charles, II: 165 + n |
Carsch, Hellmuth, V: 81 + n
‘Het handschrift onzer literatoren’, V: 81 + n |
Carter, Nick, zie ‘Nick Carter’ |
Casanova (ps. van Jan Nieuwenhuis, 1896-1978), II: 359-360 + n |
Casanova de Seingalt, G.G. (1725-1798) I: 303; III: 81, 103; IV: 34; VI: 295; VII: 317; IX: 129 + n, 142 |
Amours, VI: 295
Mémoires, V: 404 |
Casimir, Rommert (1877-1957), I: 166; II: 316, 319, 419; IV: 150, 182; VI: 50, 398 + n; VII: 133, 149, 446; VIII: 164, 438
Beknopte geschiedenis der wijsbegeerte, IV: 150 + n, 157; VII: 417
‘Open brief aan zijne excellentie Adolf Hitler’, enz., VIII: 164 + n |
Cassandre (periodiek), V: 232 x, 233, 363; VI: 151, 348, 473; VIII: 262 |
Casteels, Maurice (1890-1962), I: 38 + n, 70, 247, 350 n; II: 250 + n ‘Littérature néerlandaise’, I: 70 + n
Sander Meykamp, I: 38 n
‘Sander Meykamp’ (ongepubl. vert. door dp), I: 38 n |
Cats, Jacob (1577-1660), VI: 59; VII: 485 |
Cattenburgh, Jetty, III: 479 + n |
Caudillo, zie Guzman, In de schaduw van den leider en dp, ‘Toppen in politieke romankunst’ |
‘Causerieën’: Multatuli |
Cauwelaert, August van (1885-1945), I: 131; II: 81, 97, 100, 105 + n; IV: 417 n, 418
‘Harry’, IV: 417 n, 418
De Vlaamsche jongeren van gisteren
en heden, 1910 1927 (bloemlezing): zie aldaar |
Cavalleria rusticana: Verga |
| |
| |
Cavelier, Ru le
De vlam der steden (met Kettmann), II: 335 + n, 338 |
Caves du Vatican, Les: Gide |
Ce qui ne fut pas: Savinkov |
Ce soir (periodiek), VI: 66 n; IX: 240 n |
Ce vice impuni, la lecture... (periodiek), VI: 71 + n; VIII: 46, 57, 73, 144 192 |
Céline, Louis-Ferdinand(ps., 1894-1961), III: 503, 508, 520; V: 40; VI: 199, 224, 330, 342; IX: 357 Voyage au bout de la nuit, III: 520 + n |
Cellini, Benvenuto (1500-1571), I: 434; V: 329
Perseus, I: 434 |
Celliers, Jan F.E. (1865-1940), VIII: 108 |
Celly: v. Wessem |
Cenci, Beatrice (1577-1599), VIII: 10 + n; IX: 379 n |
Cenci, Francesco (1549-1598), VIII: to + n; IX: 379 n |
Cendrars, Blaise (ps., 1887-1961), I: 357; II: 254, 330; III: 149, 207; IV: 476
Dan Yack, III: 149
Du monde entier, VIII: 58
Feu le lieutenant Bringolf (bew. naar een vert. door P. Budry), II: 241, 326 + n, 330; III: 149
Le plan d'aiguille, IX: 111 + n Rhum, l'aventure de Jean Galmot, III: 57 + n, 64,138, 143, 149; IX: 123 n |
Cense, A.A. (1901-1977), IX: 250 n |
Centaure, Le (galerie te Brussel), I: 307,316 |
Centraal-Hotel, zie Hotels |
Central-restaurant, zie Hotels |
Centrum, Het (periodiek), III: 282 |
Century of creepy stories, A, VII: 353 + n; VIII: 491 |
Cervantes Saavedra, Miguel de (1547-1616), VII: 348
Don Quichotte (Ned. vert. van El ingenioso hidalgo don Quijote de la Mancha), V: 421; VII: 321 + n, 331, 332, 342 + n; IX: 66
‘L'Espagnole anglaise’ (vert. van ‘La española inglesa’), V: 420, 421 L'ingénieux hidalgo don Quichotte de la Manche (vert. door J. Babelon van El ingenioso hidalgo don Quijote de la Mancha), II: 376; IV: 267 |
Cesar = Bombay, Cesar, Zie dp, Pseudoniemen |
Cézanne, Paul (1839-1906), VI: 361 |
Chack, Paul (1876-1945), VI: 137 + n |
Chadourne, Louis (1890-1925), I: 355 |
Chadourne, Marc (1895-1975), I: 356; III: 325
L'U.R.S.S sans passion, III: 324-325
Vasco, I: 308, 356 |
Chainse, zie Baisieux, Des trois chevaliers et del chainse |
Chamberlain, Neville (1869-1940), VII: 484 n, 502 |
Chamfort, Sébastien-Roch-Nicolas (1741-1794), II: 348; III: 80 + n, 447; IV: 165 + n; VII: 20 + n |
Chamisso, Adalbert von (1781-1838), I: 66, 68; V: 206
Peter Schlemihls wundersame Geschichte, I: 68 |
Champfleury, Jules (ps., 1821-1889), V: 205 |
Champion, Edouard (1882-1938), II: 406 |
Chamson, André (1900-1983)
L'auberge de l'abîme, IV: 164 |
Chandler, V: 434, 436, 448, 449; VI: 13-14, 18 |
Chant du monde, Le: Giono |
| |
| |
Chants de Maldoror, Les: Lautréamont |
Chaplin, Charley (1889-1977), I: 83; II: 180, 224; IX: 229 |
Chardonne, Jacques (ps., 1884-1968)
Les destinées sentimentales, IX: 157 + n |
Charivarius (ps., 1870-1946), II: 273 n, 274
‘Charivaria’, II: 273 n |
Charlemagne, zie Karel de Grote |
Charles Bovary, pers. uit Flaubert,
Madame Bovary, zie aldaar |
Charleston, zie v. Wessem, Lessen in charleston |
Charlot, zie Chaplin, Charley |
Charpentier, G. (uitgeverij), IV: 331 |
Charpentier, John (geb. 1880)
Napoléon et les hommes de lettres de son temps, V: 444 + n; VI: 29, 35, 39, 47, 100, 120; VII: 144, 149; IX: 214 n |
Charrière-van Tuyll van Serooskerken, Isabella A.E. de (1740-1805, = Belle van Zuylen), III: 433, 459; IV: 418 + n; VIII: 96; IX: 112 |
Chartier, Emile Auguste (1868-1951, zie ook ps. Alain), V: 298 |
Chartreuse de Parme, La: Stendhal |
Chasalle, Frederik (ps., zie ook Wessem, Constant van), I: 60, 70, 71, 80-83 + n, 298, 299; II: 120, 131, 146 n, 290, 312 n, 328 n; III: 29 n, 44, 56, 70 + n, 159 n; IX: 46 n
‘A la Brentano’, III: 39 + n
‘Adelaide’, III: 39 + n, 55 + n
‘Het barokke leven’, III: 55
‘Het bronzen wonder’, III: 39 n, 40, 55
‘Het cabaret aan de haven’, III: 45 + n
‘Chimaeren’, III: 28, 39, 44, 46, 55
‘Het Chineesche penseel’, III: 55
‘De clown (Wat mag)’, III: 39 + n, 55 + n
De clowns en defantasten, III: 16 + n, 29 + n, 36, 39 + n
‘Dagboek van den danser Maitland’, III: 30, 44, 46, 55
‘De dood van Aspasia Citroen’, III: 39 + n, 45, 55
‘Drie kleine doodenmarschen’, III: 55
‘Het duel der oude generaals (om de ballerina)’, III: 39 + n, 55
‘Elegieën’, III: 45, 55
‘Exit Scarbo’, III: 55
‘De fantast (Wat niet mag)’, III: 39 + n, 55 + n
‘Faust en de bloemen’, III: 39, 44 + n, 46, 55
‘Florence’, III: 39 + n, 45, 55 + n ‘“La gitana”’, III: 55
‘De groote piraterie’, III: 29 + n, 40
‘Hallali’, III: 55 n
Harlekijn (met Kelk), III: 431 + n
Een huwelijk dat af- en aanging (met Kelk), III: 385; IV: 324 + n, 325
‘Het idee’, III: 39 + n, 55
‘Interieur’, III: 39 n
‘Jacob Penn, avonturier, een doodgewoon verhaal’, II: 404 + n; III: 29, 40
‘Lampions’, III: 39 + n, 55
Lampions in den wind (met Kelk), II: 145 + n, 204; III: 16 + n, 107 (= II: 204)
‘Het licht’, III: 39 + n
‘Manon-dialoog’, III: 39,44 + n, 46, 55 + n
‘De necromant’, III: 39 + n, 55 + n
‘Negerliedjes I, II, III’, III: 55 n, 416
|
| |
| |
‘De optocht in den avond’, III: 55
‘Piraten’, I: 295 n
‘De sier der deernen in den lentenacht’, III: 55
De terugkeer van Don Juan of de Alcalá'sche moordverwarring (met Kelk), II: 145 + n, 146; III: 385; IV: 325
‘Het variété varieert zichzelf’, III: 39 + n, 55
‘Vasteland-idyllen’, III: 45, 55
‘Verveling der verveling’, I: 71 n
‘Visite aan Jean l'Oiseleur’, III: 55 n, 416
‘Zelfportret’, I: 295 + n |
Chassé, D.H. (1765-1849), II: 372 n; III: 421 + n, 430 |
Chasseur vert, Le: Stendhal |
Chastelaine de Vergi, La, II: 430 |
‘Château de Gistoux’, zie Greshoff, ‘Chromo's I en II’ |
Château des Roses, zie Pensions |
Chateaubriand, François-René de (1768-1848), II: 349; V: 259, 288, 295, 317; VI: 26; VII: 197; VIII: 524 n
Atala, V: 317
Les Martyrs, VIII: 523, 524 n
Mémoires d'outre-tombe, V: 259, 288, 295, 317; VI: 26
René, V: 204, 259, 317 |
Chatterton, Thomas (1752-1770), II: 326 |
Chautemps, Camille (1885-1963), IV: 443 |
Chauveau, Paul
Alfred Jarry, ou La naissance, la vie et la mort du père Ubu, III: 522 |
Chazournes, F. de
Jason, VI: 199 n, 224 |
Chénier, André-Marie (1762 1794), I: 243; II: 44; IV: 11
Poésies, VI: 116, 118 |
Cheops: Leopold, J.H. |
Chérau, Gaston, II: 52 + n |
Chéron, Henri (1867-1936), IV: 443 |
Chesterton, Gilbert Keith (1874-1936), III: 18 |
Chevalier, G. (drukker), I: 48, 49, 53, 60 (?) |
Chevalier, Haakon M. (geb. 1902), V: 161 n, 217; VI: 139 n |
Chevalier de Paille, zie Saint-Hélier, Le cavalier de paille |
Chevalley, Abel (1868-1934), I: 244 |
Chevasson, Louis (geb. 1900), I: 280-282, 309, 310 n, 323, 391, 419, 424, 442 n; II: 67 n, 76, 111, 118 (Ch); III: 350; IV: 16, 52, 159, 330, 342, 348; V: 144, 349, 366, 373, 414; VI: 106, 193, 445; VII: 217, 348, 349; VIII: 199, 508; IX: 223,240 + n, 241, 373 |
Chevasson-Wauters, Germaine, I: 266, 310 n, 315, 320, 370; II: 25, 47, 50, 64, 66-68, 76, 99, 100, 102, 117, 118, 130, 132, 137, 139, 232; VII: 275 + n |
Chiappe, Jean (1878-1940), IV: 443 + n; V: 380 |
Chiara, zie Barbé, Georgette |
Chiaromonte, Nicola (1905-1972), V: 9 i, 378 + n, 416-417,435; VI: 19 + n, 30, 40, 63, 93, 100, 133, 140, 145, 182, 207, 209 n, 254, 292, 297, 319, 326, 336, 382, 404, 409; VII: 121, 123, 134, 451, 489; IX: 222 + n, 227, 231, 232, 235-236, 239, 240 |
Chiaromonte-Pohl, Annie, VI: 209 n; IX: 222 n, 223, 231, 235-236, 240 |
Chide, zie Gide |
‘Chimaeren’: Chasalle |
Chimères, Les: Nerval |
‘Chineesche penseel, Het’: Chasalle |
Choderlos de Laclos, Pierre (1741-1803)
Les liaisons dangereuses, IV: 129,
|
| |
| |
318, 331, 343, 355; V: 144 + n; VI: 26; IX: 107-109 + n, 124 + n, 136 |
Chopin, Frédéric (1810-1849), II: 245; V: 209 |
Choukhaeff, V.I. (geb. 1887), I: 276 |
Choura, zie Hellens, Alexandre |
Choux, Jules-Victor (geb. 1825) Stances á la nuit, I: 281 |
Chreestarchia (uitgeverij), VI: 49 |
Chrispin jr., Louis (1876-1931), II: 304 + n |
Christian Wahnschaffe: Wassermann |
Christoffel, Hans (geb. 1865), VIII: 228 + n |
Christus, zie Jezus Christus |
‘Chromo's I en II’: Greshoff |
Chroniques italiennes: Stendhal |
Chtchédrine, zie Saltykov-Sjtsjedrin |
Churchill, Winston Leonard Spencer (1874-1965), IX: 270 |
Cicero, Marcus Tullius (106-43 v. Chr.), III: 355 |
Cimarosa, Domenico (1749-1801), II: 235 |
Ciotti, Ferdinando, I: 105 |
Cité des livres, La (uitgeverij), II: 376; IV: 267 |
Cité Universitaire, III: 475 + n, 489; IV: 70, 72; V: 389; IX: 102 n |
Citroen, Paul (1896-1983), II: 324; III: 169
Palet, Een boek gewijd aan de hedendaagsche Nederlandsche schilderkunst (met Plasschaert), II: 324; III: 169 + n |
City lights (film), III: 40 |
Claes, Ernest (1885-1968), III: 427; IV: 420
Kobeke, IV: 418 + n, 445 n
Toen Ons-lieve-vrouwke keuren beeweg deed, III: 427 (Claes); IV: 38 + n |
Claudel, Paul (1868-1955), I: 174 + n; II: 266, 327 + n, 335; IV: 108, 416; V: 192, 194; VI: 84,102, 239; VIII: 436
Le soulier de satin, ou Le pire n'est pas toujours sûr, I: 442 + n; II: 68, III + n |
Claudia: dp |
Cleerens, Jan-Baptist (1785-1850), VII: 353 n |
Cleland, John (1709-1789), I: 133, 135 |
Clemenceau, Georges Benjamin (1841-1929), II: 39; III: 484 x, 487 |
‘Clémentine’, zie dp, ‘De onzekeren’ |
Clemm, Maria (1790-1871), VII: 213 |
Clemm, Virginia (1822-1847), VII: 212-213 |
Cleopatra: Haggard |
Clesinger, Jean B.A. (1814-1883), I: 396 |
Clinge Doorenbos, J.P.J.H. (1884-1978), IV: 507 + n |
Clinge Doorenbos, Jenne I. (1887-1973), VIII: 579 |
Close-up (ps., zie ook Domburg, A. van), III: 64 + n |
Closset, François L.M.E. (1900-1964), VI: 418 + n |
Closset-Manteau, Angéle, zie Manteau, Angèle |
Clotis, Josette (1910-1944), IX: 140 + n
Le temps vert, IX: 140 n |
‘Cloud, The’: Shelley |
Clowns en de fantasten, De: Chasalle |
Cluny, zie Èditions de Cluny |
Cochius, Frans David (1787-1876), VII: 353 n |
Coclico, Adrianus Petit (± 1500-1562), IX: 276, 277 + n |
Cocteau, Jean (1889-1963), I: 71 n, 80-83 + n, 152, 191, 277 + n, 283, 300, 305; II: 123; III: 57, 446;
|
| |
| |
IV: 521; V: 181, 185, 429, 434, 437; VI: 207, 452; IX: 162, 163 n Carte blanche, I: 82
Les enfants terribles, I: 420-421 + n
Les mariés de la Tour Eiffel, V : 181
Plain-chant, III: 445
Le secret professionel, I: 83 |
Coen, Jan Pieterszoon (1587-1629), II: 372 n; VI: 401 + n; VII: 176 n, 313, 317, 352 + n, 420, 464 + n, 465, 482; VIII: 162 + n, 488 + n |
Coen, zie Slauerhoff, Jan Pietersz. Coen |
Coenen, Frans (1866-1936), I: 157 + n, 158, 444; II: 29 + n, 47, 110, 166 n, 170, 246, 249 + n, 251, 256, 260 + n, 261 x, 269, 270, 276, 295, 352, 427 n, 430, 482 + n; III: 164, 214 + n, 299 + n, 377, 417, 432, 447, 453, 482, 490, 491, 495, 499, 503; IV: 70, 71, 129, 158, 175, 184, 185, 241, 272, 277, 286, 296, 306, 313, 317, 322, 330 x, 331, 343, 355, 360 + n, 365, 367, 368, 378, 384, 387, 392, 397, 400, 401, 418-420 + n, 430, 486, 489, 497; V: 31, 34, 35, 65, 128, 129, 194, 231, 293, 299, 309, 350, 425, 438, 441-443, 445, 447, 448, 452; VI: 15, 19 + n, 20, 22, 29, 35, 39, 46-48, 63, 64, 82, 91, 95 + n, 96, 126, 132, 135, 167, 171, 188, 191, 195, 197, 198, 201, 205-207, 213, 221, 226 + 11, 231, 416, 490; VII: 28, 57, 234; IX: 171, 182
‘Fascisme en studenten’, VI: 20 n, 64 |
Coenraads, Eduard (ps., zie ook Endt, Pieter), VII: 66 n
Fakkeldragers, IV: 408, 410, 414 x, 464, 466; V: 72, 75 |
Cohen, I: 68, 395 |
Cohen, Alexander (1864-1961), III: 383; VII: 184 n
In opstand, III: 383 + n |
Cohen, Gebr. E. & M. (uitgeverij), III: 325 + n; IV: 456 n, 524; VI: 59; VIII: 604 |
Cohen, J. Ch. V., VII: 346 + n |
Cohen, Josef (1886-1965), V: 155 + n |
Cohen, Lou, IV: 106 |
Cohen, Max Moro, III: 187 n |
Cohen, Robert
Nouvelle histoire grecque, VI: 86, 87 |
‘Cohen-editie van de beste binnen en buitenlandsche boeken, De’ (serie), III: 325 + n |
Cohen Stuart, A.B. (1825-1876), IX: 395, 396 n |
Colenbrander, Herman Theodoor (1871-1945), I: 258 + n; II: 9 + n; IV: 40, 42-44 + n, 272, 395 + n; VII: 69, 465 + n, 518 n
Koloniale geschiedenis, VI: 343, 394 + n, 438; VII: 131 + n, 284, 352 + n, 353, 357, 372 + n
Leven en arbeid van Mr. C. Th. van Deventer (met Stokvis), VII: 294 + n
De patriottentijd, VIII: 68, 76, 80, 91
Willem I, Koning der Nederlanden, VII: 357
‘Willem van Oranje’, IV: 42 (plagiaat) + n, 44 |
Coleridge, Samuel Taylor (1772-1834), I: 58, 260, 381; II: 192, 196, 206; III: 248, 329; IV: 53, 105 + n, 123; VI: 265
De ballade van den oud-matroos (vert. door A. Donker van ‘The rime of the ancient mariner’), II: 463 (Kaleidoscoopboekjes); V: 412 n
‘Ballads’ (bloeml. door dp; niet gerealiseerd), I: 260, 381; II: 196, 206; III: 248, 329; IV: 53, 105 + n, 123; VI: 265
|
| |
| |
‘The rime of the ancient mariner I: 367, 381; II: 196 |
Colerus, Johannes (1647-1707)
The life of Benedict de Spinosa (vert.), VIII: 56 n |
Colette, Sidonie-Gabrielle (1873-1954, zie ook ps. Willy), I: 215 n; III: 433; VI: 128 |
Collected poems: Robinson |
‘Collection Bleu’ (serie), VII: 469, 512 |
Collem, A.E. van (1859-1933), II: 248, 302, 485, 486; III: 19, 30; IV: 33
God, II: 248 |
Collin, Maria Louise Frederica (Darja, 1902-1967), II: 221, 255, 258 x, 365, 370, 384; III: 22, 31, 33, 98, 154, 193 n, 196, 205 n, 223, 227, 315, 346, 380, 381, 425 + n; V: 37, 57, 62, 68, 110 + n, 268; VI: 295, 300-302; VII: 83 + n, 94, 95, 98, 217, 382; IX: 9 i, 39-41 + n, 50, 52, 53, 73 n, 79, 82, 98 n, 125, 237 + n |
Colling, Alfred (geb. 1902)
Le romancier de la fatalité, Th. Hardy, VII: 347, 348 + n, 373 |
Collins, Wilkie (1824-1889)
The woman in white, I: 395; VII: 216 |
Colmjon, Gerben (1899-1972), II: 135 + n, 450 + n; III: 218 + n, 383; VI: 419; VII: 259 + n, 374 + n, IX: 99
‘Herleeft Querido?’ (met Verbraeck), VII: 259 + n
‘Vestdijk's kampioenschap’ (met Verbraeck), VII: 259 + n |
Columbus, Christophorus (± 1445-1506), I: 166 n; II: 85 |
‘Columbus zonder Amerika’: Greshoff |
Colijn, Hendrikus (1869-1944), IV: 7 i, 350, 518, 521; V: 353 + n; VI: 237, 454 + n; VII: 39, 122, 152 n, 309 + n, 470, 504 + n; VIII: 393; IX: 236 |
Comédie française, La, III: 40; IV: 405 |
Comité d'action antifasciste et de vigilance, zie Comité de vigilance des intellectuels antifascistes |
Comité de vigilance des intellectuels antifascistes, IV: 461 (beweging); V: 368 + n, 372-374, 375 n, 379, 387; VI: 7 i, 104 + n, 107 n, 260 |
Comité Paul van O., zie Paul van Ostaijen-comité |
Comité van waakzaamheid van anti-nationaal-socialistische intellectuelen, IV: 8 i; V: 368 + n, 372-374, 379; VI: 7 i, 107 n, 206, 250 n; VII: 160 n, 452, 509, 530; VIII: 38, 128 + n, 319, 374 n, 382 n, 384 + n; IX: 276 n |
‘Commentaren’ (rubriek in GN), V: 49, 119 n; VI: 19, 20, 29, 46, 96 |
Commerce (periodiek), I: 142, 276 + n; II: 74 |
Commines, Philippe de (1447-1511), IX: 241 n
Mémoires, IX: 241 + n |
Comminges, Marie-Aimery de (1862-1925), VII: 259 |
Commissie voor de verzorging van de nalatenschap van J. Slauerhoff, VI: 356 + n, 358, 400; VII: 317 n; VIII: 323, 485, 492, 505, 551, 553, 554, 570; IX: 260, 262-269 + n, 385, 388 |
Commune (periodiek), V: 129, 132; VI: 120 |
Communistisch manifest, Het: Marx |
Communistische Partij Holland, IV: 474 n; VIII: 377 + n, 384 n, 388 |
Comoedia (periodiek), II: 46 n |
Compagnie typographique, La, VI: 106 n |
| |
| |
Conard, L. (uitgeverij), III: 161 |
Condition humaine, La: Malraux |
Confession naïve, La, zie Hellens, Documents secrets 1905-1931 |
Congo-museum, zie Koloniaal Museum |
Congrès International des Écrivains pour la Défense de la Culture, Premier, zie ‘Pour la défense de la culture’ |
Congres van communistische schrijvers, Eerste (Moskou, 1934), V: 129 + n, 130; VI: 14, 120 |
Congreve, William (1670-1729), II: 278 |
Coninck, Susanne de, II: 25 (nymf), 114, 115, 117, 130, 132 (De Koning), 139, 232 |
‘Connaissance, La’ (serie), I: 176 |
Connie (= Constance Chatterley), pers. uit Lawrence, Lady Chatterley's lover, zie aldaar |
Conquérants, Les: Malraux |
Conrad, Joseph (ps., 1857-1924), I: 134, 147; II: 338; IV: 141; VI: 43, 76, 105, 311
Almayer's folly, VI: 40, 76
Lord Jim, VI: 76
Victory, IV: 141 |
Conscience, Hendrik (1812-1883)
Batavia, VIII: 224
De leeuw van Vlaanderen, VII: 277 |
Constandse, A.L. (1899-1985), V: 448 + n, |
Constant, Benjamin (1767-1830) Adolphe, V: 204, 404; VIII: 34, 548 |
Constantin-Weyer, Maurice (geb. 1881), IV: 192; VI: 331 |
Contact (uitgeverij), V: 286 n; VII: 91 n; VIII: 456, 457, 468, 475, 476, 484, 495, 505, 506, 515, 518, 519, 532, 535, 537, 538, 542-544 + n, 546, 550, 556, 562, 569, 572, 573, 577, 580, 581, 587-589 + n; IX: 272 n, 273 + n, 274 + n |
Contes à Ninon: Zola |
‘Contraflirt met de revolutie’: Gans |
Contrat social, zie Rousseau, Du contrat social |
Conway, Jack (1887-1952), V: 108 n; VII: 66 n |
Coolen, Antoon (1897-1961), II: 82 n, 342 + n; III: 317 n, 322, 338; IV: 355, 429 + n, 466, 490; V: 272, 292, 296; VI: 56, 57, 66, 337; VIII: 496 + n |
Het donkere licht, II: 342 n |
Dorp aan de rivier, VI: 288, 331, 334, 337 |
De drie gebroeders, VI: 310, 318 + n, 331 + n, 334, 337, 339, 349; VII: 21, 135, 159, 234 + n |
De goede moordenaar, III: 322 n, 326 n |
De man met het Jan Klaassenspel, IV: 490 + n
‘Sterfhuis’, II: 342 |
Cooper, James Fenimore (1789-1851), V: 192 + n
Lederkous (vert. door Henriëtte Rappard van deel van The leatherstocking tales), V: 192 + n Padvinder (vert. door Henriëtte Rappard van The pathfinder), V: 192 + n |
Corbière, Tristan (1845-1875), I: 58, 243, 297; II: 322,426,481; III: 214, 252 n, 446, 468; IV: 65, 354 + n, 382; VI: 301, 401; VII: 244; VIII: 146, 222, 437, 454, 554; IX: 48
Les amours jaunes, II: 319 n; VIII: 58
‘Kapitein Ledoux’ (vert. door J. Slauerhoff van ‘Cap'taine Le-doux’), VI: 306
‘Paris’, II: 319 n |
Corcoran, William (geb. 1901), VII: 373 |
| |
| |
Cornaz, Roger, IX: 72 n |
Corneille, Pierre (1606-1684), IV: 405 |
Corvette, Arthur H. (1880-1945), I: 230, 304-306; III: 68, 69 n, 515 |
Corniglion-Molinier, Édouard, IX: 137 n |
Corot, Camille (1796-1875), IX: 234 |
Corps et biens: Desnos |
Corpus diplomaticum Neerlando-Indicum, VII: 308 |
Corsari, Willy (ps., geb. 1897), III: 195; VI: 13 |
Cortège priapique: Apollinaire |
Cosinus (ps., 1843-1910), IV: 166 Kippeveer, of Het geschaakte meisje, IV: 166 |
Cosmopolis (film), II: 192 + n |
Coss, Ottilie (1837-1870), VIII: 491 + n, 533 |
Costa, Isaäc da (1798-1860), VI: 130, 162 |
Coster, Dirk (1887-1956), I: 47, 64 + n, 66, 70, 173, 194, 231, 317, 326-328, 343, 348-350, 362; II: 39, 73, 82 + n, 87, 89, 91, 148, 158, 205, 209, 210, 211 (weekdier), 219, 299, 308, 310, 314, 359, 392, 394 n, 395 + n, 400, 419, 420, 423, 425-428 + n, 432, 439 n, 452 x; III: 7 i, 51, 59, 60, 61 n, 64, 67, 69, 70, 77, 79 + n, 80, 82, 95, 103, 107, 109, 115, 119, 131-133 + n, 138, 143, 146, 149 + n, 150, 153, 155, 156 x, 161 + n, 165, 167, 170 + n, 173, 177, 180, 181 x, 198, 249 + n, 282, 334 + n, 341 x, 368, 370, 387, 392 + n, 396 + n, 397, 408 + n, 418 n, 421, 429, 458, 495, 497; IV: 53, 61 n, 73, 80, 99, 106, 115, 131, 132, 154, 165, 181 + 11, 203, 204, 257, 263, 265, 266, 363 + n, 472; V: 27 n, 44, 61 + n, 65, 80, 182, 261, 279-280, 356 + n; VI: 33, 49, 50, 111, 168 n, 208, 389, 460; VII: 32, 88 + n, 89, 520 n; VIII: 107, 194 + n, 365, 386, 427, 436, 438, 454 n, 456, 479, 481, 521, 568 + n; IX: 36 n, 37, 42, 48 n, 49, 65 + n, 66, 75, 91, 97 n, 106-108 + n, 172 n, 340, 341, 351
‘Aan de redactie van “het Vaderland”’ (2 juli 1931), III: 61 n, 131 + n, 133, 156, 162
‘Aan Ed. du Perron’, IX: 91 n
Dostojevski, Een essay, III: 100, 101 n, 150, 152, 156 x, 158, 170, 174, 429 |
‘Hervonden werkmanschap’, I: 317 + n |
‘Jaaroverzicht van “De stem”’, I: 343 + n, 348 + n
Marginalia, III: 149, 152, 156 x, 158, 174, 334 n; VI: 219
De Nedelandsche poëzie in honderd verzen (bloemlezing): zie aldaar
Nieuwe geluiden (bloemlezing): zie aldaar
Schetsboek, III: 51, 150, 174, 249, 436, 439,443; IX: 91 n, 93, 94,99 ‘Slauerhoff, de bloedbedropene’, III: 115 + n
‘De twee heren Anton van Duinkerken’, V: 27 + n
Verzameld proza (I en II), II: 299 n, 308 n; III: 150, 152, 155, 156, 174, 408 n, 415, 429
‘Een vijand gevraagd’, III: 7 i, 59-62 + n, 67, 69, 77, 79 + n, 80, 133 (‘varium’), 149 n (uitdaging)
Waarheen gaan wij?..., III: 150, 174; V: 80; IX: 91 n
‘De wedloop’, III: 150
‘Wij zijn niet bang...’, VIII: 194 + n |
Cot, Pierre (1895-1977), VI: 267 n |
Coulouma (drukkerij), II: 398 |
| |
| |
Couperus, John Ricus (1853-1940), V: 86; IX: 233 + n |
Couperus, Louis (1863-1923), I: 146, 341, 345, 362, 366, 378, 383, 389, 393; II: 47, 54, 149, 344, 417 + n, 454, 458 + n, 464 n, 465; III: 25, 43 + n, 76 + n, 77, 83, 89-93 + n, 96, 99 + n, 101, 102 + n, 105, 110, 111, 120-122, 125-128 + n, 132, 135-137, 144, 461, 472; IV: 89, 101, 114, 120, 126, 149, 185, 198, 232, 233, 252, 262, 394, 438 + n, 458, 497; V: 86, 93, 202, 222, 398; VI: 21, 44, 50, 62, 73-75, 84, 102, 183, 189, 230, 263, 419; VII: 48, 103, 216, 315; VIII: 96, 111, 144, 413, 463 + n; IX: 168, 233, 411
Antiek toerisme, I: 368
Antieke verhalen, van goden en keizers, van dichters en hetaeren, I: 368, 369; III: 96, 97, 101, 110, 122, 124-126,129
Arabesken, zie Korte arabesken
Babel, I: 367
De berg van licht, I: 367; V: 222; VIII: 144
‘Bloemlezing’ (door F. Batten en dp; ongepubl.; titels van afz. verhalen niet opgenomen in register), IV: 43 + n, 71 + n, 88-90, 92 + n, 93, 96, 97, 101, 105, 109, 110, 120-125, 128, 134-136
De boeken der kleine zielen, I: 362, 383; III: 110, 135; V: 222; VI: 21, 44, 74; IX: 168, 411
Eline Vere, Een Haagsche roman, I: 341, 362; II: 54, 69, 258, 284, 285, 309, 3z6, 375, 436, 464; III: 43, 100, 102 n, 110, 128, 450; V: 222; VI: 20, 21, 36, 48, 84, 320 + n; VIII: 433; IX: 363
Extaze, I: 341, 345
Fidessa, II: 465
God en goden, I: 368; III: 136
Herakles, I: 368
‘De hoogere onbewustheid’, IV: 119 + n, 126, 149 (Max), 178 (cahier), 188
Eene illuzie, I: 341; III: 43, 88, 92
Iskander, V: 222
De komedianten, I: 368
Korte arabesken, I: 366; III: 92, 96, 109, 110
Langs lijnen van geleidelijkheid, II: 464; V: 222; VI: 21
Legende, mythe en fantazie, I: 368; III: 135, 136
‘Legenden van de blauwe kust’, III: 93, 101, 122
Een lent van vaerzen, I: 341
Lucrezia, I: 368
Majesteit, II: 465
Met Louis Couperus in Afrika, III: 136
Metamorfoze, I: 345; VI: 21, 263
Nippon, III: 136
Noodlot, VI: 21, 36
De ongelukkige, I: 368; V: 93 n
Oostwaarts, III: 136
Orchideeën, I: 341
Over lichtende drempels, III: 90, 92, 97, 136
Proza, III: 136; IV: 233 (I), 252 (I) |
Psyche, I: 368; II: 465
Reis-impressies, III: 88, 89, 92, 101
Schimmen van schoonheid, I: 368; III: 101, 110, 122, 124, 125
Het snoer der ontferming, III: 136
Spaansch toerisme, III: 101, 121
De stille kracht, III: 473; IV: 113, 232
Uit blanke steden onder blauwe lucht, I: 368; III: 101, 124, 131, 134, 135, 136 (2 vorige deelen)
Van en over alles en iedereen, III: 93, 96, 121, 122, 124, 136, 150 (2 deeltjes C.), 166 x, 171, 175, 181, 189
|
| |
| |
Van en over mijzelf en anderen, III: 90, 93, 96, 110, 120, 121
Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan..., II: 54; III: 110, 461 n; V: 222; VI: 21; VIII: 148
De verliefde ezel, I: 368
‘Les vieux (vieilles) gens’ (vert., ongepubl.), III: 461, 480
Werk van Louis Couperus (bloemlezing door A.J. de Jong en J. Hiegentlich), I: 367 + n; III: 43 + n
De zwaluwen neêrgestreken..., III: 96, 109 |
Couperus-Baud, E.W.J. (1868-1960), II: 465; III: 101; IV: 198 |
Couperus-Bédier de Prairie, Camille Clémentine (1857-1906), V: 86; IX: 233 n |
Courier de Méré, Paul Louis (1772-1825), I: 250-252; III: 418; IV: 268; VI: 197
Conversation chez la comtesse d'Albany à Naples, le mars 1812, I: 250, 251
Lettre à M. Renouard, libraire, sur une tache faite à un manuscript de Florence, I; 251
Lettre à messieurs de l'Académie des inscriptions et belles-lettres, I: 251 Pamphlets politiques et littéraires, I: 251
Pétition aux deux chambres, I: 251 Procès de Paul-Louis, vigneron de la Chavonnière, I: 251 |
Courier dit Dubekart, A.M. (ps., 1839-1885), VI: 420, 441; VII: 49, 50, 53, 243
Feiten van Brata-Yoeda, of Nederlandsch-Indische toestanden, VI: 420 + n, 450; VII: 49, 53 |
Courrier français, Le (periodiek), I: 111 |
Court, J.F.H.A. de la (1894-1976), VII: 152 n, 460 n, 472 n, 473, 474, 476, 477, 507, 516; VIII: 34, 80, 89 + n, 131, 150 + n, 152 + n, 189; IX: 375
Inleiding tot de Nederlandse letterkunde, VIII: 80 + n |
Courteline, Georges (ps., 1858-1929), V: 205 |
Courths-Mahler, Hedwig (1867-1950), VI: 73, 102 |
Courville, Xavier de (geb. 1894) Jomini, ou Le devin de Napoléon, VII: 129, 247, 250 |
Couture, Thomas (1815-1879), VI: 140 Covarrubias, Miguel (1904-1957), VI: 421 |
Cramer, Hendrik (1884-1944), VIII: 107 ‘Korte verhalen’, VIII: 107 + n |
Cramer, Matthys (17e eeuw), VI: 378; VII: 410
D'Indiaense tyfferboom, VI: 378; VII: 400 + n, 404 |
Cramer, Rie (1887-1977), I: 368 + n, V: 110; IX: 231 n
De lachende Cupido, IX: 231 + n
Crébillon, C.P.J. de (1707-1777), V: 204 |
Creepy stories, zie Century of creepy stories, A |
Creixams, Pedro (1893-1965), I: 43, 192, 198 + n, 201, 204; II: 20, 170, 171, 183 n, 213 (portret); IV: 222 + n, 322 + n, 476; VI: 175; VIII: 363, 364
Pont d'Avignon (schilderij), IV: 322, 476; V: 184; VI: 293 |
Crémieux, Benjamin (1888-1944), III: 458, 461, 476 |
Crena de Iongh, D. (1846-1933), V 209 |
Creusesol (ps., zie ook Graafland, I. P.C.), III: 473; IX: 398
Op en om Soekå Sepi, II: 149; IX: 398 |
| |
| |
Crevel, René (1900-1935), VI: 256
Détours, VI: 256 n
Mon corps et moi, VI: 256 n
La mort difficile, VI: 256 + n |
Crevel, Marcus van (1890-1974), IX: 276 n
Adrianus Petit Coclico, IX: + 276 n, 277 + n |
Crime d'Orcival, Le: Gaboriau |
Crime et le châtiment, Le: Dostojevski |
Crisafulli, Henri, IV: 90 n |
Criterion, The (periodiek), V: 297 + n; IX: 110 |
‘Criterion miscellany’ (serie), IX: 110 + n, 112 (boekje) |
‘Criterium’ (periodiek, niet gereal.), III: 173 + n, 176, 183, 197 (Kriterion); IX: 338 |
Criterium (periodiek), VIII: 440, 447 n, 481, 511 + n, 514, 537, 575, 577 + n; IX: 275 |
Criticus B., zie dp, Pseudoniemen |
Critisch bulletin (periodiek), II: 32 n, 38 n, 58, 74-75, 85-87 + n, 93, 105 n, 118, 127, 147-148, 156 + n, 188 + n, 189, 203, 204, 206, 209, 241, 274, 441, 442; III: 57 + n, 64, 138, 163, 165, 278; IV: 82 + n, 182, 183, 187; V: 247 n; VII: 530 |
Critische vlugschriften: Greshoff |
Croce, Benedetto (1866-1952), VII: 288 |
Crofts, Freeman Wills (1879-1957), III: 485; VII: 89 + n |
Croix de Feu, V: 133 + n, 138 (‘vuurkruisen’), 386 n; VI: 77; VIII: 235 |
Crommelynck, Fernand (1888-1970), IV: 445
Chaud etfroid, IX: 156 + n |
Crone, Alfred Eduard (Freddy), VIII: 247 n (familie), 527 + n |
Crone, Ben, VI: 317, 338-340, 351; VIII: 242, 247 n (familie), 291 + n, 293, 294 + n, 527 |
Crone, Bernard B.J.C. (1850-1938), VI: 317, 319-321, 339, 340, 342, 350, 351, 361, 434 (oom), 453, 454; VII: 75 + n, 76, 119, 122-124, 338, 462 n; IX: 222 n, 233 |
Crone, Bernardus Bonifacius (1e helft 19e eeuw), VIII: 346, 401 (foto's) |
Crone, Julius Caesar (Cees), VII: 122; VIII: 247 n (familie) |
Crone-Loonen, Emma Alida Stephanie (geb. 1863-1943?), VI: 317, 319-321, 351, 361, 453, 454; VII: 55 (tante), 76, 119, 122-124, 338, 462; VIII: 247 n (familie), 293, 527; IX: 222 n, 223 |
Cros, Charles (1842-1888), IX: 162 + n
Le coffret de santal, IX: 162 + n |
Crosland, T.W.H. (1865-1924), VII: 260 |
Crucq, K.L., VII: 464 n |
Crullers, Adam Ernst (geb. 1736), VII: 182 + n, 188 |
Crullers, Maria, VII: 182 n |
Cultureele Club, Sociëteit voor Cultureele Samenwerking, III: 52 + n; IV: 469 + n; VI: 19 n; VIII: 192 + n; IX: 276 n |
Curnonsky (ps., 1873-1956), VI: 293 |
Currente calamo: Greshoff |
‘Cydalises, Les’: Nerval |
Cyrano de Bergerac: Rostand |
Cyrus-hotel, zie Hotels |
|
D., VIII: 14 |
D., W. v. (ps., zie ook Heijermans, Herman), II: 492 n |
‘D.H. Lawrence en de erotiek’: dp |
Daalberg, Bruno (ps., zie ook Wacker van Zon, Petrus de), VII: 390,
|
| |
| |
449; VIII: 176, 183, 188 + n, 194, 196, 208 |
De Steenbergsche familie, VII: 378 + n, 379, 392 (sinjo), 400, 441, 442, 449, 496; VIII: 62, 98, 99, 165, 176 |
Daalder, F., VII: 75 n |
Daalderop, VI: 68 n |
Daalen, G.C.E. van (1863-1930), VIII: 170, 368 + n |
Dabit, Eugène (1898-1936), V: 380; VI: 331
L'île, V: 144 + n, 171 |
Dada, II: 427 n |
Daendels, Herman Willem (1762-1818), VII: 170 n, 176 n, 436 |
Daeye, Hippolyte (1873-1952), I: 73 + n; VII: 383 |
Dagblad de nieuwsbron (periodiek), VI: 13 + n |
‘Dagboek van den danser Maitland’: Chasalle |
Dagens, Jean (geb. 1885), IV: 512 + n; V: 10 |
Dageraad, De (periodiek), V: 448 n; VI: 444; VII: 40, 41, 281, 282, 284, 303, 318, 340, 354, 355, 359 |
Dahler, Pieter Frederik (1883-1948), VI: 9 i; VII: 54 + n, 92, 125, 293 |
Daisne, Johan (ps., 1912-1978), VII: 412 n; VIII: 92
‘Engelinnenwijn’, VIII: 92 + n
‘Gezichten die verschuiven...’, VIII: 92 + n
Kernamout, VIII: 92
‘Roos ter vaart’, VIII: 92 + n
‘Stilleven’, VIII: 92 + n |
Dajoh, Marius Ramis (1909-1975), VIII: 178 n, 179, 181, 189; IX: 250 n, 251 n
‘De stem der millioenen’ (ongepubl.), IX: 251 + n |
Daladier, Edouard (1884-1970), IV: 443; V: 146 n; VIII: 177, 293 |
Dale, Johan H. van (1828-1872) Groot woordenboek der Nederlandsche taal, I: 342; II: 414 |
Dalimier, Albert F.M. (1875-1936), IV: 9 i, 417 n |
Dalmeyer, J.C. (Instituut voor zelfontwikkeling in Nederlandsch-Indië), VII: 159 + n; VIII: 393 + n |
Dam, C.F. van (Kees), II: 163 + n, 212, 223, 227; IV: 46 |
Damar-Woelan, IX: 394 + n, 396 n |
Dame bij Solon, zie Willink, Dame in landschap |
Dame de Monsoreau, La: Dumas |
‘Damesportret’, zie dp, ‘Zittingen voor een damesportret’ |
Damme, Bernard, VIII: 442, 446 + n, 476 |
Damsté, Henri Titus (1874-1955), VIII: 482 + n, 501, 504, 525, 574, 583, 590, 592 + n, 593 n; IX: 278 ‘Drie Atjeh-mannen: Snouck Hurgronje-Van Heutsz-Van Daalen’, VIII: 367, 368 + n
‘De legende van de heilige zeven slapers in het Atjèhsch’, VIII: 482, 502 + n
‘Louis Constant Westenenk (3 februari 1872-2 mei 1930)’, VIII: 482 + n
‘Nog iets over de zeven slapers’, VIII: 502 n |
Danckelmann, Sophia von, VIII: 91 + n |
Daniel-Rops, Henry (ps., 1901-1965), II: 58
Le monde sans âme, III: 296-297 + n |
Dankmeijer-Bayer, Ch., V: 86 + n |
Dansarium, zie Leistikov-Collin |
Dante Alighieri (1265-1321), I: 105, 170; V: 182 |
Dantec, Y.-G. le, III: 507 n |
Danton, Georges Jacques (1759-1794), II: 263, 479 |
| |
| |
Darwin, Charles (1809-1882) On the origin of species, VII: 114 |
Datz, Philippe P., II: 58 |
Daudet, Alphonse (1840-1897)
La doulou, III: 511, 514; V: 63
Lettres demon moulin, V: 205
‘Les vieux’, V: 205 |
Daudet, Léon (1867-1942), III: 491 x, 514, 515 x; IV: 107; VII: 233, 235; VIII: 548 n
Mes idées esthétiques, VIII: 304 + 237 n,
La tragique existence de Victor
Hugo, VII: 200-201 + n, 233 |
Daum, Bartholomeus (Bart, 1875-1936), IV: 113 + n |
Daum, Maria, zie Koopman Daum, Maria |
Daum, P.A. (1850-1898, zie ook ps. Maurits), III: 473; IV: 101, 258; V: 30, 118, 124, 207; VI: 202, 207, 329; VII: 408 + n, 412, 413 + n, 421, 434, 435, 438, 443, 444, 469, 483, 48S, 529, 533; VIII: 31, 76, 120, 121, 129, 133, 134, 171, 193, 208 + n, 218, 219 + n, 247, 280, 427; IX: 165, 166, 217, 218 n, 224, 225 + n, 233 + n, 398
De Hogerveidt's (met Estor), IX: 225 + n |
Daumier, Honoré (1808-1879), V: 71; IX: 194 |
Daura, Pedro, I: 104 + n, 109 |
David, Henri, IV: 402 |
Davignon, Henri (1879-1964), IV: 83 |
Davy du Perron, Jacques (1556-1618), IV: 347; IX: 19 + n |
Daye, zie Daeye, Hippolyte |
De l'amour: Stendhal |
‘De la musique avant toute chose’, zie Verlaine, ‘Art poétique’ |
De la révolution de Lénine à la contre-révolution de Staline, VI: 404 |
Debrot, Cola (1902-1981), V: 88, 202, 220, 236, 237, 241, 242, 264, 302 + n, 313, 315, 318, 320, x, 334, 335, 355, 419, 435; VI: 95, 237 n, 249 n, 266 n, 279, 281 n, 296, 297, 322 n, 323, 330, 353, 354, 392; VII: 49, 81, 228, 349, 35 2; VIII: 39 + n, 440, 537, 575, 577; IX: 275
‘Bandoeng-Utrecht-Otrabanda’ (met dp; niet gerealiseerd), VI: 237 n, 299; VII: 222 (boek over Indië)
Bewolkt bestaan, VI: 322 n, 330 (boek); VII: 48 + n
‘Dr. Menno ter Braak’, VII: 333 n
‘In Parijs’, VII: 48 n
Mijn zuster de negerin, V: 201 n, 202, 237, 241, 255, 318, 355, 375, 436 + n; VI: 249 + n, 250, 297, 321, 325, 330, 392; VII: 81 n; IX: 275
‘Op Guadeloupe’, VI: 299 (Echeverria), 322 + n, 330 + n; VII: 48 n
‘Tegenstellingen’, VIII: 537 + n |
Debrot-Reed, Estelle (geb. 1904), VI: 276, 281 + n, 298, 323; VII: 228 + n, 229, 430, 435; VIII: 39 + n, 354, 476
During a silent night, VI: 281 n |
‘December’: Vriamont |
Decker, Jeremias de (1609-1666), VII: 400
‘Aen mijnen broeder op Batavia in Oost-Indiën overleden’, VI: 378; VII: 400, 404
‘Heil en voorspoed aan N. van Oosterwijck...’, VII: 400, 404
‘Uitzang van zijn broer naar Batavia...’, VII: 400, 404 |
Decorte, Bert (geb. 1915), V: 430 ‘De ruiters’, V: 430 + n |
Dedreux-Dorcy, Pierre Joseph (1789-1874), V: II n, 13 n, 14; IX: 145 n |
| |
| |
Deductie voor Jr Onno Zwier van Haren: Haren, O.Z. van |
Deductiën (door Onno Zwier van Haren e.a.), VII: 24 + n, 25, 45-46, 69 |
Deeping, Warwick (1877-1950)
Sorrell en zoon (vert. van Sorrell and son), III: 155 |
‘Défense de la culture’, zie ‘Pour la défense de la culture’ |
Defoe, Daniel (1660?-1731), I: II: 278
The fortunes and misfortunes of Moll Flanders, II: 284 + n
Robinson Crusoë (Ned. vert. van The life and strange and surprising adventures of Robinson Crusoe), VIII: 534, 562
Roxana, or The fortunate mistress, II: 284 + n |
Defresne, August (1893-1961), II: 26, 44, 73, 160, 242 + n, 379 + n, 447; IV: 517, 520; VII: 173 + n; IX: 144 + n, 145
‘De ik-voorstelling en de dichter’, II: 157 + n, 160, 177(?)
‘Zu dem Aufsatz “Hollandische Literatur von E. du Perron”’, IV: 517 + n, 520; V: 19, 26; IX: 143-145 + n, 364 (tekst) |
Degrelle, Léon J.M.I. (geb. 1906), VI: 132 + n, 423 + n |
Degroux, zie Groux, Henry de |
Deirdre en de zonen van Usnach: Roland Holst, A. |
Dekker, Maurits (1896-1962, zie ook ps. Robazki, Boris en Babels, A.), I: 433 n; II: 492; III: 28 (Dekkerij), 50, 60 (?), 114, 234, 368, 376, 402 + n; IV: 87, 355; V: 203, 221, 256, 318, 364, 368; VI: 56, 57, 98, 105, 234-236, 240-244, 258, 274, 492; VII: 298, 363 + n; VIII: 64; IX: 142, 171
‘De electrocutie’, III: 234 + n
Oranje, Historische roman, VI: 274
Reflex, III: 338; IV: 81 + n
‘De papegaai’, V: 201 n, 203, 364 + n, 368, 371, 375, 417; VI: 61, 219
Een schot viel in Parijs..., VIII: 64 n |
Dekobra, Maurice (ps., 1885-1973), II: 197, 418; III: 425; IV: 80; V: 74, 222 |
Delacroix, Eugène (1798-1863), IV: 55; VI: 215 n; VIII: 65 n |
Delannoy, zie Lannoy, Flora de |
Delavigne, J.F.C. (1793-1843), I: 166 + n |
Delbeke, Frans Jozef (1890-1947), VII: 220 n, 223 |
Delen, Ary J.J. (1883-1960), I: 425 + n; II: 308; III: 435, 521; IV: 365, 409; V: 44 |
Delftsche courant (periodiek), IV: 154 (bewijsnummer), 176 n, 183, 188, 190, 318; VIII: 208 |
Delgouffre, Jean E.B.J. (1889-1949), I: 403 + n; II: 295, 404, 421; III: 75 + n, 337; IV: 216 |
Deli-courant, De (periodiek), VIII: 132 n, 575 |
Delmas, Jean, III: 464, 474, 476, 484 (directeur), 488, 490, 499, 500; VI: 10, 79, 445; V: 231 |
Delmat, Paul (1862-1904), III: 214 + n |
Deloney, Thomas (1543?-1600?), I: 244 |
Delteil Joseph (1894-1978), I: 357; II: 428; III: 18 |
Demang v. P.K., zie Wira Koesoema |
Démasqué der schoonheid: ter Braak |
Demasy, Paul (geb. 1884)
Milmort, IV: 358, 370 |
Demedts, André (geb. 1906), IV: 417 n; V: 203, 243; IX: 351
|
| |
| |
‘Dood van een dichter’, V: 203, 243(?) |
Demets, Jean (1895-1944), I: 95 n, 96, 98, 100, 108 |
Den Sji-Choea
Een Chineesch testament (vert. door S. van Praag), VIII: 30 + n |
Denikin, A.I. (1872-1947), IV: 438 + n, 461 |
Denoöl & Steele (uitgeverij), IV: 459 |
Dent, J.M. (uitgeverij), II: 252, 258; VI: 295; VII: 120 |
Departement van Binnenlandsch Bestuur, VI: 417, 422 + n, 453, 458, 477; VII: 428, 439, 483 |
Departement van Justitie, VI: 453, 458, 476-479 (banen), 482 483, 485; VII: 76 |
Departement van Onderwijs en Eeredienst, VII: 227, 317, 459, 461, 485 + n |
‘Der besten het best’ (serie), I: 97 n |
Der clercke cronike van der schole tho Sunte Meerten (periodiek), II: 120, 325, 326 + n |
Der liefde bloesems: Schendel, A.v. |
Dèr Mouw, Johan Andreas, zie Mouw, Johan Andreas Dèr |
Derain, André (1880-1954), VI: 215 n |
‘Derde Nameno, De’: dp |
Derème, Tristan (1889-1941), III: 445
Le poème des chimères étranglées, VIII: 58 |
Derks, Jan (1912-1963)
‘Gewonde harten’, V: 316 n |
Dermenghem, Emile (geb. 1872)
La vie de Ailahomet, I: 332 n |
Dernière apparition de Cerbère, zie Willink, De bank van Philadelphia |
‘Des trois chevaliers et del chainse (chamise)’: Baisieux |
Desbordes, Jean (geb. 1906), I: 277 |
Desbordes-Valmore, Marceline (1786-1859), V: 15 |
Descartes, René (1596-1650), IV: 267, 268, 277; VI: 128; VII: 463 |
Desclée de Brouwer (uitgeverij), VI: 76 |
Desmoulins, Camille (1760-1794), II: 259, 262, 263; VI: 373
Correspondance inédite, VI: 373 + n, 417, 435 |
Desnos, Robert (1900-1945), I: 316
‘L'aveugle’, II: 197
Corps et biens, II: 197, 232
‘Le fards des Argonautes’, II: 197 |
‘Detective club, De’ (niet gerealiseerde serie van Stols), VI: 69 + n |
Deterding, Henri (1866-1939), VI: 338 + n |
Deubel, Léon (1879-1913), III: 388 |
Deuteronomium (Bijbelboek), IV: 166 |
Deutsche Erzähler (bloemlezing door H. von Hofmannsthal), V: 206 + n |
Deux Clefs, zie Café's |
Deux Magots, Les, zie Café's, Aux Deux Magots |
Deval, Jacques (ps., 1899-1972)
Prière pour les vivants, IV: 358 + n |
Deventer, Conrad Theodor van (1857-1915), VI: 326, 340 n; VII: 174, 273 n, 279, 294 + n
‘Een eereschuld’, VI: 326 (prediking), 340 n; VII: 174 |
Deventer JSzn, Salomon van (1816-1891, zie ook ps. Moestaël)
‘Het kerkhof te Batavia’, VIII: 196 |
Dewever, R., IV: 19, 23-26, 29, 34, 35, 52 (tabellions), 69-71, 84-86, 136, 137, 145, 169, 172, 173, 223, 226, 295, 297, 306, 328, 331, 332 x, 335, 337, 338, 357, 364, 368, 380, 411, 424, 427, 434, 435,
|
| |
| |
437, 444, 447, 453, 454; V: 310 |
Deyssel, Lodewijk van (ps., 1864- 1952), I: 350, 362; II: 47, 149, 303, 452; III: 20, 132, 473; IV: 141, 232, 258, 259, 267; V: 41, 79 n, 119, 124, 212; VI: 84; VII: 1 97, 244; VIII: 178, 259, 260, 267, 285, 292-293, 296, 303, 304, 316, 339, 346, 347, 357, 360, 414, 463 + n, 509, 515 + n, 548; IX: 101 n, 143
Gedenkschriften, II: 47; IV: 267 (mémoires)
De kleine republiek, IV: 259; V: 174; VIII: 303, 304, 310, 356, 360
Kritieken (Verz. werken IV), II: 50; IX: 121
Een liefde, IV: 259; VI: 84
‘Porselein’, VIII: 339 + n
Proza gedichten (Verz. werken III), II: 243, 273
‘Romans van Maurits’, IV: 258 + n, 259, 267 (stukkie); V: 119 (vergist)
Uit het leven van Frank Rozelaar, II: 225, 243, 271-273, 284; III: 102; VII: 222 n, 255
Verzamelde opstellen, IV: 258 n, 267 n; VIII: 339 n |
Deze week (periodiek), I: 425-427 + n |
Dialogue d'Eleuthère: Benda |
Dialogues des morts: Fontenelle |
‘Dialoog over het detective-verhaal’: dp |
‘Dichten over den dood’: Marsman |
Dichter en maatschappij (bloemlezing door J.W. van Dijk), VII: 508 n, 526 |
Dichters der contra-reformatie (bloemlezing door A. van Duinkerken), IV: 73 n, 219 n |
Dichters van dezen tijd (bloemlezing door J. Greshoff), VIII: 129 + n, 221, 507 |
Dichters van 't Fonteintje, De (bloemlezing door J. van Nijlen), II: 53 + n, 79, 81, 97 |
Dichterschap en werkelijkheid: Leeuwen, W.L.M.E. van |
Dichtung und Wahrheit: Goethe |
Dichtwerken, zie Bogaert, De gedichten |
Dickens, Charles (1812-1870), V: 65, 404; VI: 338 |
Dickinson, Emily (1830-1886), III: 519; IV: 79, 163
Gedichten (vert. door S. Vestdijk), IX: 255 + n |
Dictionnaire philosophique, zie Bayle, Dictionnaire historique et critique |
Diderot, Denis (1713-1784), I: 161, 163; III: 447, 510, 511, 512, 514; IV: 169, 278, 286, 307, 331, 332, 336, 380, 381 n, 397; V: 162, 204, 392; VI: 333, 462; VII: 197, 304, 436 + n, 437, 468; VIII: 505, 533, 547; IX: 245
‘Ceci n'est pas un conte’, V: 204 Le fils naturel, ou Les épreuves de la vertu, I: 161
Jacques le fataliste et son maître, I: 162
Le neveu de Rameau, I: 161; V: 204; VIII: 58
La religieuse, V: 204; VIII: 58
Le rêve d'Alembert, I: 162
Supplément au voyage de Bougainville, I: 162
Voyage de Hollande, VII: 436 n |
Diepenbrock, Alphons J.M. (1862-1921), I: 432 |
Diepenhorst, P.A. (1879-1953), VIII: 442 n
‘Multatuli en de koloniale politiek’, VIII: 442, 452 (brochures), 472 (pak) |
Dietrich (boekhandel te Brussel), I: 217 |
Dietrich, Marlene (geb. 1901), III: 34, 271; IV: 221, 361 |
| |
| |
Diffelen, R.W. van (geb. 1902), VIII: 379 + n |
Digters uit Suid-Afrika (bloemlezing door E.C. Pienaar), VIII: 21, 77 |
Dimitrov, Georgi (1882-1949), IV: 402, 459, 473 + n, 497, 507; VI: 323, 326 |
Dinaux, C.J.E. (1898-1980), IX: 110 n |
Dine, S.S. van (ps., 1888-1939), VIII: 218 + n |
Dinger, W.N., I: 95-99 + n, 104 n, 110, 113, 125, 143-156 + n, 158-160, 165-169 + n, 171-173, 176, 178, 180, 186, 187, 189, 191, 192, 194, 198, 199, 201, 202, 204-200, 208-216 + n, 225, 249, 253, 254, 261, 262, 269, 299, 303, 380, 395, 401; II: 284; IX: 23 + n
‘Amoureuse kwadrijnen’, I: 212, 214
‘Bespiegeling’, I: 152, 154, 155, 159, 168 + n, 178 (verzen)
‘Het einde van de ijdele man’, I: 213
‘De insektooloog in bed’, I: 213
‘Kwadrijnen’ (‘Kwatrijnen’), I: 152, 154 (gedichten), 155 + n, 159, 160, 168 + n, 169, 178, 180, 186
‘Het noodlot’, I: 213 n
‘Portretstudie’, I: 213 n
‘Pro(o)gram’, I: 152, 153, 154, 155, 159, 168 + n, 178 (verzen)
‘Stippellijntje: een onvolledige kroniek’, I: 213-215 + n |
Dingtaal: Gomperts |
Dipo Negoro (± 1785-1855), III: 443; VII: 420 + n |
Dishoeck, C.A.J. van (uitgeverij), I: 224; II: 130, 131, 220, 328, 383; III: 42, 519; IV: 87; V: 202; VII: 67 n |
Disjecta membra: Roland Holst, A. |
Disque vert, Le (periodiek), I: 70, 225 n; IV: 89, 90 + n; V: 12, 17, 181 n; VI: 137 + n, 138 |
Disraeli, Benjamin (1804-1881), VII: 43 |
Distelvinck, De, I: 60 + n, 117, 151; IX: 19 |
Divan, Le (periodiek), III: 354, 466; IX: 89 |
Divan, Le (uitgeverij), IV: 256; VI: 264; VIII: 402 |
Divan d'amour du Chérif Soliman, Le: Sulaiman |
Dix, Otto (1891-1969), IV: 198 |
Djajadiningrat, Pangeran Aria Achmad (1877-1943)
Herinneringen, VI: 372-373 + n, 387, 432, 435, 479, 495 (besprekingen); VII: 21, 135, 159, 236, 241, 491; IX: 398 |
Djåwå (periodiek), IX: 399-405 + n |
Djoegasjwili, zie Stalin |
Djojopoespito, Soegondo (1905-1978), VIII: 95, 100, 111, 117, 151, 245, 257, 287 n, 392 + n, 461 ‘Soeroto's Indonesiër’, VIII: 32 n, 137, 151 |
Djojopoespito, Soewarsih (Tjitjih, 1912-1977), VIII: 100, 117, 245, 257, 287 n, 289-291, 392, 461, 483, 502, 589, 590
Buiten het gareel, Indonesische roman, VIII: 223 + n, 232, 245, 287 n, 289, 290 + n, 392, 408, 461 (ms.), 482, 483, 485, 487, 502-505, 521, 557 + n, 558, 589 + n, 590, 593; IX: 270 |
Dmitri Roudine: Toergenjev |
Document sur l'impuissance d'aimer, Un: Tinan |
Döblin, Alfred (1878-1957), III: 299, 376; IV: 465; IX: 44, 101 n, 142
Berlin Alexanderplatz, Die Geschichte vom Franz Biberkopf, II: 368 + n,369 |
| |
| |
Doesburg, Theo van (ps., 1883-1931, zie ook ps. Bonset, I.K.), I: 151 n |
Doff, Neel (1858-1942), I: 225 n, 233 + n, 302, 351; II: 54, 6r; III: 193, 377 n, 480; IV: 90 n, 214, 216 |
‘Doktersboek’, zie Bouquet poëtique des médecins, etc. |
Dollfuss, Engelbert (1892-1934), IV: 450 n, 455, 456; V: 82 + n |
Dom-prijs voor poëzie, I: 399; II: 438 n |
Dom-prijs voor proza, II: 84, 85 n |
Domburg, A. van (1895-1983, zie ook ps. Close-up), III: 64 n |
Dôme, Le, zie Café's |
Domela, Harry (ps. Victor Zsajka, geb. 1904), I: 437; VIII: 573 + n, 574
Van paria tot prins van Pruisen (vert. van Der falsche Prinz), I: 437; VIII: 573 n |
Domela Nieuwenhuis, F. (1846-1919)
‘S.E.W. Roorda van Eysinga (8 Augustus 1825-23 Oktober 1887)’, VIII: 218 + n |
Domineesland, zie ter Braak, Afscheid van domineesland |
Dominicus, F.C. (1884-1976), VII: II |
Dominique: Fromentin |
Dommelen, Caroline van (1874-1957)
Vóór alles moeder, V: 134 n |
Dompierre de Chauffepié, H.J. de, VIII: 293 + n |
Don Juan: Byron |
Don Pablo, zie Quevedo y Villegas, Pablo de Ségovie, El gran Tacanño |
Don Quichotte, pers. uit Cervantes, Don Quichotte, zie aldaar |
Don Ramire, zie Rodriguez Larreta, La gloire de don Ramire |
Don Segundo Sombra: Güiraldes, R. |
Doncker, Ko, I: 379 + n; II: 161, 164 (dien anderen man) |
Dongen, Kees van (1877-1968), I: 433 n |
Donker, Anthonie (ps., zie ook Donkersloot, Nicolaas A.), I: 31 i, 296 n, 327, 329, 343 n, 344 n, 348 + n, 359 n, 366 n, 367, 389, 391-393, 404, 416, 417, 438, 445; II: 7 i, 10 n, 24 + n, 26, 32, 33 x, 37-39, 47, 58, 63, 73, 74 x, 80-82 + n, 85 + n, 89, 91 n, 94, 105 + n, 111, 118 + n, 120, 127, 128, 148, 156 n, 189 n, 203-207, 216, 254, 265-267, 271, 276, 278 (Sloot), 282, 299 + n, 304, 308 + n, 314, 318, 328 n, 356, 368 n, 369,391 n, 398, 413, 442, 443, 450, 487 + n; III: 17, 18, 20, 33, 48-52 + n, 81, 82, 104 + n, 105, 108, 113, 143, 146, 150, 159 n, 161, 163, 167, 171 n, 198 n, 278 + n, 281, 299, 302, 313 + n, 315, 35I, 371 + n, 424 + n, 427, 431 + n, 433, 434 + n, 436, 437, 442, 451, 454, 466, 467, 477, 503; IV: 41, 82, 122, 145, 182 n, 201, 203, 269, 270, 315, 347, 360, 428, 466; V: 28, 136, 173, 208, 249 + n, 326, 348, 441, 449 + n; VI: 56, 57, 98 + n, 115, 166 n, 170, 175, 176, 200, 278; VII: 32, 42 + n, 58, 160 n, 201 + n, 206, 444 n, 445, 526, 530; VIII: 182, 214, 215, 436, 438, 456, 481, 494, 519, 520; IX: 43, 49, 78
Acheron, I: 296, 348, 354; V: 441
‘Antwoord’, III: 48 + n
‘Antwoord aan Jef Last’, III: 48 + n
‘Een beschuldiging in romanvorm’, IV: 304 + n
‘Een bloemlezing uit Couperus’ werk’, I: 367, 389, 393
‘Critisch curiosum’, II: 92 (Antwoord), 118 + n, 127; IV: 82 + n
|
| |
| |
‘Davos’, II: 190
‘De dichter Marsman’, II: 211 + n
‘Dolk en knoet’ (ongepubl.), I: 366
De draad van Ariadne, II: 450 n, 474 n; V: 441
‘De eerste verzen van A. Roland Holst, Een belangrijke herdruk’, II: 85
Fausten en faunen, II: 304, 340, 350; III: 186
‘Geen ridder gaat...’, II: 207 (tekst)
Grenzen, I: 296, 348 + n, 354; III: 17 n; V: 441
‘Het instinct schrijft’, IV: 419 + n
‘Jeugdpoëzie, De laatste oproep’, I: 362
‘Jong gestorven dichters’, I: 329 n
‘Jong katholiek? Neen, Sine nomine’, II: 391 + n, 412
‘Kameraad’, I: 365
‘Kritici in het koffyhuis’, II: 203 + n, 204, 206, 209 (manifestatie), 210, 211, 282
Kruistochten, I: 367 + n, 399 n; II: 190; V: 441
‘De laatste vrijen’, VIII: 438 + n
‘Madonna’, I: 365
‘Het mannetje in de maan, Een droefgeestige arlequinade’, II: 190 + n
‘Marsman als criticus’, I: 327 n
‘Men of one poem’ (bloemlezing, ongepubl.): zie aldaar
‘Een minderwaardig schrijfsel’, IV: 182 + n, 183, 187, 188, 203
‘Naschrift’, II: 469 + n
‘Noodschoten van een franc-ti-reur’, II: 189 + n, 265-267 + n, 271 (Donker's stukje), 273 + n, 274, 276; V: 173 + n
‘Nijhoff's Vliegende Hollander, Een veronachtzaamde sage’, II: 413 + n
‘Om den nieuwen roman...’, III: 159 + n, 163 (documenten)
‘Paradise lost’, I: 348
Penibel journaal, VII: 200, 201 + n, 229
‘Poppaea Sabina’, I: 354
‘Revolutionnaire poëzie’, II: 487 + n; III: 33, 48 n, 50
‘Roel Houwink’, II: 24 (stuk van den tweede over den eerste)
Schaduw der bergen, I: 355 + n, 365; V: 326; VI: 166-168 + n, 175, 182
De schichtige Pegasus, III: 323, 423, 427, 431, 432, 477 + n, 493 n; VI: 80 (bundel essays); VIII: 68, 103
‘Such is life in China, of: Het démasqué van den anti-burger’, III: 424 n
Ter zake, III: 431, 432 + n, 434 n, 451 + n, 477 n
‘Twee vrienden’, I: 365
‘De zwarte Pieten’, I: 372, 379 |
Donkere bloed, Het, zie Zielens, Het duistere bloed |
Donkersloot, familie, I: 343 + n |
Donkersloot, Jo M., III: 35, 41, 143-144, 152, 478, 479 + n, 483; IV: 10, 11 |
Donkersloot, Nicolaas A. (1902-1965, zie ook ps. Donker, Anthonie), I: 296 n, 308 n, 343 n, 367 n, 378 (jou), 384 n, 388-390 + n, 392, 397 n, 404, 446 n; II: 7 i, 10 + n, 32 n, 33, 89, 90, 93, 94 + n, 96, 148, 204 n, 232, 241-242; III: 107, 153, 163, 236 n, 483, 493 + n; VI: III + n, 113, 169 + n, 181, 182, 356 n; VII: 310 n; VIII: 344 + n, 481, 510; IX: 75
De episode van de vernieuwing onzer poëzie (1880-1894), I: 388 n, 389, 397 (je boek), 399 |
| |
| |
Donkersloot-Magnani, Martha, I: 446 + n; II: 10, 47, 94; IV: 145 |
Dood, Cornelis de (1892-1965), I: 144, 145, 15 + n
De benevelden, I: 211 n, 212 (bespreking), 216 |
‘Dood der courtisane, De’, zie Chasalle, ‘Florence’ |
Dood van Angèle Degroux, De: Marsman |
‘Dood van Aspasia Citroen, De’: Chasalle |
‘Dood van Dutrou Bornier, De’: Slauerhoff |
Dood van Iwan Iljitsj, De: Tolstoj |
Doodeheefver, Iris, zie Zeilinga-Doodeheefver, P.J. |
Doolaard, A. den (ps., zie ook Spoelstra, C.J.G.), I: 285 + n, 359, 378, 381, 392, 398, 446; II: 9, 23, 33, 48, 58, 62, 82, 96, 132, 189, 268, 283, 305, 342, 407, 459; III: 18, 143, 168, 171 n, 317 n, 318, 418 n, 424 n, 425, 441, 445; IV: 209, 228, 355, 429 n, 450; V: 16, 60 + n, 65, 78 + n, 79, 108, 138, 196 + n, 201, 202, 209 + n, 221, 222, 255, 256, 319, 449 n; VI: 56, 57, 248, 372, 387; VII: 156, 222, 254, 287, 342, 352, 396; VIII: 317-319; IX: 30 x
‘De ballade der dry-gin-drinkers’, I: 332 (2e); IX: 29 + n, 30 x
‘Ballade du jeune marin’, II: 407 n
‘De ballade van den onbekenden soldaat’, I: 332 (4e)
De druivenplukkers, III: 234; V: 16, 202, 222
‘H. Marsman’, III: 94-95 + n; IV: 140 + n (= 154), 154 (= 140 + n)
‘De herberg met het hoefijzer’, IV: 450 n, 466; V: 60 n, 75 (Malissoren)
‘Hyperion’, IX: 30 + n
De laatste ronde, I: 438, 443, 445, 446 x; II: 23, 26, 189 n, 268 + n, 342; III: 143 n, 234
‘Ogaru der Räuber’, V: 201 + n
Oriënt express, V: 68, 75, 175, 196 + n, 20, + n, 221, 222
‘De schapen’, V: 201 n, 351, 364, 371, 375; VI: 23, 61, 219
Van vrijheid en dood, V: 449 + n
De verliefde betonwerker, IX: 30
Vier balladen, I: 332; IX: 29 n, 30
De wilde vaart, I: 332; IX: 30
‘Het witte konijn van de Buet’, II: 342, 343 |
‘Dooliade’, Zie dp, ‘Het razende moderne tempo’ |
Doorman, Alicia, V: 330 |
Doorman, Christine, I: 368 n |
Dorian Gray, zie Wilde, The picture of Dorian Gray |
Dorp, Van (uitgeverij), IX: 406 |
Dorp aan de rivier: Coolen |
Dorrius, zie Café's |
Dorval, Marie (1798-1849), IV: 517 + n, 521 |
Dos Passos, John (1896-1970), III: 18, 376; IV: 465; IX: 142
Manhattan Transfer, II: 62 |
Dossier confidentiel: Guilloux |
Dostojevskaja, A.G. (1846-1918)
Die Lebenserinnerungen der Gattin
Dostojewskis (vert.), III: 100, 101 n |
Dostojevski, Aimée (1869-1926)
F.M. Dostoiewsky, door zijn dochter (vert.), III: 100, 101 n |
Dostojevski, F.M. (1821-1881), I: 70, 267, 294, 300, 327, 356; II: 201, 447; III: 47, 50, 61, 100, 152, 234, 339, 381, 402, 420, 429; IV: 80; V: 65, 74, 121, 313; VI: 33, 34, 45, 67, 73, 241; VII: 295; VIII: 424; IX: 35,, 363
Le crime et le châtiment (vert.), III: 203
|
| |
| |
Demonen (vert.), III: 156 + n; V: 74 n
Les frères Karamazov (vert.), II: 227
De gebroeders Karamazov (vert.), III: 402; IX: 363
L'idiot (vert.), II: 227, 230, 241
De jongeling (vert.), III: 402
Mémoires écrits dans une souterrain (vert.), III: 437
Memoires uit het souterrain (vert.), III: 402
Njetotsjka Njezvanova (vert.), III: 402
Les possédés (vert.), II: 227
Schuld en boete (vert.), IV: 80
(Raskolnikov); VI: 33; VIII: 219
(Raskolnikov)
Souvenirs de la maison des morts (vert.), III: 437
De speler (vert.), III: 402
De vreemde vrouw en de man onder 't bed (vert.), I: 126, 164
Witte nachten (vert.), IV: 257
De zachtmoedige (vert.), II: 95 + III: 402; IV: 257; V: 204 |
Dostojevski, Een essay: Coster |
Double méprise, La: Mérimée |
Douglas, Alfred Bruce (1870-1945), I: 259, 323, 419; II: 354; III: 120; IV: 91; VII: 256 n, 260
Autobiography, I: 417, 424; II: 25; VII: 260 + n
‘A ballad of hate’, I: 253
Collected poems, I: 252, 253, 259 + n, 419
‘De profundis’, I: 253
‘Hymn to physical beauty’, I: 253
‘In an AEgian port’, I: 253
‘In Basildon wood’, I: 253
‘In praise of shame’, I: 253
‘Lust and hypocrisy’, I: 253
Oscar Wilde and myself, VII: (boek van n.b. Crosland)
Poems. Poèmes, I: 252 (Douglas' gedichten), 254 (boek)
‘Prince Charming’, I: 253
‘Rondeau’, I: 253
‘Sicilian love-song’, I: 253
‘St. Martin's summer’, I: 253
‘Two loves' I: 253
Two loves and other poems, I: 252-254 (uitgaafje, plaquette), 260, 417 (drukproeven), 419 (proeven) |
Doulou, La: Daudet, A. |
Doumer, Paul (1857-1932)
Livre de mes fils, III: 383; IX: 86 n, 87 |
Doumergue, Gaston (1863-1937), IV: 443 + n, 444 n; V: 146 n; IX: 365 |
Douwes Dekker, Auguste H.E. (1850-1924), VI: 375 n, 392, 407, 464; VIII: 340 (vader), 341 (zoon) |
Douwes Dekker, Eduard (1820-1887, zie ook ps. Multatuli)
‘Afscheidsgroet aan P.G. te Winkel’, VIII: 420 + n, 542
‘Nieuwjaar, 1845’, VII: 85 |
Douwes Dekker, Engel (1787-1850), VIII: 542 n, 543 |
Douwes Dekker, Ernest F.E. (D.D., 1879-1950, zie ook ps. Hautour, Marc d'), VI: 9 i, 347, 352, 354 + n, 371, 375 n, 386, 391 x, 407, 408 + n, 412, 419, 422, 423, 427, 429, 433, 438, 440, 443 n, 448, 456, 462-465, 468, 472, 473, 475-477, 480 x, 481, 486-488; VII: 33 + n, 50, 51, 70, 72, 84, 92, 93, 102, 112, 136, 184, 209, 217, 230, 248, 252, 263, 264, 271, 366, 393, 413, 414 n, 434, 435, 452, 463, 485, 492 n, 498, 524, 533, 537 + n; VIII: 23, 26 + n, 32, 47, 172, 173, 181, 253 n, 254, 257 + n, 288, 393 + n, 429, 5 1 7, 575; IX: 236, 405 n
Het boek van Siman den Javaan, VI: 443 n, 476; VII: 50, 51, 249 +
|
| |
| |
n; VIII: 23, 35, 47, 74, z64 + n, 348, 517; IX: 399, 406 n
‘Mémoires’ (ongepubl.), VI: 419 + n, 438, 440, 448, 480 x, 481, 487, 488; VII: 33, 72, 393, 413, 414 (copy), 434, 435, 452, 463, 485, 492-493
‘Een merkwaardig regeeringsbesluit’, VII: 94 + n
Gods geboorte, VIII: 23
‘Uit de mémoires van Dr. E.F.E. Douwes Dekker, Mijn ontmoeting met Soetomo’, VII: 492 + n, 493, 498; VIII: 26 (stuk)
Vluchtig overzicht van de geschiedenis van Indonesië, VI: 412 (boekje) |
Douwes Dekker, Guido M.G. (1883-1959), VI: 9 i, 375 n, 383, 384, 427 n, 429 n, 443-445 + n, 450 n, 455 n, 456 n; VII: 54 n, 232 n, 365 n, 366 n, 385 n; VIII: 171, 340, 341, 550, 572 |
Douwes Dekker, Hugo Charles (1863-1940), VIII: 371 + n, 572 |
Douwes Dekker, Jan (1816-1864), VI: 375 n, 376, 443 n; VIII: 340, 341, 357 |
Douwes Dekker, Niels Alexander (geb. 1911), VI: 429 + n, 450 n, 455 + n, 486; VII: 264, 274, 367 |
Douwes Dekker, Nonnie, zie Bassani-Douwes Dekker, Everdine |
Douwes Dekker, P.J.C.E. (Edu, 1854-1930), VI: 469, 479, 494, 496 + n; VII: II, 12, 92 n, 179 + n, 459, 496; VIII: 256, 258, 359, 388 n, 403, 404 n, 405 + n, 410-414 + n, 416, 419, 423, 424 + n, 430, 444, 44 6, 451, 468, 469, 474, 539, 547 + n; IX: 383
Kermispret, VIII: 442, 452 (brochures), 472 (pak) |
Douwes Dekker-Deye, Clara Charlotte (geb. 1885), VI: 462 (schoonzuster) |
Douwes Dekker-Hamminck Schepel, Maria F.C. (Mimi, 1840-1930. zie ook ps. Heloïze), IV: 456 n; VI: 118 n, 376 + n, 384 + n, 392, 406, 407, 427, 444, 456 n, 464, 469, 479; VII: 18 n, 41, 85, 281, 282, 284, 354, 358, 388, 481, 527 + n; VIII: 265, 270 + n, 280, 329-331 + 11, 371, 403 + n, 409, 410, 424, 445, 469, 474, 478, 491 + n, 500, 501, 542, 547 + n, 562 + n, 573 + n, 577, 606 |
Douwes Dekker-Klein, Sietske E. (1782-1846), VIII: 542 + n, 543 |
Douwes Dekker-Post van Leggeloo, Annetta G. (1870-1962), VII: 92; VIII: 252 n, 256, 359, 368, 400, 401, 404-406 + n, 409-417 + n, 419, 424, 426, 429, 430 + n, 445, 449, 451, 452, 462, 469, 470, 477, 505, 510, 516, 518, 539, 540, 547-549 + n, 572, 576, 603; IX: 258, 383
‘Open brief aan Dr. Julius Pée’, VIII: 404 n
De waarheid over Multatuli en zijn gezin, VIII: 252 + n, 253, 256, 258, 359, 382 n, 388 + n, 400, 401, 403-406 + n, 408-417 + n, 419 + n, 420, 423-426, 429, 430 n, 445, 451, 452, 457 + n, 462 + n, 467-470, 477, 505, 510, 512 n, 513, 515, 516 n, 518, 519 n, 539, 540, 547 + n, 549, 603; IX: 258, 383 |
Douwes Dekker-van Wijnbergen, Everdina Huberta (Tine, 1819- 1874), VI: 473 + n; VII: 358, 481, 496; VIII: 230 n, 269, 340, 380, 404, 409 + n, 410, 431, 469, 5 84 Tine, brieven..., VIII: 410 n, 429, 469 + n |
‘Douwes Dekker, De man van Lebak, Twee boeken over Multatuli’, VII: 214 + n, 230, 248, 264 + n |
| |
| |
Douwes Dekker en Multatuli: ter Braak |
Dowson, Ernest (1867-1900)
The poems, V: 110 |
Doyle, Arthur Conan (1859-1930), I: 152; II: 124, 285 n; III: 138, 379, 382; V: 251, 398
The Croxley master, II: 343
Danger! and other stories, II: 74, 175
Exploits of Brigadier Gérard, III: 382 + n |
Gérard, Brigadier (pers. uit verhalen), II: 388, 389
Holmes, Sherlock (pers. uit verhalen), I: 152; II: 124, 127; III: 235, 379, 440, 443, 449, 459, 487, 493, 508; IV: 120; VI: 459, 483; IX: 18
De hond van de Baskervilles (vert. van The hound of the Baskervilles), II: 124; VII: 175
The hound of the Baskervilles, VI: 153
The valley of fear, VII: 130
Watson, Dr. (pers. uit verhalen), III: 440, 443, 449 |
Doyon (uitgeverij), I: 176 |
Dozy, G.J. (1841-1911), VII: 69 |
Dr. Dumay verliest...: ter Braak |
Dr. Jekyll & Mr. Hyde, zie Stevenson, Het vreemde geval van Dr. Jekyll en de heer Hyde |
‘Dr. Pée pro Multatuli’: dp, ‘Multatuli's naleven- |
Draayer-de Haas, Albertine Hendrika (geb. 1875), III: 188 x |
‘Drama van Huize-aan-Zee, Het’: dp |
Dreiser, Theodore (1871-1945), VI: 241 |
Drewes, G.W.J. (geb. 1899)
‘Wat leest de Indonesiër?’, VIII: 501 + n |
Dreyfus, Alfred (1859-1935), III: 382 n |
Drie gebroeders, De: Coolen |
‘Drie kleine doodenmarschen’: Chasalle |
Drie op één perron: den Brabander; van Hattum; Hoornik |
Driehoek, De (periodiek), I: 30 i, 38 n, 45 + n, 46-53 + n, 55-57 + n, 59-62 + n, 64, 66, 67 + n, 70 + n, 71, 73, 74, 77 + n, 81, 247, 328, 437,439 (Δ 2); IV: 181; VIII: 365; IX: 21, 327 |
Driehoek, De (uitgeverij), I: 30 i, 36 n, 39, 45 n, 56, 80, 82 n, 201; II: 287; V: 203, 290; VIII: 364, 365 |
‘Driehoek-cahiers’ zie ‘Cahiers van De Driehoek’ |
Drieu la Rochelle, Pierre (1893-1945), III: 454, 457, 508; IV: 156, 166-168, 251; V: 40
La comédie de Charleroi, V: 40
Drôle de voyage, IV: 167, 168 + n, 192 + n, 251 (Gille)
État civil, III: 429 |
L'Europe contre les patries, IV: 167
Une femme á sa fenêtre, IV: 166-168 + n
L'homme couvert de femmes, IV: 167, 251 (Gille)
Le jeune Européen, III: 454, 457, 520 (twee boeken); IV: 167
‘Music-Hall’, III: 454 |
Drift en bezinning: v. Leeuwen |
Drion, F.J.W. (1874-1948), VIII: 374 + n |
Droogleever Fortuyn, L. (geb. 1878), VI: 78, 90 |
Droogstoppel, pers. uit Multatuli, Max Havelaar, zie aldaar |
‘Droom, De’: Raedt-de Canter |
Drost, Aernout (1810-1834)
Hermingard van de Eikenterpen, VIII: 507, 524 n
De pestilentie te Katwijk, II: 71 + n, 74 |
| |
| |
Drost, J.L., VIII: 50 (hulpoff.), 74 + n |
Druivenplukkers, De: den Doolaard |
Drumont, Edouard (1844-1917), III: 382 + n
La France juive, III: 382 n |
‘Drijfzand’: Marsman |
‘Dsjengis’: Slauerhoff |
Dsjoegasjwili, zie Stalin |
Du Four de la Crespelière, Jacques (1625-1680), VI: 130, 131 n, 154 Énigme’, VI: 130, 131 n, 154; VIII: 204 |
‘Du Perron over Potgieter en Multatuli’, IX: 89 + n |
Du Plessys, Maurice ( 1864-1924), IX: 261 n |
Dubbel vrouwenportret: Willink |
Dubliners: Joyce |
Dubois, Pierre H. (geb. 1917), V: 304 n; VII: 286 II, 425 n, 500, 501 n, 531; VIII: 76, 122, 164, 200 n, 302 n, 306, 360 n, 364 n, 400, 424, 476, 507, 514 + n, 537 n
‘De Amsterdamsche School’, VIII: 307 + n
‘De fictie van het dogma’, VIII: 537 + n
‘Herinnering’, VIII: 307 + n;
‘J. Greshoff en de poëzie’, VIII: 76 + n
‘De mislukte wraak’ (ongepubl.), VIII: 380 + n, 537
‘Over den schilder A.C. Willink’, VIII: 576 + n
‘Over Marsman’, VIII: 307 + n
‘Een persoonlijk denker’, VIII: 76 n
‘Schijn en wezen’, VIII: 307 + n
‘Venus in het Vaticaan’ (ongepubl.), VIII: 577 + n |
Duboux, Julia E.E.P., I: 34 n, 136, 255 + n |
Duboux, Oscar, I: 34 n, 37, 136; III: 172; VIII: 363 |
Duce, zie Mussolini, Benito |
Ducis, Jean-Louis, V: 12 n |
‘Duel der oude generaals, Het’: Chasalle |
Duell, Johnny, VI: 320 + n; VII: 123 |
Dufay, Pierre (1864-1944), I: 359 + n, 396 |
Dufy, Raoul (1877-1953), IV: 114 |
Duhamel, Georges (1884-1966), I: 357; IV: 459; VIII: 436, 437, 443, 453-456 + n; IX: 36 + n
Mémorial de la guerre blanche, VIII: 346 + n
La pierre d'Horeb, VIII: 455 |
Duinkerken, Anton van (ps., 1903- 1968), II: 48, 51, 82, 85 n, 91, 192, 391, 438, 483, 484; III: 52, 87, 107, 298 + n, 313 + n, 322 + n, 338, 351, 352, 383 + n, 495; IV: 73, 175, 181 + n, 183, 188, 203, 219 + n, 270, 315, 322 n, 407, 428, 449, 506, 513; V: 11, 26 n, 27 + n, 39, 43 + n, 44, 60 + n, 61 + n, 65, 78, 136, 151, 164, 259, 260, 264, 292, 316, 348 + n, 350-353 (bolle Ton), 446, 448; VI: 21, 49 + n, 56, 57, 75, 196 + n, 302, 43 2 + n, 462; VII: 254, 287, 289, 290; VIII: 209 + n, 425, 426, 441 + n, 445, 450 + n, 451, 456, 457, 462, 466-468 + n, 489, 518, 519 + n, 537, 549; IX: 65 n, 66 n, 78, 181-183, 185
Dichters der contra-reformatie (bloemlezing): zie aldaar ‘“Forum” gaat verdwijnen, Welkom afscheid’, V: 446 + n; VI: 302 (lezing); VIII: 441 + n, IX: 180 x + n, 182 + n
‘Forum of areopaag’, IV: 428 + n
Hedendaagsche ketterijen, II: 192 + n
‘Katholiek of sine nomine’, II: 391 + n, 469 n
|
| |
| |
‘De keuze’, VIII: 441 + n ‘Marsman over Ter Braak’, VIII: 209 + n
‘Multatuli als huisvader’. VIII: 424-426 + n, 441, 445
‘Een Multatuli-boek’, VI: 462 + n
‘Naschrift’, VIII: 426 n, 445, 451, 462, 603 (tekst)
‘Neocynisme’, III: 298 + n, 400 + n
‘De nieuwe élite’, VIII: 456 + n, 457
Onder God's ogen, II: 79
‘Onder het teeken van den schorpioen’, V: 259 + n, 260
‘Provincie of Europa’, III: 322 + n, 326 n
De ravenzwarte, II 409, 438
‘Triomf der puberteit’, III: 494, 495 + n
Twintig tijdgenoten, Nederlandsch proza na 1930, V: 26 n, 148 + n
‘W.L.M.E. van Leeuwen, Iemand die zelfdenkt’, VI: 196 + n
‘100-dag’ (rubriek in De telegraaf), IV: 507 + n |
Duizend-en-één-nacht, I: 399 n
Duizend-en-eenige hoofdstukken over specialiteiten: Multatuli |
Dujardin, Edouard (1861-1949), I: 415; VII: 397
Les lauriers sant coupés, I: 415 |
Dumas (père), Alexandre (1802-1870), IV: 276; V: 287; VII: 238
La dame de Monsoreau, II: 181
Les trois mousquetaires, I: 170; II: 181, 224; IV: 120; VII: 238, 450
Le vicomte de Bragelonne, VII: 238 |
Dumonceau de Bergendal, graaf, I: 90 n, 369 n |
Dumonceau de Bergendal, gravin, I: 127, 136, 369 + n |
Dumont-Wilden, L. (geb. 1875)
La vie de Charles Joseph de Ligne, I: 207 + n, 215 |
Dun & Co., firma R.G., IX: 49 + n |
Duncan, Isadora (1878-1927), V: 63; VI: 163; VII: 506 |
Duque, S., VI: 311 (juwelier), 342 |
Duranty, Louis Emile Edmond (1833-1880), III: 156; V: 133, 205, 208
La cause du beau Guillaume, III: 156; V: 133; IX: 132 |
Durven, Diederik (1676-1740), VIII: 227 |
‘Dus zullen wij nooit meer dwalen...’, zie dp, ‘Twee liedjes van Byron’ |
Dussen, Aegidius van der, VII: 24 n |
Duunk, W.F. (uitgeverij), III: 71 + n, 77 |
Duyl, Gerrit van (geb. 1888), VII: 161 + n, 166 |
Duymaer van Twist, A.J. (1809-1887), II: 423 n; III: 127, 177; VI: 383, 384, 406, 456 n, 459, 471 (G.G.), 483; VII: 192; VIII: 216, 218, 229, 244, 258, 268, 292, 335, 336, 340, 341, 346-348, 357, 379, 426, 434, 450 (afdrukken), 463, 484 + n, 513, 520, 607 |
‘Duymaer van Twist geeft Multatuli gelijk’: dp |
Duijs, Petronella I.W. (Nelly, geb. 1874), VIII: 374 + n, 436 |
Duysan, Sjef, III: 153 + n, 154 x |
Duyvendak, J.J.L. (1889-1954), V: 358 n, 364 |
‘Dwaas bidt, De’: Leopold, M. |
‘Dwaze bijen’, zie M. Nijhoff, ‘Het lied der dwaze bijen’ |
Dwinger, Edwin Erich (1898-1981)
Zwischen Weiss and Rot, IV: 345 + n |
Dijck, Anthonie van (1599-1641), I: 105 |
| |
| |
Dijk, J.W. van, VII: 508 n
Dichter en maatschappij (bloemlezing): zie aldaar |
Dijk, Titia M. van (geb. 1908) IX: 105 n, 149 n |
Dijkhoffz, M. (boekhandel), VIII: 275 n |
Dijkstra, R.H. (1902-1970), V: 128 + n |
Dzjoegasjwili, zie Stalin |
|
E.M.B. (ps., zie ook Meijer-Brouwer, Elsje), VII: 55 n, 70, 203 + n, 233, 245
‘Twee schilders en een wijsgeer’, VII: 247 + n, 2S9, 270
‘Van eigen en vreemden bodem’, VII: 202 + n, 203 + n, 233 |
‘E. du Perron, Prozaïst en dichter’: Kelk |
‘E. du Perron terug in Nederland’: 's-Gravesande |
‘E. du Perron's groote anti-roman’: Vestdijk |
‘...E poi muori’: dp |
Eastman, Max (1883-1969)
La science de la révolution (vert. van Marx, Lenin and the science of revolution), III: 27 + n |
Ebb-tide, The: Stevenson |
Ebnet, Lajos (geb. 1902,), I: 95 n |
Ecce deus-ecce homo: Merezjkovski |
Échantillons (periodiek), I: 199 |
Eck, R. van
Luctor et emergo, of De geschiedenis der Nederlanders in de Oost-Indische archipel, V: 25 + n, 104 |
Eckeren, Gerard van (ps., zie ook Maurits Esser), I: 128 + n, 304, 337 n, 365; II: 488 + n; III: 408 + n, 485; IV: 79-80, 98 + n, 263-266 + n; VI: 62, 335; VII: 484 + n; VIII: 107 + n, 121 + n, 129, 255 + n; IX: 143 + n, 363 |
‘Het bodemlooze’, VII: 148 + n
‘Gesluierde waarheid’, IV: 80 + n
‘De hel van Tsjapei’, IX: 142 n
‘De kronieken der Forsytes’, IV: 98 + n
‘Lady Chatterley's lover’, III: 433 + n |
‘Naschrift’, IX: 143 n, 363 (tekst)
‘Requisitoir’, IV: 263-266 + n ‘“Uit het hart” geschreven’, IX: 143 + n |
Eckermann, Johann Peter (1792-1854), VI: 130 |
Eco del mondo, L’ (periodiek), IX: 34 n |
Edda (vert.), II: 259 |
Eddy, Mary Baker (1821-1910), IV: 513 + n |
Eden, Anthony (1897-1977), VI: 370 + n |
Edgar Allan Poe, A study in genius: Krutch |
Édition Internationale (uitgeverij), VI: 404 |
Éditions de Cluny (uitgeverij), IV: 257, 267; VIII: 402 |
‘Editions Joseph (uitgeverij), III: 466 |
Edschmid, Kasimir (ps., 1890-1966), III: 18 |
‘Eduard Douwes Dekker (Multatuli)’, VI: 461 + n; VII: 11, 12 |
Eduard Douwes Dekker, Zijn jeugd en Indische jaren: Saks |
Éducation sentimentale, L': Flaubert |
Eeden, Frederik van (1860-1932), I: 397, 398; II: 112 n, 192 n, 355; V: 124; VI: 84, 130, 131; VII: 149; VIII: 337
Johannes Viator, II: 407
De kleine Johannes, II: 437 n; V: 124, 408; VI: 288
De nachtbruid, II: 355, 359; VI: 103 Sirius en Siderius, II: 355 + n, 359 Van de koele meren des doods, II: 355, 359; III: 100; V: 124; VI: 288 |
| |
| |
Eeden, W. van, IV: 52 |
Eeden-van Vloten, Martha van (1856-1943), I: 368 n, 395 IV: 52 |
Eekhout, Jan, H. (1900-1978), II: 378 + n; IX: 351 |
Eemans, Marc (geb. 1907), V: 12 + n, 196, 433-435, 448; VI: 17 n, 18, 83 |
Een tussen vijf:. dp |
‘Een, twee, drie, vier, vijf’: Vestdijk |
Eenheid door Democratie, VII: 152 + n |
Eenige beschouwingen betreffende den ouden Aziatischen handel: v. Leur |
Eerens, D.J. de (1781-1840), VIII: 227 |
Eerlijk zeemansgraf, Een: Slauerhoff |
‘Eerste boek van Schmoll’: v. Ostaijen |
‘Eersteling onder de Indische nieuwsbladen, De’: Wijnmalen |
Effen, Justus van (1684-1735), IX: 97 + n
De Hollandsche spectator (periodiek), IX: 97 |
Eges, Willem (ps., zie ook Kramers, Wijnand A.)
‘Wat wij weten’, III: 79 + n |
Eggink, Clara, zie ook Bloem-Eggink, Clara
Schaduw en water, VIII: 275 n
Het schiereiland, VIII: 275 + n, 280 |
Ehrenburg, Ilja (1891-1967), II: 44, 369, 470; III: 299; IV: 161 n, 262, 361, 465, 493, 517; V: 128, 242, 323, 349, 350; VI: 139 n, 329, 338, 369; VII: 152; VIII: 22, 96, 127, 137, 151; IX: 142
Die heiligsten Güter (vert.), III: 184 + n
‘Jeunesse russe’ (vert.), III: 522 + n
De liefde van Jeanne Ney (vert.), II: 470 n 10 P.K., Het leven der auto's (vert. van 10 L.S.), II: 369 + n; IX: 142 + n, 143 n |
Eigen haard (periodiek), II: 413; V: 65, 342; VII: 295; VIII: 458, 470, 472 |
Eikenboom, A. en H.
Bloed ligt op straat, IV: 418 n |
Eikenboom, P., IV: 74 + n |
‘Einde van de Nyborg, Het’, zie Slauerhoff, ‘De laatste reis van de Nyborg’ |
Einstein, Albert (1879-1955), VII: 106 |
Eisenstein, S.M. (1898-1948), III: 40, 47 |
Eldorado: Slauerhoff |
‘Elegieën’: Chasalle |
Eleuthère, zie Benda, Dialogue d'Eleuthère |
Elias, E., (1900-1967), V: 358 n, 439 |
Eline Vere: Couperus |
Eliot, T.S. (1888-1965), V: 297 n |
Elisabeth, keizerin van Oostenrijk (1837-1898), I: 443 |
Ellendt, E.G.G.R., VIII: 123 + n |
Else Böhler, Duitsch dienstmeisje: Vestdijk |
‘Elseneur’, zie Slauerhoff. ‘De laatste reis van de Nyborg’ |
Elsevier's (geïllustreerd) maandschrift (periodiek), I: 95; II: 454, 464, 465; III: 128, 135, 150; V: 65, 221, 222, 256, 387, 401; VI: 214-215, 307; VII: 98, 211; VIII: 427 + n, 428, 438, 458, 464, 474, 477, 484, 492, 505, 515, 516, 521, 533, 539, 540, 545, 564 x, 581; IX: 61, 271 |
Elseviers uitgeversmaatschappij, I: 129 + n, IV: 524; VI: 170; VIII: 274, 302, 311, 324, 358 |
Elsie, pers. uit Rosine, ‘Brieven uit Brussel’, zie aldaar |
Elsschot, Willem (ps., 1882-1960), III: 514; IV: 25, 30, 69, 89, 101,
|
| |
| |
232, 273 + n, 409, 420; V: 30 (2 boekjes), 44, 46, 48, 145, 147, 202, 382; VI: 210; VII: 71-74, 125, 275, 324, 408, 413, 453; IX: 101 n, 121, 148, 350, 351
‘Het huwelijk’, VII: 73 + n
Kaas, IV: 51, 68, 69, 72, 77, 78, 79 n, 185, 223 n, 249, 376 n, 409 + n, 418 + n, 419; V: 44; VII: 72, 73 Lijmen, III: 325; IV: 69, 77-78; VII: 72
‘Moeder’, IV: 273 + n
Een ontgoocheling, V: 30, 31, 43 n
Pensioen VII: 71 + n, 73, 74 x, 270 + n, 275, 305, 306, 324, 390
‘Stijl’, IV: 79 + n
Tsjip, IV: 419, 420; V: 145, 147, 157; VI: 107 + n VII: 73
Verzen van vroeger, V: 46; VII: 73 n
Villa des roses, IV: 69 |
‘Elvire’, zie Roelants, ‘Berijmde levensgeschienis van de zondares Elvire’ |
Emants, Marcellus (1848-1923), VI: 191 |
Emden, F.J.G. van, VIII: 419 + n |
Emile et les détectives (film), III: 429, 432 |
Émile-Paul Frères (uitgeverij), I: 330 |
Emmerick-du Perron, Henriette Dorothea van (Jetty, 1902-1957), VIII: 192 |
‘En écoutant le bruit de mes talons’: Hellens |
Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië (art. over Ned.-Ind. letterkunde), VIII: 122, 123 + n, 181, 199, 220, 279 |
Encyclopédie, L' (bloemlezing door Jean Voilquin), VII: 417 (schooleditietje), 463 |
Endt, Pieter (1883-1936, zie ook ps. Coenraads, Eduard), IV: 407 n, 464, 502, 506, 516 n; V: 31, 45, 73, 107, 119, 139, 157, 161, 171; VI: 148, 193, 195, 200
‘Protest’, V: 171 + n |
Enfant et l'écuyère, L': Hellens |
Enfant Sauvage, L', zie Heilens, Le jeune homme Annibal en Frédéric |
Engelman, Jan (1900-1972, zie ook ps. Redcel Elfen Pythia), I: 160, 174, 269 + n, 297, 378, 387, 388 + n, 398; II: 8 i, 192 + n, 309, 343, n, 402, 405, 407 n, 409 n, 410, 412, 415, 419, 425, 434, 435, 438, 442, 457, 483; III: 27, 64-67 + n, 86, 87, 105, 113 n, 114 + n, 150, 160, 177, 199 + n, 207, 252 n, 253, 276 n, 277 + n, 280 n, 281 n, 284, 299, 315, 321-323, 327, 330, 331, 346 n, 360, 392, 400 n; IV: 129, 153, 181 + n, 197, 231, 314, 352 + n, 356, 36,, 363, 373, 426 n, 428 n, 429 n, 510 n, 511 n, 512 n; V: 8 i, 56+ n, 60 n, 61 n, 72, 78 n, 79 n, 81 n, 110, 111, 149 n, 169 n, 179, 197, 203, 296 + n, 315, 316; VI: 56, 57, 68 + n, 115, 119, 280, 318 n, 404 n; VII: 63, 148, 165 n, 288, 444, 446; VIII: 41, 462, 465, 507 + n, 519, 576; IX: 51, 74-77, 89, 351
‘A.C. Willink’, V: 137 + n, 158
‘Aan Albert Plasschaert’, V: 79 n
‘Afscheid’, IX: 89 + n, 101 n
‘Ambrosia’, III: 277-280 + n, 282; IX: 74 + n
‘Ambrosia...’, zie ‘Vera Janaco poulos’
‘Antipoden’, V: 148 + n
‘Arne Borg, ritornel en sirene’, II: 401 + n, 402, 407 n
‘Aveuglement du coeur’, II: 409 + n
Het bezegeld hart, VII: 78 + n, 148 n, 332
‘Charley Toorop’, II: 125 n
|
| |
| |
‘Conflict’, V: 150 + n
‘Charley te Chicago’, II: 343
‘En rade, vocalise voor Cavalcanti’, II: 402 + n, 407 n, 408
‘De ezelstrap van Kasper’, VII: 165 + n
‘Jan de Witt’ (ongepubl.), IV: 511 + n
‘Een Jodenfooitje’, II: 192 + n
‘Kroniek’, V: 80 + n
‘Kuyle had wijdere afstanden kunnen nemen’, IV: 510 + n
‘Over “Forum”, Antwoord aan Anton van Duinkerken’, IV: 428 + n
‘Over Multatuli’, VIII: 457 + n, 462, 468
Parnassus en Empyreum, III: 188 + n
‘Plasschaert over Wiegersma’, V: 79 + n
‘De poëzie van Marsman’, VII: 444-446 + n
‘Pyke Koch’, III: 277 + n, 280, 315 + n
‘De romans van Raymond Radiguet’, IV: 181 + n
Het roosvenster, II: 408; III: 87; IV: 512 + n
‘De school des levens’, IV: 181 + n
Sine nomine, II: 391 + n, 408; III: 114, 281; IV: 512 n
‘De spelling Marchant, Prof. Huizinga raadt aan...’, V: 149 n
‘Ter Braak over Freud, Wat rest er dan aan “geest”?’, V: 61 + n
‘Tot de “meest gegriefden”’, III: 51 + n
Tuin van Eros, III: 281; IV: 15 + n, 16, 22, 33, 38, 39, 118, 231 n, 512 + n; V: 103 + n, 150 + n, 168, 169, 197 + n, 204; VI: 68; VII: 148 n
‘Twee romans’, V: 106 + n
‘Vera Janacopoulos’, II: 402 + n, 408; III: 251, 253, 278; IV: 146 + n; V: 93
‘Vlaanderens verfvermaak’, III: 276 + n |
Engels, Friedrich (1820-1895), IV: 48; V: 148 n; VI: 55, 192 n |
Engels, G., II: 278 |
‘Énigme’: Du Four de la Crespelière |
Ennery, Adolphe Ph. d’ (1811-1899)
De twee weezen (vert. van Les deux orphélines), I: 101 + n |
Enschedé & Zonen, joh. (uitgeverij), II: 101; III: 71; IV: 284; VIII: 27 |
Ensor, James (1860-1949), I: 321, 325, 330 |
Enzovoort: Burssens |
Epi-Devolder, L’, VI: 161, 171, 176, 182, 184, 188, 191, 197 |
Epictetus (± 50-± 120), I: 233; VI: 30, 65
Pensées et entretiens (vert. van Enchiridion), I: 233 |
Epiek en lyriek (bloemlezing door W.L.M.E. van Leeuwen), VII: 481 + n; VIII: 124 + n (Indische uitgave), 582 (boekje) |
‘Episode in een kunstenaarsleven in de schaduw der Inquisitie’, VII: 270 + n |
Époque, L’ (galerie te Brussel), I: 316 |
Erasmus, Desiderius (1469-1536), VI: 55, 66, 368; VII: 175 n, 176, 288; VIII: 498 n; IX: 101 n, 245 n Collection OEuvres, IX: 241 + n |
Erasmus, zie Zweig, Triumph und Tragik des Erasmus von Rotterdam |
Erberveld, Pieter († 1722), VIII: 123, 175 + n, 177 |
Erckmann-Chatrian (= Émile Erckmann, 1822-1899, en Alexandre Chatrian, 1826-1890)
|
| |
| |
Histoire d'un conscrit de 1813, VI: 219 + n
‘Hughues le Loup’, V: 205 Waterloo, VI: 219 + n |
Erens, Frans (1857-1935) ‘Berbke’, III: 155 |
Erf aan zee, Het: Kettmann |
Eric: Walschap |
Erlanger, IV: 469 |
Ermengem, Franz van (1893-1985, ps. François Maret), VI: 8 i, 17 + n, 18 + n, 29, 40, 47, 58, 78, 79, 81-83, 91, 92, 97-100, 132, 136; IX: 8 i, 187 n, 188 n, 190 n, 191 n, 192 + n, 196-203 + n, 206 n, 216 x + n |
Erné, B.H.
‘Literatuur over Multatuli’, VIII: 263 + n |
Ernestine, ou La naissance de l'amour: Stendhal |
Ernst, Max (1891-1976), I: 271 |
Eros: Roelants |
Erria (schip), VI: 269, 271 |
Ersanilli, Mario (1879-1959), VIII: 477 + n, 478 |
Erskine, John (1879-1951)
The private life of Helen of Troy, VII: 239 |
Erts (1926), I: 295 + n; II: 204; III: 18, 107 + n (= II: 204), 181; V: 4z8, 429; VI: 68 + n; VII: 288 + n |
Erts (1927), I: 174, 279; III: 18, 85; V: 428, 429 |
Erts (1929), I: 274 + n, 275, 279, 281, 293, 295 + n, 297, 303, 316, 317, 340, 342 + n, 343 + n, 380, 434, 439; II: 97, 100, 109; III: 18 n; V: 428, 429; IX: 24 n, 25 n, 26 |
Erts (1930), I: 417 + n, 422, 423 + n, 434; II: 21-23, 26, 28, 45, 81 + n, 82 + n, 89, 91 + n, 129, 337, 357, 375 n, 393 + n; III: 18, 49, 65 n; V: 182, 428, 429; VII: 133 n; IX: 31-32 + n, 36 n, 37 |
Escher, M.C. (1898-1972), VIII: 46 n |
Espoir,L': Malraux |
Espronceda, José de (1808-1842), IV: 210 |
Essayistisch werk van Jacques Rivière, Het: Roos, E. de |
Esser, Maurits (1856-1951, zie ook ps. Eckeren, Gerard van), I: 392; III: 408-410 + n, 412, 415, 416 + n, 421, 422, 429, 433, 489: IV: 263 n |
Essers, Bernard (Dee, 1893-1945), II: 391 + n, V: 108, 110, 112; VIII: 320 + n |
Este, Ippolito I d' (1479-1520), I: 170 |
Estor, J.J.
De Hogerveldt's (met Daum), IX: 225 + n |
Et in terra: Werumeus Buning |
Ett, Henri A. (1908-1982), VIII: 258, 368 n, 370, 371, 373, 375, 376, 401 + n, 417, 418, 450, 481, 512 n, 537, 573, 584, 586 + n
‘De moderne jeugd’, VIII: 386 + n
‘Het naspel van de Lebakzaak’, VIII: 368 n, 388, 417, 418, 423 + n, 446, 476, 478, 479, 481, 493-494, 510, 512, 514, 519, 520, 530, 564
‘De rol van de contrôleur Verbrugge in Lebak’, VIII: 368 n, 387, 417, 418, 423 + n, 446, 476, 478, 479, 481, 493-494, 512, 514, 519, 530 |
Eucharis au collier de jais, zie Willink, Ariadne |
Eugen-van Nahuys, Alice von, zie Nahuys, Alice van |
‘Eugénie de Franval’: Sade |
Eugénie, keizerin van Frankrijk, (1826-1920), V: 10 |
| |
| |
Europe (periodiek), IV: 179 (boeken) |
Europe nouvelle, L' (periodiek), IV: 189 |
Euvel Gods, Het: Helman |
‘Eva’, III: 105, 112, 114, 124 |
Eva: v. Bruggen |
Evans, Margiad (ps., 1909-1958) The wooden doctor, V: 125 |
Events, R., III: 184 n |
Everts, Aleida Catharina (geb. 1879), VIII: 270 n, 572, 573 + n, 584, 606 |
Everts, R. (ps., zie ook Kramers, Wijnand A.)
‘Christelijke kasplanten’, II: 327 + n |
‘Everyman's library’ (serie), II: 196; VI: 37, 123, 129; VII: 128 |
Ewers, Hanns Heinz (1871-1943), V: 203, 343 |
‘Exit Scarbo’: Chasalle |
Exploten van Tabarijn, De: Vriamont |
Eyck, Charles Hubert (1897-1983), V: 102 |
Eyck, Jan van (± 1390-1441), I: 373, 374 |
Eyck, P.N. van (1887-1954), I: 191, 374; II: 40 + n, 116, 184, 228, 229, 255, 307 n, 314, 318, 406, 407, 410, 431; III: 114 n; IV: 40, 42-44 + n; VI: 20-23 + n, 25, 30, 33, 4I, 56, 57, 79, 80, 86, 106, 130 + n, 131, 153-155, 157, 158, 160, I64, 169 + n, 177-181, 393, 404 n, 405; VII: 28 + n, 29 n, 49, 102-104, 216, 310 n; VIII: 69 n, 274 n, 311 + n, 389 n, 435, 450 + n, 456, 457, 465-467 + n, 489, 497, 506-508 + n, 511, 524 n, 535, 538 n, 541 n, 542 n, 549, 561, 567, 568, 576, 578, 585
‘De gids en onze dichterlijke beweging’, VIII: 568 + n
‘Herman Gorter 1883-1897’, VIII: 541 + n, 579 (bewezen)
Herwaarts, VIII: 507, 508
‘J. Slauerhoff I en II’, II: 406, 407 + n, 410, 420, 431; VIII: 524 + n, 568
‘Kritisch onderzoek en verbeelding’, VI: 20 n, 22, 30 (rede)
‘De redactie van De Gids en haar kritikus voor poëzie’, VII: 29 n
‘De tuinman en de dood’, IX: 169 + n |
Eyck, Robert van (geb. 1916), VI: 31; VIII: 467, 538 n, 540
Endless interval, Poems, VIII: 510-511 + n, 538 + n, 540
Perpetual treason, VIII: 538 n |
Eyck-Benjamins, Nelly E. van (1891-1971), II: 255; VIII: 311 n, 467 |
Eyk, Henriëtte van (1897-1980), VIII: 496 + n |
De kleine parade, III: 477; IV: 81 + n, 355 |
Eyquem, Paul, III: 475, 476 |
Eysselstein, Ben van (1898-1973), II: 338, 403 |
|
‘Fabels met kleurkrijt’: Vestdijk |
Faber & Faber (uitgeverij), IX: 110 + n, 112 |
Faber, Ant, zie Braak-Faber, Antje ter |
Faber, J.L. (1875-1958), IV: 251 (dominee) |
Faber, G.H. von (1899-1955)
A short history of journalism in the Dutch East-Indies, VII: 71 n, 461; VIII: 191 n |
Fabrice, pers. uit Stendhal, La chartreuse de Parme, zie aldaar |
Fabricius, Johan (1899-1981), II: 305; IV: 87, 192, 355; V: 49, 222; VI: 84; VII: 106, 117, 217; IX: 129, 142
|
| |
| |
Komedianten trokken voorbij, III: 325 n; IX: 129 n
Leeuwen hongeren in Napels, IX: 143 + n
Mario Ferraro's ijdele liefde, II: 268 + n, 305; IV: 192 n; VII: 286
Melodie der verten, IX: 129 + n, 142, 143 n |
‘Fado dos Passarinhos’, I: 234 |
Fakkel, De (periodiek), VIII: 236 n |
Fakkeldragers: Coenraads |
Falkenhayn, Christa von, zie Roosvon Falkenhayn, Christa de |
‘Familie-album’, hfdstk. Uit dp, Het land van herkomst, zie aldaar |
Fancy, pers. uit Multatuli, Minnebrieven, zie aldaar |
Fantasie-stukken van Frederik Chasalle, De: v. Wessem |
Fantôme d'Orient: Loti |
Fargue, Léon-Paul (1876-1947), I: 111, 276 n; II: 74, 233; III: 438; VI: 172 + n, VII: 409 n, 450, 495 |
Farnol, Jeffery (1878-1952)
The broad highway, IV: 341, 342, 356, 372-374 |
Farrar, F.W. (1831-1903)
Eric, or Little by little, IV: 120 + n
Een schooljongen of Van kwaad tot erger, (vert. door J. Kneppelhout van Eric, or Little by little) IV: 120 n
Farrère, Claude (ps., 1876-1957), VII: 137 + n
Fascio (toneelgezelschap), IV: 450 + n |
Faulkner, William (1897-1962), IV: 251 |
Faure, Elie (1873-1937)
Méditations catastrophiques, VII: 347, 348 + n, 373 |
Faust: Goethe |
Faust: Gounod |
‘Faust en de bloemen’: Chasalle |
Fausten en faunen: Donker |
‘Fauteuil rouge, Le’: Hellens |
Faux-monnayeurs, Les: Gide |
Fauxbras, VI: 332 |
Favoriet (periodiek), IV: 209 + n, 227, 235, 238, 240 |
Feber, L.J.M. (1885-1964), VI: 57 |
‘Feesten van angst en pijn, De’: v. Ostaijen |
Feiten van Brata Yoeda of Nederlandsch-Indische toestanden: Courier dit Dubekart |
Feith, Pieter Rutger (1899-1980), VII: 441 |
Feith, Rhijnvis (geb. 1938), VIII: 487 + n |
Feith-Dittlinger, Julie Agathe (1901-1955), VIII: 487 n |
‘Felicie’, zie Goncelin, ‘Exemple de l'amour en France dans la classe riche’ |
Felzen, Joeri (1895-1943), IX: 231 + n |
Femmes: Verlaine |
Fénelon, François de Salignac de la Mothe (1651-1715), I: 69 |
Ferdinand, tsaar der Bulgaren, (1861-1948), II: 9 n |
Ferdinand Huyck: v. Lennep |
Ferf, Bep, III: 238 + n, 240 |
Feriz, Hans (1895-1970), III: 63 n |
Fermina Márquez: Larbaud; dp |
Fernandez, Ramon (1894-1944), III: 420; VI: 46; VII: 157 + n; IX: 72 + n, 185 + n
Les violents, V: 425 |
Fernhout, Edgar F. (Eddy, 1912-1974), VIII: 306, 322 |
Fernhout-Pellekaan, Rachel (geb. 1905), VIII: 322 |
Ferroud, A. et E. (uitgeverij), II: 258; IV: 253 |
Ferry, Gabriel (ps., 1809-1852)
De woudlooper (vert. van Le coureur des bois), V: 194 |
Feuchtwanger, Lion (1884-1958), II: 369; III: 299, 331, 520 + n; VI:
|
| |
| |
175; VII: 226, 237, 470; IX: 107 Succes (vert. door A. Donker van Erfolg, Drei Jahre Geschichte einer Provinz), II: 368 + n, 369 |
Feuilleraie, La, zie Hotels |
Feyder, Jacq., VI: 20 n |
Feylbrief, Jan K. (1876-1951, zie ook ps. Oudshoorn, J. van), I: 362; II: 428; III: 150 |
Fielding, Henry (1707-1754), II: 481
The history of Tom Jones, III: 341, 347, 424, 460, 462, 470 |
Fiera letteraria (periodiek), I: 303, 342 |
Fiévez de Malines van Ginkel, H., VII: 511 + n |
Figaro, Le (periodiek) III: 511; V: 323 n |
Figner, Vera N. (1852-1942), II: 469; III: 34, 41, 47, 51, 59, 72, 98, 99, 444, 453; IX: 78
Mémoires d'une revolutionnaire (vert.), III: 19 + n, 84
Nacht over Rusland (vert. door G.J. Werumeus Buning-Ensink van Nacht über Russland, Lebenserinnerungen, 1922-1928), II: 469 + n, 470, 473, 479, 486, 487 (Vera); III: 19, 23, 34, 35, 42, 47 + n, 48 Nacht über Russland, Lebenserinnerungen, 1922-1928, III: 19, 47 n |
Figuren uit de Fransche letterkunde: Marmelstein |
Filarski, D.H.W. (1885-1964), VIII: 40 + n |
Filature, zie Café's |
Filips II, koning van Spanje, (1527-1598), VII: 225 |
Filles du désir, Les: Hellens |
Filmliga, III: 40; IX: 44 |
Filmliga, Onafhankelijk maandblad voor filmkunst (periodiek), II: 460; III: 271 + n, 274; IX: 24 n, 62 n, 113 + n |
‘Filmpjes’ (rubriek in DGW), I: 265 + n; VIII: 151 + n |
Filter: dp |
Fiore della Neve (ps., 1849-1934), VIII: 184 |
Firdaws, A.M. (± 934-1020) Shāh-nāma, V: 164 |
Fischer, F.H. (1876-1945), IV: 98 n, 129 + n, 486, 489, 502
‘Het symbolisme in de Fransche literatuur’, IV: 129 + n, 277 |
Fitzgerald, Edward (1809-1883), I: 157 n, 245; III: 522 |
Flaes, Reynier (1902-1981, zie ook ps. Terborgh, F.C.), V: 47; IX: 97, 98 + n, 24; + n |
Flammarion (uitgeverij), VIII: 537 |
Flandria (schip), II: 270 n, 395 n |
Flaubert, Gustave (1821-1880), I: |
83, 242, 247; II: 28, 36, 40, 481; |
VI: 73, 84, 196; VII: 306; IX: 218 + n
‘Un coeur simple’, V: 205
L'éducation sentimentale, V: 406
Madame Bovary, Moeurs de province, I: 114; III: 275 + n, IV: 171; VI: 449 + n |
Salammbô (vert. door Andries de Rosa van Salammbô), IX: 218 n
La tentation de Saint-Antoine, I: 371 |
Flémal (pensionhouder), I: 262 + n, 263 |
Flémal (postchef), II: 222 |
Fleuret, Fernand (1884-1945), IV: 123 |
Fleurs de marécage: Slauerhoff |
Fleurs du mal, Les: Baudelaire |
Flick, Caspar, IX: 32 |
Flieringa, III: 497 |
‘Flirt met de revolutie': dp |
Flirt met den duivel: Last |
Flobert, N. (1819-r894), I: 247 |
Flore, zie Café's |
Florelle (= Odette Rousseau,
|
| |
| |
1898-1974), III: 367 n, 495, 499, 502-504 + n |
‘Florence’: Chasalle |
Florence Press, The (uitgeverij), II: 25, 187, 191, 193 |
Foch, Ferdinand (1851-1929), III: 377 |
Focquenbroch, W.G. van (± 1630-1670), I: 366 |
Foeks, zie Café's |
Foire de Paris, IV: 176 |
‘Folemprise’ (serie), II: 260 n; IV: 380; V: 249 n, 257 + n; VI: 22 n, 30, 208 n, 270 n; IX: 135 n |
Fontainas, André (1865-1948), I: 142 |
Fontaine, Denise († 1932), IV: 81 Rivages du néant, IV: 81 + n |
Fontaine, Stella (ps., 1889-1966), VI: 281 n |
Fontein, Jacques, pers. uit Marsman, Zelfportret J.F., zie aldaar |
Fonteintje, 't (periodiek), I: 53, 127, 222 n, 258, 290 n, 339, 373, 386; II: 53 n, 73, 81; III: 189, 446, 520; VII: 384 |
Fontenelle, Bernard le Bovier de (1657-1757)
Dialogues des morts, IV: 357, 366, 378 389, 392, 394, 395; IX: 358 EOvres choisies, IV: 357 |
Foore, Annie (ps., 1847-1890), VII: 351, 483, 491; IX: 398
Bogoriana, Roman uit Indië, II: 454; VII: 351 + n; IX: 398 |
Foppema, Yge Herman (geb. 1901), V: 128 + n, 300; VI: 136, 411 |
Forster, E.M. (1879-1970), VI: 79 |
Fort, Jean, VI: 295 |
Fortanier, A.H., III: 429 |
Forum (periodiek), I: 31 i; II: 7 i, 255 (tijdschrifthistorie), 256, 302, 306 (redactie-affaires), 307, 3 12-314, 386 (tij dschriftplannen), 494 (soort Gids); III: 7 i, 8 i, 73 n, 82, 104 + n, 108 n, III (Vrije-Bladen-reorganisatie), 115 + n, 117 n, 118, 124, 125, 129, 130, 133, 1 34, 140 (rotaffaire), 168, 1 72-174, 176, 177, 180, 183 x, 185, 187, 190-194, 197 + n, 199, 201, 205-207, 210-215 + n, 218-222, 225 x + n, 228, 230, 231, 234 n, 235 n, 237, 241-243, 245, 251 + n, 253, 255, 258 n, 260, 261 + n, 270 + n, 272, 275-278 + n, 280 n, 284, 297, 300, 304, 313, 320 + n, 322, 326 x + n, 328, 331-334 + n, 340, 342, 350, 367-369 + n, 376 + n, 378-380, 386, 401, 404, 405, 407-409, 412, 413, 416, 421 n, 424 n, 425, 429, 430, 433, 436 n, 437-442, 444 n, 448, 451, 455, 458, 459, 467, 471, 477, 483 n, 490, 495, 498, 502, 503, 509, 512-514, 517, 520 x, 521; IV: 12, 15, 16, 19, 21, 27, 28, 30, 33, 35, 42, 43, 46, 48 (opname), 49, 51-53 + n, 56 n, 58, 61 n, 67-70, 72 n, 73, 74, 77, 79, 81, 84, 96, 97 + n, 100, 108, 110, 111, 116, 118, 129, 131, 133, 134, 141, 148, 150, 158, 159, 166, 177-180, 182, 183, 185-187, 191, 193, 194, 212, 213, 218, 223, 227, 231, 233, 236, 240, 241, 244, 249, 252 x, 255, 259-261, 268, 269, 271, 273, 276, 281, 284-287, 289, 304 + 11, 307, 309, 312-315, 318, 319, 324, 326, 330, 331, 335, 342 + n, 343, 345-347, 349, 35 2 + n, 355, 356, 363, 367, 373, 376, 377, 382-387 n, 397 + n, 400-403, 405 n, 415 + n, 417, 426, 428 + n, 430, 440, 444, 449, 455, 463, 466, 473, 486, 497, 498, 507; V: 7 i, 8 i, 16 n, 25, 27, 34, 36, 44-46, 49, 54, 56, 57, 59, 66, 71-73, 75, 76, 78-80, 85-88 n, 96, 113,
|
| |
| |
123, 126, 127, 130, 136 + n, 142, 143 x, 152, 155, 167, 172, 182, 187, 190, 198, 201, 203, 218, 221, 222, 225, 229 + n, 241-243, 246 n, 252 (nrs.), 253, 260, 270, 273, 274, 281, 298, 313 + n, 318, 343, 344, 351, 353, 359-361, 368, 370, 374, 376, 378, 380-396 + n, 398, 400 (offensief), 401, 402 (solidair), 406, 413, 416, 417, 424, 427, 429, 430, 433, 438, 441 n, 443; VI: II, 14, 16, 17, 19 n, 22, 28, 29, 31, 39, 56, 88, 97 n, 122, 144, 157, 158, 167, 178, 180, 190, 247, 259, 302 + n, 303, 329, 424, 461, 462; VII: 98, 191, 195, 198, 204, 206, 243 + n, 244, 349; VIII: 47 n, 55, 150, 187, 350, 397, 441, 518, 531, 537 n, 541; IX: 8 i, 61 n, 62 + n, 72, 74-97 + n, 99-102 n, 104-107, 110-112, 114-128 4-128 + n, 130, 136, 144, 146 + n, 149 n, 159, 161 + n, 163 n, 172-175, 179 + n, 180, 182 n, 183-186, 190 n, 270, 332-341 (tekst concept- overeenkomst), 347, 350-356, 358, 385 n |
Forum-tentoonstelling, IV: 397 n, 398, 415 + n; IX 410 n, 411 |
Fosca, François (ps., geb. 1881)
Histoire et technique du roman policier, VI: 481 + n, 495; VII: 11 + n, 12, 106, 125 |
Fougeret de Montbron, Louis Charles (1720-1761), V: 204 |
Foujita, Tsuguharu (1886-1968), VI: 117 n |
Fouqué, F.H.K. de la Motte (1777-1843)
Undine, V: 205-206, 221 |
Fourest, Georges (1864-1945), I: 256
La négresse blonde, VIII: 58 |
Fox, Charles James (1749-1806), VIII: 251 |
France, Anatole (ps., 1844-1924), I: 120, 128, 213, 214, 337, 356; II: 259; V: 205; VI: 128; VII: 106, 184 + n, 244; VIII: 361; IX: 36, 203 + n
Bergeret (pers. uit romans), I: 120
Les dieux ont soif, I: 213; II: 259; VIII: 59
Le lys rouge, I: 213
La révolte des anges, I: 213, 215; VIII: 59
La rôtisserie de la reine Pédauque, I: 213; VIII: 59
Thaïs, I: 213 |
Francerie, IV: 154 |
Francis, Robert (geb. 1901)
Lagrange aux trois belles, IV: 388; V: 40 |
Francken, Fritz (ps., 1893-1969), I: 62, 236 |
Franco y Bahamonde, Francisco (1892-1975), VI: 267 n, 297; IX: 222 + n |
Françoys (apotheker), IV: 102 |
Frank, Jan (ps., 1885-1945), VIII: 225-227 + n |
Frank, W., VI: 139 n |
Frank Rozelaar, zie v. Deyssel, Uit het leven van Frank Rozelaar |
Franken Pzn., Jan (1896-1977), I: 99 (houtsneêmaker), 125, 165 + n; V: 217 + n |
Franklin, Benjamin (1706-1790), II: 259 |
Franquinet, Robert (1915-1979)
In memoriam Maurice Ravel, VIII: 510 |
Fransche boek, Het (periodiek), V: 159 + n |
Fransen van de Putte, I.D. (1822-1902), VII: 174 + n |
Fratellini, P.F. en A., I: 304 |
Fratilamur: Schendel, A.v. |
Frédé (= Frédéric Gérard), IV: 152 |
| |
| |
Frederik II de Grote, koning van Pruisen, (1712-1786), II: 15, 21 |
Frederika Sophia Wilhelmina van Pruisen (= Prinses Willemijn, 1751-1820), VIII: 91 + n, 108 |
Fregatschip Johanna Maria, Het: Schendel, A. van |
Frente Popular, VI: 267 + n |
Freud, Sigmund (1856-1939), II: 160, 246, 427 n; V: 61, 80; VII: 172, 173, 416, 527 + n; VIII: 356, 360
Gesammelte Schriften, VII: 527 + n Het Ik en de psychologie der massa (vert. van Massenpsychologie and Ich-Analyse), V: 152
Inleiding tot de studie der psychoanalyse (vert. door A.W.v. Renterghem van Vorlesungen über die Psychoanalyse), V: 118, 123 + n Selbstdarstellung, VIII: 116
Totem und Tabu, IX: 397 |
Friedländer, H. (geb. 1904), V: 155, 167 (bandontwerp) |
Fröbe-Kapteyn, Olga, I: 438, 439, 441, 444; II: 10, 11, 14, 20, 108 + n, 221, 373; III: 316 |
Fröhlich, Carl (1875-1953), III: 314 n |
Froimont, Laurent, V: 437 + n |
Froissart, Jean (1337?-1410?), VI: 219
Chroniques, IX: 240 + n, 241 |
Fromentin, Eugène (1820-1876) Dominique, IV: 125 |
Frommel, Wolfgang (1902-1986), VIII: 295 + n, 337-339
Templer and Rosenkreuz, VIII: 295 n |
Front commun, V: 387 |
Frum, R.J. (1823-1899), VIII: 57 |
Fruin-Mees, W. (geb. 1887) Geschiedenis van Java, V: 450 + n |
Frijlink, H.C.A.F. (Jette, geb. 1914), VI: 23 + n, 49 |
Fülop-Miller, René (1891-1963), VII: 238
Der heilige Teufel, Raspu und die Frauen, II: 473 |
Fuhri, E. (uitgeverij), VIII: 124 |
Fumet, Stanislas (geb. 1896), II: 409 Notre Baudelaire, I: 174 |
Fundament (periodiek), VI: 137 + n, 174 + n, 177 |
Funke, George Lodewijk (1836-1885), III: 475; VI: 387 + n, 403, 469 + n; VIII: 543, 572
Briefwisseling (met Multatuli), VI: 387 n |
Funke, George Lodewijk (1896-1946), VI: 387 n |
Funke, Jakob (1869-1939), III: 475, 476 |
Fuijeree, zie Hotels, La Feuilleraie |
|
G.K.'s leerjaren, zie Verberne, Gijsbert Karel's leerjaren |
Gaborlau, Emile (1835-1873), I: 152, 197,
Crime d'Orcival, I: 152, 173, 197, 198 Monsieur Lecoq, I: 152, 172, 173, 187, 188 |
Gagnon, Henri (1728-1813), V: 13 x + n |
Galanteries: Gautier |
‘Galérien, Le': Slauerhoff |
Galiani, Ferdinando (1728-1787) Lettres á..., IV: 331, 337 |
Galilei, Galileo (1564-1642), VII: 76 |
Gallas, K.R., en C.R.C. Herkenrath
Fransch woordenboek, IX: 200 + n |
Gallia (serie), IV: 253 |
Galliéni, zie Hotels |
Gallimard, Gaston (1881-1975, uitgever), I: 234 n, 269 n; IV: 407 n; V: 414, 420, 421, 423; VI: 193; IX: 128 |
| |
| |
Gallische oorlog, De: Caesar |
Galmot, Jean (1879-1928), III: 138 |
Gama, Vasco da (1469-1524), IV: 290 + n |
Gans, Jacques (1907-1972, zie ook Seres, Charkow; en ps. Sanekin, R.), IV: 48 n, 51, 52, 66 n, 77, 85, 149, 166 n; V: 73, 88-90, 92, 95, 122 11, 142 n, 156, 157, 206 n, 336, 363, 372, 379; VI: 12 n, 28, 105, 124 x, 174, 182, 243, 279, 294, 323 + n, 325, 3z6, 349, 370; VII: 48 n, 75 n, 104, 215 n, 217, 323; VIII: 46, 73, 144, 192; IX: 119, 220
‘Aanteekeningen bij “Het land van herkomst”’, V: 332 + n, 363, 371, 373, 379
‘Beperkte inzet’, VI: 11, 12 + n, 105 (?), 124 x
‘Boekennieuws’, V: 156 + n, 171 n, 172
Ce vice impuni, la lecture..., zie aldaar
‘Contraflirt met de revolutie’, IV: 48 + n, 49, 52, 54, 55 (antwoord), 66 + n, 67, 75, 103; IX: 119 + n |
‘Een getuigenis van een generatie’, V: 332 (over Guéhenno), 349
‘Jan Lubbes boos’, V: 171 + n, 172
Open brief aan de Nederlandsche arbeiders, IV: 516 (brochure)
‘Paris mon village’, V: 10, + n
‘De poëzie in de revolutie’, V: 144 + n
‘Tegen den stroom’ (ongepubl.), VII: 48 + n, 49, 104-105, 217
‘Twee werelden’, IV: 166 + n, 167
‘Vaderlandslooze gezellen’, V: 101 + n, 190 + n
‘Verhalen van een eiland’, V: 144 + n |
Gans, Louis (1900-1979), VI: 12 + n; VII: 215 + n, 217, 309 |
Garbo, Greta (1905-1990), III: 34, 41; IV: 142, 221; V: 318 |
Garmond-editie, zie Multatuli, Verzamelde werken |
Garnera, Primo, V: 144 |
Garnett, Constance (1862-1946), VI: 266, 278 |
Garnett, David (1892-1981)
Zeeman's thuisvaart (vert. van
The sailor's return), II: 131; VI: 69 + n |
Garnier (uitgeverij), I: 407, 408, 413; VI: 295; VIII: 537 |
Gartenlaube, Die (periodiek), II: 409 + n, 487; III: 31 |
Gaspard de la puit: Bertrand |
Gast, Peter (ps., 1854-1918), III: 185; IV: 31'; IX: 331 |
‘Gaston’, zie v. Ostaijen, ‘Boere-charleston’ |
Gauguin, Paul (1848-1903), II: 354; IV: 487; VIII: 305, 324 |
Gaulthier-Rougier de la Bergerie, Adèle, IV: 315, 329 |
Gauthier-Villars, Henri (1859-1931, ps. Willy), I: 215 n |
Gautier, Théophile (1811-1872), I: 359 n; IV: 253, 256; V: 185, 205
Le club des Hachichins, V: 212
Émaux et camées, II: 258 + n; IV: 253
Fortunio, V: 212
Galanteries, II: 381, 384, 393, 394
Lettres à la présidente, I: 359 + n, 396 |
Gazul, Clara, zie Mérimée, Le théâtre de Clara Gazul |
Gebed bij de harde dood: dp |
Gedachten op Dinsdag: Nijhoff M. |
Gedenkboek van het 25-jarig bestaan der Wereldbibliotheek, III: 164 |
Gedichten: Greshoff |
‘Gedichten’: Keuls |
| |
| |
Gedichten: v. Ostaijen |
Gedichten, gekozen uit zijn bundels: v. Nijlen |
Gedichten, 1904-1938: v. Nijlen |
Gedichten, 1907-1934: Greshoff |
Gedichten, 1907-1936: Greshoff |
Gediking, Pieter (1878-1955), I: 332; V: 297 + n, 302, 377, 379, 391; VI: 89, 268 + n; VIII: 239 + n; IX: 9 i, 128 n, 166 n, 170 + n |
Gediking-Ferrand, Gabrielle (1888-1984), IX: 130, 169, 176, 178 + n |
Gedong Lami, zie Gedong Menu |
Gedong Mampir, zie Pensions |
Gedong Menu (= Gedong Lami in Het land van herkomst), IV: 470; V: 30; VI: 8 i, 249 + n, 315, 320, 321; VII: 8 i, 81, 215, 307, 308, 334, 405-408, 410-412, 422, 423, 425, 427, 433, 435; VIII: 156, 529 n, 608 |
Geel, Jacob (1789-1862), II: 44; VII: 485
Onderzoek en phantasie - Gesprek op den Drachenfels - Het proza, II: 71 + n |
Geel, Chris J. van (1917-1974), VIII: 279, 310 n, 353 + n, 447 n, 448, 449, 453
‘Surrealisme’, VIII: 448 n |
Geer, D.J. de (1870-1960), VIII: 293 n, 332 n |
Geers, G.J., VII: 155 n |
Geest, K. van der, VII: 470 n |
Gedenkt te sterven!: Brooshooft |
Geheimschrift: v. Nijlen |
Geissel, Gerda, II: 466 + n, 467, 470 (huwelijk): III: 21-23, 33, 34, 41, 47 + n; IX: 56 + n |
Gelder, Adolf Henri van (1899-1965), VIII: 595, 596; IX: 278 + n |
Gelder, H.E. van
Matthijs Maris, VIII: 281 + n |
Gelderen, Jaap van (1887-1943), IX: 351
‘Noodklok’, III: 320 n |
Gele huis, Het: Willink |
Gele huis te huur en verhuurd aan tien schrijvers, Het (verz. en ingel. door H.J. Smeding), VIII: 496 + n |
Gemeenschap, De (periodiek), I: 174, 261, 275 (‘Hollanders’), 338, 354, 378, 439; II: 90, 192, 286 + n, 391 n (Jong-Katholieken), 405, 427, 438 n, 483 + n, 484; III: 17, 65, 87, 494; IV: 425 n, 428 n; V: 10, 80, 209 n; VIII: 41 (groep), 457; IX: 37, 355 |
Gemeenschap, De (uitgeverij), I: 173, 285; II: 60, 98, 238, 273; III: 179, 232, 281 n; V: 115, 441; VI: 358 + n |
Gemeente-archief van 's-Gravenhage, zie Archief der gemeente 's-Gravenhage |
Genderen Stort, Reinier J.W. van (1886-1942), I: 389; II: 343; III: 102, 250; V: 202, 203, 229, 318, 368, 370, 374, 375, 395, 400, 401, 409 + n, 433; VI: 24, 61; IX: 37
Het avontuur, V: 357, 364, 433 (?)
Hélène Marveil, I: 389 + n; IV: 228
Hinne Rode, I: 438; II: 182, 406
Idealen en ironieën, V: 391, 400, 409
‘Een leven’, II: 343
‘Een nachtwake van Lambert Brodeck’, V: 203 + n, 375, 409
Paul Hooz en Lambert Brodeck, V: 203 n, 357, 364, 377, 395, 433 (?)
Sprokkelingen, VI: 50, 435
‘Het vaderschap van Paul Hooz’, V: 209 n, 201, 351, 362, 374, 387, 409, 417; VI: 61 |
Général Hogendorp, Le: Mélon |
Génestet, P.A. de (1829-1861), I: 59; III: 215; VI: 96, 130, 338; VII: 485
|
| |
| |
‘Aan iedereen’, VIII: 455 + n
‘Jong-Hollandsch binnenhuis jen’, I: 59 n
Laatste der eerste, I: 59 n |
‘Genezing door aspirine’: Walschap |
Genootschap Louis Couperus, II: 464 n; III: 43 |
Genootschap Nederland-Frankrijk, II: 365, 366; VIII: 374 n |
George VI, koning van Engeland (1895-1952), VII: 295 |
George, Stefan (1868-1933), VIII: 295 + n, 337-339 + n |
Georgius, IV: 318 |
Gerakan Rakjat Indonesia (Gerindo), VII: 419 n, 431 |
Géraldy, Paul (ps., 1885-1970) V: 144 + n |
Gérard, Brigadier: Doyle |
Gerbault, Alain (1893-1941), V: 289, 298 |
‘Gerbe, La’ (serie), V: 421 |
‘Geretoucheerde veldslag, De’, zie v. Wessem, ‘Waterloo’ |
Germinal: Zola |
Gerretson, F.C. (1884-1958, zie ook ps. Gossaert, Geerten), II: 40 n, 307 n; VIII: 368 + n; IX: 242 n |
‘Gerrit Witse’: Hildebrand |
Geruset, VI: 392 (fotograaf) |
Gerversman, P.A.J.H. (1892-1950), IX: 53 + n |
Geschiedenis der wijsbegeerte: Jansen |
‘Geschiedenis van Elvire, De’, zie Roelants, ‘Berijmde geschiedenis van de zondares Elvire’ |
Geschiedenis van het Nederlandsche volk: Blok
Geschiedenis van Nederlandsch-Indië: Stapel |
Geschiedenis van San Michele, De: Munthe |
Geschiedenis van Woutertje Pieterse, De: Multatuli |
Geslacht der Van Haren's, Het: Halbertsma |
Gespräche mit Mussolini: Ludwig |
Gesprek in Tractoria: Toussaint van Boelaere |
‘Gesprek over Slauerhoff’: dp |
‘Gestorven scholier, De’: v. Aart |
Getij, Het (periodiek), I: 51 n, 71 n; II: 392; III: 146; VIII: 152 n, 366; IX: 36 n, 354 |
Geugten, Adriaan van der, VI: 378 |
Geuns, J.J. van (1893-1959), III: 251 n, 317 n; V: 274 + n; VII: 112; IX: 29, 86 n, 96, 351 |
Gedichten uit drie rijken, II: 340, 350
‘Idibus Martii’, IX: 96 + n
‘Louis de France’, IX: 29 + n
Het uur der sterren, IX: 29 + n |
‘Geval Godius, Het’, zie dp, ‘...E poi muori’ |
Geval Jef Last, Het: Rost |
Gevers, Marie (1883-1975), I: 225 |
Geyl, Pieter C.A. (1887-1966), II: 40 n, 307 n; IV: 40, 42-44 + n; VI: 88 + n, 352 + n, 435; IX: 242 n
‘Multatuli en Van Lennep’, VI: 352 n, 435
Nederlandsch letterkundig leven 1688-1740’, VI: 381 n, 382 |
Geynst, Robert de, I: 168 |
Gezelle, Guido (1830-1899), I: 194, 373, 374; II: 173, 205 + n, 209, 213, 220, 408; III: 400 n; VIII: 70; IX: 37
‘Timpe, tompe, terelink-, I: 374 + n |
Ghilain, Alix, IV: 129, 130 |
Gioconda smile, The: Huxley |
Gide, André (1869-1951), I: 88, 98 n, 145, 190, 195, 199, 234, 250 + n, 277, 318, 319, 356, 357, 387, 392, 403, 424, 434, 438, 446; II: 46 + n, 56, 57, 59, 62, 65, 70, 8 3, 84,
|
| |
| |
96, 105, III n, 180 n, 184, 283, 409 + n; III: 37, 52, 80, 86, 100, 147, 148, 153, 157, 168, 296, 322, 446, 447, 461, 504 + n, 515, 516; IV: 21, 105, 114, 119, 415, 459; V: 88 + n, 109, 128, 140, 172, 173, 205, 224, 228, 275, 323 n, 398, 421, 452; VI: 33, 62, 117 + n, 138, 159, 196, 211, 256 n, 259 + n, 329, 349, 362, 368-370 + n, 382 (Chide), 432; VII: 82, 99, 106, 112, 113, 184, 384, 415-417, 440, 470; VIII: 22, 43, IN), 311 n, 338, 439 n, 441; IX: 35, 109 + n, 131 n, 164 n, 360
Amyntas, III: 100, 155; VIII: 59
Les cahiers d'André Walter, I: 357; III: 450
Les caves du Vatican, I: 145, 356, 390 + n; III: 100, 296; IV: 370 + n, V: 228; VIII: 59
Corydon, I: 357; VI: 152 n
Dostoïevsky, I: 356; III: 100, 101 n
L'école desfemmes, I: 403 n; III: 100
De enge poort (vert. door A.H. Nijhoff van La porte étroite), V: 228 n, 266; VII: 416 n; VIII: 110
Les faux-monnayeurs, I: 257 n, 366; II: 78, 281; III: 100, 147, 296; V: 228, 242; VII: 113; VIII: 59
De immoralist (vert. door H. Marsman van L'immoraliste), V: 228 n, 266 + n, 275, 296, 398, 416, 440, 452; VII: 416 + n L'immoraliste, III: 100; V: 228 + n, 266, 275, 398; VII: 416; VIII: 59
Isabelle, III: 100; V: 228; VIII: 59
Journal, VIII: 248, 249, 353 n, 381, 441 n
Moer (vert. door M. Nijhoff van Paludes), V: 228 + n, 398
De nieuwe spijzen (vert. door J. Last van Les nouvelles nourritures), VII: 416 + n
Les nourritures terrestres, I: 356; III: 100; VIII: 59, 447 + n
Les nouvelles nourritures, VII: 416 OEuvres complètes, IV: 21 + n (I); V: 275; VII: 348 + n (I-XIV), 373; VIII: 248, 353 n, 381, 465; IX: 241 + n
Pages de journal, (1929-1932), (art. + boek), III: 504 + n; V: 58; VI: 138 + n; VIII: 353 n
Paludes, II: 136; III: 100; V: 228 + n, 398; VII: 245
La porte étroite, III: 100; V: 224, 228 + n, 266, 398; VII: 416; VIII: 59, 110
Prétextes, IX: 163 + n
Le Prométhée mal enchaîné, III: 100 Retouches à mon retour de l'U.R.S.S., VI: 259 n; VII: 83, 99, 440
Le retour de l'enfant prodigue, VII: 416
Retour de l'U.R.S.S., VI: 9 i, 259 n, 326 + n, 329, 349 + n, 368 + n, 369 + n; VII: 83, 99, 113, 416, 440; IX: 223 + n
Le retour du Tchad, V: 88
Robert, supplément à L'école des femmes, II: 136, 137
Si le grain ne meurt, I: 143, 215; VIII: 356, 360
La symphonie pastorale, III: 100
Symphonie pastorale (vert. door P.C. Nagel van La symphonie pastorale), III: 100
La tentative amoureuse, ou Le traité du vain désir, III: 100
Terug uit Sowjet-Rusland (vert. door E.C.M. en H. Brugman van Retour de l'U.R.S.S.), VII: 416 + n
De terugkeer van den verloren zoon (vert. door F.G. de Jong van Le retour de l'enfant prodigue), VII: 416 + n
|
| |
| |
Voyage au Congo, V: 88
Le voyage d'Urien, I: 207; III: 100; V: 181 |
‘Gide's christendom’: ter Braak |
Gidius, zie Gide |
Gids, De (periodiek), I: 31 i, 151, 230 n, 240, 241, 258 + n, 292-294 + n, 304, 355, 379, 386, 416, 443, 444; II: 8 i, 9 + n, 14, 20, 22, 25, 26, 40 + n, 47 n, 48, 52, 57, 66, 68, 76 + n, 78, 95, 106, 109, 116, 119, 125, 127, 142, 164, 191, 220 n, 250 + n, 253, 255, 256, 259 n, 261, 264, 293, 299, 300, 306, 307, 314, 315, 319, 329, 334 n, 360, 381, 384, 385 x, 416, 454 n, 494; III: 11, 50, 82, 84, 115, 173, 214, 216, 234, 271, 303, 328, 374, 420, 425, 442, 459; IV: 31, 32, 42, 132, 152, 175, 182, 185, 227, 250, 265, 276, 279, 294, 322 + n, 325, 329-331, 344 n, 345, 351, 367, 395 + n, 407, 419, 449; V: 28, 108, 197, 259, 260; VI: 62 n, 247, 307, 374, 391 (Mult.-herdenking), 407, 408 n; VII: 26, 28 + n, 57, 141, 152; VIII: 442, 507 n, 541, 575; IX: 25, 33 n, 42, 43, 61, 97, 101, 107, 111, 130, 160, 352 |
Gil Blas: Le Sage |
Gil-Robles, José Maria (1898-1980), V: 147 + n |
Gilbert de Zigeuner, IX: 96 |
Gilbert, N.-J.L. (1751-1780), III: 58 |
Gilbert, Stuart, IX: 198 n |
Gilbert de Voisins, Auguste (1877-1939), VI: 43
Le bar de la fourche, VI: 42-43 |
Gilde, Piet, VIII: 227 + n, 228 |
Gilhuys, Rie (geb. 1905), II: 109 (vriendin), 141, 226, 304 + n, 370, 380 |
Gilkin, Iwan (1858-1924), II: 194 Gille, pers. uit Drieu la Rochelle, Drôle de voyage en L'homme couvert de femmes, zie aldaar |
Gilliams, Maurice (1900-1982), V: 203, 346, 352, 355, 364, 370, 395 |
Gingendael, van, II: 404, 421 + n |
Gioconda: Leonardo da Vinci |
Gioconda smile, The: Huxley |
Giono, Jean (1895-1970), VI: 66
Le chant du monde, V: 119 + n, 122 x, 133, 139, 145, 192, 194, 197 |
Giraudon, VI: 140, 144, 147 |
Giraudoux, Jean (1882-1944), I: 234; IV: 164; V: 185; VI: 361
‘Choderlos de Laclos’, IX: 107 + n |
Gisors, pers. uit Malraux, La condition humaine, zie aldaar ‘“Gitana, La”’: Chasalle |
Gladkov, F.V. (1883-1958), III: 299; V: 242; VIII: 96, 137, 447 |
Glastonbury romance, A: Powys |
Glavimans, André (1912-1984) ‘Hollandsche en Vlaamsche schilders’, VIII: 281 + n |
Gloire de Don Ramire, La: Rodriguez Larreta |
Glopper-Bolle, Danny de (geb. 1912), IV: 396-397 n, 408, 413, 420; VII: 215 + n; IX: 66 |
Gobau,John (1891-1958), II: 304 + n |
Gobée, Dorothé Cornelie (geb. 1928), VIII: 525-526, 558 |
Gobée, Emile (1881-1954), VIII: 253 n, 272 n, 273, 276 x, 277, 284, 296, 374, 379, 487, 585; IX: 256 + n
‘De Indische nationalistische beweging’, VIII: 590 + n
‘Op weg naar zelfbeschikking’, VIII: 590 + n |
Gobée-Bosman, Jacoba Cornelia (geb. 1885), VIII: 525, 558 |
Gobineau, J.-A. de (1816-1882), I: 162, 167; V: 208
|
| |
| |
Adelaïde, I: 162; V: 208
Akrivie Phrangopoulo, I: 162, 163, 167; V: 208
La chasse au caribou, V: 208
Laguerre des Turcomans, V: 212
Mademoiselle Irmois, I: 162
Nouvelles asiatiques, I: 162, 167; V: 208
Les Pléiades, I: 210 + n; II: 265
Scaramouche, I: 162
Souvenirs de voyage, I: 167 |
God en goden: Couperus |
Godard d'Aucourt, Claude (1716-1795), V: 204 |
Godée Molsbergen, E.C. (1875-1940), VII: 311-313 + n
Tijdens de O.I. Compagnie II, VI: 315 + n, 373, 387, 479, 495 (besprekingen); VII: 11, 21 + n, 135, 159, 236, 241, 309 + n |
Godenschemering: Veterman |
Godet, Philippe (1850-1922)
Madame de Charrière et ses amis, III: 433 + n; IV: 76 + n |
‘Godiusfragment’: dp |
Godthelp, H. († 1968), V: 376 + n, 395
Het nieuwe Nederlandsche proza in novellen (bloemlezing): zie aldaar |
Goebbels, Paul Joseph (1897-1945), IV: 451; V: 117, 278 x; VIII: 512 |
Goedhart, Frans J. (1904-1990), III: 50 + n |
Goelam Mohammed, IX: 185 n |
Goena-goena: Maurits |
Goens, Rijcklof V. van (1619-1682), VII: 518; VIII: 168, 169 + n, 225, 227 |
Goerée d'Overflacquée, Johan (ps. van S.F. van Oss, 1868-1949) Uit een geheim dagboek (1918-1919), VIII: 108 + n |
Goering, Hermann (1893-1946), IV: 451; V: 117; VII: 288; VIII: 29 |
Goes, Frank van der (1859-1939), II: 431 n; III: 184 n; VIII: 259, 299 n |
Dr Swart Abrahamsz over Multatuli, VIII: 540 + n, 550
Uit het werk van Frank van der Goes, VIII: 142, 299 + n |
Gösta Berling: Lagerlöf |
Goetel, Ferdynand (1890-1960),
IV: 233
Mijn dubbel leven (vert. door S.E. van Praag), IV: 233 + n |
Goethe, Johann Wolfgang von (1749-1832), I: 118, 139, 267, 268, 294, 300; II: 30, 40, 54, 472; III: 188, 247, 257; V: 371; VI: 160; VII: 72 + n, 277, 415; VIII: 127, 337, 561; IX: 37, 50, 141, 263
Clavigo (Franse vert.), III: 334
Dichtung und Wahrheit, V: 242, 248
Faust, I: 139; VIII: 95
Die Leiden des jungen Werthers, I: 118, 268; III: 247, 257; IV: 43, 208; VII: 141
Die Wahlverwandschaften, V: 408; IX: 37
Wilhelm Meister's Lehrjahre, V: 237, 242, 245, 248, 301
Wilhelm Meister's Wanderjahre, V: 248 |
Götze, J.G. (1862-1940), VIII: 405 + n, 430, 445 |
Götze-Roetman, M.S.
‘De “waarheid” over Multatuli en zijn gezin’, VIII: 445 + n |
Gogh, Marie van, I: 134 + n, 268, 269, 311-312 + n; IV: 242; VII: 316 + n; VIII: 508 + n |
Gogh, Vincent van (1853-1890), I: 134, 312; II: 354, 437 n |
Gogh-Kaulbach, Anna van (1869-1960), VI: 62, 102, 389 + n, 396, 435; VII: 218; VIII: 330 |
Gogol, N.W. (1809-1852), I: 296; II: 181; III: 402; VI: 232 n; IX: 181 Dode zielen (vert,), I: 362 |
| |
| |
Gold, Michael
Joden zonder geld (vert. van Jews without money), III: 197 + n |
Golden Cockerel Press (uitgeverij), III: 335 + n |
Goll, Ivan (1891-1950), I: 47; III: 229,230
Die Eurokokke, III: 229 n |
Golovleff, zie Saltykov-Sjtsjedrin, Les messieurs Golovleff |
Gomperts, Henri Albert (Hans, geb. 1915), VIII: 297, 304, 350, 473 n, 478 n, 551, 561; IX: 62 n, 275 Dingtaal, Gedichten, VIII: 297 + n, 304 + n, 595; IX: 276
‘Menno ter Braak en Uzzeltje’, VII: 150+ n, 168; VIII: 16 + n |
Gomperz, Th.
Griechische Denker, Eine Geschichte der antiken Philosophie, V: 378-379 + n |
Goncelin, (ps., zie ook Jacquemont, Victor)
‘Exemple de l'amour en France dans la classe riche’ (in Stendhal, De l'amour), VI: 76 |
Goncourt, zie Prix Goncourt |
Goncourt, Edmond en Jules de (1822-1896; 1830-1870), I: 87 + n; V: 205; VI: 62, 73, 84, 102, 196 Germinie Lacerteux, VI: 73 |
Gonda, IX: 21 |
Gondrexon, Jean Albert (geb. 1905), III: 366 + n |
Gone with the wind: Mitchell, M. |
Gonggrijp, G.L. (1859-1939), VIII: 478, 479, 494, 514, 520 |
Goor, Gerrit van, VIII: 168 n |
‘Goriade’, zie dp, ‘Prof. Dr. Goris over Slauerhoff’ |
Goriély, Benjamin
Les poètes dans la révolution russe, V: 144 + n |
Goris, J.A. (1899-1984, zie ook ps. Gijsen, Marnix), II: 250, 262, 389 Schrijvers en schilders (bloemlezing): zie aldaar |
Goris, R., IX: 399 + n |
Gorki, Maxim (ps., 1868-1936), V: 129
Vie de Klim Samguine; Klim l'en fant (vert.), V: 349, 350 |
Gorter, Herman (1864-1927), I: 300, 373, 374; II: 317; III: 184 n; IV: 48, 472; VI: 131, 287, 292, 444; VII: 138, 139, 142, 148, 150 + n, 152, 396, 444 n, 445, 448; VIII: 214, 215, 499, 541, 578, 579 Kommunisme en anarchie, III: 54, 59, 60
Mei, Een gedicht, VII: 224 n; VIII: 541 n, 578, 579 |
Pan, VII: 138-139 + n, 396 |
Gorter, Simon (1838-1871), VIII: 499
Brieven, VIII: 496 + n, 499 Letterkundige studiën, VIII: 499 n
‘Een praatje’, VIII: 499 + n |
Gossaert, Geerten (ps., zie ook Gerretson, F.C.), I: 392; II: 184, 318; III: 83 n; IV: 520; VI: 21; VII: 78; IX: 144 |
Gosses, I.H. (1873-1940), IV: 42 + n, 44 |
Goudoever, W.A. van (1900-1989), VIII: 86 + n, 125 |
Goudsmit, Sam (1884-1954), IV: 33 n, 160 n |
Goul, Roman (= Roman Borisovich Gul), III: 119 |
Gounod, Ch, (1818-1893)
Faust, IX: 277 |
Gourmont, Rémy de (1858-1915), III: 388 |
Gouverneur de Kerguelen, Le: Larbaud |
Gouvion-Saint-Cyr, Laurent (1764-1830), VII: 111 |
Goya y Lucientes, F. de (1746-1828), IV: 22; V: 308
|
| |
| |
Que se la lleveron!, IV: 22 + n |
Gozlan, Léon (1803?-1866), V: 205 |
Gozzi, Carlo (1720-1806)
Prinses Turandot (vert. door J. Engelman van Turandot), IV: 511 + n |
Graaf, D.A. de (1906-1981), VII: 527; IX: 161 n
De hedendaagse jeugd, VII: 496 + n, 527 |
Graaff Chris de (1890-1955)
Alleenspraak, III: 281 + n |
Graaff; Nicolaus de (±1625-±1701)
d'Oost-Indise spiegel, VI: 378; VII: 391, 410 + n, 411
Reisen na de vier gedeelten des werelds, VII: 410 n |
Graafland, I.P.C. (1851-1918, zie ook ps. Creusesol), II: 149 |
Graeff, A.C.D. de (1872-1957), VI: 340 + n; VIII: 227 |
Graf van Jan Pietersz. Coen, Het, VII: 313 |
Graffiti: dp |
‘Grafschrift’, zie Slauerhoff, ‘Autobiografisch grafschrift’ |
‘Grafschrift van Nôfrit’, zie Slauerhoff, ‘Grafbeeld van Nôfrit’ |
Grand Albert, Le, IV: 513 + n |
Grand dieu Pan, Le: Machen |
Grand-Hôtel, zie Hotels |
Grand Meaulnes, Le: Alain-Fournier |
Grande Chartreuse, La (klooster), V: 14 |
Grande France, La (periodiek), I: 111 |
Grange aux trois belles, La: Francis |
Grasset, Bernard (1881-1955, uitgever), I: 167, 225, 233, 269 + n; II: 57, 457; V: 139, 141, 349; VI: 43; IX: 131 n, 154 |
Grauls, A.W. (1889-1968), I: 88; III: 251, 253
Calando, III: 245, 253
‘Serenade’, III: 251 + n, 253 + n |
Grauwe vogels, De: Schendel A. van |
Grave, Eric, zie dp, Pseudoniemen |
Grave, De, VII: 515 n |
Grave, Adolf de (geb. 1897), VI: 347 + n; VII: 515 + n |
Grave, Ferdinand de (Ferdy, 1899-1945), V: 8 i, 223 + n, 225, 338, 444; VI: 48, 63-65, 71, 77, 78, 85, 93, 152, 203, 217, 227, 286, 290 n, 291; VII: 110, 339 + n, 405, 444 + n, 533, 534; VIII: 123 + n, 220; IX: 163, 242, 411 |
Grave, Theodorus Justus de, VI: 290 + n; VII: 339 + n |
Grave-Terwogt, Anna G. de (1905-1978), VI: 290 n |
Grave-Wollrabe, Charlotte Meintje de, VI: 290 + n; VII: 339 + n |
Graves, Robert (1895-1985), VIII: 545
I, Claudius, VIII: 545 + n
Lawrence and the Arabs, III: 256 |
Gravesande, G.H. 's- (1916-1970), IV: 370, 390 |
Gravesande, J.S.M.L. 's- (Nen, geb. 1911), IV: 370, 390, 475 + n, 479, 487, 504; V: 170 + n 200; VI: 52, 91, 103, 170; VIII: 202 |
Gravesande (Pannekoek), G.H. 's-(1882-1965, zie ook Pannekoek, G.H. en ps. Buitensorgh, H. van), I: 200 n, 438; II: 8 i, 170, 171, 177, 216, 378, 383 + n; III: 218, 472; IV: 10 n, 13, 59, 91 n, 113 n, 132, 186, 273 (Hein), 274 n, 304, 315, 316, 317 n, 318, 331, 346 n, 384 n, 408, 497 n; V: 27, 29, 53, 76, 97, 104, 344, 356; VI: 47 n, 58, 64, 269 n; VII: 181, 446, 528; VIII: 134, 154, 161, 197, 336 + n, 340, 341 n, 374, 396, 574; IX: 167, 271 + n
‘Bibliographie van H. Marsman’, VII: 444 n, 446
|
| |
| |
‘Bibliographic Willem Elsschot’, VII: 71 n
‘E. du Perron over proza, poëzie, kritiek’, I: 438 + n; II: 141 + n, 150 (artikel), 153-156, 162, 170, 171, 181, 183 + n, 201-202 + n, 216 + n, 224-226 + n, 417; VI: 51 + n; IX: 36 n, 37
‘E. du Perron terug in Nederland’, VIII: 248-250 + n, 252, 254 x, 257, 258, 262, 286 n, 444, 483; IX: 36 n, 37
‘E. du Perron terug in Nederland’, VIII: 248-250 + n, 252, 254 x, 257, 258, 262, 286 n, 444, 483; IX: 252 + n
Greshoff 's Ikaros bekeerd, Een proeve van exegese, VII: 392 + n; VIII: 203 + n
‘J. Greshoff’, VI: 50, 58
‘J.L. Boender †’ (= ‘Wie was Boender?’), VII: 142 + n, 157 + n, 170
‘Jef Last over zijn leven en zijn werk’, IX: 142 + n, 143
Jonge most (bloemlezing): zie aldaar
‘Kwatrijnen’, VI: 330 n
‘De levende ring’, IV: 480 + n, 487, 488, 491, 497 + n, 499, 504 n, 522
Nachtelijke vangst, VI: 270 + n, 424, 425; VII: 26 + n, 27
‘Een onderhoud met Menno ter Braak’, IV: 139 + n
‘Een onderhoud met S. Vestdijk’, IV: 113 + n, 132 + n, 133, 139, 186
Sprekende schrijvers, IV: 370 n; VI: 47 + n, 50, 51, 56, 58, 60, 64, 71, 90, 91
‘De trouwe vrind’, VI: 424 n, 425 |
Gravesande (Pannekoek)-Boellaard, A.J.M. 's- (geb. 1876), IV: 370 |
Grèce, Henri (ps.), zie Greshoff jr., Jan Hendrik |
Greco, El (± 1541-1614, zie ook Vestdijk, Het vijfde zegel), VII: 178, 225, 226, 239, 296, 304 |
Greebe, A. (geb. 1915), VIII: 73, 78 n, 277 |
Green, Julien (geb. 1900), I: 356, 357, 377, 403; II: 332
Leviathan, I: 403 n |
Green, Lili (1885-1977), IX: 53 + n |
Greeve, Borromeus de (1875-1947), IX: 375 |
Grégoire, Henri (1881-1964), III: 232; VI: 35 n, 88 |
Greshoff, Cornelis Jacobus (Kees, geb. 1920), I: 225, 394 x + n; II: 52; III: 428, 431, 496; IV: 94, 102 + n, 135, 157, 172, 242; V: 226, 238 n, 239, 247, 254, 380; VI: 68 + n, 136, 147, 157, 161, 166, 169, 172, 173, 175, 176, 181, 182, 255, 288, 296, 325, 329 n, 418, 420; VII: 134, 226, 277, 381, 382, 440, 467, 468, 501, 515; VIII: 159, 309, 399, 511 n, 571; IX: 212 + n, 243
‘Départ’, VIII: 511 + n
‘De nutteloze komedie’ (vert. door F.E. A. Batten), VII: 381, 414 + n, 440, 467, 468, 529; VIII: 160, 271, 280, 398 |
Greshoff, Jan (1888-1971, zie ook ps. Reys, Otto P.), I: 30 i, 124 + n, 134, 135, 137, 145-147, 160, 168, 172, 173, 176, 195, 203 + n, 210, 224-228 + n, 230-232 + n, 240-242 + n, 244, 250, 252 x, 253, 255-260, 262-264, 266, 267, 272, 274, 275, 277, 278 + n, 282, 287, 288, 294, 296, 297, 302 x, 303, 305, 307-309, 312, 317, 325 x, 326, 330, 331, 333, 337 n, 340, 341, 345-348, 351, 353, 358, 359 x, 363-365, 367-369, 372, 373, 375, 377, 380-382, 384-386, 388, 391, 392, 394-397 + n, 399, 400, 405, 407 x, 409, 417, 418 x, 420-423 + n, 424 n, 425-428 + n, 432 + n, 433 n, 441, 444 n, 445; II: 7 i, 9 n, 14 n, 19 x, 21-23, 27, 28, 29
|
| |
| |
n, 32 + n, 33, 35, 37-39 + n, 46 n, 48 n, 49, 52 n, 55 n, 58, 59, 61, 62, 65, 70, 75, 78, 80, 82 n, 84-87 + n, 92-95, 102, 103, 105 n, 114, 118 n, 127, 129-131, 135 n, 147, 148, 150, 156 + n, 158, 159, 162, 165-167, 171, 172, 176, 183, 186, 188, 203 n, 208, 209 x, 213, 215 n, 220, 221, 227-230, 240, 243, 249 x, 252, 253, 255 n, 257, 265 x + n, 266, 269, 271, 273-275 + n, 278, 282-284, 286, 294, 297, 298 n, 303, 304, 321, 324, 328 n, 331, 333, 341, 349, 367, 370, 372-374 + n, 378, 381-383 + n, 385 n, 388, 391-395 + n, 408, 412, 413, 418, 420, 422, 433, 437 + n, 438, 440, 441 n, 444, 467, 469, 474, 476, 478 n, 482, 492; III: 15, 28, 31, 46, 50, 58, 67, 71, 72, 75-79, 82, 86, 89, 99, 109, 133, 138, 151, 166, 171, 173, 178, 184 x, 188, 198 + n, 199, 213, 215 n, 219, 220, 223, 233, 242, 245, 249, 251 n, 255 n, 256-258, 276 + n, 277, 279, 294 x, 297, 302 + n, 303, 305, 319, 323, 326, 328, 334, 336, 341, 354, 359, 362 + n, 374, 377 n, 379, 382 n, 383 n, 384, 386, 391, 395, 399, 403 x, 405, 406, 414 x, 417 n, 422, 423, 424 n (Oome Jan), 426, 427, 432, 435, 446, 448 n, 452, 453 n, 456, 459, 460, 462, 463, 465, 484, 485 n, 488, 499 n, 502 + n, 503 n, 507 n, 510 n, 518, 519, 521; IV: 8 i, 12 + n, 15 n, 24, 28 n, 30, 35, 41, 51 n, 52, 56 n, 57, 63, 79 n, 86 n, 90, 95 + n, 100, 103, 113 n, 114, 119, 123, 138, 147, 155, 164, 168, 169 n, 176-178, 180, 181 + n, 183 n, 185, 199, 202 n, 204, 205, 207, 209, 211, 216, 223, 225, 232, 235, 239, 240 + n, 246, 248, 250, 253, 255, 270, 275-277, 292-294, 300-302, 304, 307-310, 314, 319 + n, 323 328, 329 n, 334, 342 n, 350, 351, 362, 376 + n, 381 x + n, 382 n, 388 n, 397, 404 n, 405 + n, 409, 415, 418 + n, 420 n, 452, 467, 479, 480, 484, 486-488, 497, 502 n, 504; V: 9 i, 11, 16 n, 23, 26 n, 27 n, 35, 43 n, 49 n, 53, 55, 57, 62, 65 n, 83, 88, 89, 105, 107 n, 112, 113 n, 115, 116, 119 n, 123, 126, 127, 147, 148, 164, 165, 183 n, 192, 193, 198-200, 203, 208, 216, 221, 226, 239 n, 244 n, 249 + n, 254 n, 258, 261, 264, 274, 285, 291
n, 292, 295, 299 n, 300 n, 304 + n, 322, 324 n, 325, 326, 328 (musketiers), 335 n, 336 n, 349, 352, 359 n, 360, 362-367, 370, 374, 377 n, 381, 383, 386-390, 394, 395, 396 n, 400, 403, 427, 428, 432, 433 n, 439, 443, 444, 452; VI: 8 i, 9 i, 18 n, 19 n, 20 n, 23, 30, 31, 37, 45, 47, 48, 50, 51, 56, 63 n, 72, 75, 78 n, 80, 81 n, 82 n, 87, 88, 90 n, 91, 110, 111, 113, 114 + n, 120, 123, 125, 128 n, 139 n, 152 n, 170, 185, 190, 199, 208 n, 217, 225, 239, 244, 272, 273, 279, 285, 287 n, 288, 295, 299, 302, 323, 324, 332-334, 337 n, 343, 347-349 + n, 354 n, 356 n, 358, 360, 362, 364, 367-369,381 + n, 392, 424, 451, 457 n, 458 n, 466, 483-485, 487 x; VII: 8 i, 9 i, 17 n, 19-22, 23 n, 27, 29 n, 32 n, 63, 64 + n, 66, 67 n, 78, 79, 92, 116 n, 128, 142 + n, 155 n, 156 n, 169, 191, 192, 194 n, 196 + n, 198, 206, 210 + n, 214-216, 219 n, 220 n, 222, 223, 227, 231, 235 n, 236 n, 254, 255, 258, 259, 269, 270, 278 n, 291, 299, 300 n, 302, 310, 320, 321 n, 322 n, 325 n, 329 n, 330 n, 332-335, 341 n, 342 n, 345, 349, 357, 364 n, 369, 370, 378 n, 383, 399, 410, 420,
|
| |
| |
421, 423, 426, 430, 433, 434 + n, 436 n, 440 n, 442, 443, 445-447, 479, 493-495, 501 n, 530, 533; VIII: 7 i, 11, 14 n, 19, 27, 28, 30 n, 65 + n, 68-70, 73, 75, 83-85, 93, 102, 104, 107 n, 113, 122 n, 129 n, 130, 147, 152, 155, 157, 164, 171, 172, 187 n, 200 n, 203, 209 n, 219, 241, 254, 257, 262, 263 n, 273, 295, 315, 321, 347 n, 363, 365, 366, 398, 399, 407, 415, 436, 455, 564, 574; IX: 23 + n, 24, 26 + n, 27 n, 28-32, 34 n, 46, 47, 50, 6165 + n, 68, 69, 71, 73 + n, 75, 85 n, 90,97 + n, 99, 109, 122, 125 n, 135 n, 145, 150 + n, 152 x, 153, 157, 159, 160, 163 n, 171, 173 + n, 178 + n, 182 + n, 183, 185, 186 x, 187 n, 188 + n, 189, 193-195 + n, 196 n, 199, 201, 210-212 + n, 219-221, 223, 226-228, 231, 235, 237 n, 238 n, 242, 243, 248 n, 348, 350-352, 361, 371, 392 + n
‘A.C. Willink’, I: 294 n, 422; II: 48 + n (proza, stuk); III: 199 + n, 371, 441, 442, 465, 504, 505, 507, 509-514 + n, 516, 517; IV: 13 n; V: 46 + n; IX: 89 + n
‘A plume volante’ (ongepubl.), II: 79
‘Aan Albert Besnard’, III: 67
‘Aan een grijsaard’, VI: 64 (?), 96 + n
‘Aan een zuiderbroeder’, VII: 142 n
Aardsch en hemelsch, I: 142 + n 1888-15 December-1938, VIII: 46 + n, 73 (rijmprent)
‘Een afscheid’, II: 298 (‘Sara Malcolm’); V: 445 (’Sara Malcolm’) ‘Aller et retour’, VI: 94 + n, 104 (andere)
Anch'io, I: 142 + n
Arthur van Schendel, V: 31 + n, 44, 50, 63, 64 + n, 67 + n
Arthur van Schendel, Aantekeningen over ‘Jan Compagnie’ en ‘De waterman’, V: 64 + n
‘Avondliedje’, III: 67 (‘En toen heeft zij mij aangenomen’)
‘Baudelaire en mevr. Aupick’, III: 499 + n
‘De bekeerling’, V: 65 + n
‘De blinde loods’, VI: 330 + n
‘Blubo-Import-Maatschappij’, VI: 104 + n
‘Het boek dat den prix Goncourt had moeten hebben’, IX: 193 + n, 194 + n
‘Boeken over kunst’, II: 263 + n
‘De bohémien’, VII: 383 n, 384
‘Brieven’ (rubriek in DGW; zie ook Rebuten), II: 86; III: 71 + n, 171 (2 teksten)
Bij feestelijke gelegenheden, II: 21 n; III: 208, 467, 476; VII: 133
‘Candidaten voor het kamp’, IV: 418 + n
‘Catrijntje Afrika’, VIII: 507 + n, 508, 569
De ceder en andere gedichten, III: 468; VII: 362
‘Château de Gistoux’, zie ‘Chromo's I en II
‘Chromo's I en II (= ‘Château de Gistoux I en II’ en ‘Een zomerdag op Gistoux’; zie ook Mirliton), II 21 + n, 128, 393 + n, 480; III: 464, 467, 471, 476; VII: 133 + n
‘Cinema militans’ (zie ook Mirliton), III: 219, 464
‘Clémence Isaure’, VI: 105 + n
‘Colette ontmaskert zichzelf’, VI: 128 + n
‘Columbus zonder Amerika’, VI: 94 + n, 104 + n
|
| |
| |
Confetti, Kleine gedichten, II: 21 n; VI: 399 + n; VII: 326 + n
Critische vlugschriften, VI: 205, 208 + n, 211, 213, 228; VII: 299, 435
Currente calamo, II: 68 + n, 298; IV: 38; VII: 298
‘Daudet over Victor Hugo’, VII: 200,201 + n, 233, 235
‘Deemoed’, II: 242 + n
‘Deux peintres hollandais à Paris: A.G. et Gerard van Velde’, II: 48 n Dichters van dezen tijd (bloemlezing): zie aldaar
‘Dichterschap en werkelijkheid, Een overdaad naast een tekort’, VIII: 30 + n, 31
‘De dictatuur des boekhandels’, III: 515
‘De Domprijs en de woestijn’, II: 84 + n
‘Donker en Greshoff zitten elkaar in het haar, Kleine notitie’, II: 82 n, 92 (citaat), 93, 118 (2e stuk), 147
‘Drie handboekjes, Fransch proza en poëzie’, VII: 259 + n
‘Edelachtbaarheid en poëzie’ (= ‘De heer Patijn op 't Kloos-jubileum’, VI: 489 + n
‘De Encyclopédie française en de Nederlandsche letterkunde’, VI: 131 + n
‘“Es ist nicht wahr!”’ (zie ook Mirliton), III: 257; IX: 73 n
‘Examen de conscience’ (zie ook Mirliton), III: 471
‘Examentroost’ (zie ook Mirliton), III: 219 + n, 471
‘Fermina Marquez’, VI: 63 + n
‘Franz Hellens over zijn werk’ (met dp), II: 29 + n
Gedichten (3e en 4e druk), VII: 40 + n, 52, 70, 71, 116, 121 + n, 133, 154 + n, 155, 159, 167 x, 80, 182, 186, 225 + n, 233, 241, 299; VIII: 15, 27, 108, 121, 129 Gedichten, 1907-1934 (‘Folemprise’: 2), III: 151 + n, 452 (groote bundel), 469-471, 473, 476, 482, 483, 495; IV: 284, 373, 380, 420 (Verzen), 489, 517; V: 67-70 + n, 94, 116 + n, 117 + n, 145, 157, 188, 199, 274 + n, 309 (? attentie), 314, 445 n; VI: 30; VII: 133 n; VIII: 27; IX: 85 n, 135 + n
Gedichten, 1907-1936 (‘Kaleidoscoop’: 18), V: 445 + n; VI: 64, 70, 94 n, 96 + n, 133, 265, 314, 358, 364, 392, 404; VII: 117; VIII: 27
Het gefoelied glas, II: 308 + n Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde (met J. de Vries), II: 12 (Panorama), 30, 48 + n
‘De gevangene’, III: 473
‘De groote saneering, Purgon Donkersloot’, II: 32 + n, 33, 37-39 (stuk, ‘spijker’), 58 (die spijker), 92 (boutade), 93, 118 (eersten keer), 147
‘Gross en Truc’, V: 49 + n
‘Een grijsaard’, VI: 64 (?), 96 + n
‘De heer Borel en de poëzie’, IV: 162-164 + n
‘De heerlijkheden van St. Sulpice’, IV: 79 + n
‘Herfst’, VI: 64 (?), 96 + n
‘Herinnert gij u, Jan van Nijlen’, zie ‘Vriend van mijnjeugd’
‘De historische Hagenaar’, IV: 79 + n
‘Ik groet u’, V: 117 + n
Ikaros bekeerd, Een leerdicht, VII: 121 + n, 217 + n, 392, 421 + n, 468
In alle ernst, Overpeinzingen op reis, VI: 234 n, 348 + n; VII: 394 + n, 407 + n, 414, 421 + n, 435, 436, 530; VIII: 372
|
| |
| |
‘In een koffijhuis geschreven’, VII: 435 (2e deel)
‘In Elsschot's laboratorium’, VII: 71 + n, 74
‘Inscripties op bierviltjes’ (zie ook Mirliton), III: 471, 473
‘Interieur’ (zie ook Mirliton), III: 214, 215
‘Intieme notities van Alph. Daudet, Het dagboek van een ziekte’, III: 511 + n, 514; V: 63 (stuk over La Doulou)
‘Jan van Nijlen, 1884-10 November-1934’, V: 113 + n, 198 (inleiding)
Janus Bifrons, Een debat in sonnetten, III: 378-379 + n, 452 + n, 469, 471; VII: 217 + n
‘Jean Jacques in 1933’, IV: 169 + n, 170 (gedicht), 284 + n, 286, 289-294
‘Jeugd en deugd’ (fragment uit ‘Tien Mei 1903’), V: 49 + n, 224 n, 232, 234 (copy)
‘De jeugd in de literatuur’, III: 352 (stukje), 383 + n
‘Het juiste woord’, IV: 83 + n, 418 + n
Kent uw dichters! (bloemlezing): zie aldaar
Ketelmuziek, Een keuze uit de gedichten, I: 226 + n; II: 298 n; IV: 373; VI: 105 n, 451 n; VIII: 365 Keurdicht (1907-1927) (met inl. van J. de Vries), I: 142 + n; II: 299-300
‘Kinderspel’, III: 214-216
‘Kitsch en kitsch’, V: 49 + n
‘Kleine gedichten’, VI: 399 + n
‘Een kluizenaar’, VI: 64 (?), 96 + n
‘Een kluizenaar begint zijn memoires te schrijven’, V: 224 n, 232, 234, 438
‘Knekels en klinkdichten’, IV: 83 + n, 259
‘Een korte karakteristiek van Slauerhoff’, VI: 318 n, 319 Korte overwegingen, I: 358
‘De lafaard’, III: 209, 214, 216 Latijnsche lente, II: 298, 299, 308
‘Laus autumni’, III: 214-216 + n
(Luis)
‘Lans castitatis’, III: 214
‘Laus mediocritatis’, II: 46 + n, 47, 51, 58-60 + n, 63, 74 (Kramers-Kuller-affaire), 84, 87, 89 (karakteristiek), 93 (karakteristiek)
‘Leve de voorlichting!’, IV: 234 + n
‘Literatuur in Frankrijk, André Malraux’, IV: 199 + n
‘De litteratuur en “de nieuwe mensch”’, IV: 168 + n, 169
‘Louis Guilloux, De “populistische richting”’, IX: 152 + n, 153
‘Louis-Philippe’ (zie ook Mirliton), III: 471
Lyriek (bloemlezing): zie aldaar ‘De man van Lebak’, VII: 321 + n, 322 + n 325 + n, 326, 330-332, 334, 341-343 + n, 361-363, 384, 436, 437, 468
‘Marianne Oswald’, VII: 295 + n
‘Mars en muze’, V: 119 + n
‘Mauriac en de Académie’, IV: 202 + n
Mengelstoffen op het gebied der Fransche letterkunde, II: 298, 299, 308; III: 151; V: 300; VI: 210
‘Met het oog op de eeuwigheid’, IV: 83 + n, 259
‘Met uitzicht op zee’, VI: 234 + n, 330 + n, 331; VII: 435
Mirliton, III: 301 n, 410, 464, 466, 467, 468-469 (bespreking afz. gedichten), 470-472, 474, 476, 485 + n; V: 70; VII: 203 n, 217 n; IX: 85 n
|
| |
| |
‘Monsieur Maurice (Utrillo)’, III: 236
‘De muziekschijf’ (rubriek in De Hollandsche revue), I: 433 n
‘Nachtegalen’, VI: 96 + n
‘Nachtgang’, III: 66 (gedicht van de wandeling); VI: 96
‘De najaarsopruiming’ (zie ook Mirliton), III: 173, 208 + n, 209, 213 + n, 214 + n, 216-218, 464, 467, 471, 476; VII: 202 n, 203 n, 217 + n, 233
‘De Nederlander en het boek’, III: 133 + n, 142 (radio-prestatie)
‘Nederlandsche letterkunde’, VI: 131 + n
‘Nederlandsche persgebruiken’, III: 50 + n
‘De Nederlandsche toets’, V: 49 + n
‘Nieuwe Vlaamsche dichters’, VII: 142 n
Op de valreep, VIII: 263 n
‘Opdracht aan Elisabeth en Charles Edgar du Perron’ (= ‘Een opdracht’), III: 301 + n, 302, 316 (copy), 464, 470; IX: 79 + n, 85 + n, 348 (tekst)
Oud zeer, Gedichten, III: 66-67; V: 70; VI: 96 n
‘Oud zeer (1911)’, VI: 96 + n
‘Over kanonnen en kanonnenvoer’, IV: 372 + n
‘Over legenden en caricaturen’, IV: 79 + n
‘Pallieter en de Antipallieter’, III: 301 + n; IX: 75 + n, 77
‘De Parijsche herfstsalon’, VIII: 65 n
‘Poëzie en jura’, IV: 83 + n, 259, 376 n
‘Potverteeren’, IV: 83 + n, 259
‘Praten over Willem Elsschot’, V: 44 + n, 46; VI: 210
‘Pro domo’, III: 467 + n, 469, 471, 476 (laatste gedicht); IV: 114, 120; VII: 217 + n, 362, 468 Rebuten (Onbestelde brieven) (zie ook ‘Brieven’), III: 71 n; VI: 208 + n, 492 + n; VII: 134, 143 n, 222, 236 + n, 292 + n, 298, 322, 337 n, 344, 436, 530; VIII: 15, 121 ‘De roman van een schilder, Henry de Groux’ leven en werk’, VI: 382 + n
‘Romantiek in miniatuur’, II: 21 n
Une saison en enfer, II: 298, 299, 308
‘Sans famille’, VI: 147 x + n, 151, 152, 156, 184
‘Schipbreuk bij De Goede Hoop’, VII: 180 + n
‘Simili-Haïkaï’, V: 117
‘Spijkers met koppen’ (rubriek in DGW), I: 425 + n, 426, 433 + n; II: 9 + n, 32 + n, 33, 46 n, 48, 52 + n, 82 n, 85 (over anoniemen), 127 (stuk); III: 514 + n, 515; IV: 402
Spijkers met koppen, II: 298 (je kopy), 308 + n; III: 151, 166, 171, 188 + n, 225 (overjou), 232, 515 + n; VI: 489 n; VII: 298, 384 Steenen voor brood, VI: 329 n; VIII: 372, 397, 508
‘De stem des volks, De waarde van het document’, V: 339 + n, 349
‘Stukken en brokken’, IV: 83 + n, 259
‘De taalschutters’, II: 273 n, 274, 279 (art. van Jan); VII: 71 (polemiek)
‘Tapis roulants’ (zie ook Mirliton), III: 471
Te grabbel, Zeven korte beschouwingen, VII: 383 + n, 384
‘Tegen de halven’, VIII: 436 + n, 455
|
| |
| |
‘Tellurisch’, VI: 94 + n, 104 (andere)
‘Tien Mei 1903’ (ongepubl.), III: 224 + n, 383, 476; IV: 247 + n, 413 (roman), 421, 440; V: 15, 20, 28, 34, 41-43, 46, 49, 51, 101, 224 + n, 225, 232, 234, 235, 429, 438 ‘Tot een clowntje van Tytgat’ (= ‘Een clowntje van Tytgat’, zie ook Mirliton), III: 216 (2 verzen in Helikon)
‘Twee stemmen’, VI: 96 n Uren, III: 151
De vaders, I: 165 + n
‘Verbannen’, III: 209 + n, 213 + n, 214
‘Verheerlijking’ (= ‘Verklaring’), III: 67 (Hooftiaansche ding)
‘Een verloren zoon’, V: 445 + n; VI: 94 + n
‘Vlaanderens verfvermaak’, III: 261 + n, 276 + n
‘Voces mundi’, V: 445 + n; VI: 96 n
Voetzoekers, III: 151, 202 (boek van Jan), 204 + n, 230-232, 515 + n; VII: 298, 341 + n, 384
‘De voorkeur’, III: 216 (2 verzen in Helikon)
‘Vraag-en-antwoord-spel’, II: 52 + n
‘Vriend van mijn jeugd’, III: 466 (‘Herinnert gij u’)
‘Vroolijke elegie’ (zie ook Mirliton), III: 214
‘Waar neutraliteit een ondeugd wordt’, IV: 135 + n
‘Waarom-daarom’, VIII: 569 + n
‘Wat dan nog’, IV: 83 + n, 418 + n
‘Wedergeboorte’, III: 66
‘Whopee’ (zie ook Mirliton), III: 471
De wieken van den molen, III: 71, 171 (2 teksten); VII: 23 + n, 362 ‘Willem Elsschot, Vlaamsch schrijver’, III: 514 + n
‘Winterdienst’ (zie ook Mirliton), III: 214, 216, 217
‘Winternacht op Texel’, III: 67 ‘Zelfportret van een landjonker’ (fragment uit ‘Tien Mei 1903’), V: 224 + n, 232, 234, 235, 425-426, 438
‘Een zomerdag op Gistoux’, zie ‘Chromo's I en II’ |
Greshoff jr., Jan Hendrik (geb. 1917), I: 225; II 52; III: 418, 428, 432, 496; IV: 94, 102 + n, 135, 172, 242; V: 226; VI: 68 + n, 93, 157, 161, 166-169, 172, 173, 287 + n, 288, 296, 329 n; VII: 1S5 (Henri Grèce) + n, 156, 226, 501 515; VIII: 309, 398, 399, 508, 571; IX: 243 |
Greshoff Brunt, Agatha Christina (Aty, 1887-1987, zie ook ps. Rosine), I: 225, 244, 252, 255, 259, 260, 264, 307, 389, 405, 407 x, 428, 434; II: 28, 56, 64, 66, 76, 232, 240, 241, 274, 386, 390; III: 123, 238 + n, 318, 319, 321, 340, 382, 384, 478, 504; IV: 51, 61, 64, 87, 93, 94, 102, 128, 151, 152, 184, 213, 219, 239, 241, 242, 247, 250, 313, 327, 330, 354, 357, 408, 434, 436, 438, 441, 447, 455; V: 43, 48, 129, 166, 172, 239, 247, 259, 336, 453; VI: 68, 122, 161, 162, 208 n, 254, 288, 296, 299, 328 + n, 335, 357, 395, 405 + n, 457 n; VII: 121, 133, 135, 154, 216, 224 + n, 226, 267, 310, 317, 364 n, 395, 437; VIII: 14, 85-87 + n, 106, 121, 309, 398; IX: 69, 223, 237 n, 238 n |
Greshoff-Buys, Petronella J.M. (1860-1950), II: 274; VI: 213 (Oma); VII: 277 |
| |
| |
Greshoff's Ikaros bekeerd: ‘s-Gravesande |
Greuze, Jean-Baptiste (1725-1805), III: 510, 511
Jeune villageoise, I: 34 n |
Greve, H.E. (1878-1957), IV: 262 n, 347 |
Greve, Borromeus de, zie Greeve, Borromeus de |
Grevenstuk, A. (geb. 1892), VII: 123 + n
‘De volksgeneesmiddelen van den Oost-Indischen archipel’, VII: 123 n |
Griechische Denker: Gomperz |
Grierson, H.J.C. (1866-1960), II: 191 n, 196, 205, 206 x |
Grimmer, Annie, IX: 133 n |
Groen, Edgar van der (geb. 1914), VI: 328 |
Groen, Wim van der, VI: 328, 493; VII: 80 |
Groen-Pichel, Theodora Elisabeth van der (Dora, geb. 1893), VI: 328, 438, 493; VII: 80, 81 |
Groene Amsterdammer, De (periodiek), I: 134 n, 379 n; II: 48, 68, 80, 130, 131, 140, 143, 157, 159 x, 161, 163 n, 177, 212, 227 (nr.), 256, 263, 273 n, 274, 279 + n, 297, 307, 386, 388; III: 137, 141, 162, 174, 218, 238; IV: 180; V: 81, 128 + n, 157 + n, 167 + n, 300 + n, 301, 304 x (grappemakers, heeren), 309, 424, 425; VI: 63, 69, 110 + n, 120, 121, 131, 136, 143, 147, 149, 189, 199, 210, 235, 236, 310, 364 n, 365, 381, 390, 408, 411, 442, 480; VII: 117, 135, 165, 180, 219, 261 + n, 295; VIII: 52, 218, 219, 466-468, 576, 582, 590; IX: 24 n, 100, 159, 212 (hebdomadaire), 214 + n |
Groeneveld (ps., zie ook Kop, G.G. van der), VII: 501 n, 517 |
Groeneveldt, Hein (1884-1959), VI: 9 i, 340 + n, 422, 431-433, 445, 453, 465, 477; VII: 43-44, 68, 70, 90, 108, 409, 464; VIII: 235 + n, 300, 313 |
Groenevelt, Ernst (1887-1955), V: 356 x + n, 358, 363; VIII: 152 + n, 161, 366
De jongeren (bloemlezing): zie aldaar |
Groethuysen, Bernard (1880-1946), IV: 129, 156; V: 88 |
Grolleau, Charles (geb. 1867), I: 195 |
Grom, Wilhelmina S.G. le (Minny, geb. 1910), VIII: 136 + n, 162, 194, 271, 277 |
Groot-Nederland (periodiek), I: 190, 292, 353, 444; II: 29 + n, 105, III, 166 + n, 170, 191, 223 n, 256, 260 (redactiebureau), 261, 307, 352, 355; III: 164, 214 n, 262, 352, 372, 383, 425, 434, 435, 438, 442, 443, 445, 447 n, 451, 459, 487, 495, 498, 499 + n, 507 n, 509; IV: 12 n, 30, 33, 70, 78, 84, 94, 98, 114, 115, 129, 161, 185 x, 227, 240, 241, 272, 276, 286, 292, 294, 306, 318, 329, 334, 342, 343, 351-353 + n, 355, 356, 360, 367, 372, 377, 382-387 + n, 389, 392, 397, 400-403 + n, 405 n, 417-420, 425 n, 426 + n, 427, 449, 454, 455, 461, 477, 486, 489, 492 + n, 497, 498, 507; V: 19-21, 24, 25, 28, 30-34, 44, 46, 49, 51, 61, 66, 82, 88, 96, 116, 118, 122, 123, 129, 137, 145, 173, 174, 177, 187, 194, 195, 213, 216, 218, 221, 224, 225 + n, 232, 234, 235, 279, 326, 334, 336, 344, 381, 388, 425-427, 429, 431, 433, 436, 438, 441-443, 445, 446, 449; VI: 7 i-9 i, 12, 14, 17, 19-22 + n, 25, 27, 29, 31, 39 n, 43, 46, 48, 56, 60, 63, 64, 67, 72, 82, 88, 90, 91, 95, 96, 100, 101,
|
| |
| |
103-105, 107, 114, 116, 122, 124, 232, 133, 136, 137 + n, 146, 149, 163, 166, 167, 171, 175, 176, 184, 188 + n, 194, 197, 201, 207, 208, 212, 221, 226, 228, 231, 233-236, 240, 241, 254, 258, 271, 304, 308, 310, 315, 318-319 + n (Slauerhoff-nr.), 327, 329, 330, 332, 334, 340, 348-351, 358, 373, 374, 379, 381, 382, 386, 387, 390, 395-397, 399, 402, 404, 407, 411, 412, 414, 416, 429, 438, 448-450, 457-460, 466-469, 476, 478, 480, 481, 483-485, 488-491, 495, 496; VII: 8 i, 9 i, 11, 17-21, 23, 28-31, 33, 34, 35 (Redactie), 50 n, 57-59, 63, 64, 68, 69, 71, 74, 75, 84-86, 88, 89, 92, 98, 112, 117, 118, 122, 124, 125, 127, 135, 138, 140-142, 148, 150 x, 153, 157-159, 162, 167, 170, 177, 191, 192, 194, 195, 207, 210, 214, 219, 220 + n, 222, 224, 231, 232, 234, 235, 241, 255, 260, 267, 271, 276, 279, 283, 292, 293, 297-299, 303-307, 311, 312, 320, 323-325, 332, 333, 341, 360, 361, 363, 370, 389, 392, 394, 395, 408, 412 (Indië-nommer), 413 + n, 421, 427, 433-435, 438, 443-448, 450-453, 462, 463, 468, 470, 471, 484 n, 485, 486, 490, 492-494 + n, 500, 508, 514, 529, 531 + n, 533, 537; VIII: 20, 21, 27, 31, 36, 45, 53, 72, 76, 87, 100, 107 n, 120, 121, 122 n, 129, 130, 133, 147, 150, 155, 163, 164, 171, 172, 193, 209 n, 219, 247, 255, 258, 284, 289, 292, 293, 314, 316, 318, 327, 346, 347 + n, 350, 352, 365, 372, 396, 406, 407, 417, 440, 463, 476, 478, 491, 494, 496, 506, 508 + n, 517, 519, 522, 534, 535; IX: 45, 61, 99-100 x, 130, 135 + n, 159, 160 + n, 175, 178n, 182, 183, 185, 222, 225, 228 + n, 242, 246 |
Groot-Nederlands boerenboek, VII: 234 + n |
Groote lord, De: Burnett |
‘Groote piraterie, De’: Chasalle |
Gros, Jean Antoine (1771-1835), VI: 221 |
Grosz, George (1893-1959), I: 79 + n, 82, 109; IV: 198; V: 62 |
‘Grote dingen van de planken, De’: dp |
Groux, Henry de (1867-1930), VI: 382; VII: 383 n, 384 |
Grub, Geert, IV: 160 n |
Gruyter, J. de (1859-1932) Het leven en de werken van Eduard Douwes Dekker (Multatuli), VI: 374 + n; VII: 326 + n, VIII: 409 + n |
Gruyter, W. Jos de (1899-1979), VI: 221 n |
Grynszpan, Herschel Feibel (geb. 1921), VII: 520 + n |
‘Grijze dashond, De’: dp |
Guchtenaere, Herman M.C. de (1895-1946, zie ook ps. Méral, Paul), II: 421 n; III: 133 n, 187, 188
‘Bij de mémoires van Trotzki’ (vert. door dp), III: 133 + n, 178, 184, 186, 187 (drukproeven), 188 |
Gudrun (boekhandel te Brussel), I: 71, 156, 160 x, 195, 240, 292 |
Guégan, Bertrand (geb. 1892), V: 291 + n |
Guéhenno, Jean (1890-1978), V: 183, 237, 238, 329, 332, 333, 349, 366; VI: 16, 133, 138, 331
Caliban parle, III: 457
Journal d'un homme de 40 ans, V: 183 + n, 332, 425 + n; VI: 133, 139; IX: 210
Nu ik 40 ben (vert. door J.G. Schoup van Journal d'un homme de 40 ans), VI: 139 + n; IX: 210 + n |
| |
| |
Guerre et la paix, La: Tolstoj |
Guìla, Bodor, Zie dp, Pseudoniemen |
Guilloux, Louis (1899-1980), IV: 330, 340, 342, 353, 366, 380, 388, 389, 402; V: 122, 127 n, 183; VI: 27-29, 35, 38, 40, 63, 64, 83, 88, 136, 138-148, 161, 173, 331, 382; VII: 95, 134, 467; VIII: 160; IX: 8 i, 131 n, 132, 140, 141, 146 n, 165 n, 193, 194 n, 212 n, 357
Angélina, V: 171 + n, 190; IX: 131 n, 146 + n
Compagnons, IX: 131 n
Dossier confidentiel, IV: 353, 380, 382 (pak); V: 183 + n; IX: 131 n, 152 n, 153 x
Hyménée, IX: 131 n
Le lecteur écrit (choix de lettres): zie aldaar
Maison du peuple, V: 339; VI: 67; IX: 131 n, 152, 153 + n
Le sang noir, V: 127 n, 128, 445 x, 446, 451; VI: 27-29, 35, 38, 64, 82 + n, 83, 88, 108, 110 + n, 118, 136, 139, 143-148, 193; VII: 95; VIII: 60; IX: 131 n, 146 + n, 152 + n, 153 x (Cripure), 165, 181, 187 + n, 193-195 + n, 210-212, 213 n, 218
Souvenirs sur Georges Palante, V: 128; IX: 152 + n, 153, 194 |
Guilloux, Yvonne (geb. 1932), IX: 131 n, 154, 184, 194 |
Guilloux-Tricoire, Renée (geb. 1895), IX: 131 n, 154, 194, 211 |
Güiraldes, Alberto, II: 131 + n |
Güiraldes, Ricardo (1886-1927), II: 116, 127, 130, 132
Don Segundo Sombra, II: 130, 131 + n; IV: 200; IX: 198 + n
Don Segundo Sombra (vert. door J. Slauerhoff en R. Schreuder van Don Segundo Sombra), II: 116 + n, 117, 127 (dat boek), 130, 131, 160; IV: 200; VI: 69 + n; VII: 186 + n; VIII: 68 + n; IX: 198 + n |
Guiraldez, I: 404 |
Guitry, Sacha (1885-1957), V: 213, 429, 434, 437; VII: 384 |
Guizot, F.P.G. (1789-1874), VII: 39 |
Gulden roos, De (galerie te Brussel), V: 48 + n, 56, 59, 83 |
Gulden winckel, Den (periodiek), I: 31 i, 51, 57 + n, 84, 117, 124, 131 + n, 136 n, 142, 146, 148, 164, 165 n, 203, 219, 234, 235, 254, 259, 264, 269, 302, 316, 324, 331 x, 337 n, 340 n, 345, 351, 352, 359, 373, 375, 380, 384, 386, 392, 393, 413, 422, 423 n, 425 + n, 426, 433, 434; II: 7 i, 8 i, 9 n, 10, 14 n, 15, 23, 24 + n, 26, 28, 29 n, 30, 32 n, 33, 36, 38 x, 39 + n, 43, 45 x, 46, 48, 49, 62, 74, 78, 80 + n, 82, n, 84-87 + n, 89, 90, 92, 94 x, 105 + n, 116, 118, 128, 130, 134, 141, 148, 150, 153, 154, 158, 171, 177, 183, 189, 206, 216, 239, 240 (letterkundig tijdschrift), 246, 250, 262, 273, 276, 278, 279 + n, 293, 299, 316, 318, 324, 329, 335 n, 339, 347, 371, 374 n, 377 n,379, 381-383, 386-388, 392, 394, 396-399, 403, 410, 411, 413, 415-417, 422, 423, 429, 432, 434, 436, 442, 469, 473, 487, 488 x + n, 489, 491, 492; III: 12, 13, 15, 33, 35, 49, 50, 53 x, 54, 59, 62, 64, 69, 71, 72 + n, 77, 79 + n, 88 + n, 124, 131, 138, 173, 178, 186, 187 188, 225, 294, 323, 328, 329, 349, 350, 379, 406, 425, 426, 433, 434, 444, 466, 472, 481, 514 + n, 515; IV: 30, 39, 79, 113 + n, 133, 135, 139 (= 154), 154 (= 139), 157, 161, 166-168, 186, 233, 237, 263-265, 341, 342, 372, 380, 385, 394, 406, 429, 430, 455, 482, 490, 492;
|
| |
| |
V: 28, 88, 121, 134, 144, 173, 177, 221, 279, 332, 349, 363, 371, 373, 379, 424, 445 + n; VI: 12 n, 56, 98, 130, 190, 243, 400, 401; VIII: 121, 160, 204; IX: 24 n, 35, 51, 52 + n, 61, 65 n, 78, 142, 178 + n, 352, 359 |
Gunkel, E.R.J., VII: 195 + n |
Gunning, C.P., VIII: 66 n |
Gunning, J.G.H. (1856-1914), IX: 393 n, 395 n |
Gutteling, Alex (1884-1910), VIII: 338 |
Guzman, Martin Luis (1887-1976), IV: 243; V: 349, 350; VII: 166; VIII: 137
In de schaduw van den leider (vert. door J. Slauerhoff en G.J. Geers van La sombra del caudillo), IV: 243, 264; V: 125; VII: 155 + n, 159, 166-169, 180, 216
Sous l'ombre du caudillo (vert. van La sombra del caudillo), II: 368 + n; III: 38, 75; V: 125 |
‘Gwendoline’, zie Brunclair, ‘Pantalonnade’ |
Gijsen, Marnix (ps., zie ook Goris, J.A.), I: 46, 88, 115, 145, 196, 290, 304; II: 250 + n, 385; III: 138; IV: 38, 373, 417 n, 445 + n, 486; V: 279, 355; VI: 72
Het huis, I: 88 + n, 115; II: 408 n ‘Lof-litanie van Sint Franciscus van Assisi’, II: 408 + n |
Gijssels, Willem, IV: 210
Priangan, VI: 268 + n, VII: 284; VIII: 202, 383 |
|
Haaften, Otto van, pers. uit Ter Braak, Hampton Court, zie aldaar |
Haags gemeentearchief, zie Archief der gemeente ‘s-Gravenhage |
Haagsch maandblad (periodiek), III: 425; IV: 272, 277, 286, 341, 343, 365, 461; VI: 30, 39; VII: 265, 274, 278 n, 303, 576; IX: 160 |
Haagsche courant (periodiek), VII: 263, 264 |
Haagsche post, De (periodiek), III: 102; V: 358, 439; VI: 179; VII: 131, 179, 343, 529 |
Haamstede, Witte van, zie Haemstede, Witte van |
Haan, F. de (1863-1938), VI: 268 + n; VII: 400, 478, 495, 496, 526; VIII: 46, 119 + n, 175, 177, 193, 202
Oud Batavia, VI: 268 + n, 326, 334, 361, 373; VII: 284, 496, 527; VIII: 151, 156, 193, 202
‘Personalia’ (deel I, I, van Priangan), VI: 378 |
Haan, Jacob Israël de (1881-1924), II: 136, 200, 275, 303, 322; III: 369, 373; IV: 234 n; IX: 84 n |
Haan n.v., W. de (uitgeverij), II: 386 + n; IV: 52; VII: 50, 215, 217, 309; VIII: 223 + n, 280, 358, 461, 482, 483, 485, 487, 502, 504, 505, 557, 589; IX: 270 |
Haarlems dagblad (periodiek), II: 52 |
Haas, H.W.M. de, VIII: 33 |
‘Haatzaaiartikelen’, zie Persbreidel-ordonnantie |
Habbema, J. (1885-1937), VI: 449 + n |
Hachette (uitgeverij), V: 451; VII: 138 |
Hadji Baba, zie Morier, The adventures of Hajji Baba of Ispahan |
Hadzji Moerat: Tolstoj |
Haek, zie Café's |
Haemstede, Witte van (ca. 1280-1321), I: 131 |
Haentjens Dekker, R.W. (geb. 1906), VII: 456 + n, 457, 479; VIII: 372 |
Haesaerts, Luc (1899-1962), III: 277 |
Haesaerts, Paul (1901-1974), III: 277 |
| |
| |
‘Hagel’ (rubriek in De gemeenschap), II: 483 + n; III: 17 + n, 20; V: 316 n |
Haggard, Henry Rider (1856-1925)
Cleopatra, VIII: 545 + n |
Haghe, Adolf ter (ps., zie ook Koch, Anton), I: 390 + n; IV: 39; VIII: 124 + n, 125, 207
Iboe Indonesia, VIII: 124 n, 125, 207, 220 + n
‘Luc Durtain, Een kosmopoliet’, IV: 39 + n
‘Publius Vergilius Maro, Een tweeduizendjarig jubilaris’, IV: 39 + n
‘Tropische avond’, IV: 39 |
Haghen, Steven van der (1563-1624), VIII: 207 |
Hahn, Emily (geb. 1905)
Seductio ad absurdum, IX: III + n |
Haighton, Alfred A. (1896-1943), VIII: 259, 267, 285, 292, 296, 316, 346, 512, 513 x + n, 515, 519, 535, 547-549, 556, 575
De crisis ontmaskerd, VIII: 548 + n ‘Dukdalf der persoonlijkheidsidee’, VIII: 259 + n, 260, 285, 292, 296, 316, 346
‘Multatuli & Cie’, VIII: 512 + n, 513 x, 515, 535, 556
‘Multatuli zonder masker’, VIII: 512 + n, 513, 515
Over Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe, VIII: 548 + n
Waarheen voert Mussert?, VIII: 548 + n |
Haighton, J.G.H. (1872-1919), VIII: 513 n |
Haje, C.F. (1874-1938), II: 273 n, 274, 279 + n, 333; VII: 23, 60, 71 ‘Taalschut’, II: 273 n, 279 + n |
Halbertsma, J.H. (1789-1869), VII: 164
Het geslacht der Van Haren's, Fragmenten, VII: 164 + n, 189, 190, 194, 196, 198, 218, 266
Letterkundige naoogst II, VII: 165 + n, 189, 190, 194, 196, 198, 218, 266 |
Halcyon Press, The (= De Halcyon Pers), III: 150 n; VIII: 566 n |
Halévy, Daniel (1872-1962)
La vie de F. Nietzsche, IV: 150, 247, 278 + n, 307, 311 |
Halewijn, VI: 231, 237, 238 |
Hall, J.N. van (1840-1918), VIII: 414 |
Hall-Nijhoff E. van (geb. 1905), IV: 241 + n |
>Hallelujah (film), III: 40 |
Hallemannetje, pers. uit Multatuli, De geschiedenis van Woutertje Pieterse, zie aldaar |
Halsbeke, Charles-Léon van (ps., zie ook Stols, A.A.M.), I: 278 n |
Haman, zie Paap, Vincent Haman |
Hamburger, Salomon Herman (1898-1946, zie ook ps. Man, Herman de), VII: 289, 290 |
Hamel, Anton Gerard van (1842-1907), II: 239 |
Hammacher, A.M.W.J. (geb. 1897), III: 198, 199; IX: 351 ‘Charley Toorop’, III: 198 + n ‘Delacroix-Derain’, VI: 215 + n |
Hammett, Dashiell (1894-1961), VII: 166 + n
The glass key, VII: 146
The Maltese falcon, VII: 146
Red harvest, V: 207; VII: 146
The thin man, V: 207 |
Hampton Court: ter Braak |
Hamsun, Knut (1859-1952), III: 18, 370 |
Hana, Herman (1874-1952), II: 208 |
Handelingen 2e Kamer, zie Verslag der handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal |
| |
| |
Handelsblad, zie Algemeen handelsblad |
Hangeler, zie Behrens-Hangeler, Herbert |
Hans, D. (1882-1946), VIII: 128 + n, 186 + n, 203, 549, 575; IX: 258 n
‘Naschrift’, IX: 258 n, 383 (tekst) |
Hansker, Gertie, zie Larbaud, ‘Een opdracht’ |
‘Hantoe’ (ps., zie ook Spook, L.H.), VIII: 402 n |
Harahap, Parada (1899-1959), VIII: 126 + n |
Harde(n) dood, De(n), zie dp, Gebed bij de harde dood |
Hardenbroek, Gijsbert Jan van (1720-1788)
Gedenkschriften (1747-1787), VIII: 91 + n, 108, 114 |
Hardouin, E.A. (1820-1853), VIII: 105 + n |
Hardy, Thomas (1840-1928), VI: 214, 215 (portretten?), 227; VII: 348; VIII: 338 |
Haren, Amelia H.W. van (1738-1800), VII: 189 |
Haren, Carolina Wilhelmina van (1741-1812), VII: 24 (dochters), 69, 169, 182, 187-189; VIII: 157, 166, 167; IX: 378 |
Haren, Doekje van (1739-1819), VII: 189 |
Haren, Jan Poppe André van (1755-1818), VIII: 114 (zoons) |
Haren, Marianne Elisabeth van (Betje, 1744-1821), VII: 24 (dochters), 69, 182, 188, 189; VIII: 556 n, 557 |
Haren, Onno Zwier van (1713-1779, zie voor Van Haren-verhaal: dp, Schandaal in Holland), VI: 10 i; VII: 24 + n, 25, 41, 46, 69, 105, 137, 140, 144, 163, 165-167, 169, 181, 182, 187-190, 197, 204, 205, 211, 531; VIII: 11, 114, 142, 296, 361 n, 362, 381, 533, 580, 581; IX: 247,378,379 n Agon, Sulthan van Bantam, VII: 482; VIII: 101, 109 (regels) Deductie voor Jr Onno Zwier van Haren, VII: 24 + n, 41, 45-46, 69, 205 + n; VIII: 362, 556 + n |
Haren, Willem van (1710-1768, zie voor Van Haren-verhaal: dp, Schandaal in Holland), VI: 10 i; VII: 105, 137, 140, 144, 163-165 + n, 169, 181, 182, + n, 188, 197, 204, 206; VIII: 11, 296, 579 n; IX: 247, 378
Het menschlijk leeven, VII: 51 + n, 52 |
Haren-Charles, Marianne van (1699-1758), VII: 205 |
Haren-van Huls, Sara Adel (Adeleide, 1718-1793), VII: 24 n, 205 (schoonmama); VIII: 362 (zijn vrouw) |
Harmonie, De (sociëteit te Batavia), VI: 458, 485 (‘de soos’); VII: 85, 133, 269, 306, 315; VIII: 139, 167, 184 n, 185, 191, 239, 314 + n, 487, 488 + n |
Harmsen, II: 117-118 |
Harmsworth, Harold Sidney, viscount Rothermere (1868-1940), III: 344 + n |
Harmsworth-Share, Mary Lilian († 1937), III: 344 + n |
Harnas, Het, zie dp, Het zijden harnas |
‘Harold Lloyd’, zie Greshoff ‘Cinema militans’ |
Harper and Brothers (uitgeverij), I: 320 |
Harrap (uitgeverij), VI: 170 |
Harriette Wilson, zie Wilson-Dubo-chet, Memoirs |
Harris, Frank (1856-1931), VII: 256 n
|
| |
| |
Ma vie et mes amours (vert.), IX: 135 n
Oscar Wilde, his life and confessions, IV: 38
La vie et les confessions d'Oscar Wilde (vert. van Oscar Wilde, his life and confessions), I: 206, 208, 210, 213 |
Hart zonder land: Helman |
Hart, Frances Noyes (1890-1943) The Bellamy trial, VII: 130 |
Hart, C. de (1880-1956), VI: 383 n, 406, 407 + n, 413; VII: 359 (conservator), 481, 491; VIII: 250, 258, 273 n, 284, 312, 330 n, 369, 374, 375, 411 n, 412 n, 421 n, 473, 550, 563 n, 575, 584, 585, 586 n ‘Mr. A.J. Duymaer van Twist - Ed. Douws Dekker (Multatuli)’, VIII: 346, 347 + n, 478, 479, 513 ‘Multatuli als huisvader’, VIII: 519 + n |
Hartelust, P.W., VII: 215 |
Harten en brood: Kuyle |
Harthoorn, A.M., VII: 460 n, 507; VIII: 89 + n, 131, 150 n |
Hartingh, N. (1715?-1766), VI: 378 |
Hasselman, C.J., VIII: 172, 174 |
Hasselt, J. Ph. van, VI: 333; VII: 321; IX: 377 |
Hatta, M. (1902-1980), VII: 525, 526 + n; VIII: 290 + n, 482 + n |
Hattum, Jac. van (1900-1981), VI: 91, 365 + n; VII: 480; VIII: 92, 565 + n, 572; IX: 249 + n, 257 Drie op één perron (met G. den Brabander en E. Hoornik), VII: 480 + n; VIII: 68 + n, 92, 103, 307 n, 565 n; IX: 248 + n, 249 n, 257 + n
Frisia non cantat, VIII: 92
Gedichten, IX: 257 + n
De pothoofdplant, VI: 365 + n, 404 + n; VIII: 92 |
Haulleville, Eric de (1900-1941), V: 155 + n, 168, 180, 181 + n, 197 Un gentilhomme de lettres: Prosper de Haulleville, V: 181 n
Le voyage aux Iles Galapagos, V: 155, 168, 181 + n, 197 |
Hauptmann, Gerhard (1862-1946) Hannele's hemelvaart (vert. door W. Kloos van Hanneles Himmelfahrt), IV: 412, 413
Voor zonsondergang (vert. van Vor Sonnenuntergang), VIII: 596 + n; IX: 278 + n |
Hauser, Caspar, (Kaspar, 1812-1833), V: 342 |
Hautes et basses classes en Italie: Larbaud |
Hautour, Marc d' (ps., zie ook Douwes Dekker, Ernest F.E.)
Van een dappere drakendoodster, VI: 408 + n |
Havelaar, Just (1880-1930), I: 47; II: 84 + n, 85, 87-89, 93, 148, 210, 413; III: 138; V: 209; IX: 65 + n, 66 n
De nieuwe mensch, II: 84 n |
Hazen, G.A.J., VII: 518 n |
Hazil, zie Tanzil, Hazil |
Hecke, Firmin van (1884-1961), VI: 100 |
Hecke, Paul-Gustave van (1887-1967), I: 271 + n, 273, 277 + n, 278, 283, 285, 287, 388, 391; IV: 396, 397, 402, 404, 405; V: 360; VIII: 569 |
Hecke-Deschrijver, Honorine Maria van (Norine, geb. 1887), I: 271 |
Hedda, pers. uit Marsman, ‘Vera’, zie aldaar |
Heden ik, morgen gij: Marsman; Vestdijk |
Heeckeren tot Waliën, J.C.W. van (1837-1870), VIII: 346, 401 (foto's) |
Heel, Lous van, II: 192 |
| |
| |
Heemskerck, Johan van (1597-1656), VII: 403
Batavische Arcadia, VI: 377; VII: 100, 403 |
‘Heer Borel en de poëzie, De’: Greshoff, J. |
Heeroma, K.H. (1909-1972), IV: 53 + n
‘Kroniek van het literaire leven in 1932’, IV: 53 + n
‘De laatste der Multatulianen’, II: 440, 441 n |
Heever, C.M. van den (1902-1957), VIII: 64 + n, 83, 399 |
Heever, Toon van den (1894-1956), VIII: 108, 399 + n
Gedigte, VIII: 398, 399 n
Vir Eugene en andere gedigte, VIII: 398, 399 n |
Hegel, Georg W.F. (1770-1831), IV: 66; V: 153; VI: 52; VII: 113 |
‘Heilige stenen in West-Java,’ zie dp, ‘Oudheden op West-Java I, II’ |
Heimburg, Wilhelmine (ps., 1850-1912), III: 296; VIII: 127 |
Heimwee naar het Zuiden: v. Nijlen |
Heine, Heinrich (1797-1856), II: 156, 252, 266, 273; V: 182; VI: 192; VII: 474; VIII: 148
Das Buch der Lieder, II: 437 n
Das Buch Legrand, II: 252, 273
Der lyrische Nachlass, II: 443 + n |
Heinemann, W. (uitgeverij), VI: 266, 278 |
Heleen: v. Bruggen |
Hélène Marveil: v. Genderen Stort |
Helikon (periodiek), II: 300 (tijdschrift van Stols), 320 n, 328, 373, 389 n, 402; III: 38, 87 + n, 88, 129, 131, 132, 164, 209, 213, 215, 216, 230, 243, 251, 253, 256, 257, 261 x, 265, 275, 320, 323, 355; IV: 39 + n, 113, 133, 155, 186; VII: 309; VIII: 307; IX: 73, 257 n |
Hellen, Ernest, zie Hello, Ernest |
Hellens, Alexandre (1921-1940), I: 233 (Choura), 364, 382; II: 257, 295 |
Hellens, Franz (ps. van Frédéric van Ermengem, 1881-1972), I: 30 i, 70, 91 n, 161, 199, 225 n, 232, 243, 259, 260, 265 n, 273, 277, 288, 289, 328 n, 337 + n, 351 n, 371, 418 n, 420; II: 29 n, 54, 76, 138, 232, 257, 294 n, 308, 328 n, 404; III: 75 n, 91, 196, 236 + n, 251, 255, 268, 273, 302, 350, 374, 431, 435, 439, 441, 472, 474, 522; IV: 24, 89, 90 n, 93 n, 94 n, 214, 220, 223, 225, 247 x, 385, 392; V: 17, 181 n; VI: 138, 297, 362; VII: 31, 381; IX: 8 1, 63, 64 (drie), 67, 187 n, 216 |
‘Cécile’, I: 283 + n |
‘La cuisine des fous’, I: 330 |
Documents secrets, 1905-1931 (werktitel: La confession naïve), II: 421 + n; III: 186 + n, 268, 269
En écoutant le kruit de mes talons, II: 294, 354, 355, 362, 364
L'enfant et l'écuyère, I: 271-273 + n, 277 + n
‘Le fauteuil rouge’, II: 294, 354, 355, 361, 362, 364
La femme partagée, I: 225 + n, 351 n; II: 361, 421 + n
Les filles du désir, II: 61, 63-64, 138, 421 + n, 498, 499, 506; V: 345 + n
Fraîcheur de la mer, III: 372 + n; IV: 385
Frédéric, V: 345 + n
Les hors-le-vent, I: 330 + n; III: 75
Le jeune homme Annibal (werktitel: L'enfant sauvage), I: 325 + n, 326, 330, 364, 381 + n, 382; II: 232
‘Lettre à J. Slauerhoff’, I: 385 + n, 410
|
| |
| |
Le magasin aux poudres, VI: 362 + n
Mélusine, III: 269 + n
La mort dans l'âme, V: 257, 263 + n
Le naïf, I: 330 + n; II: 232; V: 345 + n
Réalités fantastiques, I: 215 + n; III: 75
Le rendez-vous dans une église, II: 294 + n, 362
‘Les soirs de Gand’, I: 330; III: 75 |
Hellens, Jeanne, zie Beduwé-van Ermengem, Jeanne |
Hellens, Maria Elisabeth (geb. 1927), I: 382; II: 257, 295 |
Hellens, Serge (1929-1951), I: 382 (qui s'annonce), 418 + n, II: 257, 295 |
Hellens-Miloslavsky, Marie M. (Maroussia, 1893-1947), I: 233 n, 271, 382, 418 + n; II: 257, 295, 422; III: 75, 220, 337, 343, 372, 435, 460, 480; IV: 94 |
Helimer, Ruth, III: 22; IX: 53 + n |
Hello, Ernest (1828-1885), V: 205 (Hellen) |
Helman, Albert (ps., zie ook Lichtveld, Lou A.M.), I: 160, 173, 174, 192, 195, 206, 354, 378, 432 n; II: 48, 82, 140 (ober), 171, 177, 212, 273, 276, 282, 304, 305, 349, 388 + n, 392, 408, 414 + n, 415 + n, 441, 455 + n, 463, 483, 484; III: 27, 65 + n, 114, 169, 218, 219, 224, 234, 376 + n, 434 + n, 436, 442, 477, 490, 499; IV: 355, 429 n, 440, 445 n, 470; V: 128, 202, 221, 255, 272, 318, 350, 351, 371, 375, 394, 400, 410, 426; VI: 56, 57, 170, 209 + n, 251; VII: 156, 218 + n, 219, 229, 322, 323, 576; IX: 37, 64, 101 n, 171
‘Anders schrijven en toch eender’, VIII: 322 + n ‘De begijnen van Woldry’, V: 255 + n
Het euvel Gods, III: 477; V: 202 (verhalenboek), 255 + n
Hart zonder land, I: 395, 416; II: 305, 335 + n, 463; III: 142; V: 202, 255 n
‘Ik ben Lindor’, V: 255 + n
‘Logica en misdaad’, VIII: 218 + n, 219
's Mensen heen- en terugweg, VII: 255 + n, 270, 350 + n
‘Het nutteloos verzet tegen den schrijfdemon’, II: 143, 144 + n
Overwintering, III: 65, 169
Serenitas, II: 305, 335 + n, 372; III: 65
De stille plantage, III: 224, 229, 234, 299 n, 338, 402; IV: 65, 147, 393; VI: 220
‘Triangel’, III: 169
‘Het tweekoppig monster’, III: 218 + n
‘De verdwenen christen’, V: 201 n, 395 + n, 401 (Verdwenen Soldaat); VI: 23, 61, 219
‘Vijf broden en twee visschen’, III: 169 + n
‘De vijf nabije vingers’, II: 177 (onanisme van Marsman), 212 n, 223, 227
‘Waar is de verteller?’, II: 388 + n, 392 (beknibbelt), 404 + n, 414 + n, 441 (attaque), 455
Waarom niet?, IV: 355, 392, 393
Wij en de litteratuur, III: 188 + n
Zuid-Zuid-West, I: 173, 174; III: 65, 141, 207, 220, V: 241; VII: 286 |
Helmers, Jan Frederik (1767-1813), VII: 391; VIII: 534
De Hollandsche natie, VI: 379; VIII: 62, 176, 177 + n, 186, 188, 196 |
Helmond, N. van
|
| |
| |
‘Lofdicht op den Raad van Justitie te Batavia’, VIII: 84 + n |
Heloïze, (ps., zie ook Douwes Dekker-Hamminck Schepel, Maria F.C.), VIII: 330 + n |
Hemdenmaker, zie dp, De arme hemdenmaker |
Hemdenverhaal, zie dp, ‘Van de drie ridders en het hemd’ en dp, Het zijden harnas |
Hemel en aarde: Werumeus Buning |
Hemert, Van, zie Langevelt van Hemert |
Hemingway, Ernest (1899-1961), IV: 53 + n, 251; VI: 248, 252
Death in the afternoon, IV: 53 + n; V: 373
In our time, IV: 46 n; VI: 252
The torrents of spring, IV: 46 n |
Hemme, M., VI: 378 n
De loff der peperthuynen, VI: 379; VII: 391-392, 411 |
Hémon, Louis (1880-1913)
Battling Malone, pugiliste, II: 343 |
Henny-du Perron, Albertine Eugenie (tante Henny, 1858-1935), II: 394 + n; III: 305, 319; IV: 212, 213, 216, 220, 222-224 + n |
Henri IV, koning van Frankrijk, (1553-1610), IV: 347 |
Henriët, Henk A. (1903-1945), IX: 52 n |
‘Henriëtte's oogen’, hfdstk uit Marsman, De dood van Angèle Degroux, zie aldaar |
Henriquez (boekhandel te Brussel), I: 152, 250, 266; III: 374 |
Henry Brulard, zie Stendhal, La vie de Henri Brulard |
Herakles: Couperus |
Heraut, De (periodiek), VIII: 37 n |
Herbet, Franz Isidore (1902-1958), VI: 156 (Prefect); IX: 253 n |
‘Here & now pamphlets, The’ (serie), IX: 110 + n |
Hérédia, José-Marie de (1842-1905), I: 243; III: 12 |
Herhalingsoefeningen: v. Vriesland |
Heringa, A., I: 106 |
‘Herinnering aan Parijs’, zie Marsman, ‘Drijfzand’ |
Herinneringen: Djajadiningrat |
‘Herinneringen aan de Koningin van Napels’: v.d. Hoeven |
‘Herinneringen aan “modern” Vlaanderen’: dp |
Heris, E., VI: 175 + n, 205 |
Herman Gorter, Aanteekeningen bij zijn poëzie: Marsman |
Herman, Léon, IV: 17, 22, 24-26, 29, 69, 70, 77 x, 84, 85, 135-137, 144, 145, 165, 172, 173, 246, 424, 436, 437; IX: 361 |
Hermans, Hans
‘Grafschriften’, IX: 117 + n |
Hermans, Ward, IV: 38 |
Hermingard van de Eikenterpen: Drost |
Héroard, Jean (1551-1628), VI: 435 + n |
Herodotus (± 480-± 425), VI: 81, 86, 87, 98, 119, 120; VII: 474 |
Hérouard, Ch., III: 34 |
Herreman, Raymond (1896-1971), I: 53 n, 131 + n, 137, 144, 145, 151, 160, 203, 208, 222 n, 258, 288, 290 + n, 305, 318 n, 321 n, 339 (anderen), 340, 342, 352, 358, 359, 361-363, 365, 384; II: 22, 65; III:79 + n; IV: 417 n, 445 + n; V: 359; VII: 88 n; IX: 28 n
‘Littérature flamande’, IV: 109 + n
‘In memoriam’, I: 222 + n
‘Richard Minne - J. Greshoff - E. du Perron’, I: 203 + n, 305 De roos van Jericho, III: 220, 245; IV: 240 + n |
Herriot, Edouard (1872-1957), II: 36 + n; IV: 443 |
Hertz, J., VII: 470 n |
| |
| |
Hertzberger, J., II: 105 n |
Herwin, S., VII: 75 n |
Herzog, Émile (1885-1967, zie ook ps. Maurois, André), II: 239 |
Hesiodus (8e e.v. Chr.), VI: 111, 119 |
Hess, Moses (1812-1872), VI: 192 + n |
‘Het is zoo innig droef...’. zie v. Nijlen, ‘Lente-liederen I’ |
Heugten, J. van (1890-1963), IV: 51, 53, 74, 363 n; V: 249, 265; IX: 181, 182
‘De dood van het vitalisme?’, IV: 51 + n, 53, 74 + n; IX: 182 + n ‘Een uur met du Perron’, V: 196 + n, 210, 254, 265 |
Heukelom, J.B. (1875-1965), II: 430 + n, 443 |
Heurn, Johan Anton van (1885-1960), III: 482 + n, 484 |
Heusden, Dolf van, VIII: 360 n, 366 |
Heutsz, J.B. van (1851-1924), V: 353 n; VII: 519; VIII: 170, 368 + n |
Heuven, W.A. van, VIII: 57 + n, 78 + n, 86
‘E. du Perron’, VIII: 78 n, 86 |
Heijden, E.J.J. van der, VII: 172 (professor)
Natuurlijke normen in het positieve recht, VII: 172 (toespraak) |
Heye, Jan Pieter (1809-1876), V: 182
‘Vlaggelied’, V: 182 (tekst) + n |
Heyer, Georgette
Waterloo (vert. door C. van Wessem van Infamous army), VIII: 323 + n |
Heijermans, Herman (1864-1924, zie ook ps. Jelakowitch, Ivan en D., W.v.), II: 317, 369, 492 + n; VI: 73; VII: 73
Dora Kremer, II: 492 n |
Heymans, C.S.
La vraie Mata-Hari, Courtisane et espionne (Ned. vert. door de auteur: De ware Mata-Hari, Courtisane en spionne), II: 469 + n |
Heymans, G. (1857-1930), V: 139; VII: 207 n |
Heyting, A. (1879-1949), II: 190, 250
Het rondeel (bloemlezing): zie aldaar |
Hiegentlich, Jacob (1907-1940), I: 367 n; III: 43, 129, 171 + n, 187 n, 251 n; V: 363; IX: 345
‘De jongeren schrijven romans’, IX: 76 n
‘Kort geding tegen de “Jongeren”’, III: 129, 171 + n |
Hiel, Emanuel (1834-1899), VI: 187 + n, 338 |
High and low life in Italy: Landor |
High wind in Jamaica, A: Hughes |
Hildebrand (ps., zie ook Beets, Nicolaas), II: 23, 30
Camera obscura, I: 101 + n
‘De familie Stastok’, III: 127
‘Gerrit Witse’, VIII: 117 |
Hill, Brian (drukker), I: 76-78 + n, 81 |
Hill, Headon (ps., 1857-1927), III: 485; VII: 128
Detective Dred, VII: 128
The narrowing circle, III: 485, 491; VII: 128, 130 |
Hille Ris Lambers, H.W.A. (Helen), III: 231 + n |
Hindenburg, Paul von (1847-1934), IV: 7 i, 452 n 463, 466; V: 128 |
Hinderdael, J. (1877-1948), VII: 203 + n, 233, 245 (meneer)
Een spel van groote kinderen, VII: 202 n, 203 |
Hindoe Javaansche geschiedenis: Krom |
Hinloopen Labberton, D. van, IX: 394 + n |
Hinne Rode: v. Genderen Stort |
| |
| |
Histoire comique de Francion, L', zie Charles Sorel, La vraie histoire comique de Francion |
Histoire et technique du roman policier: Fosca |
‘Historie van klappen’, zie dp, ‘De avonturiers’ |
Historiën, zie Hooft, Neederlandsche historien |
Historisch gedenkboek der herstelling van Neêrlands onafhankelijkheid in 1813, VIII: 101 + n |
Historisch Genootschap (Utrecht), VIII: 114 |
Historische Afdeeling, zie Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen |
Hitler, Adolf (1889-1945), III: 208; IV: 7 i, 83, 84, 105, 158, 160, 170, 256, 262, 353, 405, 450, 451, 463, 466, 473, 518; V: 34, 60 n, 109, 115, 117, 133, 138, 146, 154; VI: 311, 312, 355, 369 n; VII: 92, 122, 225, 233, 323, 363, 484 n, 488 (schoft); VIII: 29, 39, 120, 122, 158, 161, 164, 248, 308, 314 n, 324, 326, 328, 438, 574; IX: 229 (stalknecht), 244 + n, 245, 270, 331 n
Mein Kampf, V: 154 |
Hobhouse, J.C. (1786-1869), V: 52 Recollections of a long life, V: 52 + n |
Hoe hij Raad van Indië werd: Maurits |
Hoek, Gerard van den (1892-1916) Het kostelijk leven, I: 115 + n |
Hoekstra, Han G. (1906-1988), V: 445 n |
Hölderlin, J. Chr. F. (1770-1843), II: 369 |
Hoetink, H.R. (1900-1963), VII: 44 + n; VIII: 384 + n |
Hoëvell, W.R. van (1812-1879), VII: 487; VIII: 99, 113 + n, 116 (boek), 119 (roode boekje), 183-185 + n, 190, 191, 313, 489; IX: 398
‘Een dorp en een berg’, VIII: 216 + n
Reis over Java, Madura en Bali in het midden van 1847, VII: 487 + n ‘Het Tijdschrift voor Nederlands Indië’, VIII: 184 + n
Uit het Indische leven, IX: 398 |
Hoeven, Van der, I: 443
Le Rubuiyat moderne, I: 443 |
Hoeven, Frederik A.A. van der (1869-1950), I: 443, 444; II: 9 + n, 29 + n, 33-35, 47, 49, 57, 64, 76 + n, 104, 107, 110, 119, 125, 135, 137; III: 32 + n
‘Herinneringen aan de Koningin van Napels’, I: 443; II: 29 + n, 34, 35, 47, 57, 64, 76 + n, 104, 107, 110, 119, 125, 135, 294 + n
‘Toen oom Paul niet naar Berlijn mocht’, I: 443 + n; II: 35 |
Hoeven, G.G. van der (1872-1955), III: 406 + n; IX: 52 + n |
Hoeven, J. van der (1851-1882), VI: 478 n, 479, 494; VII: 84 + n, 92 n; VIII: 416 n, 424 n |
Hof der dwazen, Het: Kelk |
Hofdijk, W.J. (1816-1888), VIII: 184 |
Hofer, Andreas (1767-1810), V: |
177 |
Hoffmann, E.T.A. (1776-1822), I: 66; V: 287; VI: 71
Gesammelte Werke, I: 68
Nachtstücke, III: 44 |
Hofmannsthal, Hugo von (1874-1929), III: 115 + n, 190; V: 206
Die Berührung der Sphären, III: 190 n
Deutsche Erzähler (bloemlezing): zie aldaar |
‘Hogarth letters, The’ (serie), IX: 110 + n |
| |
| |
Hogarth Press, The (uitgeverij), V: 256; IX: 110 |
Hogendorp-archief, Van, VIII: 91, 120, 153, 157, 163, 166, 185, 206, 216, 291, 312, 322, 326, 337 (papieren), 396, 397, 481, 484, 489, 493-496, 498, 501, 505, 516, 521, 528, 532, 570, 579, 580, 586, 593 |
Hogendorp, C.S.W. van (1788-1856), VII: 110, 504 + n, 505; VIII: 153, 166, 167, 180, 183, 188, 194, 196, 202, 206, 212
‘Aan mijn zoon’, VIII: 167
‘Avant et après’, VIII: 196, 223 + n, 231
Tafereelen van Javaansche zeden, VII: 504 n, 505; VIII: 167 + n |
Hogendorp, D.C.A. van, VII: 24 n; VIII: 20 n |
Hogendorp, Dirk van (1761-1822, zie voor Van Hogendorp-verhaal: dp, ‘Zich doen gelden’), VI: 10 i, 255 n, 377, 378n; VII: 24, 45, 46, 69, 105, 140, 167, 169, 173, 181, 182, 188, 190, 194, 197, 220, 255, 270, 277, 284, 296, 301, 306, 308, 309, 323, 324, 335, 358, 361, 373, 392, 406, 4z8, 454, 455, 488 n, 496, 497, 521, 531; VIII: 8i, u, 45, 49, 50 + n, 53, 56, 57 n, 63, 65, 67, 80, 83, 99, 108, 109, 115, 117-120, 123, 130, 144, 147, 153 + n, 157, 163, 166, 167, 175, 191, 194, 196 n, 202, 233, 309, 381, 383, 396, 400, 423, 489, 492, 493, 505 + n, 508, 521, 532, 533 + n, 564, 570, 593, 594; IX: 247
Berigt van den tegenwoordigen toestand der Bataafsche bezittingen in Oost-Indiën enz., VIII: 109 + n, 153
Brief aan alle vrijheid en vaderland lievende Bataaven enz., VIII: 133 + n
Kraspoekol of de slaavernij, VI: 377-379 + n; VII: 24, 38, 41, 45; VIII: 109, 157, 166, 490, 491 n, 533 + n
Mémoires du général Dirk van Hogendorp, VII: 24 + n, 69, 309, 497-498; VIII: 20 + n, 77
Stukken, raakende den tegenwoordigen toestand der Bataafsche bezittingen, VIII: 109 + n, 153
‘Le suicidé converti’, VIII: 167 |
Hogendorp, Gijsbert Karel van (1762-1834), VII: 39, 169, 197, 424; VIII: 11, 61, 101, 157, 167, 196 n, 202, 383, 505, 532
Brieven en gedenkschriften, VIII: 61, 535 (3 din.)
Journal de G.K. van Hogendorp, VIII: 61 |
Hogendorp, Petronella van, IV: 241 + n |
Hogendorp, Willem van (1735-1784, zie ook: dp, Een lettré uit de 18e eeuw: Willem van Hogendorp), VII: 24 + n, 69, 105, 140, 173, 182, 187, 188, 190, 205, 488 n; VIII: 101 + n, 153, 157, 167, 188, 196 n, 202, 249 + n, 381, 493, 505, 521, 533, 564, 569, 578, 580, 581, 587, 594; IX: 404
‘Haar tanden, wyde mont en opgespalkte kaeken’, VIII: 556 + n, 557 (gedicht op Betje)
Kraspoekol of de droevige gevolgen van een te verre gaande strengheid jegens de slaaven, VI: 374 + n, 377; VII: 24, 378, 402, 424, 483; VIII: 157, 490, 491 n, 533
‘Morgengroet aan mijn vrouw’, VIII: 166 + n, 167 (vorige), 180, 186, 188, 194 (verzen), 493 n ‘Sage et pieux Docteur, éloquent Superville’, VIII: 557 + n
Verdediging van Mr Wilhem van Hogendorp, VIII: 557 + n
‘Vers à monsieur Bolomay’,
|
| |
| |
VIII: 167, 180, 186, 188, 194 (verzen) |
Hogendorp-van Haren, Carolina Wilhelmina van, zie Haren, Carolina Wilhelmina van |
Hogendorp van Sion, VII: 205 (tante) |
Hoghe, Andries de (ps., zie ook Boutens, P.C.), IV: 68 + n |
Holbach, P.H.D. d' (1723-1789), VI: 192 |
Holkema en Warendorf n.v., Van, (uitgeverij), III: 136; IV: 486, 489; V: 35, 36, 41; VI: 96, 114, 122, 188 n, 194, 195, 197, 198, 206, 294, 412; VII: 247, 250, 297, 306, 311, 320, 323, 324, 360, 393, 413, 434, 452, 490, 494, 501, 529, 531 n, 532; VIII: 21, 31 + n, 52, 63, 76, 108, 109, 121, 164, 165 |
‘Holland-bibliotheek’ (serie), VI: 20, 36, 48 320 + n |
Hollandia Drukkerij, II: 32 + n, 33, 34 (menschen van Baarn), 37, 202, 251; III: 485 |
Hollands Uitgeversfonds (uitgeverij), I: 143 + n |
Hollandsch binnenhuisje: v. Woude |
Hollandsch drama, Een: Schendel, A. van |
Hollandsche natie, De: Helmers |
Hollandsche revue, De (periodiek), I: 307 + n, 433 n, 443, 444 + n; II: 29 n, 48 n, 110 n, 294, 298 + n; IV: 16, 226, 237, 238; IX: 28 |
Hollandsch(e) weekblad (voor België), (Het) (periodiek), IV: 404 + n, 420 + n, 436, 489 (blad); V: 135; VI: 81 + n, 348, 457 + n; VII: 8 i, 17 n, 23 + n, 32 + n, 142 n, 218-219 + n, 330, 332, 342, 343, 362 (Lubbessenkrant), 426, 500, 501 + n, 529, 530; VIII: 30 + n, 52, 64, 65, 76, 87, 106, 107, 122, 152, 155, 164, 187, 192, 193, 467 + n; IX: 243, 248 (‘echo's’), 249 n, 272, 273 |
Hollandse Kunstenaarskring, I: 125 n |
Holle, Karel Frederik (1829-1896), VII: 126 + n |
Holmes, Sherlock: Doyle |
Holzschuher von Harrlach, Willy, III: 219 + n |
Homais, pers. uit Flaubert, Madame Bovary, zie aldaar |
Hombres: Verlaine |
Homerus (9e eeuw v. Chr.), I: 169; VI: 109, 113, 118, 120, 128; VII: 474; IX: 101 n
The Iliad (vert. door S. Butler), VI: 109, 114
Iliade (vert. door Ch. Leconte de Lisle), VI: 87, 98, 101 + n, 119 Ilias (vert. door P.C. Boutens), VIII: 460
De Ilias (vert. door C. Vosmaer), VI: 109; VIII: 460, 531
De Odussee (vert. door C. Vosmaer), VI: 109 + n; VIII: 460, 531 L'Odyssée (vert. door V. Bérard), IV: 426
Odyssée (vert. door Ch. Leconte de Lisle), VI: 111, 119, 120
The Odyssey (vert. door S. Butler), VI: 109, 114 |
‘Homerus fecit’: Vestdijk |
Hommage des écrivains étrangers à Paul Valéry, II: 178 + n, 303, 322, 352 |
Homo ludens: Huizinga |
Hond, zie Willink, De bank van Philadelphia |
Hond van de Baskervilles, De: Doyle |
Hondecoeter, Melchior d' (1636-1695), IV: 356 |
Hondius, J.M. (1900-1977), I: 155, 192; II: 463 n; III: 69, 78
Sebastiaan, I: 155 + n; II: 463 + n; III: 69 |
| |
| |
‘Hooft’ (portret): Willlink |
Hooft, Pieter Czn (1581-1647), I: 246, 366, 373, 374 + n; IX: 143 Erotische gedichten (uitg. C.C. van Slooten), II: 278, 284
Minne-dichten, I: 97-100 + n, 106, 110, 380, 386, 395 + n, 400 x, 401 x (exx.), 410; II: 153 + n, 284 (oude bloemlezing)
Neederlandsche historien, VII: 355, 356, 375 |
Hoog, F.H. de (1881-1939), VIII: 123 + n |
Hoogeveen, H.J.C. (1823-1881), VIII: 244 + n, 268 + n, 335 |
Hoogewerf J.J., III: 195 |
Hoogh, Pieter de (1629 - † na 1684), V: 137 |
Hooglied van Salomo, Het (Bijbelboek), zie Renan, Le cantique des cantiques |
Hoogt-prijs, C.W. van der, II: 342 + n; III: 126 n, 137 (bekroning), 223, 325 + n, 417 n (bekroning); IV: 219 n; V: 50 + n, 51, 56, 78 n, 358 n, 360, 362, 374 (affaire); VI: 225 + n, 226; IX: 172 n, 173, 174 + n |
Hoop, A.N.J. van der, zie Thomassen à Thuessink van der Hoop, A.N.J. |
Hoornik, Ed. (1910-1970), VII: 412 n, 470 n, 480; VIII: 46, 92, 307, 350, 481 + n, 545, 565 + n; IX: 249 + n, 257 n
Drie op één perron (met G. den Brabander en J. van Hattum), VII: 480 + n; VIII: 68 + n, 92, 103, 307 n, 565 n; IX: 248 + n, 249 n, 257 + n
De erfgenaam, VIII: 373 + n
Geboorte, VIII: 92; IX: 257 + n
J. Greshoff, Dichter en moralist, VIII: 203 + n, 263 n
Steenen, IX: 257 + n |
‘Hoort die hond bij die baas?’, II: 433 + n, 440 + n, 442 x (stukje vuiligheid), 443 (zooiets), 444 (paar regels), 447 (stukje), 448 (stukjes), 449 (smeerlapperij), 451 |
Hooyer, G.B.
De krijgsgeschiedenis van Nederlandsch-Indië van 1811 tot 1894, VII: 353 + n |
Hooykaas, C., IX: 395 n |
Hooykaas, J.C.
Repertorium op de koloniale literatuur..., VIII: 62 + n |
Hope, Anthony (ps., 1863-1933) The prisoner of Zenda, V: 100 + n Rupert of Hentzau, V: 100 + n |
Hopman, Frits (1877-1932), I: 133, 135, 383; II: 142 n, 151, 248, 477; IV: 305; VIII: 156 |
Hora Siccama-Jäger, V: 330 |
Hordijk, Gerard (1899-1958), V: 62 |
Horla, Le: Maupassant |
Hoste, Huib (1881-1957), II: 308 |
Hostellerie du Manoir, zie Hotels |
Hotels
Cyrus-hotel (Brussel), V: 322
Grand-Hôtel (Brussel), II: 134, 137, 139
Hostellerie du Manoir (Le Roselier-en-Plérin), IV: 327, 330, 334, 340 x, 341 x, 344, 345, 358; V: 187, 188, 305; VI: 23-26; VII: 119 + n; IX: 131, 134, 137, 154-156 + n, 183, 186, 187, 195, 210, 213
Hôtel Beauséjour (Spa), III: 364 x, 367, 382; V: 62 |
Hotel-Boerderij Kramer (Soekaboemi), VII: 506, 519, 521
Hôtel Buckingham (Parijs), I: 109
Hôtel Centraal/Central (Brussel), II: 119, 172, 294 n, 295 n; III: 233 + n
|
| |
| |
Hôtel de Colornès (Spa), V: 324 + n
Hotel Dibbett (Buitenzorg), VIII: 34 + n
Hôtel de Gembloux (Brussel), I: 199
Hotel De Twee Steden (Den Haag), II: 425
Hôtel des Anglais (Brussel), I: 142 n, 144
Hôtel des Galeries (Batavia), VI: 488; VII: 188 n, 189, 211, 220, 228, 240; IX: 402 n
Hôtel des Indes (Batavia), VI: 482; VII: 188 n
Hôtel des Indes (Den Haag), IX: 53
Hôtel du Midi (Lugano), III: 291-293, 295, 298, 303; IX: 77
Hôtel du Parc (Lugano), I: 101
Hôtel du Parc (Saint-Germain-en-Laye), V: 347
Hôtel du Pavillon (Parijs), III: 387, 388 n, 389 n, 390; VI: 122
Hôtel Gallieni (Parijs), III: 390, 391 x, 401; IV: 137, 138, 231
Hôtel La Feuilleraie (Meudon), IV: 231 (hotel), 248 (Fuijeree), 363, 424 (hotel in Bellevue); IX: 357
Hotel Mataram (Djokjakarta), VI: 439
Hôtel Moderne (St. Nectaire), V: 86; IX: 150 n
Hotel Papandajan (Garoet), VII: 119, 124, 126, 130, 132, 133, 137, 138, 144, 147, 153, 154, 164, 169, 170, 178, 185, 193, 229; IX: 402
Hotel Parkzicht (Amsterdam), IV: 412 + n; VIII: 363, 366; IX: 189 n
Hôtel-Pension Boston (Amsterdam), III: 237 n, 238
Hotel Preanger (Bandoeng), VI: 347
Hotel Riouw (Djokjakarta), VI: 439
Hôtel Savournin (Cagnes-sur-Mer), VI: 186
Hôtel Savoy et Saint-Georges (Menton), I: 102; II: 160
Hotel Van der Veer (Buitenzorg), VIII: 48 + n
Hôtel Volnay (Nice), I: 102
Hotel Wanasari (Soekaboemi), VII: 523
Hotel Wisse (Batavia), VIII: 219 + n
Lloyd-hotel (Lugano), I: 443
Mitre Hotel (Oxford), I: 428
Park-Hotel (Batavia), VII: 246, 247 (‘garage’), 248 x, 249 (‘stand’), 250, 252, 255, 257, 258, 261, 263, 281
Parkhotel (Amsterdam), VI: 257 n; VIII: 363, 366
Polen (Amsterdam), VI: 55
Royal Hôtel (Parijs), V: 386
La Sapinière (Chaumont-Gistoux), II: 218, 220, 222; IX: 59 |
Hound of the Baskervilles, The: Doyle |
House of souls, The: Machen |
House of Usher, zie Poe, The fall of the house of Usher |
Houten, Hendrik Cornelis van (1876-1967), III: 140 n |
Houtte, August van (1889-1936), IV: 417 n |
Houwaert, Jehan Baptista (1533-1599), VIII: 523 + n |
Houwink Gz., Jan, (1833-1907), VIII: 572 |
Houwink, Roel M.F. (1899-1987), I: 52 + n, 53, 57, 57 n, 61, 66, 69 n, 72, 81, 95 + n, 116, 117, 124, 129 n, 143, 160, 188, 191, 192, 195, 208, 212, 292, 365; II: 10 + n, 24 + n, 48, 82, 85, 162, 171, 240, 246-248, 259, 267, 274 + n, 278- |
| |
| |
279, 293, 305, 338, 339, 343, 372, 387, 442, 444 + n, 448 + n, 451, 477; III: 79, 82, 128, 132, 135, 167, 184 n, 225 + n, 279 + n, 294; IV: 133; V: 275, 290; VI: 215 + n, 259; VII: 254; IX: 21 + n, 44 ‘Anna’, II: 343
Christus' ommegang in het Westen, I: 129, 130
Doodsklok, I: 72 (To The Happy Few)
‘Hedendaagsche Nederlandsche letterkunde’, III: 128 (stukje met die portr.), 133 (overdruk), 135-137 + n, 150, 279 n (idiotie)
Inleiding tot de hedendaagsche Nederlandsche letterkunde, III: 279 n (boekvorm)
Marceline, I: 130 + n; II: 335 + n, 339, 372, 393, 444 + n, 455-457, 493,495
Maria, I: 129, 130
‘Moderne Noord-Nederlandsche dichtkunst’, I: 70 n
Novellen (1920-'22), I: 57-59 + n, 61 n, 70 n
Om den dood, V: 290; VIII: 365
‘De rijkdom van Van Looy's proza, Worden onze oudere schrijvers miskend?’, II: 85 + n ‘Slauerhoff als proza-schrijver, Een grillig debuut’, II: 279 + n, 338 + n
‘Uit de leerschool der cynici’, II: 171, 246, 339, 444 + n
Zes kleine elegieën, I: 164 + n |
Hoving, J. († 1939), V: 448
Levenshouding van een vrijdenker, V: 448-449 + n; VI: 14, 107 |
Huard, Charles (1874-1965), III: 161 |
Huber, A.
Indonesië (met S.J. Rutgers), VI: 412 + n, 479; VII: 393, 485 |
Huber Noodt, U., IV: 192, 241 + n |
Hucht, G.L.J. van der (1812-1874), VIII: 346, 401 (foto's) |
Huet, zie Busken Huet, Conrad |
Hughes, Richard (1900-1976), IV: 378
A high wind in Jamaica, IV: 378; V: 181; IX: 111 + n |
Hughes, William, IV: 91
Hugo, Victor (1802-1885), I: 232, 397; II: 472; V: 205; VI: 398; VII: 39, 233, 235, 306, 419; VIII: 215
Le dernier jour d'un condamné, V: 205; VI: 373
Hernani, II: 310 + n
Les misérables, VIII: 142
Notre Dame de Paris, VII: 334 (Quasimodo) |
‘Huinck en Scherjon. A.C. Willink’, V: 137 + n |
‘Huize-aan-Zee’ zie dp, ‘Het drama van Huize-aan-Zee’ |
Huizinga, James H. (geb. 1908), VI: 233 + n
‘Surrealisme in Londen’, VI: 233 + n |
Huizinga, Johan (1872-1945), III: 52; IV: 178, 474; V: 149 + n, 150, 162, 335, 350, 379; VI: 53-55, 66, 70, 76, 105, 233 + n, 254, 326; VII: 62, 102, 151, 175 n, 176, 188, 237 + n, 238, 256, 330; VIII: 56, 72, 80, 84, 170, 192, 487 + n, 523, 541; IX: 171, 179
Cultuurhistorische verkenningen, VII: 128, 142, 237 + n; VIII: 487 n
Erasmus, VI: 29; VII: 178 + n, 357 + n; VIII: 487 n
‘Discours sur l'avenir de l'esprit européen’, V: 163 + n
Holländische Kultur des siebzehnten Jahrhunderts, IV: 178 n
Homo ludens, VIII: 80 (spelelement), 94, 131 + n
In de schaduwen van morgen, VI:
|
| |
| |
26, 27 + n, 29, 52-55; VII: 37, 62; VIII: 523; IX: 179 + n, 183
‘Laatste spellingronde’, V: 149 n
‘Open brief aan den heer H.A. Höweler te Hilversum’, V: 149 + n
‘De spelling Marchant, Nadere toelichting...’, V: 149 n
De wetenschap der geschiedenis, VII: 37 + n, 237 + n |
‘Huldegedicht aan Singer’: v. Ostaijen |
Hulshof, A., V: 340 |
Hulstkamp, zie Café's |
Hulzen, G. van (1860-1940), VI: 62 |
Humanité, L' (periodiek), IV: 443; VI: 66 n |
Hume, Fergus (1859-1932)
The mystery of a hansom cab, VII: 128 |
‘Huroon’, zie Voltaire, Le Huron, ou L'ingénu |
Hurst, Fannie (1889-1968), III: 369 |
Hutchinson, Arthur (1879-1971) If winter comes, I: 83 + n |
Hutse, III: 196, zoo |
Hutten, Ulrich von (1488-1523), VIII: 498 + n; IX: 245 |
Huut, M.A. van, VI: 409 + n |
Huwelijk: Raedt-de Canter |
Huwelijk dat af- en aanging, Een: Kelk; Chasalle |
Huxley, Aldous (1894-1963), III: 147, 277, 448, 450, 451, 459, 478; IV: 33, 158; VI: 79, 248; VIII: 454; IX: 100, 111 + n, 351
Brave new world, V: 242
Eyeless in Gaza, VI: 224, 235
The Gioconda smile, III: 302, 316, 326
Jesting Pilate, VI: 308, 309; VII: 222
Point counter point, II: 340, 369; III: 147, 173; V: 242, 404; IX: 53 + n
Texts and pretexts, III: 448, 478 n; IV: 33; IX: 100 + n, 111 + n
>Two or three graces, and other stories, I: 431
Vulgarity in literature, IX: 111 + n |
Huygens, Constantijn (1596-1687), I: 366; II: 163 |
Huygens, F.P. (geb. 1911), VI: 181 |
Huysmans, J.-K. (1848-1907), I: 154, 358; VII: 197
À rebours, VIII: 59 |
Huijts, Johan L.V.A. (geb. 1897), V: 254 |
Hijman, Stenfert Kroese & Van der Zande (uitgeverij), II: 58, 220; V: 441; IX: 39 + n |
Hynckes, Raoul (1893-1973), II: 125, 126 (schilders); VII: 467; VIII: 377 |
|
i 10 (periodiek), III: 195 + n, 202 Ibsen, Henrik (1828-1906), V: 402 + n
Spoken, V: 402 n |
Ibys (Ibis), zie Café's |
Iconografisch Bureau (Den Haag), zie Rijksbureau voor Kunsthistorische en Ikonografische Documentatie |
‘Idee, Het’: Chasalle |
Ideën: Multatuli |
Idenburg, P.J.A. (1896-1976), VIII: 222 + n, 236, 459 |
Idenburg, Ph.J. (geb. 1901), VI: 433 + n |
Idiot, L': Dostojevski |
Ido, Victor (ps., zie ook Wall, Hans van de), III: 473
Indië in den goeden ouden tijd, VI: 315 + n, 495; VII: 11, 533 + n; IX: 242 + n
De paupers, II: 149; IX: 399 |
‘Ieder zijn kwelling’: dp |
Ik zie, ik zie wat gij niet ziet: Werumeus Buning |
| |
| |
Ika Loch, zie v. Ostaijen, Het bordeel van Ika Loch |
Ilias: Homerus |
Imhoff, G.W. van (1705-1750), VIII: 130 |
Immoraliste, L': Gide |
Imprimerie Bénard (uitgeverij), VI: 88 |
Impromptu's, zie v. Wessem, De fantasiestukken van Frederik Chasalle |
In aanbouw (bloemlezing door K. Lekkerkerker), VIII: 366 + n, 476; IX: 275 |
In alle ernst: Greshoff |
In de schaduwen van morgen: Huizinga, J. |
In en uit 's lands dienst: Maurits |
In gesprek met de vorigen: ter Braak ‘In het hart van het oude rijk Padjadjaran’, zie dp, ‘Oudheden op West-Java I, II’ |
In memoriam Agatae, zie dp, Agath |
‘In Nederland geen rassenhaat’ (vergadering), VIII: 550 + n, 563 n |
Ina Damman, zie Vestdijk, Terug tot Ina Damman |
Inayat Khan, Hazrat (1882-1927), V: 155 + n |
India merdika, VII: 420 + n |
Indië houzee (periodiek), VI: 339, 340; VII: 328 + n |
Indisch Genootschap, VIII: 443 n, 444, 486 + n |
‘Indisch journalist als dichter, Een’: dp |
Indisch magazijn (periodiek), IX: 394 n, 397 |
Indische archipel, De, VIII: 211 + n |
Indische courant, De (periodiek), VII: 248, 374 (Soerabajasche krant), 377, 387 + n, 393, 399, 406; VIII: 149, 187 n, 220, 575 |
Indische gids, De (periodiek), VI: 379; VIII: 478, 479 + n; IX: 367 |
Indische landhuizen en hun geschiedenis: Wall, V.I. van de |
Indische navorscher, De (periodiek), VII: 314, 378 n |
Indische Partij, De, VI: 386, 419, 443 n, 472 + n, 473; VII: 414 n |
Indische post, De (periodiek), VIII: 383 |
Indische Sociaal-Democratische Partij, VII: 535 n; IV: 399 n |
Indische Studenten-conferentie, VIII: 500 + n, 511, 520 |
Indische verlofganger, De (periodiek), V: 90 + n |
Indische volk, Het (periodiek), VII: 532 n, 535 n |
Individualistische Centrale (niet gerealiseerd), IV: 456 + n, 462 x, 471,474 |
Indo-Europeesch Verbond, V: 444; VIII: 123 n |
Indonesië: Huber; Rutgers |
Indrapoera (schip), VIII: 7 i, 241-245, 252, 290, 312, 325, 326 |
Inégalité des hommes, zie Rousseau, Discours sur... de l'inégalité parmi les hommes |
Ingénu, L', zie Voltaire, Le Huron, ou L'ingénu |
Inger, Norbert (1904-1947, = Noer-ed-Din ibn Suleyman), I: 80 + n, 136; II: 25 |
Ingleby, L.C. (1876-1923)
Oscar Wilde, I: 244 + n |
Inkijinoff, Valery (geb. 1895), VI: 218-220 + n, 222, 223 |
‘“Inlander” of “Indonesiër”’: dp |
‘Inleiding’ bij J. Greshoff Keurdicht (1907-1927): Vries, J. de |
Inleiding tot de beoefening der Nederlandsche letterkunde (Uitgeg. door D. de Groot, L. Leopold en R.R. Rijkens), VII: 482 + n |
‘Inleiding van Joachim Tilenius Bolt...’: Blijstra |
| |
| |
Insel-Almanach (periodiek), II: 311 + n |
Internaat: Raedt-de Canter |
Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, VI: 285 + n |
Internationaal schrijverscongres te Parijs, zie ‘Pour la défense de la culture’ |
Internationale, De (periodiek), III: 14 n |
Internationale, Derde, IV: 54; V: 105 |
Internationale, Vierde, IV: 514 + n |
Internationale Koloniale Tentoonstelling 1931 te Parijs (Nederlandse Paviljoen), III: 134 + n; VI: 314 |
‘Interview met “Charlotte Köhler”’, zie ter Braak, ‘Charlotte Köhler, Een interview’ |
Intransigeant, L' (periodiek), IX: 131 n |
Ioannes Secundus (1511-1536), II: 166;
Basiorum liber, III: 427 |
Ionker, IV: 102 |
Iperen, Josua van (1726-1780), VIII: 98 x + n, 99 + n, 103, 109 |
Ira, VI: 352, 360, 383, 408, 409, 439, 446, 454, 477, 478; VII: 42, 82, 110, 193, 263, 264, 345; VIII: 327, 352 |
‘Iris’: Perk |
Iron Duke, zie Wellington |
Isaure, Clémence (± 1460-± 1513), VI: 105 + n |
Israël Querido en het begrip literatuur: Boender |
Israfel: Allen |
Istrati, Panaït (1884-1935), IV: 107, 109 + n, 110; VI: 369 + n; VII: 440
La maison Thüringer, IV: 109 n, 110, 116 |
‘Témoignage sur la liberté’, IV: 107, 109 + n, 110; VII: 440 (?) |
Istri Sedar, VIII: 178 + n, 395 + n; IX: 251 n |
Iswolsky, Hélène, I: 276, 277 |
Italia letteraria, L' (periodiek), III: 490 (?); IX: 61 |
Itinéraire de Stendhal: Martineau |
Ivanov, V.V. (1895-1963)
Pantsertrein 14-69 (vert.), IV: 493 |
Ivans (ps., 1866-1935), I: 152; V: 106 + n |
Ivens, Joris (1898-1989), III: 155 n; IV: 68; VII: 224; IX: 211 n, 337 |
|
‘J. Slauerhoff’: v. Eyck |
J.V.
‘Naschrift’, IX: 16 + n, 325-326 (tekst) |
Jaapje: v. Looy |
Jaarbeurs (Bandoeng), VIII: 105, 111, 113, 120, 129, 132 |
Jaarboek Zuid-Afrikaanse Akademie voor taal, letteren en kunst (periodiek), VIII: 77 + n |
Jaarverslag van de Vereeniging ‘Het Multatuli-museum’ (periodiek), VII: 458; VIII: 414 + n, 575, 585 |
‘Jaarverslag van Menado’, zie Multatuli, ‘Algemeen verslag over de residentie Menado’ |
Jack the Ripper (± 1888), I: 180 + n |
Jacob, Max (1876-1944), I: 69, 201; VIII: 364 |
Jacob Cow le pirate, ou Si les mots sont des signes: Paulhan, Jean |
‘Jacob Penn, avonturier’: Chasalle |
Jacobs, Jan W., II: 486 n |
Jacobsen, Jens Peter (1847-1885), VII: 151-152 + n
Niels Lyhne, V: 404 |
Jacobsthal, IV: 156 |
Jacquemont, Venceslas, VI: 119 n |
Jacquemont, Victor (1801-1832, zie ook ps. Goncelin), V: 144; VI: 76, 119 + n, 218 |
| |
| |
Jacrov (uitgeverij), II: 277 n |
Jaïs, Lucian (geb. 1898), VI: 106 + n |
Jaloux, Edmond (1878-1949), I: 162, 199
Soleils disparus, I: 331
Sur un air de Scarlatti, I: 238, 264, 326, 331 (bouquin); V: 217-219 |
James, Henry (1843-1916), VIII: 491
The Aspern papers, VIII: 491
The sense of the past, VIII: 491 + n
The turn of the screw, VIII: 491 |
Jan III Sobieski, koning van Polen, (1624-1696), VII: 309 + n |
‘Jan Lubbes’: dp |
‘Jan Lubbes’, V: 64-66, 69, 74, 75, 78, 80, 108, 110, 111, 134, 136 (verlubbest), 308, 353; VI: 103, 167, 417, 436, 449, 454, 457, 481, 483-485, 489-491, 495; VII: 20, 29-31, 34, 56, 61, 66, 222, 223 x, 225, 298, 304, 308, 311, 321, 323, 324, 327-331, 341-343 + n, 362, 388, 413, 423, 484; VIII: 170, 240 |
Jan Pietersz. Coen: Slauerhoff, zie ook ‘Het leven van Jan Pieterszoon Coen’ |
Jan van Oordt, zie Werumeus Buning, Kapitein Jan van Oordt |
Jane la Pale: Balzac |
Janneke de pionierster: Louise B.B. |
Jansen, Abraham (1907-1942), VII: 263 + n, 276, 292, 294 + n, 298, 328, 333-334, 372 n, 384, 437 + n, 493, 535, 536; VIII: 17, 30, 53, 64 |
Jansen, E., VII: 387 + n |
Jansen, H.J., VII: 319 + n (resident der Molukken) |
Jansen, Leo Frederik (1903-1945), VI: 9 i, 341, 412 + n, 4z8, 432, 436 n, 437 n, 488; VII: 40, 43-44, 70, 108 n, 118, 150, 166 n, 188 n, 192, 194, 201, 204, 211, 219 (vriend), 220, 228, 229, 233, 240, 244, 245, 294, 387, 409, 451, 464, 511, 516; VIII: 17, 29; IX: 244 n |
Jansen, W. (1851-1921)
Geschiedenis der wijsbegeerte, IV: 253 x, 258, 268 x, 280, 299, 315, 316, 320, 341, 354 |
Janssen, Miek (1890-1953), V: 110 |
Janus Bifrons: Greshoff |
Janus Secundus, zie Ioannes Secundus |
‘Jardins sous la pluie’, zie Vestdijk, ‘Tuinen bij wind en weer’ |
Jarema, Josef (1900-1974), I: 105 + n, 434, 435; VII: 398 |
Jarry, zie Chauveau: Alfred Jarry |
Jarry, Alfred (1873-1907), I: 94, 98 n, 147 n, 230, 243, 362; II: 158; VI: 242
L'amour en visites, VIII: 58
Poèmes, I: 124 (uitgaaf), 147 + n, 200, 202, 204, 419 + n
Le surmâle, VIII: 58
Ubu koning (vert. door F. Chasalle, C.J. Kelk en E. Vergé van Ubu roi), II: 146 + n; VI: 235, 236, 242, 269; IX: 46 n
Ubu roi, I: 172; II: 146 n, 186, 280, 327 + n; III: 147 + n; VIII: 58; IX: 46 + n, 229 |
Jason: Chazournes |
Java: Veth, P.J. |
Java-bode, De (periodiek), VI: 409 n, 422; VII: 9 i, 71 n, 160 n, 169, 301, 506 + n, 513, 516, 520 n, 532, 534 n, 535, 537; VIII: 9 + n, 10, 13, 15, 31, 40, 168, 190, 199, 200, 208, 226 n, 575; IX: 243 |
Java govt. gazette (periodiek), VIII: 190 |
Java in onze kunst: Brom |
‘Java in onze letteren’: dp |
Java-Instituut, IX: 367, 377, 399 n, 405 n |
Javasche courant (periodiek), VII: 85; VIII: 190, 335 + n, 340 |
| |
| |
‘Javasche schetsen’, VIII: 185 + n |
Jean-Aubry, G., zie Aubry, Georges Jean |
Jean Barois: Martin du Gard |
Jean-Christophe: Rolland |
‘Jean l'Oiseleur’, zie Chasalle, ‘Visite aan Jean l'Oiseleur |
Jeffay, III: 432 |
Jekyll & Hyde, zie Stevenson, Het vreemde geval Dr. Jekyll en de heer Hyde |
Jelakowitch, Ivan (ps., zie ook Heijermans, Herman), II: 492 n Ahasverus, II: 492 n |
Jenkinson, H. (1882-1961)
A manual of archive administration, VII: 130 + n, 131, 145, 177 |
‘Jeroen Bosch en tijdgenoten’ (tentoonstelling), VI: 280 + n |
Jespers, Floris (1889-1965), I: 67 n, 110, 212, 228, 234-236, 324 + n, 335, 344, 346 x, 353, 400, 414, 422, 423; II: 91, 188, 197, 272, 325 + n, 465; III: 212 |
Jespers, Oscar (1887-1971), I: 222-224 + n, 228, 229, 235, 248, 284, 336, 400 n; II: 325 + n |
Jesenin, Sergej (1895-1925), VI: 154, 162, 163, 178 |
Jessner, Leopold (1878-1945), IV: 438 |
Jesting Pilate: Huxley |
Jeuken († 1935), V: 238, 242 |
Jeuken, Wilma, zie Willink-Jeuken, Wilma |
Jeune Européen, Le: Drieu la Rochelle |
Jeune homme Annibal, Le: Hellens |
Jeunes filles, Les: Montherlant |
Jeux innocents: Radiguet |
Jezus Christus, I: 197; III: 31, 52; VI: 223; VII: 213, 221, 224, 290 (Man... van Nazareth); IX: 74 |
Job (Bijbelboek), I: 197, 233, 238; III: 70, 80 |
Jodisjwara, Empoe, IX: 397 |
Johannes Viator: v. Eeden |
Johnson, Al, zie Jolson, Al |
Jolles, André (1874-1947)
‘Verduurzaamde verhalen’, II: 384 + n, 385 |
Jolson, Al (ps., 1886-1950), IV: 328 |
Jomini, Antoine Henri (1779-1869), VII: 190, 247 |
Jonathan (ps., 1812-1896), II: 44 |
Jonckbloet, G. (1848-1926), VII: 329; VIII: 173 + n
Multatuli, VII: 329; VIII: 173 + n, 369, 387 |
Jonckheere, Karel (geb. 1906), VII: 88 n |
Jong-Katholieken, zie De gemeenschap |
Jong, A.J. de, I: 367 n, 372; III: 43 |
Jong, A.M. de (1888-1943), I: 154 n, 203; II: 240; IV: 460; VI: 57; IX: 171 + n
Merijntje Gijzen's jeugd, II: 353 ‘Voor het karretje van Moscou’, IX: 170, 171 n |
Jong, David de (1898-1963), II: 487 + n; IX: 273 n |
Jong, M. de, VI: 405
‘Aquilino Ribeiro, Oorspronkelijk en vertaald’, VI: 404 n, 405 |
Jonge, B.C. de (1875-1958), VI: 465 n; VIII: 227 |
Jonge most (bloemlezing door G.H. 's-Gravesande), VI: 424 + n |
‘Jongensportret’, zie M. Nijhoff ‘Florentijnsch jongensportret’ |
Jongeren, De (bloemlezing door E. Groenvelt), III: 146 + n |
Jongeren Vredes Actie, V: 419 n |
Jongste generatie over J. Greshoff, De, VIII: 46 + n, 70, 71, 75-77, 84, 107, 203 |
Jonker, V: 222 |
Jonkman, J.A. (1891-1976), VIII: 25 + n |
| |
| |
Joostens, Paul (1889-1960), I: 35 + n |
Jordaan, Philibert (Phely), V: 338; VI: 455 + n |
Jordaan, De: Querido, Is. |
Jordaens, Jacob (1593-1678), II: 54 |
Jordens jr., J.E. (ps., zie ook Veersema, J.), VII: 402, 403 + n, 407 + n; VIII: 199, 200 |
Josselin de Jong, K.H.R. de (geb. 1903)
Het antwoord, IV: 81 + n |
Jouaust (uitgeverij), IV: 357, 378, 389 |
Jouhandeau, Marcel (ps., 1888-1979), IV: 159; VI: 405
Chaminadour I, II, VI: 199 + n, 224 |
Jourda, Pierre, (geb. 1898), IV: 268 n; VI: 120 |
Journal des poètes, Le (periodiek), III: 236 n; V: 261 |
Journal of a disappointed man, The: Barbellion |
Joyce, James (1882-1941), V: 408; VII: 397
Dubliners, III: 326
Ulysse (vert. door A. Morel van
Ulysses), IX: 198 + n
Ulysses, IV: 49 n; V: 408; VIII: 148 n; IX: 198 + n |
Judels, Jos, VIII: 475 |
‘Juiste woord, Het’: Greshoff |
Juliana, prinses der Nederlanden (geb. 1909), VI: 336 + n, 339; VII: 122, 257, 275, 389; VIII: 168 n |
Juliana-tentoonstelling, VIII: 168 + n |
Julienne, Marc
Bankoville, VIII: 102 |
Jurriaanse, Maria W. (Mies, geb. 1900), VIII: 192, 193 + n |
Juynboll, H.W., IX: 395 n |
|
K.K.K., zie Kroniek van (hedendaagsche) kunsten kultuur |
Kaas: Elsschot |
Kadt, Jacques de (1897-1988), V: 365; VI: 105, 370, 396, 416, 444; VII: 234; VIII: 275, 286 + n, 305, 315, 316, 321, 322, 349, 374, 380, 408, 440, 519, 520, 549, 550, 559, 575
‘De deftigheid in het gedrang’, VI: 105 + n
Het fascisme en de nieuwe vrijheid, VIII: 294, 315 + n, 321, 549
Georges Sorel, Het einde van een mythe, VIII: 315 + n, 549
‘Onze Multatuli’, VI: 444 + n |
Kästner, Erich (1899-1974)
Emil und die Detektive, III: 429 n |
Kafka, Franz (1883-1924), IV: 134, 245; VI: 41, 256
Die Verwandlung, III: 270, 272 |
Kahim, VII: 80 |
Kahn, Gustave (1859-1936), I: 194 + n
Premiers poèmes, I: 194 n |
‘Kaleidoscoop’ (serie), II: 332, 456 + n, 462, 463, 467; IV: 184; V: 250, 263, 397, 411, 412 + n, 420; VI: 42 (‘Karavaan’), 43, 69, 264; VII: 39 + n, 52 n, 116, 117, 185 + n, 456 |
‘Kalender en de notaris, De’: dp |
Kalenter, Ossip (ps., 1900-1976), II: 233 n, 380 + n
Der seriöse Spaziergang, II: 233 |
Kalft, Gerrit (1856-1923)
Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, VIII: 34, 390 + n |
Kalff, S. (1851-1932), V: 450 + n; VIII: 84 n
‘Bij Multatuli's portret’, VIII: 458 + n
‘Multatuli als ambtenaar’, VIII: 442, 452, 472
‘Multatuli en Brata Yoeda’, VI: 420 + n
‘Multatuli-herleving’ VII: 282 n; VIII: 211 + n
|
| |
| |
Multatuli-opstellen, VI: 420 + n Oost-Indisch landjuweel (bloemlezing): zie aldaar |
Kamenev, L.B. (ps., 1883-1936), VI: 296 + n; IX: 229 + n |
Kamp, A.F. (1905-1986), VIII: 56 Leidsche notities, VIII: 56 + n |
Kampen, Bob van (1908-1977), II: 213; IV: 84, 145, 263, 276, 412, 440, 441; IX: 107, 411 |
Kampen & Zoon, P.N. van (uitgeverij), II: 76 + n, 142 + n, 150, 151, 176, 177, 213, 339; III: 384, 405, 415, 423, 428, 439, 451-453, 455, 456, 462, 463, 465, 483, 485, 489, 492, 493 x, 495, 497, 500-503; IV: 7 i, 33, 47, 54, 61, 68, 72, 76, 78, 84, 87, 88, 90, 105, 106, 117, 124-127, 133, 139, 147, 150, 197, 226, 234 + n, 235, 238, 242, 256, 263, 270-272, 276-278, 363, 367, 377, 392, 394, 397, 408-410, 412 + n, 437, 440, 441 x, 457; V: 15, 16, 34, 41, 419; VI: 20, 36, 230, 404; VII: 96, 185, 287, 386; VIII: 365; IX: 91 n, 112, 124 n, 184 |
Kandal, pers. uit Blijstra, ‘De daad’, zie aldaar |
Kao Tong Tsia
Le bonze mèche-de-lampe, I: 281, 358, 359 |
‘Kapada Adinda’, zie ‘Saïdjah's lied’ |
Kapitaal, Het: Marx |
Kappel, Anna (geb. 1875), III: 361 + n |
Kappeyne van de Coppello, N.J.C.M., V: 300 n |
Karakter: Bordewijk |
Karamazovs, zie Dostojevski, De gebroeders Karamazov |
‘Karavaan, De’ (serie), V: 125 + n |
Karel de Grote (742-814), II: 15 |
Karel en Elegast, IX: 142 |
Karr, Alphonse (1808-1890), V: 205 |
Karsten, Thomas (1884-1945), VII: 460 n, 474 + n, 477, 507; VIII: 89 + n, 131, 150 + n, 288 + n; IX: 405 + n, 406 |
Karta Nata Negara, Adipati (± 1796-1879), VII: 338 + n, 351 + n, 367, 385; VIII: 174 (regent), 214, 251, 269, 285, 343, 348, 387, 402 + n, 415, 449, 450 (afdrukken), 503, 510 516, 517, 558, 574, 585, 607; IX: 256 + n |
Kartini, Adjeng (1879-1904), VI: 395; VII: 491
Door duisternis tot licht, VI: 395 + n; IX: 399 |
‘Kartini en Djajadiningrat’: dp |
Kastelijn, L.J.C., VIII: 527 + n |
Kate, J.J.L. ten (1819-1889), I: 316 |
Kats, J.
Het Javaansche tooneel I, Wajang poerwa, IX: 396 + n, 397 |
Keats, John (1795-1821), II: 166, 220, 221, 471; III: 331, 338, 339, 348, 351; IV: 65; V: 310
The collected sonnets, I: 381; II: 25 + n, 70, 75, 166, 172 (exemplaar), 221; III: 426
Letters to Fannie Brawne, II: 166, 471; III: 426
The poems, II: 25 |
‘Keerzijde, De’ (rubriek in Forum), IV: 417 n, 418, 445 n, 486; VI: 28 n |
Keet, II: 25, 34 |
Keiser, Rolf von, VII: 200 + n |
Keizer, W.G.N. de (1900-1974), VI: 400 + n; VIII: 86 + n, 106 + n, 129 |
Kelemen, Petrus, V: 114 + n, 117, 121 |
Kelk, Cornelis Jan (Kees, 1901-1981), I: 117, 280, 290 n, 292, 433, 435 n; II: 14, 19, 21 + n, 26, 28, 29, 34 + n, 50, 51 n, 53, 56, 62, 66, 70 x, 77, 95, 107, 128, 146 n,
|
| |
| |
174, 185, 186 n, 203 n, 204, 209, 214, 227, 235, 242, 284 n, 306, 323 + n, 367, 372 n, 390, 392, 393, 395 + n; III: 100, 106 n, 107 + n (= II: 204), 190, 191, 318, 334, 385; IV: 119, 120, 379; VI: 42 + n, 235, 259; VIII: 79, 102, 103, 125, 138 n, 140 n, 323 + n, 575; IX: 38, 46 n, 189
‘Achtste lied van Pierrot’, IV: 379 + n
‘Apocalypsus’ (ongepubl.), II: 145, 203
‘Breng de bekers, breng de kannen’, II: 290, 291 (tekst)
‘Carnaval’ (afdeling van Spelevaart), II: 203, 292
De dans van jonge voeten, VIII: 139 + n
‘De dansers luiden den avond in’, II: 204, 295; III: 107 (=II: 204)
Het diner der onthoofden, II: 186; IV: 325
‘E. du Perron, Prozaïst en dichter’, II: 51 + n, 203 + n (radiolezing), 214 (stukje), 235, 238-239, 242-244 + n, 295 + n, 320 + n; IX: 50 + n
Harlekijn (met Chasalle), III: 431 + n
‘Het was alsof ik jaren sliep’, II: 289
Het hof der dwazen, II: 145 + n; III: 385
Een huwelijk dat af- en aanging (met Chasalle), III: 385; IV: 324 + n, 325
‘Ik rukte op haar aan’, II: 288-289, 306 (liefdesgedicht)
‘Ik zag, ik zag... een grooten hond’, II: 244
Jan Steen, II: 295 + n, 372
Je zang overwint mij terstond’, II: 289 (Sesam-gedicht)
Katrijn, II: 19, 145 + n; III: 431 + n
Lampions in den wind (met Chasalle), II: 145 + n, 204; III: 16 + n, 28-30 + n, 36, 39 + n, 40, 44, 107 (= II: 204)
De man die zichzelf begroef, II: 186; IV: 325
‘Mijn lief is groot en donker’, II: 288, 289
‘Mijn vriend, ik breng u gelen wijn’, II: 290
De parasieten, II: 19 x, 21, 66, 79, 186 + n, 214, 283, 295, 305, 347; IV: 325
‘Pierrot’ (afdeling in Spelevaart), II: 203, 290, 292; IV: 379 + n
‘Rei zwaarden tot bruggen’, II: 204, 290, 346 (dansers-couplet); III: 106 (= II: 204)
Rondom tien gestalten, VIII: 69, 79 n, 102, 124, 125 + n, 128 + n, 140
Spelevaart, Oude en nieuwe verzen, II: 145-146 + n, 186 (gedichten), 203, 204, 214 (bundel), 238 (gedichten), 244 (bundel), 283, 288-290, 291-292 (inhoudsopgave), 295, 346 + n, 347, 494; III: 28, 54, 69, 79 + n, 92 + n,93, 100 + n, 106, 107 (= II: 204), 190-191; IV: 120, 379 n; VIII: 79 + n, 140
De terugkeer van Don Juan of de Alcalà'sche moordverwarring (met Chasalle), II: 145 + n, 146; III: 385; IV: 325
Variatie op het thema vrouw, VIII: 139 + n
‘Voor de jonkvrouw’ (afdeling van Spelevaart), II: 203, 288, 291; III: 100
De zonde van Pierrot (onder ps. Thomas Beker), II: 145 + n, 146; III: 431 + n |
Kelk-van Hall, Suzie (1907-1978), II: 146 + n, 245; III: 100 |
| |
| |
Kemmerling, Charles V. (1899-1985), I: 239 (zwager) |
Kempees, J.C.J., VIII: 313 |
Kempinski, zie Café's |
Ken Arok (zie ook Pararaton), VI: 135 + n, 137, 391; VII: 416 + n; IX: 393 + n |
Kennedy, Craig: Reeve |
Kent uw dichters, Honderd gedichten van honderd dichters, Een poëtisch stalenboek (bloemlezing door J. Greshoff), III: 271 + n, 452 + n; IV: 113 + n, 379 + n, 380; V: 261; VIII: 129 |
Kerkbode, De (periodiek), VII: 517 n; VIII: 200 |
Kermesse héroïque, La (film), VI: 20 n |
Kern, H. (1833-1917), IX: 393 + n, 395 n |
Kernkamp, G.W. (1864-1943), IV: 42 + n, 44; VI: 80 + n
Van menschen en tijden I, VII: 375 |
Kessel, Joseph (1898-1979), II: 239; V: 222
Mémoires d'un commissaire du peuple, III: 255 |
Kesteren, A.J. van (Dick), VI: 409 |
Kettmann jr., George W. (1898-1970), IV: 450 + n, 474, 490; VI: 57; VII: 160 + n; VIII: 187
Het erf aan zee, VII: 160 n; VIII: 186 n
De vlam der steden (met R. le Cavelier), II: 335 + n, 338
‘De wijze katers’, VII: 160 + n; VIII: 186 + n |
Keuchenius, Th. E.C., III: 274 |
Keulen, J. van, VIII: 14 + n |
Keuls, H.W.J.M. (1883-1968), I: 380 (? advocaten), 395; II: 229; IV: 65; VIII: 450
‘Gedichten’, VII: 361 + n, 363 In den stroom, II: 300 + n, 308
Om de stilte, II: 300 + n, 308 |
Key, Ludovicus van der (ps., zie ook Bourbon, Louis J.H. Ch. A. de), IV: 183 + n
‘Onze tragici, Acht vaderlandsche versjes’, IV: 183 n |
Keyserling, Hermann (1880-1946), V: 153 + n
Das Reisetagebuch eines Philosophen, V: 153 n |
Keyts, Johannes
‘Dagregister’, VI: 378 (Rapport); VII: 391, 400 |
Khayyām, zie: Omar Khayyām |
Ki Hadjar Dewantoro (ps., zie ook Soerianingrat, Soewardi), VI: 441 + n; VII: 418 n, 520 |
Kidoeng Soenda, VI: 439 + n; IX: 393 + n, 396 n |
Kieffer (uitgeverij), IV: 253 |
Kielstra, E.B., VI: 411 (schrijver) ‘Bantam en de “Max Havelaar”’, VI: 410 x + n; VIII: 442, 452, 472 |
Kierdorff, W.G. (1912-1984), VI: 434 + n; VIII: 45 |
Kierdorff-Jansonius, J.L., VIII: 45 |
Kierkegaard, Søren A. (1813-1855), III: 160 |
‘Kind tussen vier vrouwen’: Vestdijk |
‘Kinderjaren’, zie Marsman, Zelfportret van J.F. |
Kinderkruistocht, De: Schwob |
Kingsmill, Hugh (1889-1949) Frank Harris, IV: 30 + n |
Kipling, Rudyard (1865-1936)
Barrack room ballads, VI: 391; VIII: 175
The jungle book, IX: 104 |
Kiriko, II: 14 + n, 15 |
Kisch, E.E. (1885-1948), IV: 84 |
Kisling, II: 14 + n, 15 |
Kisling, Moïse (1891-1953), II: 14 n |
Kitchin, Clifford H.B. (1895-1967)
Death of my aunt, V: 411 |
Kiveron, J.M. (1893-1959), VII:
|
| |
| |
179 (Algemeenen Secretaris), 181, 314, 464 + n |
Klabund (ps., 1890-1928), III: 189, 262, 342
Borgia, Het vervloekte geslacht (vert. door C. de Jong van Borgia, Roman einer Familie), II: 340, 350
Geschichte der Weltliteratur, III: 342 + n
‘Das Lächeln der Margarethe Andoux’, III: 262 + n
‘Marschlied’ (vert. door J. Slauerhoff van ‘Chinesisches Soldatenlied’), II: 379 + n
Novellen von der Liebe, III: 262 + n
X Y Z, III: 238 + n |
‘Klacht der Du-Perronnisten’, IX: 248, 249 n (tekst) |
Klankbord: Vermeulen |
‘Klassiek letterkundig panthéon’ (serie), II: 278 |
Kleian, VII: 300 (Indoklerk), 302 |
Kleian, Johannes (1894-± 1944), VI: 286; VIII: 428
Deli-planter, VI: 286 + n |
‘Klein brievenboek voor ontgoochelden,’ zie Greshoff, ‘Brieven’ |
Kleine Johannes, De: v. Eeden |
Kleine parade, De: v. Eyk |
Kleine republiek, De: v. Deyssel |
Kleisi, Heinrich von (1777-1811), II: 269, 270, 275, 369; III: 322, 326, 330, 333; V: 209; VI: 26; VII: 140, 191
‘Das Bettelweib von Locarno’, III: 326, 330, 338
‘Das Erdbeben in Chili’, III: 330 Erzählungen, III: 316, 323, 330, 331, 338
‘Der Findling’, III: 330
‘Die heilige Cäcilie oder die Gewalt der Musik’, III: 330
Kate von Heilbronn of de vuurproef (vert. door N. van Suchtelen van Das Kätchen von Heilbronn oder die Feuerprobe), II: 270 + n
‘Die marquise von O...’, III: 330, 333
Michael Kohlhaas, III: 322, 323, 326, 330, 338
‘Die Verlobung in St. Domingo’, III: 330
‘Der Zweikampf’, III: 330 |
Klemmen voor zangvogels: Burssens |
Klerck, E.S. de
‘In memoriam dr. F. de Haan’, VII: 495 n, 526; VIII: 46 |
Klercx, Sacha, I: 351 + n |
Klerk, Reynier de (1710-1780), VII: 64, 291, 292 |
Klikspaan (ps., zie ook Kneppelhout, Johannes), II: 30 |
Klinkenberg, G.A. van (geb. 1900), II: 378 + n, 420; III: 281, 323; IV: 429 n |
Klomp, Dirk Arie (1883-1947), VIII: 585 |
Klomp, Hans (1902-1987, zie ook ps. Proost, Mien), II: 122 n |
Kloof tegen cylinder: dp |
Kloos, Willem (1859-1938), I: 154, 160, 256, 300, 374, 397, 413; II: 120, 430 + n, 443 n, 474 n, 478 n; III: 20, 164, 166, 171, 175, 518; IV: 252,413; V: 33, 204, 372, 379, 391 n; VI: 130 + n, 131, 153, 154, 158-160 + n, 162-164, 177-181, 444, 445, 489 n; VII: 67, 79, 102, 103 + n, 446, 485; VIII: 178, 316, 340, 431, 434 + n, 435 + n, 496, 497, 513 n, 562-563 + n; IX: 101 n, 143, 331 + n
‘Binnengedachten’, V: 372; VI: 160
De briefwisseling Vosmaer-Kloos, VIII: 259 + n, 336 + n, 341 + n, 418 + n, 431, 434 + n, 435, 496, 497
|
| |
| |
‘Naar aanleiding van Johann Wolfgang von Goethe’, V: 391 + n
‘Een uiterst belangrijk want objektief boek over den merkwaardigen Multatuli’, VI: 444 + n, 445, 456; VII: 53 + n; VIII: 563 + n
Veertien jaar literatuurgeschiedenis, III: 164; IX: 121
Verzen, VI: 164 |
Kloos-Reyneke van Stuwe, Jeanne (1874-1951), III: 102; IV: 99; V: 391 + n; VI: 62, 160, 169; VIII: 316, 341 + n, 548 |
Klooster, W.S.B. (1905-1981, zie ook ps. Brandt, Willem), VIII: 132 n, 139 (collega), 575 |
Kloot van Neukema, W.C. van, zie dp, Pseudoniemen |
Klop op de deur, De: Boudier-Bakker |
Kluit, M.E. (1903-1977), VIII: 313 + n |
‘Klutt’, zie dp, ‘Wie, zoniet God, zei Klutt...’ |
‘Kluwen van Ariadne’: v. Ostaijen |
Knappert, L. (1863-1943), VII: 69 |
Knebel, J., IX: 393 + n, 395 n |
Knebel, K., V: 330 |
Kneppelhout, Johannes (1814-1885, zie ook ps. Klikspaan), IV: 120 n |
Knuvelder, Gerard (1902-1982), III: 20 + n; IV: 219; IX: 182 |
Koch, Bétina (Ina), I: 311-312 + n; II: 14 + n, 109, 113, 223, 257, 286 n, 323, 390; III: 31 + n, 32, 37, 58-60; IV: 242, 470; VII: 180; IX: 40, 41, 58 + n, 237 + n |
Koch, D.M.G. (1881-1960, zie ook ps. S.D.), I: 390 n; VII: 8 i, 152 n, 447 + n, 460 + n, 461, 492, 506, 507, 510, 511, 519, 523, 530, 533-535, 537; VIII: 15 + n, 16, 25, 41, 51, 55 x, 56, 60, 75, 79, 86-91 + n, 97, 99 + n, 103, 112, 116 + n, 118, 126, 131, 133, 137, 143, 150 n, 152, 163, 181, 186, 196, 217, 230, 235, 262, 288, 293 + n, 300, 305, 352, 358, 391-393, 459, 460, 483, 485, 575, 582 + n; IX: 248 n, 252, 375, 399 n, 405
‘Anti-marxistisch dogmatisme’, VIII: 52 n
‘“Hier is Indië!”’, VIII: 234 + n
‘De “plebejische gedachte”’, VIII: 234 + n
‘De Vaderlandsche Club tien jaar’, VIII: 352 + n |
Koch, Johann Anthon (1900-1946, zie ook ps. Haghe, Adolf ter), I: 390 + n; IV: 39 + n; VI: 236 + n; VIII: 124 + n, 125, 207 |
Koch, Pyke (geb. 1901), II: 336 n, 356; III: 198 n, 199, 277, 280, 315, 316, 442; IV: 231, 300; VI: 239 + n; VII: 467 |
Koch-Balkstra, Henriëtte († 1944), VII: 460, 507; VIII: 56, 88; IX: 248 n |
Kochnitzky, Léon (geb. 1894), I: 200
‘Orphicum litus’, I: 200 + n |
Kock, Hendrik Merkus de (1779-1845), III: 442 |
Kock, Paul de (1793-1871), I: 198; III: 442 + n |
Kock, W.H.W. de (1850-1932), VI: 345 + n, 346, 393-395, 407, 429, 460, 469, 471; VII: 56, 57, 86, 329; VIII: 369 + n, 370, 409 n, 417, 531
Lebak en de Max Havelaar, VI: 345 + n, 350, 394, 395, 407, 460, 469; VII: 57 + n, 329; VIII: 405, 415, 416 |
Köhler, Charlotte (1892-1977), II: 95 + n, 141, 159, 226 + n, 349 + n; III: 479; IV: 257; VI: 51 |
| |
| |
Koekelberg, (drukker), I: 47, 53, 60 (?) |
Koendjarakarna, IX: 393 + n |
Koeprin, Alexander, IV: 98 n |
Körmendi, Ferenc (François, 1900-1972)
L'aventure à Budapest (vert. door G. Strem van Budapesti kaland), IX: 199 + n |
Koets, Daniël (1867-1956), VIII: 316 + n, 379 |
Koets, Daniël Pieter (geb. 1940), VIII: 487 + n |
Koets, Johanna Margot (Odi, geb. 1934), VIII: 236 + n, 237 |
Koets, Peter John (geb. 1901), VII: 176, 431, 432, 449, 450, 460 + n, 463, 466, 473 x, 476 x, 491, 493, 499, 502, 507, 511, 522 n, 534, 535; VIII: 16 n, 24, 34, 36, 41, 42, 51, 52, 56, 60, 75, 83, 88, 89 + n, 112, 113 + n, 116, 118, 119, 125, 131, 136, 148, 221 n, 222 n, 234, 316 n, 393, 459-461, 484 n, 532; IX: 248 n, 375, 405 + n, 406 n
‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’, VIII: 52 + n
‘Professorale stoelendans’, VIII: 16 + n
‘Roodkapje en Sneeuwwitje...’, VIII: 51 n
‘Het vraagstuk der objectiviteit in de geschiedschrijving’, IX: 405 + n |
Koets-van Oordt, Adriana (geb. 1903), VIII: 222, 487 n |
Koetsveld, C.E. van (1807-1893), II: 44 |
Koezen, Jan Gerrit (1887-1970), VI: 218 |
Koezen-Tissing, Etienne Jeannette (Non, geb. 1907), VI: 218 |
Kok, Leo, VI: 228 |
Kokadorus (= B. Meyer Linnewiel, 1871-1934), IV: 32 + n, 293 |
Kokoschka, Oskar (1886-1980), IV: 198 |
Kol, H. van, IX: 399 n |
‘Kol Nidrei’, IV: 328 |
Kolff & Co., G. (uitgeverij enz.), VI: 393, 402, 406, 465 + n; VII: 9 i, 166 + n, 195 n, 208, 250, 253, 277, 297, 313, 319, 356, 359, 373, 378, 398, 411, 413, 438, 443, 453, 511, 518; VIII: 35, 65, 193, 436; IX: 398 n, 406 |
Kollewijn, R.A. (1857-1942), I: 298, 400; II: 313, 481; V: 150; VII: 46; IX: 25 |
Koloniaal Museum (Musée du Congo Belge), I: 266, 312 |
Koloniaal tijdschrift (periodiek), VII: 427, 439, 483; VIII: 29, 368, 479 x, 520, 574; IX: 367, 399 n |
Koloniale geschiedenis: Colenbrander |
‘Koloniale geschiedenis,’ zie Romein, Machten van dezen tijd |
‘Koloniale Nederlander, De’: Ritman |
Koloniale studiën (periodiek), VII: 9 i, 68 + n, 90 n, 276, 279, 283, 292, 336, 337 (redactie), 379, 390; VIII: 83 n, 190; IX: 278 n, 367, 399 n |
Kom, A. de (1898-1945), V: 87 n, 88 n, 118, 131, 143, 171
Wij slaven van Suriname, V: 76, 87-89 + n, 118, 119 + n, 143 + n, 173 |
Komedianten, De: Couperus |
Komen en gaan: Roelants |
Kompas, Het (uitgeverij), III: 332 n; IX: 101, 105 |
‘Konakry’, zie Slauerhoff, ‘O Konakry!’ |
Koning, Johan F.L. (1887-1946), I: 307 n, 444 + n; II: 29 + n, 33, 34, 47, 50, 64, 68, 104, 110 + n, 119, 125, 135, 298; III: 406; VII: 265
|
| |
| |
‘Letterkundige kroniek’, VII: 263-265 + n
‘Nederlandsch-Indië in de literatuur’, II: 149 + n |
Koningin van Napels, zie v.d. Hoeven, ‘Herinneringen aan de Koningin van Napels’ |
Koningin van Scheba, IX: 137 n, 138 (reine de Saba) |
Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen (museum en bibliotheek), I: 332 (Bat. Museum); III: 489; V: 297, 302 (Bibliotheek), 377; VI: 268, 317 + n, 340 (Bibliotheek), 344-346 + n, 353, 361, 371, 374, 379, 394, 401, 419, 434 (museum), 463; VII: 22, 25, 45, 82 n (Museum), 188, 194, 218, 274, 284, 338, 357, 359, 379, 391, 401-403, 407, 413 n, 441, 459, 464 n, 478, 487 + n, 503, 530; VIII: 50, 60, 65, 84, 96 + n, 99, 106, 109, 115, 116, 118 (Hist. Afd.), 119, 131, 151, 153 (Hist. Afd.), 163, 168, 183, 184, 189, 211, 215, 225, 227, 232, 239 n, 312 + n (hist. afd.), 491, 581, 607; IX: 9 i, 101 + n, 128 n, 166 n, 167, 168, 170, 224 + n, 367, 392 + n, 396-398, 402 n, 405 + n |
Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (bibliotheek), VIII: 335 + n, 500, 535 (Van Galenstraat), 591; IX: 250 n |
Koninklijke Bibliotheek ('s-Gravenhage), IV: 100; VI: 410; VII: 40, 403; VIII: 99, 197; IX: 10 i, 224 |
Koninklijke Musea voor Schoone Kunsten (Brussel), V: 41, 48 |
Kool, Halbo C. (1907-1968), I: 249; II: 183, 202, 318; III: 238, 255 n; VI: 80, 280-281; VII: 88 + n, 89
‘Bij Dirk Coster's vijftigste verjaardag’, VII: 88 + n
‘Paul Verlaine speelt met vuur’, IV: 418 + n |
Koolemans Beynen, G.J.W., VIII: 101 n |
Koopman, Wanda (ps., geb. 1912) Proeve in strategie, IV: 433, 437 |
Koopman-Daum, Maria (1870-1949), VII: 438; VIII: 280 |
Kooy, John, VII: 60 + n |
Kop, G.G. van der (1892-1941, zie ook ps. Groeneveld), VII: 314-315, 377 n, 380, 387, 393, 399 n (‘Du Califou’), 406, 407 (Holmes), 465 (pissebed), 501 n, 517; VIII: 533 + n
‘'s Lands archief’, VII: 377 + n, 378 n, 380 (stukje), 381, 385 + n, 387, 393, 406 |
Koperberg, Samuel (1886-1957), VII: 8 i, 421 n, 449, 487, 491, 518; VIII: 18, 49, 55 x, 56, 60; IX: 9 i, 248 + n, 377, 399 n, 401 n, 402 n, 406 n
‘Een cultureel tijdschrift’, IX: 368 |
Kopiïst, De (periodiek), VIII: 185; IX: 394 n |
Koran, VIII: 95 |
Korff, F.W.A. (1887-1942), II: 69, 319
Levensproblemen bij Shakespeare, II: 69 n |
Kornet Christopher Rilke, zie Rilke, De wijze van liefde en dood van den cornet Christoffel Rilke |
Kornitzer, Margaret (geb. 1905)
The modern woman and herself IX: III + n |
Korridon, VI: 152 + n, 156 |
Kort geding: Marsman |
Korte arabesken: Couperus |
Korte baan, Nieuwe Nederlandsche verhalen, De (bloemlezing door H. Marsman en dp), V: 8 i, 178- |
| |
| |
80, 190, 200 + n, 201 + n (inhoudsopgave), 202-203 + n, 220, 226, 227, 229, 254 + n, 272, 273 + n, 275, 290 n, 307, 317, 318, 341, 346, 347, 351 + n, 352, 354, 355 x, 357, 362, 370-371 (voorl. inhoudsopgave), 374-376, 383, 387, 389, 395, 400, 401, 409, 416, 417, 426, 427, 434, 440, 442, 451; VI: 11, 15, 17, 23, 60, 61, 63 + n, 95, 98 n, 117, 219, 223, 380 n; VIII: 124, 125 |
Korteweg, P.J.G. (1913-1987), VII: 348 + n, 373; VIII: 372, 373, 496 |
Kostelijk leven, Het: v.d. Hoek |
Koster, E.B.
Mythologisch woordenboek, VI: 112, 113, 117 x, 129 + n |
Kota Agoeng (schip), VII: 128 n |
Kouwenaar, David (1876-1957), VIII: 560 n, 566-567 + n |
Krämer, F.J.L., VIII: 91 n |
Kraemer, H.
‘Repliek op “Bali en de zending”’, IX: 400 + n |
Kramer, zie Hotels: Hotel-Boerderij Kramer |
Kramers Jz., J.
Nieuw Nederlandsch-Fransch woordenboek, IX: 208-209 + n
Nouveau dictionnaire néerlandaisfrançais, IX: 208-209 + n |
Kramers, M.G.
‘De litteratuur in Esperanto’, III: 186 n |
Kramers, Wijnand A. (1893-1975, zie ook ps. Everts, R. en Eges, W.), I: 337 n, 341, 345, 413, 416, 423 n, 433; II: 9, 26, 28, 33, 34, 36, 45-48, 50 n, 51, 74, 85 + n, 86, 90 x, 93, 101, 110, 118, 129, 133 + n, 154, 158, 201, 202, 214, 228, 230, 232, 241, 278, 279 + n, 283, 284, 303, 309, 311, 316, 318, 327-330 + n, 332, 374 n, 382, 385, 386, 388, 392-394, 415, 416, 423, 429, 432, 435, 436, 438, 442, 443; III: 53 n, 79 n, 103, 124, 178, 184, 187, 188, 368, 408, 412, 492; IV: 19, 139, 157, 277, 342, 352, 377, 406, 413, 429, 430, 470, 482, 490; V: 88, 118, 121, 173, 279, 349, 372-374, 379, 445; VI: 104 n; IX: 44, 45, 52, 56, 143 n
‘Bedenkelijk oordeel’, V: 379 + n
‘Het “kreatieve”’, III: 53 (grapjes) + n
‘Uit den stormhoek’, V: 121 n, 172 |
Kramers-Unger, Susanna Elisabeth (1864-1939), II: 267 (moeder) |
Kramers' woordenboeken, II: 355; IV: 457 + n |
Kranendonk, A.G. van (1884-1957), IX: 214 + n |
Krantz, Paul (geb. 1909, zie ook ps. Noth, Ernst Erich), V: 145; IX: 231 |
Krasnapolsky, zie: Café's |
Kraspoekol of de droevige gevolgen...: Hogendorp, W. van |
Kraspoekol of de slaavernij: Hogendorp, D. van |
Krates, Een levensbeeld: v. Maurik |
Krekel, Hendrik (geb. 1888), VIII: 155 + n, 162 + n |
Kreutzersonate, De: Tolstoj |
Krige, Uys (geb. 1910), VIII: 108 |
Krimpen, Huib van (geb. 1917), VIII: 159 |
Krimpen, Jan van (1892-1958), I: 425 + n; II: 27, 152 + n, 209, 337; IV: 318 |
Krimpen-Brunt, Maria Paulina van (Nini, 1891-1984), I: 425 + n; II: 386, 390 (schoonzuster); III: 123 + n, 167, 176, 183, 196; IV: 16, 19, 30; V: 226; VI: 122, 254 |
Kring, De (sociëteit te Amster- |
| |
| |
dam), I: 383, 391; II: 26, 44, 82 n, 83, 107, 108, 122, 140, 143, 160, 351, 366, 370, 378, 447, 460, 461 n; III: 168, 239, 240, 242, 315, 381, 422, 479 n; IV: 33 + n, 40, 46, 81 + n, 143, 228, 231, 351, 412, 457, 458, 465; V: 37, 79, 138, 186, 237, 251, 264, 276; VI: 62, 73; VII: 173, 259; IX: 82 |
Kring Moderne Kunst, zie Moderne Kunst (Antwerpse kring) |
‘Kring-vers’, zie v. Vriesland, Amsterdamsche bohème |
Krishnamurti, J. (1896-1986), I: 324, 341, 404; II: 35, 394; VIII: 295 |
Kristal, letterkundige productie 1935, V: 367 n, 424, 427, 429, 434, 436, 437 + n, 449 |
‘Kritici in het koffyhuis’: Donker |
Kritiek en opbouw (periodiek), VII: 8 i, 9 i, 152 n, 378, 431 n, 432, 447 n, 453 + n, 460 + n, 461, 472-474, 477, 483, 492, 493 x, 496-498, 502, 507 + n, 511, 513, 516, 519 (exx.), 523, 526, 530, 532-537 + n; VIII: 7 i, 13, 14, 15 n, 16, 17 x, 19, 24, 25, 30-32, 34, 36, 38, 40-43, 45, 48-51, 54-56, 60, 71, 74, 75, 80, 81, 86, 88-92 + n, 94, 95, 97, 99 + n, 100 x, 111, 116-118, 123, 124, 128, 131, 136-138, 140 x, 143, 148, 150 + n, 152 + n, 154, 156, 162, 163, 178-182 + n, 186, 187, 190, 191, 195, 199, 200, 203, 217, 220, 226, 230 (redacteur), 231, 235, 248, 262, 271, 272, 275, 287, 288 n, 293, 295, 300, 305, 309, 312, 313, 320, 327, 350, 352, 367, 379, 386, 392 + n, 393, 406, 407, 459, 479, 483, 491, 512, 514, 519, 529 + n, 530, 575, 581, 582 + n, 601; IX: 241-243, 248 n, 375, 405 |
Krities proza I en II: v. Ostaijen |
Köner Verlag, Alfred (uitgeverij), VI: 301 |
Krom, Nicolaas Johannes (1883-1945), VII: 518 n
Hindoe-Javaansche geschiedenis, V: 25 + n, 26; VI: 37, 47, 59, 326, 334, 361, 421; VII: 174-175 |
Kroniek van (hedendaagsche) kunst en kultuur (periodiek), VI: 451 n, 495; VII: 38, 117, 126, 177, 241, 295, 298, 333, 430, 435, 467; VIII: 66, 204, 273, 274, 295, 347, 377, 396, 440, 464, 466, 468; IX: 243 |
‘Kroniek van het literaire leven in 1932’: Heeroma |
Kronijk van het Historisch Genootschap gevestigd te Utrecht (periodiek), VIII: 114 |
Kropotkin, P.A. (1842-1921), VIII: 377 |
Kruger, Paul (1825-1904), I: 443; II: 35 |
Kruisinga, E. (1875-1944), VIII: 416 + n, 419 + n |
Krul, Jack (1896-1964), I: 95-97 + n |
Krull, Germaine (1897-1985), III: 155 + n, 247 n, 498 + n; IX: 211 + n |
Kruseman, fa. J. Philip (uitgeverij), V: 192 n, 391 n; VI: 115 |
Kruseman, Mina (1839-1922), III: 128; VI: 392 + n; VIII: 277
Een huwelijk in Indië, VI: 392 + n Mijn leven, VI: 392 + n |
Krutch, J.W.
Edgar Allan Poe, A study in genius, VI: 201 + n |
Kuen, J.Th., VIII: 25 + n |
Kuen, P., VIII: 25 + n |
Kürten, Peter († 1931), III: 56 + n |
Kuil, H.W. van der, V: 183 + n, 291 + n |
Kuiper, Koenraad (1854-1922), IV: 208, 238 |
| |
| |
Kuiper-de Jongh, C. (1891-1959), III: 383 + n
‘Bij Ludwig’, III: 383 n (interview); IX: 86 n, 87 |
Kuitenbrouwer, Henk (1900-1974), IV: 425 n, 465 + n, 508; V: 316, 328
‘Eerloze eerlijkheid’, V: 316 + n, 350, 352 x, 353
‘Een jodenfooitje’, II: 192 + n |
Kuitenbrouwer, L.M.A. (1904-1958, zie ook ps. Kuyle, Albert), I: 338 + n, 354, 376, 378; II: 192 + n, 484; IV: 508; V: 316, 328 |
Kuller, Jo, zie Ammers-Küller, Jo van |
‘Kulleriade’, zie Greshoff, ‘Laus mediocritatis’ |
Kunst en kultuur, zie Kroniek van (hedendaagsche) kunst en kultuur |
Kunstkring, zie Bond van Nederlandsch-Indische Kunstkringen |
Kutter, Joseph (1894-1941), III: 382 n, 503 (Kuttewaarts); IV: 158, 161, 342 + n, 351, 356; VI: 243; VII: 384 + n |
Kuyck, Van (ps., zie ook Blijstra, Rein), II: 29 |
Kuyck, A.L. van, zie dp, Pseudoniemen |
Kuyle, Albert (ps., zie ook Kuitenbrouwer, L.M.A.), I: 338, 340; II: 48, 82, 305, 335, 360, 415 n, 427 n, 455 + n, 457, 463, 483; III: 146,281 + n, 346, 398, 400 + n, 442; IV: 425 n, 428, 467, 506 + n, 507, 510 + n, 512, 515; V: 60 + n, 64, 66 (groote muil), 78 + n, 79, 170, 202, 208, 221, 256, 259, 275, 288, 292, 296, 316, 319; VI: 75, 196, 223, 333; IX: 148
Alarm, V: 170 + n
‘Bezieling’, III: 398, 400 + n
‘Aquarium’, II: 463; III: 142, 155; V: 202 (visschenhistorie)
De bries, I: 416; II: 335 + n; III: 142, 146, 155; V: 202; VII: 286
Harten en brood, IV: 428, 429, 433, 437, 465, 510 n; V: 65, 68, 72 + n, 75 x, 76, 202, 317; IX: 143 n, 148
‘Kom, kom, niet zoo somber...’, IV: 506 + n; V: 66 (groote muil)
Orpheus, II: 360
‘Proza, Een overweging vooraf’, IV: 506 + n; V: 66 n (groote muil)
Seinen, II: 408
‘Sjooks (van Manhattan)’, II: 483 + n; V: 202 + n, 288, 290
Songs of Kalua, II: 360; III: 87 |
Kuyper, R. (1874-1934), VII: 150 + n |
‘Kwadrijnen’: Dinger |
Kwartier per dag: dp |
Kwee, De, zie Borel |
Kijzer, Max (1893-1944), III: 507; VI: 160
‘Een markant lezer’, V: 32 + n
Naar ;t licht, VI: 330 n, 331 |
|
L.E. (ps., 1880-1929), VII: 167 + n
Een vergeten proces, VIII: 197 + n
L. van Velton-van der Linden: Maurits |
La Rochefoucauld, François de (1613-1680), I: 117, 241; II: 348; III: 49; VI: 223, 457; VII: 526 + n
Réflexions, ou Maximes morales, III: 49 + n; VI: 223 + n; VII: 526 + n |
Laat de Kanter, Ph. S. de (1866-1935), IX: 233 + n |
Laatste nieuws, Het (periodiek), III: 50 n |
‘Laatste reis van de Nyborg, De’: Slauerhoff |
Laatste ronde, De: den Doolaard |
‘Laatste sterren, De’, zie M. Nijhoff, ‘De nieuwe sterren’ |
| |
| |
‘Laatste treffen, Het’, zie dp, ‘De derde Nameno’ |
Labé, Louise (1520?-1566), II: 160, 166
OEuvres complètes, I: 238 + n, 239
Sonnets, I: 239, 240 (boek) |
Laboureur, Jean Émile (1877-1943), III: 315, 335 + n, 462 |
Lachèvre, Frédéric (1855-1943), I: 175 |
‘Lachgas’: Last |
Laciné, zie Café's |
Lady Chatterley's lover: Lawrence |
Lafayette, Marie-Madeleine de (1634-1693)
La princesse de Clèves, IV: 278 + n |
Laforgue, Jules (1860-1887), IV: 267; VI: 301
Moralités légendaires, VIII: 58
Poésies, VIII: 58 |
Lagerkvist, Pär (1891-1974)
De beul (vert. van Bödeln), VI: 64 + n; IX: 190 + n |
Lagerlöf, Selma (1858-1940)
Gösta Berling (vert. door M. Meyboom van Gösta Berling), II: 243, 271-273 + n; VI: 337 |
Lakschmi (periodiek), VIII: 185, 196 |
Lalou, René (1889-1960), V: 350 |
Lamartine, Alphonse de (1790-1869)
Graziella, V: 212
‘Le lac’, VI: 179
‘Le vallon’, VI: 179 |
Lamb, Charles (1775-1834), I: 314 + n, 383
Tales from Shakespeare, I: 314 n |
Lamber, Juliette (Mme Edmond Adam, 1836-1936), VII: 496 (actrice); VIII: 404 + n, 409 + n, 431 |
Lamertin (boekhandel te Brussel), III: 232; VI: 88 |
Lamond, J.A.
Conan Doyle: A memoir, III: 379 + n |
Lamp van Diogenes, De: Marsman |
‘Lampions’: Chasalle |
Lampions in den wind: Chasalle; Kelk |
Lamprecht, G., III: 429 n |
Land van herkomst, Het: dp |
Land van Rembrand, Het: Busken Huet |
Landheer, Jo (1906-1986), I: 83
Golven, I: 83-85 + n; IV: 479 x, 487 (boekjes) |
Landhuizen, zie v.d. Wall, Indische landhuizen en hun geschiedenis |
Landor, Walter Savage (1775-1864), III 490; IV: 185; V: 79, 323 Hautes et basses classes en Italie (vert. door V. Larbaud van High and low life in Italy), zie Larbaud High and low life in Italy, III: 490, 498; IV: 70 + n, 184, 185, 235; VI: 172 n |
Landru, Henri Désiré (1869-1922), I: 351; VII: 313 |
Lands Schilderijenverzameling, 's, VII: 503, 504 + n; VIII: 168, 184 n, 218, 379, 434, 484 n, 607 |
Landsarchief van Nederlandsch-Indië, Het, VI: 458, 476-479 (banen), 482, 483, 485; VII: 7 i, 8 i, 22 (post), 26, 36 n, 40 (baan), 46, 62, 64, 65, 69, 70, 76, 85, 89, 90 n, 92, 102, 119, 124, 128, 131, 136, 154 (notariskantoor), 162, 171, 177, 179, 181, 186, 191, 194 (kantoor), 209-211 + n, 215, 217, 219-221, 227, 228, 232, 246, 248, 250, 253, 254, 256, 257, 263, 265, 267, 269, 271 x, 272, 274-277, 280 x, 281, 283, 285-287, 291-293 + n, 296, 298-302, 308, 310-312, 314-317 + n, 319, 333-335, 337-339, 344, 345, 349, 350, 353 n, 356-358, 360, 367-369, 371, 372, 374, 376, 377 n, 378, 381, 385, 387 x, 390, 393-395, 399 + n, 400 + n, 403, 404, 406, 407, 423, 425, 428, 429,
|
| |
| |
457, 458, 464 + n, 465 + n, 469, 475, 478, 501 n; VIII: 18, 25, 34, 45, 50, 53, 57 + n, 61, 78, 117, 160, 170, 173, 190 n, 191, 193, 214, 239 n, 240 n, 251, 488, 490 n, 528 + n, 529 n; IX: 55 n, 234 + n, 235, 239, 241, 247, 401 + n, 404 |
Lang, E.A.L. de (1880-1960), III: 482 + n, 486; IV: 112, 115, 117, 127, 128, 132, 391, 422 n; VI: 492; VIII: 186 n; IX: 220 |
Lange & Co. (uitgeverij), VIII: 204 |
Lange, Allert de (1855-1932, uitgever), I: 337 n, 423 n; II: 469, 473, 479 (uitgever), 486; III: 99 + n |
Langendonck, Prosper van (1862-1919), IV: 164 |
Langevelt van Hemert, A.J. (1825-1880), VII: 12, 273, 338 + n, 367, 385, 459; VIII: 174, 251, 269, 343 (Kontr.), 387, 388, 450 (afdrukken), 494 n, 607; IX: 256 + n |
Langevin, Paul (1872-1946), V: 368, 372 |
Langzame weten, zie Willink, Het weten komt langzaam |
Lannoy, Flora de (1895-1958), II: 248, 302 |
Lansen, Gustave (1857-1934), VI: 373
Histoire de la littérature française, VI: 373 + n |
Lanterne sourde, La (periodiek), I: 91 n |
Lanterne sourde, La (schrijversgroep), I: 91 n |
Lapidoth, Frits (1861-1932), I: 133, 135, 368-370 + n; II: 25, 77
‘Bundels vol ironie en satire’, I: 368-370 + n |
Lapin agile, Au (cabaret te Parijs), IV: 152 |
Lappó, III: 23 + n |
Larbaud, Valery (1881-1957), I: 91 n, III, 162, 190, 254 n, 274, 276 n, 277, 288, 356, 415, 416; II: 74, 201, 233, 347, 348; III: 299, 303, 324, 348, 355 + n, 363, 365 n, 366 n, 394, 398, 420 + n, 438, 446, 459, 490, 522; IV: 51, 63, 105, 114, 126, 168, 169, 185, 196, 251, 257, 363, 419, 491 + n, 498, 502, 521; V: 12 x + n, 17, 46, 56, 87, 179, 213 n, 221, 222, 224, 245, 263, 272, 286, 317, 321, 324, 397, 399, 410 n, 413-415, 418, 423, 431 n; VI: 62, 81, 85, 89, 104 + n, 105, 133, 167, 172 + n, 207, 326, 338; VII: 285 + n, 397, 409 n, 410, 415, 450, 454, 495, 515; IX: 198 n, 205, 215 + n
A.O. Barnabooth, I: 91 + n, 94, 111, 180, 190, 199, 254, 356, 408 + n, 416, 440; II: 174, 228, 332, 348, 456; III: 233-235, 296, 299, 313, 366, 446, 482 + n; IV: 119 + n, 126, 142, 168, 266, 415, 416, 489; V: 17, 46 (Putouarey), 126, 211, 228, 237, 286, 329, 397, 399, 404, 407, 408; VI: 85, 175-176 (portret), 182, 207, 247; VII: 443 n, 466, 495; VIII: 34, 59, 249, 250 + n, 310 (‘Barneboes’), 356, 456, 478
Amants, heureux amants..., I: 356, 415; V: 17; VII: 397 + n; VIII: 59; IX: 150-151 + n
De arme hemdenmaker (vert. door dp van Le pauvre chemisier), zie dp Aux couleurs de Rome, III: 420 n; VII: 389 + n, 397 + n, 428, 454, 495 + n
‘Beauté, mon beau souci...’, VII: 397 + n
Ce vice impuni, la lecture... Domaine anglais, VI: 133 + n
Enfantines, VIII: 356
Fermina Márquez, I: 356; IV: 168;
|
| |
| |
V: 8 i, 125, 174, 200, 206, 213, 221, 224, 311, 396, 410, 411, VIII: 59
Fermina Marquez, (vert. door dp van Fermina Márquez), zie dp |
Le Gouverneur de Kerguelen, IV: 415 + n, 416, 491; VII: 495 + n Hautes et basses classes en Italie (vert. van Landor, High and low life in Italy), III: 487, 490, 494, 495, 498; IV: 70 n, 184, 185, 235; V: 263; VI: 172 + n
‘Itinéraire’ (ongepubl.), III: 303 + n
‘Men plus secret conseil...’, VII: 397 + n
‘La neige’, V: 213 x + n
‘Une nonnain’, VII: 397
‘Een opdracht’ (vert. door dp van ‘Pour Gertie H.’), zie dp
‘Patru et d'Ablancourt’ (zie ook Patru, La vie de Monsieur d'Ablancourt) IV: 491 n
Le pauvre chemisier, II: 332; III: 233 n; VII: 208, 250
Les poésies de A.O. Barnabooth, VIII: 249 + n, 250
‘Pour Gertie H.’, I: 408 + n; VII: 443 n
‘Rose Lourdin’, I: 254
Serena (vert. door dp van fragment uit Hautes et basses classes en Italie), zie dp
‘...Tan callando’, V: 12 + n, 17; VII: 397 + n
Technique, III: 394, 396; IV: 31; VII: 285 + n |
Larousse (dictionnaire encycl.), I: 103; II: 281 |
‘Larrios’: Slauerhoff |
Laseur, Cees (1899-1960), II: 370 + n; VII: 122 + n |
Lassalle, F.J.G. (1825-1864), VI: 65 |
Last, Jef (1898-1972), II: 273, 276, 303, 304, 308, 409, 484, 486-488 + n, 491; III: 12, 33, 48-54 + n, 59, 88, 95, 417 n; IV: 33 + n, 37, 40, 148 n, 149, 158, 160 + n, 284, 422, 429 + n, 469 + n, 495, 496, 515; V: 87-89, 105, 117, 128, 129, 156, 198, 203, 221, 256, 275, 292, 296, 318, 365, 367, 369, 375, 378, 387, 400, 416, 434; VI: 56, 57, 154, 229 n, 256 n, 382; VII: 416 + n, 446 + n, 452, 462, 470, 471, 484, 493, 494, 508 n; VIII: 22 n, 44 n, 53-55, 90, 310, 311 + n, 335, 351, 359, 440 n, 465, 472, 496 + n, 517, 526 + n, 573-575, 584; IX: 56, 123 + n, 131 n, 142 + n, 143, 171 + n, 356
‘Aan een gevallen makker’, VIII: 22 + n |
De bevrijde Eros, VIII: 439, 440
Bloedbruiloft, VIII: 439
Bloedkoraal, VIII: 439, 440
‘Capitan Bodega’ (tekening), VIII: 440 n, 472
Don Quichotte in de loopgraaf, VIII: 439-440
Flirt met den duivel, VIII: 311 n
Het geval Jef Last, Een antwoord, VII: 508 + n
‘Haven’ (tekening), VIII: 440 n, 472
De Johanna, V: 31 + n
Kameraden, II: 376 n; III: 52 + n
Kruisgang, VIII: 439
‘Lachgas’, V: 256 + n, 288, 369, 371, 375, 387
Marianne, III: 15, 50, 52, 155, 184 n; V: 256 n; VII: 286
‘De nieuwe koers’, III: 417 + n
‘Om het recht van het spel’, III: 48 + n
Ontwaakt, II: 304 n, 308 n
Partij remise, IV: 457, 464-466 + n; V: 72 + n, 75; IX: 143 + n
‘Revolutionnaire poezie’, II: 487 n, 488; III: 33, 50; IX: 56
|
| |
| |
‘De slaaf’, V: 201 n, 203, 351, 364, 369, 371, 375, 387, 395, 416; VI: 23, 61
De Spaansche tragedie, VII: 509 + n; VIII: 11, 21-23 + n, 44, 53, 439 + n
‘De verdediging van het linksche inzicht’, IX: 123 + n, 356
De vliegende Hollander, VIII: 439 + n
Voor de mast, V: 287, 288
Zuiderzee, V: 128; VIII: 439 n |
Latzarus, L.
La vie paresseuse de Rivarol, I: 207 + n, 210; VIII: 541 n |
Lauriers sont coupés, Les: Dujardin |
Laurillard, Elisa (1830-1908), VIII: 184 |
‘Laus mediocritatis’: Greshoff |
Lautréamont, Comte de (ps., 1846-1870), II: 158, 296; III: 522
Les chants de Maldoror, I: 79, 110, 174; VII: 495; VIII: 58
De zangen van Maldoror (vert. door J. Stärcke van Les chants de Maldoror), I: 79 + n |
Lauvrière, Emile
L'étrange vie et les étranges amours d'Edgar Poe, V: 30 + n, 31 |
Lavala, De, III: 490 |
Lawrence, D.H. (1885-1930), I: 415, 426, 430, 431; III: 108, 124, 155, 277, 297; IV: 33, 37, 50, 108, 185, 314 n; V: 71 n; VI: 245, 250; IX: 78, 101 n, 112, 351
L'amant de Lady Chatterley (vert. door R. Cornaz van Lady Chatterley's lover), III: 155; IX: 72 + n
The collected poems, IX: 94 + n, 100 + n, 105, 118
Lady Chatterley's lover, I: 415; 426; III: 108, 155, 295, 433; IX: 72 n, 112
The letters, III: 491; IX: 111-112 + n
New poems, IX: 100 + n
Sex, literature and censorship, III: 505 + n; IV: 53 + n
Sons and lovers, III: 296
St. Mawr, III: 295-297, 305; IV: 33; IX: 89 |
Lawrence, T.E. (1888-1935), IV: 63 + n; V: 39 |
Lawrence and the Arabs: Graves |
Lazarillo de Tormes, VI: 295 |
Le Sage, Alain René (1668-1747)
Gil Blas, VI: 295 |
Leacock, Stephen (1869-1944), VI: 31 + n, 37 |
Lear, pers. uit Shakespeare, King Lear, zie aldaar |
Leau, J.F. de, VIII: 291 + n |
Léautaud, Paul (1872-1956, zie ook ps. Boissard, Maurice), I: 162, 337, 352 x, 392, 399, 408; II: 276 n, 314; III: 84, 417, 433-435, 437, 447, 454; IV: 63, 405; V: 17, 65; VI: 341, 463; VIII: 192 + n, 253 n, 262, 356, 360, 361, 561; IX: 71 + n, 215 + n
Amour, Aphorismes, VIII: 208 + n, 224, 234, 253
‘In memoriam’, III: 434
Passe-temps, I: 399 + n; II: 76; III: 84 + n; VIII: 60, 193, 253
Le petit ami, II: 56; III: 321, 403, 404, 434, 454-456, 462 (het prospectus); IV: 415; V: 17; VIII: 60, 253 + n, 353, 356, 357, 360, 401 (mama Léautaud), 561
Le théâtre de Maurice Boissard, VIII: 193, 208, 253, 271, 275 |
‘“Lebak”’: Saks |
Lebak en de Max Havelaar: de Kock |
Lebecq, Georges, V: 374 |
Lebensroman des Leutnant Bringolf, Der: Bringolf |
Lebey, André (1877-1938)
Jean de Tinan, III: 354, 466 |
Leblanc, Maurice (1864-1941)
|
| |
| |
L'aiguille creuse, VII: 128
Arsène Lupin contre Herlock Sholmès, VII: 128
Le bouchon de cristal, VII: 128 813, VII: 128
Lupin, Arsène (pers. uit romans), I: 94; II: 311 |
Lebret, Frans (1820-1909), VIII: 211 n |
Lecache, Bernard
Sévérine, III: 184 + n |
Leck, Bart van der (1876-1958), VIII: 452 |
Leclercq, Alex, III: 377 + n; IV: 357, 389, 392 |
Leclercq, Florian, III: 362 n |
Leclercq-Moens, Sophie (1887-1975), I: 157 + n, 413 + n; III: 362 n; IV: 335, 378, 394 |
Leconte de Lisle, Ch. M.R. (1818-1894), III: 12; IV: 101 + n |
Lecoq, pers. uit Gaboriau, Monsieur Lecoq, zie aldaar |
Lecq. (ps., zie ook Lekkerkerker, K.), IX: 249 n, 272 + n, 273, 274 n |
Lecteur écrit, Le (choix de lettres par L. Guilloux), IV: 102 + n |
Ledeganck, K.L. (1805-1847), I: 309 |
Ledegouwer (1895-1914), I: 309 |
Lee, Nelson (pers. uit detective-verhalen), III: 436 |
Leent, J.L.W.F. van, VIII: 228 |
Leest, Van der (boekhandelaar), I: 195 |
Leeuw, A.S. de (1899-1942), VIII: 377 + n |
Leeuw, Aart van der (1876-1931), II: 311, 343 + n; IV: 98 n, 234 n; VI: 44
‘Het landpad’, II: 343 |
Leeuw, G. van der (1890-1950), VII: 218 n, 320 (prof.)
Goden en menschen in Hellas, VII: 469 |
Leeuw van Vlaanderen, De: Conscience |
Leeuwen, zie Stendhal, Lucien Leuwen |
Leeuwen, Freek van (1905-1968), II: 486 n |
Leeuwen, W.F. van, VIII: 551 + n |
Leeuwen, W.L.M.E. van (1895-1974), III: 257, 396 + n, 451 + n; V: 220 + n, 227, 290, 294, 296 (Delden), 352, 363, 390, 402 n, 406 n, 417; VI: 60, 62 n, 85 n, 135, 196 n, 209; VII: 129, 482 n; VIII: 31, 117, 186, 317 n, 318 n, 319 n, 320 n, 322; IX: 75
Dichterschap en werkelijkheid (onder red. van Van Leeuwen), VII: 480; VIII: 11, 28 + n, 30, 31, 34 + n, 37, 117 (2e druk), 317 + n
Drift en bezinning, VI: 101, 115 n, 189-191, 196 + n, 200
Epiek en lyriek (bloemlezing): zie aldaar
‘Iets over kritiek’ enz., VIII: 319 + n
Korte schets van de ontwikkeling der Nederlandse letterkunde, VII: 284 + n, 285
‘Lezende in Du Perron’, VIII: 281 + n
Naturalisme en romantiek (bloemlezing): zie aldaar
‘Over litteratuur’ (rubriek in Tubantia), V: 402 + n; VI: 61 + n, 62; VIII: 186 n, 319 + n
Schrijvers en schilders (bloemlezing): zie aldaar |
Lefebvre, H., IX: 109 n |
Lefevre, Frédéric (1889-1949), I: 83
Une heure avec..., I: 83 + n |
Legai-Liber, VIII: 327; IX: 254 |
Legende, mythe en fantazie: Couperus |
Leger, Alexis Saint-Leger (1887-1975, ps. St. John Perse), VI: 239 |
| |
| |
Legrand, IX: 183 |
Legrand, Mercédès
Géographies, I: 254 + n |
Lehmann, Louis Th. (geb. 1920), VII: 526 + n; VIII: 92, 160, 161; IX: 275-276 |
Lehmann, Rosamund (geb. 1901)
Invitation to the waltz, IV: 46 n |
Lehning, Arthur (geb. 1899), II: 479 + n; III: 115, 119 n, 126, 195, 196, 200; V: 209; VI: 274, 285 + n, 380; VII: 145 n; IX: 133 n
‘Antithesen’, II: 479 + n
‘Censuur-impressies’, II: 479
De feiten en de beteekenis van de zaak Sacco en Vanzetti, III: 194
‘Over een philosophie der menschelijke waardigheid’, II: 479 + n
Politiek en cultuur, II: 459 + n, 479 + n; III: 53, 54 |
Leiden des jungen Werthers, Die: Goethe |
Leiding (periodiek), II: 40 + n, 307 + n, 406, 407, 410, 420, 431; III: 82, 114; VIII: 507 n |
Leidsche notities: Kamp |
‘Leidsche Vondelleerstoel, De’ VIII: 466-468 + n |
‘Leidsche Vondel-leerstoel, Het geheiligd specialisme, De’, VIII: 467 + n |
Leigh-Byron, Augusta (1784-1851), II: 224; IV: 45; V: 71; IX: 39 |
Leistikov-Collin (dans-instituut), II: 258, 278, 283 (Dansarium) |
Lekkerkerker, C. (1869-1943), VIII: 72
Land en volk van Java, VIII: 72 + n |
Lekkerkerker, K. (geb. 1910, zie ook ps. Lecq.), VI: 356 n, 399, 400, 401 n, 403, 418; VII: 96 + n, 99, 317 n; VIII: 180, 366 n, 507, 552-554, 570, 571; IX: 248 n, 249 n, 260-271 + n, 385-388
In aanbouw (bloemlezing): zie aldaar
‘Slauerhoff's verzen en de spelling’, IX: 266 n |
Lenéru, Marie
St. Just, II: 479 + n; III: 50, 51, 57, 84 |
Lenin, Vladimir I. (1870-1924), II: 469; III: 28, 453; IV: 37, 48, 54, 66, 495, 515; IX: 78, 127 |
Lenin, Samenzweerder en dictator in het Oosten: Marcu |
Lennart, Clare (ps., 1899-1972)
De blauwe horizon, VI: 96 + n |
Lennep, Jacob van (1802-1868), VI: 417, 435, 436, 476; VII: 58, 92, 238, 243, 295, 303, 321, 366
Ferdinand Huyck, II: 340
De lotgevallen van Klaasje Zevenster, VIII: 224
De stichting van Batavia, VIII: 224 |
‘Lenore’: Bürger |
‘Lenore’: Poe |
Lente-eiland (Kau-Lung-Seu), Het: Slauerhoff |
Leonard, Jos, I: 61 n |
Leonardo da Vinci (1452-1519), I: 300; VI: 440; VII: 239
Gioconda, IV: 221, 254 + n, 291 |
Leonardus, zuster, IX: 243 |
Leopold II, koning der Belgen, (1835-1909), I: 437 |
Leopold III, koning der Belgen, (1901-1983), I: 437 (prins); IV: 462 + n; V: 433 |
Leopold, Jan Hendrik (1865-1925), II: 11, 317, 419; III: 138; V: 110, 207; VIII: 437; IX: 26 n, 47-49, 65 n
‘Ballade’, II: 11 n
Cheops, II: 317, 322, 419; VII: 198; IX: 48
|
| |
| |
‘Oinou hena stalagmon’, VIII: 437 n
Oostersch, VII: 68
Verzamelde verzen, V: 422, 426; VI: 169 n |
Leopold, Martin (ps., 1908-1982), II: 480; III: 281, 514
‘De dwaas bidt’, II: 480 + n |
Leopold's Uitgeversmaatschapij n.v., H.P., III: 42; IV: 87, 415; VII: 9 i, 361, 406, 412 n, 529 + n, 531 n; VIII: 31 n, 43, 45, 52, 63, 76, 100, 121, 147, 217 x, 244, 251 n, 298, 322, 398, 577, 581; IX: 270 Leopold's wereldatlas, VIII: 244 + n |
Lerberghe, Charles van (1861-1907), II: 201 |
Lermontov, M.J. (1814-1841), VI: 35, 40, 87, 88, 197, 255
Een held van onze tijd (vert.), VI: 87
Un héros de notre temps (vert. door B. de Schloezer), VI: 87, 110 |
Lernet-Holenia, Alexander ‘Die Liebe’, III: 18 n |
Leroux, Gaston (1868-1927), IX: 211 n
Le crime de Rouletabille, VII: 128, 130
Le mystère de la chambre jaune, VII: 128; IX: 210-211 + n
Le parfum de la dame en noir, VII: 128
Rouletabille (pers. uit romans), IX: 211 + n |
Leroux, Karel (1895-1969), I: 53 n, 222 n, 258, 288, 290 + n, 314, 339, 362, 363; II: 22, 64, 81; IV: 417 n; V: 255, 401
De barmhartige Samaritaan, V: 255-256 + n, 368 + n, 371, 375, 401 |
Lerroux y García, Alejandro (1864-1949), V: 147 n |
Lessen in charleston: v. Wessem |
Lessing, Gotthold Ephraim (1729-1781), VI: 192 |
Letje: Naeff |
Letteratura olandese e fiamminga (1880-1924), La (bloemlezing door G. Prampolini), IX: 26 n |
Letterkundige almanak voor Vlaanderen (1930), I: 413 n, 417, 437 + n |
Letterkundige kalender voor 1936, V: 391 + n; VI: 115, 118, 119 |
Letterkundige naoogst II: Halbertsma |
Lettré uit de 18e eeuw: Willem van Hogendorp, Een: dp |
Lettres, zie Stendhal, Correspondance |
Lettres libres à Stendhal, I: 282 n |
‘Lettres néerlandaises’ (kroniek in Cassandre): Brulez |
Leur, Jacob Cornelis van (Job, 1908-1942), VII: 273, 279, 283, 292, 294, 336, 338, 350, 351 x + n, 387, 431, 432, 449, 460, 462, 466, 473, 476, 478, 479, 491 + n, 493, 503 n, 504 n, 507, 519, 520; VIII: 17 x, 24, 26, 28-30, 34, 48, 54-56, 82 x, 83, 94, 110, 112, 114, 138, 153, 154, 160, 170, 172-176, 190, 206, 214, 219, 221, 226 x, 240, 242, 251, 254, 258, 273, 292, 312, 585; IX: 248 n, 405, 406 + n Eenige beschouwingen, betreffende den ouden Aziatischen handel, VII: 503 n; VIII: 33 + n
‘De muze van Jan Compagnie’, VIII: 29 + n, 94, 149
‘Het naspel van Lebak’ (ongepubl.), VIII: 153, 160, 172-175 + n |
Leur-de Loos, Jeanne van (Peu, 1910-1973), VII: 449; VIII: 138, 176, 184 + n |
Leuwen, zie Stendhal, Lucien Leuwen |
Leven, Het (periodiek), II: 256 + n, 474 + n, 486; III: 15; V: 435 + n; VI: 448 |
| |
| |
Leven dat wij droomden, Het: Roelants |
Leven der auto's, Het, zie Ehrenburg, 10 P.K., Het leven der auto's |
Leven een dansfeest, Het, zie A. v. Schendel, De wereld een dansfeest |
Leven en werken, Maandblad der Radio- Volks-Universiteit Holland (periodiek), VI: 432 + n (Nederlandsche literatuur van nu) |
Leven op aarde, Het: Slauerhoff |
‘Levende ring, De’: 's-Gravesande |
Levensberichten: Rost |
Levet, Henry J.-M. (1874-1906), I: 76 n, 111; II: 209, 228, 233; III: 374, 446, 522; VII: 409, 410, 450, 495; VIII: 106
Cartes postales, I: 111 + n
‘Côte d'Azur.-Nice’, I: 76 n
Le drame de l'allée, I: 111
Le pavillon, ou La saison de Thomas W. Lance, I: 111
Poèmes (1921 en 1938), II: 228 (bundel verzen), 233 n; III: 329 + n, 348, 363, 374, 423, 427, 438, 449, 453, 455; VI: 172 + n; VII: 409 x + n, 410, 450, 479, 495, 515; VIII: 31, 68, 106, 595 |
Levi, Carlo (1902-1975), IX: 240 + n |
Levinson, André (1887-1933)
La vie pathétique de Dostoïevsky, III: 100-101 |
Lévy-Bruhl, Lucien (1857-1939), VI: 192, 496; VII: 69 + n
La mentalité primitive, IX: 397
Morceaux choisis, VI: 496 |
Lewin, Samuel (1890-1959), V: 121 + n |
Lewis, VII: 42 + n |
Lewis, M.G. (1775-1818)
Le moine (vert. door A. Artaud van The monk), V: 127 |
Leyden, Oscar Moritz Ernst (1892-1969), III: 315, 381 |
Liaisons dangereuses, Les: Choderlos de Laclos |
Liban, Louise, I: 90 |
Liber basiorum, zie Ioannes Secundus, Basiorum liber |
Librairie Bénard (uitgeverij), III: 232 |
Librairie Moens (boekhandel te Brussel), I: 157 + n, 413 n; III: 362 n |
Libre parole, La (periodiek), III: 382 n |
Licht, Het: v. Nijlen |
Licht, Het (periodiek), VIII: 38 + n, 42, 55, 200 |
Lichtenberger, Henri (1864-1941) La philosophie de Nietzsche, IV: 277 + n |
Lichtveld, Lou A.M. (geb. 1903, zie ook ps. Helman, Albert), I: 354, 378; II: 23, 273, 323 + n; IV: 362 |
Lidth de Jeude, E.J. van (Eef, 1890-1932), I: 258 + n, 259, 272,278 n, 288, 397, 404, 408, 420, 428; II: 257, 258, 343; III: 215 + n, 217, 218, 417 + n; IV: 16, 237 + n, 286; VII: 34, 380
Rob Erkman's laatste liefde, II: 259 + n, 262, 267
De vreemde erfenis, I: 389 + n |
Lidth de Jeude-Veder, Wilhelmina Jacoba van (Minnie, 1887-1971), I: 258, 259, 428 + n, 436; II: 257; IV: 345 + n |
Liefde en dood op Bali: Baum |
Liefhebber & Zn., H. (binderij), III: 254 (?), 262 (?), 264 (?); VIII: 462 + n, 465 |
Liem Koen Hian, VIII: 88 n, 128, 131 |
Liepmann, Heinz (1905-1966), IV: 452 + n, 454, 455, 459, 463, 466, 490, 518 + n, 521; V: 41, 118; VII: 336
|
| |
| |
Das Vaterland, IV: 452 n, 458, 459, 466, 482 + n, 518 |
Liepschitz, zie Lipschitz |
Lier, Albert van (geb. 1898), VI: 281 + n |
Lier, Pauline Jeanne van (Line, geb. 1922), VIII: 551 + n |
Lier, Rudolf A.J. van (Rudie, 1914-1987, zie ook ps. Aart, R. van), III: 228, 245 n, 249, 254, 270, 293, 306, 320, 502 n; IV: 12 n, 20, 115, 119-121, 149, 252, 262, 263, 299 n, 307, 393, 411, 467, 468 + n, 478, 506; V: 24, 32 n, 33, 58 + n, 66, 85, 99, 127, 132, 140 n, 151 n, 298, 329, 330, 338, 344, 362, 372, 398 n, 400, 442, 450; VI: 23, 37, 63, 108, 109, 112, 113 x, 116, 117, 123, 126, 131, 158, 159, 174 n, 178, 181, 289, 323, 399; VII: 38 + n, 41, 46-49 + n, 100, 101, 104, 105, 125, 169, 191, 192, 217, 218 + n, 266, 293, 320, 403, 404, 441, 442 + n, 525; VIII: 46, 47, 62, 69 n, 70-72, 146 n, 159-161 + n, 186, 194, 210, 223, 243, 272, 277, 297, 299 n, 304, 355, 356, 401 + n, 439; IX: 72, 181, 218 n
‘Brieven’, III: 293, 306 x + n, 307-311 (tekst)
‘Notities over J. Greshoff’, VIII: 71 + n
Praehistorie, Gedichten, VII: 525; VIII: 47 + n, 71 + n, 72, 131, 144, 145-146 + n (bespreking afz. gedichten), 159 + n, 221, 231 + n, 304, 595
‘Roodkapje’, VIII: 145, 231 + n
Vermoeidheid’, IV: 12
‘De zieke’, III: 293, 306 x + n, 311-312 (tekst) |
Life & opinions of Tristram Shandy, The: Sterne |
Liga, zie Filmliga |
Liger-Belair, Edgard (M. Wandah)
Les batiks, Poèmes, I: 85 |
Ligne, Charles Joseph de (1735-1814), I: 207, 215
Fragments de l'histoire de ma vie, I: 215
Mes écarts, ou Ma tête en liberté, I: 215 |
Ligt, Bart de (1888-1938), VI: 36 n |
Ligthart, Jan (1859-1916), VII: 149 |
Ligthart, Th., VII: 441, 495 (heeren) |
Ligue des droits de l'homme, IV: 460 |
Limburg Stirum, J.P. van (1873-1948), VI: 340 + n |
Linde, Boudewijn D.J. van der (1883-1945), I: 418 + n; II: 22 (? dokter), 107 + n, VI: 255 |
Lindenhout, Johan van 't (1893-1916), I: 328, 329 n |
Links richten (periodiek), III: 417; IV: 33 n, 40, 148 n, 160; IX: 87, 123 n, 356 |
Lion, Henri Julius (1806-1868), VIII: 406 |
Lipschitz, Boris (= Lifšic, 1895-1984, zie ook ps. Souvarine, Boris), IV: 496; VIII: 357 n, 379 |
Lisette I: 256-258; II: 187 + n |
Lissens, R.F. (geb. 1912)
‘M. Jan van Nijlen’, VIII: 262 + n |
Lister, Lord, zie ‘Lord Lister’ |
Literaire boekhandel, De ('s-Gravenhage), III: 218 n |
Literatur, Die (periodiek), IV: 237 |
Literaturnaja gazetta (periodiek), IV: 161 n |
‘Literatuur en volk’: Sjahrir |
Litteraire gids, De (periodiek), II: 135 + n; III: 218 n; VII: 374 + n; IX: 214 |
‘Littérature flamande’: Herreman |
Livre de Monelle, Le: Schwob |
Livrets (periodiek), I: 168 + n, 199 |
Ljeskov, N.S. (1831-1895), VI: 255
|
| |
| |
Gens d'église (vert.), IX: 240 |
Lloyd, Gwendolen, I: 434 + n |
Lloyd-hotel, zie Hotels |
Locale Pers, zie Provinciale Pers |
Lockhart, R.H. Bruce (1887-1970), VI: 478; VII: 126
Memoirs of a British agent, VI: 478; VII: 109, 126, 127, 131
Return to Malaya, VI: 477, 478 + n; VII: 82, 109, 127 |
Locomotief, De (periodiek), IV: 502 + n; V: 309; VI: 328 n, 400 + n, 405, 420, 422; VII: 52, 267 n; VIII: 86 + n, 125, 406, 407, 543, 544, 575, 581, 583, 591, 592; IX: 54, 237 n |
Lodewijk, koning van Frankrijk zie Louis, koning van Frankrijk |
Loenen, Gabrielle van (ps., zie ook Schaik-Willing, Jeanne van), II: 310; V: 202 |
Lörke, Oskar, II: 443 n |
Loetoeng Kasaroeng, IX: 394 + n, 396 n |
Löwenthal, Erich, II: 443 n |
Loffelt, A.C. (1841-1906)
Jupiter van Vloten en zijn kritiek, VIII: 540 + n, 549 |
Logé, Marc, II: 99 |
Loggia dei Lanzi (Florence), I: 434; VI: 181 |
Loghum Slaterus' u.m., Van (uitgeverij), II: 32 + n, 33 x (firma), 37, 39; III: 282; IV: 235 + n; VI: 37, 87, 144 |
‘Loire’: Obey |
Loisy, A.F. (1857-1940), V: 451 |
Lokhorst, Emmy van (1891-1970), I: 295 + n; III: 472; V: 134 + n, 367 n, 436, 437, 449 (Plokworst); VIII: 496 + n
‘Een Hollandsch novum’, V: 134 + n |
Lokstem en andere gedichten, De: v. Nijlen |
Lombard, Jean (1854-1891), I: 358; III: 120, 128; VI: 196 |
London, Jack (1876-1916)
The mutiny of the Elsinore, VI: 400 |
Longfellow, Henry W. (1807-1882), I: 381
‘The bridge’, I: 381 |
Longus (2e e. na Chr.), I: 251 |
Lonnes, Rudolf (1902-1933), I: 402 + n, 414, 420; II: 246 (zijn keuze), 247, 250; III: 448 n
Niederland (bloemlezing), zie aldaar |
Loo, Louis van, III: 439, 451, 453, 502
‘De boemelaar’, III: 440
‘Circus’, III: 440 n, 451, 453, 502 + n, 520
‘Heimwee naar het Zuiden’, III: 440 + n, 451, 453, 502 + n, 520 ‘Verveling’, III: 439, 440 n, 451, 453, 502 + n, 520 |
Loon, Gerard van (1882-1934), III: 489 |
Loon, Hans E.H. van (1885-1942), I: 392; II: 46 n, 100 (H.W.), 189; III: 441 + n, 445, 458, 465, 475, 476, 482, 489; IV: 72; VI: 228; IX: 365
‘Een glimlachend cynicus’, II: 156 + n, 188-189 + n
‘Kunst en revolutie’, IV: 482 + n |
Loonen, Charlotte M.E. (Lot), VII: 519 + n; VIII: 327 |
Loonen-Chaulan, Rosine E., VII: 519 n |
Loos-Haaxman, Jeanne M.C. de (1881-1976), VII: 503-505 + n; VIII: 168, 184 + n, 216; IX: 405 |
Loosjes Pzn., Adriaan (1761-1818), VII: 442 |
Looy, Jacobus van (1855-1930), I: 362; II: 85, 418
Gekken, VI: 288
Jaapje, V: 408; VI: 84
|
| |
| |
De wonderlijke avonturen van Zebedeus, II: 454 + n; III: 98, 109 |
Looy, S.L. van (uitgeverij), I: 72; II: 444 |
Lopes Cardozo, J., I: 414 + n |
‘Lord Lister, genaamd Raffles, de groote onbekende’ (serie), III: 436 + n |
Loris, IV: 156 |
‘Lorre’, zie Dekker, ‘De papegaai’ |
Loti, Pierre (ps., 1850-1923), II: 250, 266; V: 205
Aziyadé, VIII: 59
Fantôme d'Orient, VII: 469, 512; VIII: 59, 324
Le mariage de Loti, VIII: 59 |
Lotisico (= N.V. De Eerste Nederlandsche Maatschappij tot Verzekering van Risico in Loterijen), VIII: 513 + n |
Lotsy, Karel (1893-1959), V: 49 n |
Loudon, John (1866-1955), IV: 72 |
Louis XIII, koning van Frankrijk, (1601-1643), VI: 435 + n; VII: 238 |
Louis XIV, koning van Frankrijk, (1638-1715), VII: 238 |
Louis XV, koning van Frankrijk, (1710-1774), II: 259 |
Louis XVI, koning van Frankrijk, (1754-1793), II: 15; III: 371 + n |
Louis-Philippe I, koning van Frankrijk, (1773-1850), II: 420 |
Louise B.B. (= L.A.J. de Neve, 1859-1913)
Janneke de pionierster, VIII: 193-194, 217 |
Louvre, Musée du (Parijs), I: 106; IV: 469 |
Louw, P.J.F.
De Java-oorlog van 1825-1830, III: 442-444 + n, 460, 470 |
Louÿs, Pierre (ps., 1870-1925), I: 128, 133, 136; II: 179, 398, 399, 407; III: 354, 462, 516; IV: 114, 120
Aphrodite, Moeurs antiques, I: 128
Les aventures du roi Pausole, I: 128
La femme et le pantin, III: 354
Histoire du roi Gonzalve et des douze princesses, I: 128
L'homme de pourpre, V: 324, 397
Pibrac, Quatrains érotiques, III: 302
Trois filles de leur mère, I: 128, 147 + n, 396 + n |
Love-letters, zie Keats, Letters to Fannie Brawne |
Love-poems: Burns |
Lowenfeld, Margaret (geb. 1890)
Play in childhood, VI: 343 |
Lowies, Mathilde (Tilly, Tilloesjka, geb. 1922), VIII: 302 n, 332, 361, 401 n, 402 + n, 509 |
‘Lubbes’, zie ‘Jan Lubbes’ |
Lucasz, zie Lukács |
‘Luchtkasteelen’ (serie), I: 401, 404, 416, 439; II: 18, 19 x, 21, 30 + n, 51, 53, 79, 80, 111 + n, 119, 124 + n, 160, 168, 186, 194 + n, 214, 270, 312 n, 347; III: 36 + n, 37, 44, 46, 56, 79 |
Lucien Leuwen: Stendhal |
Lucka, pers. uit Th. de Vries, Eroica, zie aldaar |
Luckenbach, Hermann (geb. 1856) Kunst und Geschichte, VI: 116 + n, 118, 119, 123 (atlas), 127 |
Lucrezia: Couperus |
Luctor (ps.), III: 406 |
Ludeking, E.W.A. (geb. 1830), VIII: 205
‘Aan Betsy’, VIII: 204-205 (tekst) Uit mijn portefeuille, VIII: 204 |
Ludinga, Sikke, VII: 164, 165 + n |
Ludwig, Emil (ps., 1881-1948), III: 383 + n; VI: 366 + n, 371
Gespräche mit Mussolini, III: 383 n; IX: 86 n
Napoleon, VI: 366 n |
Lüdecke, K.G.W.
I knew Hitler, VII: 466 n |
| |
| |
Luger, Johan (1887-1964), VII: 60 + n |
Lugt Melsert, Cor van der (1882-1969), IV: 413; VII: 34, 122 + n; VIII: 596 + n; IX: 278 + n |
Luguet, André (1892-1979), IV: 457 |
Lukács, Georg (1885-1971), VI: 65, 66, 87 |
Lumière (periodiek), II: 250 + n |
Lunette, zie Café's |
Lupin, Arsène: Leblanc |
Luppol, I.K. (geb. 1896), VI: 331 |
Luschnat, David, IV: 160 n |
Luther, Maarten (1843-1546), II: 332; VII: 288; IX: 245 |
Lijmen: Elsschot |
Lyrical poems: Byron |
Lyriek (bloemlezing door J. Greshoff en A.F. Mirande), I: 137, 200 + n, 203 n; III: 403, 453 n; VIII: 129; IX: 29 + n |
Lyzeum Alpinum, I: 343 |
|
M.C. (ps., zie ook Walraven, Willem), VII: 251, 252, 262; VIII: 149 + n, 220
‘De man van Lebak, Anecdoten en documenten’, VII: 248 + n, 251, 252, 262
‘Multatuli's Saïdjah-lied in het Maleisch’, IX: 256 n |
M., v., VIII: 197
‘Oost-Indische Compagnie en dichtkunst’, VIII: 197 + n |
Maandblad van de vereeniging van huisvrouwen te Semarang (periodiek), VII: 454, 497; VIII: 156, 162 |
‘Maar heden...’: dp |
Maarseveen, R.H.A. van, VI: 314 |
Maas, Karel, zie Maes, Karel |
Maasbode, De (periodiek), II: 359; IV: 428 n; VIII: 456 |
Maasland, Hendrikus F.P. (1867-1940), III: 180, 258, 287; IV: 58 + n, 207, 214, 216, 296, 307, 336, 444; V: 7 i, 101, 104, 195, 424, 429, 430, 433-436; VI: 162, 274 |
Maaten, K. van der
Snouck Hurgronje en de Atjeh oorlog, VIII: 593 + n |
Maatschappij der Nederlandsche letterkunde, III: 126 n, 137 (Commissie), 223, 325 + n, 347 + n, 349; V: 8 i, 50 + n, 78 n, 169 n, 358-361 + n, 367, 369, 374 (affaire), 375, 380, 382, 384, 385; VI: 215, 225-227 + n; VII: 27, 35, 37 n, 49, 62; IX: 73 n, 85 + n, 172-174 + n |
Macaire, Robert, IV: 432 |
Macaulay, Thomas B. (1800-1859), VII: 238 |
Macdonald, Alistair, V: 217 n |
Macdonald, Ph. (geb. 1896)
Het gevaar dat nadert (vert. door N. Brunt van R.I.P.), V: 412 n |
Machen, Arthur (1863-1947), III: 264; IV: 34, 146
Legrand dien Pan (vert. door P.J. Toulet van The great god Pan), I: 166
The hill of dreams, VII: 120
The house of souls, III: 264, 271 (het boek); IV: 146 + n; VI: 126, 130 |
Machiavelli, Niccolò (1469-1527), II: 241; VIII: 535, 555 |
Macleod, Fiona (ps., 1855-1905), I: 394 + n |
Macmillan & co (uitgeverij), VI: 70, 89, 153 |
Madame Bovary: Flaubert |
Madame de Charrière et ses amis: Godet |
Mädchen in Uniform (film), III: 314 + n, 504; IX: 106 |
Maeght, Joh. de, I: 432 n |
Maerlant, Jacob van (± 1235-± 1300), V: 150 |
| |
| |
Maes, Karel (1900-1974), I: 61 n |
Maes, Pierre
Un ami de Stendhal: Victor Jacquemont, V: 144 + n; VI: 76 |
Maeterlinck, Maurice (1862-1949), III: 184 |
Magre, Maurice (1877-1941)
Pirates, flibustiers et négriers, V: 171 + n |
Magritte, René (1898-1967), I: 206 |
Maistre, Joseph de (1754-1821), II: 41 n |
Maistre, Xavier de (1763-1852), V: 205
Les prisonniers du Caucase, V: 205, 397
Voyage autour de ma chambre, V: 205 |
Maîtresse servante, La: Tharaud |
Majakovski, Vladimir (1893-1930), VI: 163, 178 |
Malbosse (boekhandel te Parijs), VI: 13 |
Maldoror, zie Lautréamont, Les chants de Maldoror |
Malherbe, François de (1555-1628), I: 98 n, 164, 243, 334
‘Consolation à Monsieur du Périer... sur la mort de sa fille’, I: 183
Poésies galantes et autres, I: 281, 407 + n |
Mallarmé, Stéphane (1842-1898), I: 313 n; II: 168, 169 n, 178-180, 200, 225, 426; VI: 373; VII: 454; VIII: 222
‘Brise marine’, I: 313 n
Un coup de dés jamais n'abolira le hasard, II: 168 + n
Poésies, VIII: 58
‘Le tombeau d'Edgar Poe’, II: 393 + n |
Malory, Thomas († 1471)
Le morte d'Arthur, VI: 129, 149, 153, 170 |
Malraux, Fernand Georges (1875-1930), II: 390 + n |
Malraux, André (ps., 1901-1976), I: 30 i, 124, 137, 162, 204, 207, 225, 233 + n, 234, 250, 260, 264, 265 x, 267-269 + n, 271, 273, 278, 280, 286, 288, 307-309, 310 n, 312, 315, 356, 373, 382 + n, 386 + n, 388, 391, 403, 434, 442, 445; II: 7 i, 8 i, 9, 14, 36, 56, 57, 67, 68, 76, 86, 111, 137, 160, 222, 234, 336, 337, 349, 350, 354, 361, 363-368, 370, 371 x, 385, 388-390, 396, 481; III: 74, 145, 155, 328, 350, 387, 409, 415, 417, 420, 428, 433, 447, 457, 492, 522; IV: 16, 25, 63, 81 n, 82, 86, 90, 111, 147, 156, 161, 163-165, 168, 169, 177, 179, 180, 189, 194, 200 x, 202 x, 207, 221, 243, 246, 257, 260, 262, 266, 289, 293, 303-306, 323, 326, 353, 360, 362, 364, 389, 400, 401 + n, 407, 408, 410, 414 x + n, 419, 429, 433, 444, 458-460, 468 + n, 479, 482, 485, 493 + n, 501, 509, 511, 516, 518, 519, 524-526; V: 10, 17, 31, 39 + n, 40, 42, 53, 55, 57, 69, 104, 105, 128, 145, 146, 159, 161, 163, 170, 172, 177-179, 208, 211, 212, 215, 217, 224, 230, 238 x, 239, 244, 268, 273 n, 283, 285, 286, 292, 297, 312, 317, 323, 326, 378 n, 392, 404, 414, 418, 419, 433, 453; VI: 7 i, 13, 29, 79, 82, 83, 87, 88, 93, 98, 106, 107, 120, 125, 128, 133, 137, 138, 143-145, 173, 182, 196, 216, 246, 253, 259-265 + n, 267 + n, 270, 292, 317, 319, 326, 329, 331, 368 + n, 369, 382; VII: 43, 59, 134, 146, 277, 336, 489 + n; VIII: 95, 127, 137, 189, 195, 198 n, 199, 256 + n, 358, 381 n, 384, 447; IX: 41 n, 52, 72, 78, 101 n, 108, 123, 128, 131 n, 137-142 + n, 146 n, 153,
|
| |
| |
170 n, 179, 205, 206 + n, 213 + n, 216, 236, 240 + n
‘L'attitude de l'artiste’, VI: 120 + n
‘De avonturier en de dood’ (ongepubl. vert. van La voie royale), III: 88
La condition humaine, III: 522 + n; IV: 8 i, 82, 125, 131, 151, 152, 156, 158-161, 164, 168, 177, 189 + n, 194-195, 199 + n, 202, 213, 226, 243, 250, 262, 288-289 + n, 304, 345, 360, 361, 363, 401 + n, 407 + n, 408, 422, 429, 482 + n, 493 + n, 495 (Tsjen), 511, 512 n, 515 (Tsjen), 524; V: 42, 105 (vertalingen), 161 (vert.), 170 (vert.), 178, 179, 208 n, 217, 224, 238, 239, 244, 245, 247, 254, 299, 311, 331, 332 (Gisors); VI: 145, 441 (Gisors); VIII: 60, 358, 427 + n, 447, 455; IX: 127 + n, 138 n, 140, 146 + n, 150, 153 x, 211 + n
Les conquérants, I: 207, 262 + n, 263, 268, 285, 287, 308, 356, 358 + n, 403 n; II: 86, 134 n, 349, 371; III: 522; IV: 82, 111, 250, 262, 408, 493, 516; V: 104, 238 x, 244, 245; IX: 44 + n, 146 n
Days of wrath (vert. door H.M. Chevalier van Le temps du mépris), VI: 139 + n
‘Écrit pour une idole à trompe’, I: 207
L'espoir, VII: 267 + n, 271, 277, 336, 374, 396, 428, 489 + n
Gody Prezrenija (vert. door I. Ehrenburg van Le temps du mépris), VI: 139 + n |
Lunes en papier, I: 103 + n, 104
Man's late (vert. door H.M. Chevalier van La condition humaine), V: 105, 161 + n, 170, 217
Het menschelijk tekort (vert. door dp van La condition humaine), zie dp
‘Préface’ (bij L'amant de Lady Chatterley), IX: 72 + n
La psychologie de l'art I, Le musée imaginaire, VI: 182 + n
‘Réponse aux 64’, VI: 120 + n
Royaume-farfelu, Histoire, I: 142 n, 216 + n; II: 328; IV: 208; VI: 317 + n
So lebt der Mensch (vert. van La condition humaine), V: 105, 161, 170
Storm in Shanghai (vert. door A. Macdonald van La condition humaine), V: 105, 217 + n
Le temps du mépris, V: 146 + n, 336, 425; VI: 125, 134, 139, 145, 146, 148, 373
La tentation de l'Occident, III: 457; IX: 72 n
De veroveraars, De strijd om de macht in China (vert. door L.F.C. Canté van Les conquérants), II: 86 + n, 134 + n; IV: 408 + n, 516; V: 104
La voie royale, II: 311 + n, 328, 335, 336, 349, 352, 357, 370, 371, 384 n, 396 n, 484; III: 88, 138, IV: 125, 493
‘Voyage aux îles fortunées’, I: 142 + n, 143, 148 |
Malraux-Goldschmidt, Clara (1897-1982),I: 386 n; II: 67 + n, 68, 137, 365, 366, 370; III: 409, 415; IV: 364; V: 297, 362, 379, 415-419, 422; VI: 137, 261; VII: 103; VIII: 381 n; IX: 137, 139 n, 140 n, 165, 177 n, 181 |
Malte Laurids Brigge, zie Rilke, Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge |
Man, Herman de (ps., zie ook Hamburger, Salomon Herman), II: 82 n, 122 n; III: 327; IV: 429;
|
| |
| |
>VII: 289 + n, 290, 298, 342, 363 n ‘Als ijkers de maten vervalschen’ VII: 289 + n, 298
De koets, VII: 289 n
‘Mijnheer Marsman is misselijk’, III: 326 + n, 350 (polemiek), 392 (prollenmopjes) |
Man tegen man: ter Braak |
‘Man van Lebak, De’: Greshoff |
‘Man van Lebak, De’: dp |
‘Man van Lebak, Een bespreking in brief-vorm, De’: Samkalden |
Mandele, Egb. C. van de (1869-1934), II: 413 + n, 422
De steile weg, II: 413 n |
Manders, Jo, VI: 403 |
Maneschijn: Schendel, A. van |
Mangarduc, V: 330 |
Manger, Hermien (geb. 1903)
Groente als hoofdschotel, V: 426, 439 |
Mangoenkoesoemo, Budihardjo (1886-1938), VII: 499 + n, 512 + n, 523 n |
Mangoenkoesoemo, Darmawan (1901-1971), VIII: 482 + n, 483 |
Mangoenkoesoemo, Goenawan (1889-1929), VIII: 26 + n |
Mangoenkoesoemo, Kartono (1907-1939), VIII: 100 + n |
Mangoenkoesoemo, Rajati (Tatie), VIII: 195 + n, 238, 257, 461 |
Mangoenkoesoemo, Samsoel Maarif (1897-1938), VII: 499 + n, 512 + n, 523 n |
Mangoenkoesoemo, Soejitno (1909-1947), VII: 414 n, 499 n, 506, 514 (Swiet), 520, 537 n; VIII: 26, 51, 171, 182 n, 189 n, 287-289 + n, 386, 392 n, 393 n, 395, 459, 461, 482 n, 483, 485 + n, 486; IX: 372,376
‘Nog iets over “ons Indonesiërs”’, VIII: 32 + n, 95, 111, 117, 126, 137, 151, 171
‘Nogmaals over Indonesiërs’, VIII: 386 + n, 392-395 + n, 459 n, 460 |
Mangoenkoesoemo, Tis, VIII: 183, 391, 394, 395 n |
Mangoenkoesoemo, Tjipto (1885-1943), VI: 443 n; VII: 414 n, 537; VIII: 26 + n, 483, 485 + n |
Mangoenkoesoemo, Tjonnie, VIII: 461 + n |
‘Manifeste peur la peinture’, zie Peeters, ‘Driehoek-manifest voor schilderkunst’ |
Manik maja, IX: 395 n |
Mann, Erika (1905-1969), V: 419 n |
Mann, Heinrich (1871-1950), IV: 83, 84, 419
Der Hass, IV: 419 n |
Mann, Klaus (1906-1949), IV: 425, 521; VII: 200; IX: 143 n, 158, 364 Flucht in den Norden, VII: 200 (‘Ragnar's)
Kind dieser Zeit, IV: 521
Vergittertes Fenster, VII: 531 + n |
Mann, Thomas (1875-1955), I: 372; V: 71; VI: 65 + n; VII: 136 + n, 445; IX: 262 n, 263
Betrachtungen eines Unpolitischen, V: 332
Kinderleed (vert. door C.J.E. Dinaux van Unordnung und frühes Leid), IV: 475, 479
Lotte in Weimar, IX: 262 + n
La mort à Venise (vert. van Der Tod in Venedig), I: 372
Der Tod in Venedig, I: 372 + n
De tooverberg (vert. door C.J.E.
Dinaux van Der Zauberberg), IX: 110 n
Tristan (vert. door C.J.E. Dinaux van Tristan), IV: 234 + n, 238, 475, 479
Vom zukünftigen Sieg der Demokratie, VII: 535 n
Der Zauberberg, V: 408; IX: 110 |
| |
| |
‘Manneke in nood, Een’, zie dp, ‘Een mannetje alleen’ |
Mannen van ‘80, zie Tachtigers, De |
‘Mannetje alleen, Een’: dp |
Mannheimer, VI: 338 + n |
Manoir du Roselier, Le, zie Hotels |
‘Manon-dialoog’: Chasalle |
Mansfield, Katherine (1888-1923), IV: 282, 288 |
Mansvelt, W.M.F. (1891-1945), VIII: 236 + n, 488 |
Manteau, Angèle (geb. 1912), I: 432 + n; III: 54 + n, 63, 87,167, 176, 251, 321, 323, 324, 348, 427, 438, 449, 469, 471; IV: 76, 117 + n, 207, 280, 287, 398 + n; V: 349-350; VII: 412 n; VIII: 468; IX: 63 |
Manuel de civilité pour petites filles du monde, Le, I: 128 |
Manzoni, Alessandro (1785-1873), IX: 35
I promessi sposi, IX: 35 |
Maran, René (1887-1960), II: 199, 200
Batouala, Véritable roman nègre, II: 199 + n |
Marbot, Antoine (1782-1854) Mémoires, III: 382 |
Marcel, Gabriel (1889-1973), IV: 189; V: 208 n; VI: 137; IX: 231 Le dard, IX: 231 + n
‘La vie intellectuelle’, IX: 187 + n |
Marceline: Houwink |
Marcella, H. (geb. 1913), VIII: 50 (P.G.), 54, 74 + n, 112 |
Marchand de canons, IV: 372 + n |
Marchant, Hendrik Pieter (1869-1956), V: 149 n, 150, 168 + n; VIII: 407, 579 |
Marcu, Valeriu (1899-1942)
Lenin, Samenzweerder en dictator in het Oosten (vert. door C.C. Bender van Lenin, 30 Jahre Russland), II: 469 + n, 470, 473, 479, 487, 491; III: 12 n, 50, 84; IV: 48; VII: 238; IX: 123 n |
Marcus Aurelius (121-180), VII: 112 + n
Gedachten (?), V: 104 |
Marest, Aimé de (1898-1960) Het brandglas, III: 220, 245 |
Margadant, H.E.J. (geb. 1877), VIII: 25 + n |
‘Marginalia’ (rubriek in DVB), I: 176 |
Marginalia: Coster |
Mária Lécina: Werumeus Buning |
Maria Monk, De zwarte non (vert. van Awful disclosures of Maria Monk)I: 110 + n |
Marianne: Last |
Marianne (periodiek), IV: 459; V: 128; VII: 157 + n; IX: 140 n |
Marie (periodiek), I: 247 |
Marie I, koning der Sedangs (= Marie-David de Mayréna, ± 1844-1890, zie ook dp, ‘Een vreemdsoortig avonturier’), IV: 16, 226, 234, 237, 239, 240, 247 |
Mariés de la Tour Eiffel, Les: Cocteau |
Marin entouré de beautés, zie Willink, De semafoor |
‘Mariner’, zie Coleridge, ‘The rime of the ancient marmer’ |
Marinetti, F.T. (1876-194-4), I: 47, 82 |
Mario Ferraro's ijdele liefde: Fabricius |
Marion, Denis (ps., geb. 1906), II: 99 + n; IV: 414; VII: 489 + n |
Maris, Matthijs (1839-1917), VIII: 281 |
Maritain, Jacques (1882-1973), IX: 392 + n
De la philosophie chrétienne, IX: 392 n |
Marius the Epicurean: Pater |
Marmelstein, J.W.
Figuren uit de Fransche letterkunde, II: 250 + n |
| |
| |
Marmontel, Jean-Franéois (1723-1799), VIII: 505, 533 |
Marnix van St Aldegonde, Philips van(1540-1598), II: 372 n |
Marryat, Florence (1837-1899) Hedendaagsche mirakelen (vert. van The spirit world), III: 80 (geestenboek) |
Marryat, Frederick (1792-1848)
Avonturen van Pieter Simpel (vert. van Peter Simple), IX: 208 n, 209 + n
Peter Simple, IX: 209 n
Pierre Simple (vert. van Peter Simple), IX: 209 + n |
Marsman, Hendrik (Henny, 1899-1940, zie ook ps. Waas, S.), I: 46, 53, 69 n, 115-117, 143, 160, 190, 202, 204, 206 + n, 211, 278 n, 292, 295, 298, 305, 326, 327, 348 , 350, 354 x, 360-362, 367, 369, 376, 378, 383, 384, 387, 398 + n, 413, 414, 417, 422; II: 7 i, 8 i, 48, 60 + n, 73, 82, 87, 91 n, 98, 109, 116, 122 n, 123, 125, 126, 128, 129, 133, 136 (‘de redactie’), 138, 153, 168, 169, 174 + n, 177, 182 + n, 184, 188 + n, 189, 211, 216, 217, 233, 234 + n, 254, 256, 275, 276, 282, 293, 297 n, 303, 304, 306, 312, 313, 322, 324, 329 + n, 337, 343, 352, 353, 359 + n, 370, 381, 388, 389, 391 n, 393, 396, 397 n, 398, 399 n, 401 + n, 403, 405, 406, 410-413, 418-420, 422, 423, 427 n, 432, 435, 436, 438 n, 439 n, 446 n, 450, 455, 457, 459 n, 462 + n, 472 n, 475, 476 + n, 479 n, 480 n, 485 n, 487 + n, 492-494; III: 7 i, 8 i, 11 + n, 12 n, 17 n, 18 n, 24 + n, 27, 29, 32, 53 + n, 56 n, 65, 70, 71, 76-78 + n, 80, 81, 83 n, 89, 91, 108 n, 111-113, 115 n 118, 119 x + n, 124 n, 125, 126 n, 129 x, 130, 133, 137, 144, 153, 155 n, 164-167, 169, 171 n, 173, 175-177, 180, 182-185, 188, 190 n, 191-193, 201, 207 n, 223, 229, 234 n, 238, 240, 248 x, 252 n, 257, 263 n, 267, 275, 276, 278, 281, 291, 300 n, 322 n, 326 n, 328, 338 n, 345 n, 346 n, 348, 350, 351, 352, 360, 367 + n, 368 n, 369, 372, 373, 379, 389, 392, 395, 400, 421, 437, 477 n, 483, 493 + n, 497, 498 n, 503, 513, 516, 521; IV: 8 i, 32 n, 33 n, 46, 64, 68 n, 72 n, 78, 79, 81 n, 82 n, 84, 97, 99 n, 103, 108, 131 + n, 132 n, 139, 153, 154, 163, 177, 205, 217, 227 n, 230, 236, 240 x,
242, 244, 246, 247, 249, 250, 252, 289, 293, 299, 307-310, 312, 313, 318, 319, 321-323, 329, 337, 344, 348 n, 350 n, 352, 353, 355, 359 n, 362 n, 365, 370, 381, 388, 420, 424, 429 n, 441, 457, 488, 495; V: 7 i, 8 i, 9 i, 14 n, 22 n, 29, 33, 61, 80, 81, 103, 106, 109, 110, 117, 146, 176, 180 n, 190 n, 197, 229 n, 231, 236, 243 n, 249 n, 272-274 + n, 283, 285, 287, 288 n, 292, 293, 299, 302, 312, 313, 320-325, 328, 336, 340, 341, 346-349 + n, 353, 355, 357, 358 n, 359, 362, 375 n, 380, 384, 385, 388, 393, 398, 400 n, 402, 404, 406, 412, 415, 434, 447 + n; VI: 9 i, 20 n, 23, 32, 33, 39, 46, 56, 57, 60, 61, 63, 65 n, 74, 75, 79, 81, 84, 95, 107, 115, 146, 189, 190, 196, 209 n, 211, 219, 225 n, 228, 233, 244, 245 n, 247, 250 n, 258 n, 279, 280, 294, 295 n, 299, 304, 307, 314, 316, 318 + n, 329, 331, 333 n, 335-337, 341, 342, 349 + n, 356 + n, 359 n, 364 n, 366, 382, 396, 397, 401, 402, 406, 421, 424, 434, 481; VII: 9 i, 34, 43, 59, 63 n, 64 n, 66 n, 67 n, 88, 96, 98, 119 n, 121, 123, 129
|
| |
| |
n, 133, 135, 139 n, 140, 145 n, 152, 163, 198, 206, 208, 209, 212 n, 213 n, 220 + n, 223 n, 224 n, 235, 258, 278, 291 n, 296, 297, 299 n, 304, 309, 319, 328, 335 n, 362, 363 n, 390, 398 n, 409, 416 + n, 444 + n, 448, 452, 463, 485, 486, 489, 515; VIII: 15, 31, 36 n, 37 n, 38, 65, 113, 124, 125, 147 n, 159 + n, 209, 214-215, 245, 307 x, 316, 317, 319 + n, 337, 381 n, 507 + n, 530 + n, 565 + n, 572, 575; IX: 40 n, 43, 48 + n, 49, 51 + n, 59-61 + n, 69 n, 78, 84 + n, 123 n, 133 n, 162, 163 n, 166 n, 171, 172 + n, 173 n, 223 + n, 265, 267, 328 + n, 332, 337, 338, 340, 341, 350, 351, 356,359
‘A.-M.B.’, II: 343, 353, 446, 451, 463, 473, 476 n, 477, 491; III: 81, 338; IV: 111, 255; V: 288 + n; VI: 41, 250-253, 359 n, 380 n, 381
‘Aanteekeningen bij Slauerhoff's proza’, VI: 334 (vorige)
‘De aesthetiek der reporters’, III: 207 + n, 220 (stuk)
‘Afscheid’, II: 385 n
De anatomische les, I: 202 + n, 204, 327; II: 308, 309, 311, 321, 399 n, 446; III: 19 + n, 108 (bundels essays); VI: 245 + n, 246 + n, 253, 262-263, 359 n (bundels); VII: 67 n
‘Anthonie Donker’, VI: 278 + n
‘Ballade’, VII: 118-119 + n
‘De bekroning van Arthur van Schendel’, III: 137, 140 + n, 141, 162 (proza)
‘De benoeming’, VI: 251-253
‘Bericht’, II: 492 + n
‘Beschikbaar door afstand’, VIII: 297 + n, 304
‘De bezoeker’, III: 27 + n, 50 (verhaal), 81, 189; IV: 255; V: 201 n, 254, 371, 440; VI: 250-253, 380 n, 381
‘Bill’, I: 325 + n, 333, 354, 360 (prozaverhaal); II: 125 n, 126 + n, 129, 174, 181, 216 n, 233, 254, 305, 477; III: 327; VI: 251, 253
‘De boot van Dionysus’, VIII: 381 + n
‘Breero’, II: 477 (Bredero), 484
‘Brief aan een criticus’, III: 368 (stuk), 369; IX: 84 + n
‘Brief over Couperus’, III: 369 + n
‘Brieven over litteratuur’ (met Vestdijk), VI: 110-111 + n
‘Bij Slauerhoff's poëzie’, VIII: 485, 492, 522 + n, 530 + n
‘Campo’, II: 129, 254, 477
‘Clean-shaven’, II: 476 + n, 477, 490; VI: 252 + n
‘Coster en wij’, IX: 48 n
‘Critiek van de blauwe knoop’, V: 8 i, 222 + n, 229 + n, 231; IX: 161 + n
‘Critisch bulletin’, II: 188 + n
‘Crucifix’, VII: 213 + n, 24, 254
‘Dichten over den dood’, III: 313, 337, 346 + n, 369, 498; VI: 380 n, 381; VII: 145
‘De dierenriem’, VIII: 381 + n
De dood van Angèle Degroux, III: 182, 345, 369 + n; IV: 72 + n, 77 (romanfragment), 78 (romans), 79, 81, 84 (2 romans), 97, 99 + n, 100, 103, 108, 110-112 + n, 116 + n, 124, 131, 137, 140-143, 146, 147, 151, 177 + n, 182 + n, 187, 191, 192, 195, 204, 218-221 + n, 227-229 + n, 231, 240, 243, 247 + n, 249, 250, 251 (Charles de Blécourt), 254 + n, 255 (slothoofdstuk), 264, 265, 271 + n, 283, 291 (hfdstn.), 300, 303, 311-312, 337, 350, 351, 353, 355,359-363 + n, 381, 384 + n, 388 (Hen- |
| |
| |
nie), 399; V: 38, 65, 106 + n, 107, 237 + n, 257, 319, 395, 397, 404, 406; VI: 24-25, 251-253, 274, 359, 380 + n; VII: 129 + n; VIII: 319; IX: 120 + n, 121, 134 + n
‘De dood van het vitalisme’, IV: 68 + n, 74 + n
‘Doodsstrijd’, III: 345 + n
‘Drie autobiografische stukken’, III: 313 (‘confessies’), 337 (Meditaties), 346 n; VI: 380 n, 381
‘Drievoudig afscheid’, IV: 463 + n; V: 103 + n, 106; VI: 253, 380 + n
‘Drijfzand’ (= ‘Herinnering aan Parijs’), II: 491 + n; III: 108, 313 + n, 337, 498; IV: 148 + n, 255 + n, 349 + n; VI: 380 n, 381; VII: 145 + n
‘Drijven in de herfst’, II: 384, 385 n
Dubbeloordeel over Bordewijk’ (met Vestdijk), VI: 349 n, 350 - ‘“Europeesch peil”’, III: 326 + n, 327, 350 (polemiek)
‘Gedachten tijdens een ziekte,’ VII: 212 + n
‘Gesprek tussen Hans en Bennie’ (ongepubl.), III: 140 + n
‘Getuigenissen’, VI: 334 + n
‘De glimlach van de Mona Lisa’, IV: 254 n
‘Grenzen’, VI: 278 + n
Heden ik, morgen gij (met Vestdijk), IV: 467 n; V: 77 + n, 115, 136, 201, 221, 287; VI: 27, 111 (proeven), 134 + n, 135, 209, 258 + n, 274, 359 n, 380 + n; VII: 43, 163; IX: 214 + n
‘Heimwee’, VII: 213 + n, 214, 254
‘Henriette Roland Holst’, VI: 257 + n
Herman Gorter, Aanteekeningen bij zijn poëzie, VI: 287 + n, 292; VII: 138 + n, 139, 142, 146, 148, 150, 152, 224 + n, 396
‘Ichnaton’, VI: 292 + n
‘Inleiding’ bij Nietzsche, Aldus sprak Zarathoestra, VII: 66 n
Joffre is stervend’, III: 345 + n; IV: 283 + n
‘Katholieke poëzie’, IV: 73 + n
‘Kinderjaren’, zie Zelfportret van J.F.
‘“De Komedianten” nabij’, VII: 436 + n
Kort geding, II: 348 + n, 435, 448, 472; III: 17-18 + n, 43, 50, 54, 57, 63, 70, 71, 77, 80, 88, 89, 95, 104 n, 107, 108, 148, 186, 188 + n; IV: 466 + n; VI: 246 (3 boekjes), 253, 258, 260, 262-263, 278 n; VII: 66, 67 n
De korte baan (bloemlezing): zie aldaar
De lamp van Diogenes, I: 327 + n; II: 308, 309, 311, 325, 330, 340, 416 + n, 485; III: 18 n, 43 + n, 86, 108 (bundels essays); VI: 245, 246 (3 boekjes), 253, 257 n, 259, 262-263, 359 n (bundels)
‘Lex barbarorum’, IV: 265, 283
‘Lezend in mijn boot’, VII: 221 + n
‘Lof der domheid’, V: 447 + n
‘Maannacht’, III: 177 + n, 192
‘Madonna’, III: 305 + n
‘De matroos en de maan’, II: 477, 490; VI: 252 (Matrozen?)
‘Menno ter Braak’ (in GN 1938), III: 107 + n; VII: 331, 332, 336, 444 n, 446
Menno ter Braak, Een studie, VIII: 209 n, 263 n
‘Mien Proost en ik’, II: 122 + n, 125 n, 128, 133
‘Moscou gaat droomen’, IV: 33 + n, 40 (mijn stuk), 46 (het stuk), 81 (brief aan De Kring)
|
| |
| |
‘“Naamloos en ongekend”’, III: 313 + n, 337, 498; IV: 255; VI: 380 n, 381
‘Nawoord’ bij dp, Tegenonderzoek, III: 104 + n, 115 n, 116, 138 (stuk), 300, 328, 438; IV: 32, 41, 131, 152, 155, 351 + n
‘Nieuwe gedichten’, VI: 476
‘Notitie over Feuchtwanger’, IX: 107 + n
‘Ontmoeting in het donker’, IV: 68 + n, 74
‘De onvoltooide tempel’, VIII: 381 + n
‘Ouderlijk huis’, zie Zelfportret van J.F.
‘Over De Afspraak van Roland Holst’, IX: 48 n
‘Over de verhouding van leven en kunst’, VI: 245 + n, 246 + n
‘Over El Desdichado van Gérard de Nerval’, VI: 246 + n
‘Over Georg Büchner’, VI: 246 + n
‘Over het “kreatieve” in onze nieuwe poëzie’ (3 brieven aan dp), II: 8 i, 397-399 + n, 401 n, 405, 411, 413, 416-418 + n, 422-424, 427-429, 432-436, 438-440 + n, 445, 448 (copy), 450, 452, 457, 475, 480, 487; III: 17 n, 32 (tournooi), 53 + n, 104 (polemiek), 124, 138, 300; IX: 51 + n
‘Over Novalis’, VI: 246 + n
Paradise regained, I: 285, 398; II: 408; III: 338, 345; IV: 303; VI: 253, 292 n; IX: 133 n
‘Paul Robeson zingt’, VII: 213 + n, 24, 254
‘Pauw’ (plan voor roman), III: 155 n, 247 + n
‘Penthesileia’, II: 109, 128 + n, 254, 446, 476 + n, 477, 490; VI: 252
Penthesileia, I: 116 + n
‘De poëzie van Hendrik de Vries’, VI: 381 n
Porta nigra, II: 472 (Proteus) + n; III: 148 (Proteus), 177 (Proteus), 190, 338 (nieuwe bundel), 345, 346; IV: 98 (Terugtocht) + n, 265, 281, 283, 303; V: 115, 133, 145, 288 n, 358 n; VI: 253; VII: 213 n; IX: 172 n
‘De positie van den jongen Hollandschen schrijver’, IX: 69 n
‘Proeve van zelfcritiek’, VII: 444 n, 446
‘Proloog’, zie Zelfportret van J.F.
‘Provence’, II: 109, 476 + n, 490; VII: 145 + n
‘Rainer Maria Rilke’, VII: 397 + n
‘Romaninches Café’, I: 206 + n, 208, 209, 211-213 + n
‘S. Waas, mijn proletarisch dubbel-ik’, IV: 147 n-148 n; IX: 123 n
‘Salto mortale’, III: 27 + n
‘Serum tegen kanker’, II: 216 + n, 217, 233 n, 254, 313
‘Spaansche reis’, VII: 145 + n
Tempel en kruis, VIII: 381 + n, 594
‘Teresa immaculata’, VI: 252 (verhaal), 253, 324 + n; VII: 157 + n, 163
‘Terugkeer uit den vreemde’, IV: 68 + n, 74
‘Terzij de horde’ (ongepubl.), IV: 99 + n, 221, 231, 255, 264, 365; V: 40 + n
‘Thesen’ (in DVB en De stem); II: 479 + n
‘Twee meeuwen (In memoriam Herman Gorter)’, II: 384, 385 n
‘Twee vrienden’ IX: 133 + n
‘De twee vrienden’ (= ‘De vriend van mijnjeugd’; niet door
|
| |
| |
Marsman gepubliceerd), VI: 380 + n, 381; VII: 145 + n, 223
‘Van Schendel en het Hollandsche landschap’ V: 190 + n
‘Vera’, II: 335 + n 372, 405 + n, 459-463 + n, 471, 472, 476 + n, 480, 481, 484, 494; III: 16 + n, 94 + n, 104, 115, 124, 126, 141, 147-149, 154, 155, 257, 287, 333, 338, 345, 346 (Theo); IV: 78 (romans), 84 (2 romans), 97, 99 n,
100, 110, 111, 143, 360, 361; V: 38, 319; VI: 24, 41, 251-253, 359 + n, 380 n, 381, 452 + n; VI: 291 + n
Verzameld werk (1938), II: 476 n; III: 94, 95, 167, 346 n; IV: 68 n, 99 n, 359 n; V: 115, 347 n; VI: 225 (inhoud), 245, 246, 251-253 + n, 257-259, 294, 333, 358-359 + n; VII: 63 (‘3 deelen’), 65, 66 + n, 119 + n, 144, 291 + n, 297, 299, 325 (Henny), 332, 333, 344, 351, 356 + n, 363 + n, 374, 396, 397 + n, 428, 435, 448, 452, 456, 463; VIII: 148, 307 n, 319 n, 594
Verzen, VII: 66 n, 213 n, 221 n
‘Verzet’, III: 177 + n, 192
‘Virginia’, II: 129, 476 + n, 477, 490; VI: 252, 253; VII: 212 + n, 213
‘Vlam’, III: 83 + n; IV: 283 + n;
VII: 66 + n, 213 + n, 221 + n
‘De vliegende Hollander’, II: 476 + n, 477, 484, 490; III: 490; VI: 251-253
Voorpost, II: 483; III: 342, 355
Vreede, zie Zelfportret van J.F.
‘Vrees’, III: 368 + n; IX: 84 + n
De vijf vingers, II: 109, 129, 184, 212, 223, 227, 268, 305, 446, 477, 489 + n, 490; III: 92 (bundeltjes), 96; VI: 251-253; VII: 286
‘De wanhoop’, VIII: 381 + n
‘Der Weg zurück’, III: 317 + n, 322 + n; IV: 73 (over de Holl. romans)
Witte vrouwen, II: 211 n, 370 n, 450, 472; III: 177, 338, 345, 346, 369 n; V: 115; VI: 253, 358 n
‘X-stralen’ (bundel kritisch proza, ongepubl.), III: 94, 95, 104, 167, 184; IV: 33 + n, 40; VI: 253, 278; VII: 66 + n
Zelfportret van J.F., V: 243 + n, 257 (je boek), 266, 295, 319; VI: 41, 66, 87, 251-253, 295, 380 + n, 381, 404-405 + n, 446 + n, 452; VII: 65, 118-120 + n, 123 (Jacques Fontein), 129, 145 + n, 146, 212, 223, 224 + n, 236 + n, 397
‘Zonnige Septembermorgen’, II: 384 + n
‘De zwarte vloot’, II: 490 |
Marsman-Barendregt, Rina Louisa (Rien, 1897-1953), II: 482, 484; III: 50, 84, 91, 119 + n, 160, 165, 167, 175, 176, 180, 182, 183, 191, 207, 229, 246, 252 n, 273, 275, 287, 313, 316, 331, 346, 395, 498; IV: 34, 231, 236, 241, 351; V: 41, 57, 103, 106, 134, 209, 220, 221, 225-227, 259, 296, 297, 307, 326, 336, 354, 376, 400 n; VI: 81, 118, 279, 280, 325 + n, 334; VII: 65, 256, 257; VIII: 225; IX: 133 + n, 214 |
‘Marsman als criticus’: Stuiveling |
‘Marsman's verhalend proza’: dp |
Marssen, Mau (ps., geb. 1902), II: 310, 343
‘Vuisten’, II: 343 |
Marti, VI: 442 |
Martin, Hans (1886-1964), VIII: 319
Malle gevallen, VI: 84 |
Martin du Gard, Roger (1881-1958), I: 403; IV: 99, 192
Devenir, I: 424
|
| |
| |
L'été 1914, IX: 230 + n
Jean Barois, I: 155, 356; II: 369, 466; V: 237; VIII: 59, 456
Les Thibault, II: 174 + n; IV: 99; VIII: 59; IX: 230 n
De Thibaults (vert. door C. van Wessem van Les Thibault), II: 174 + n
Vieille France, IV: 182, 192 |
Martineau, Henri (1882-1958), II: 401, 406; IV: 254, 315, 322; V: 48; VI: 176 + n; VIII: 402
Itinéraire de Stendhal, V: 29, 47, 48, 56 |
Martino, Pierre
Stendhal, IX: 159 + n |
Marx, Karl (1818-1883), III: 30, 31, 33; IV: 37, 48, 66, 67, 166; V: 142, 148; VI: 55, 65, 192; VII: 113, 133, 149, 151, 163, 173, 174, 416; VIII: 377; IX: 115
Het communistisch manifest (vert. van Manifest der kommunistischen Partei; met Engels), IV: 512
Die Deutsche Ideologie (met Engels en Hess), VI: 192 + n
Het kapitaal (vert. door F. van der Goes van Das Kapital), II: 431 + n; III: 103 |
Marx, Lenin and the science of revolution: Eastman |
Masefield, John E. (1878-1967) Collected poems, I: 431 |
Maskoen, Djoehaeni (1911-1949), VIII: 290 + n |
Maskoen Soemadiredja (1907-1986), VIII: 290 + n |
Mason, A.E.W. (1865-1948) At the Villa Rose, VII: 146 |
Masque of the red death and other tales, The: Poe |
Massardo (boekhandel te Brussel), V: 335 + n |
Mata Hari (= M.G. Zelle, 1876-1917), II: 469 |
‘Mathilde, Een sonnettenkrans’: Perk |
‘Matrozen’, zie Marsman, ‘De matroos en de maan’ |
Matthijs Maris: v. Gelder |
Maturin, Charles (1782-1824)
Melmoth, The wanderer, I: 288 |
Maucunes, Popon de (18e E.), IV: 406; V: 156 (Franschman) |
Maulnier, Thierry (geb. 1909), IV: 37 + n, 164; IX: 109 n
La crise est dans l'homme, IV: 30 + n, 37 n, 164
Nietzsche, IV: 180, 190 |
Maupassant, Guy de (1850-1893),
II: 414; III: 298, 299; V: 205, 208
Bel-ami, III: 298
Boule de suif, III: 298; V: 212
Fort comme la mort, III: 299
Le Horla, III: 299, 326
Mont-Oriol, III: 298
Notre coeur, III: 298
Pierre et Jean, III: 299
Une vie, III: 298 |
Mauriac, François (1885-1970), I: 357; II: 70, 332; III: 18; IV: 125, 194, 202 + n, 203, 345; VI: 42, 62, 73; IX: 73 n, 194, 213
Het einde van de nacht (vert. van Le fin de la nuit), V: 412 n
Thérèse Desqueyroux, IV: 194, 202
Thérèse Desqueyroux (Ned. vert. van Thérèse Desqueyroux), V: 412 n |
Maurik, Justus van (1846-1904), II: 104; VI: 73, 396, 403
Krates, Een levensbeeld, VI: 74, 84
Toen ik nog jong was, II: 104 n |
Maurits (ps., zie ook Daum, P.A.), II: 454; III: 60, 473; IV: 89, 101, 113, 145, 232, 234, 240-241, 258, 259, 267, 415; V: 30, 118, 119, 207, 251, 303; VI: 109, 293; VII: 408, 438; VIII: 31, 76; IX: 122, 217, 224, 225, 410
|
| |
| |
Aboe Bakar, II: 149; III: 473; IV: 89, 101, 175, 179, 232 (boeken), 237, 249; V: 118, 124, 207 (exx.), 250, 251, 262, 271, 398, 411; VI: 130; IX: 121, 166 + n, 398
Goena goena, IV: 101, 102, 113 (stukje), 115 (overschrijfsel), 119 (blaadje), 175, 179, 180, 190, 200, 209, 229, 232, 234, 237, 249, 258, 259, 267 n; V: 118, 124, 207 + n, 250, 303; VI: 130, 148, 193, 200, 202, 204 + n, 205, 207, 271, 344; VII: 408 + n, 413; IX: 10 i, 165, 166 + n, 217-219 + n, 225
Hoe hij Raad van Indië werd, IV: 101, 258 (eerste romans), 267 + n; V: 119, 124; VIII: 207, 208 n; IX: 224 + n, 398 + n
In en uit 's lands dienst, IV: 101; IX: 224 + n
L. van Velton-van der Linden, II: 149; IX: 2,24 n
’Nummer elf’, IV: 101; VI: 293
Uit de suiker in de tabak, II: 149; III: 473; IV: 101, 179, 223, 233, 234, 240, 258 (eerste romans), 267 + n; V: 118, 119, 124, 207 (exx.), 250; VI: 130; VII: 533 + n; IX: 166 + n
’Ups’ en ‘downs’ in het Indische leven, IV: 101; VII: 533 + n; VIII: 162, 194
De Van der Linden's c.s., II: 149 |
‘Maurits, romancier van Tempo Doeloe’: Nieuwenhuys |
Maurois, André (ps., zie ook Herzog, Émile), I: 383; II: 191, 224, 239; III: 371, 451; IV: 459; VI: 371; VIII: 454 n; IX: 36 + n, 213
Ariël, Het leven van Shelley (vert. door J. Otten van Ariel, ou La vie de Shelley), II: 131
Byron, II: 57, 77, 78 + n, 86, 185, 191, 224; III: 451; V: 71 + n; IX: 39
Le cercle de famille, III: 261 n
Climats, I: 314 + n, 383
Fragments d'un journal de vacances, II: 239 + n
Tourguéniev, III: 58 |
Maurras, Charles (1868-1952), I: 232 n; II: 426, 481; VI: 64, 65, 76 |
Max, pers. uit Couperus, ‘De hoogere onbewustheid,’ zie aldaar |
Max Havelaar: Multatuli |
Max Havelaar op de Westkust van Sumatra, zie de Bruyn Prince, Officieële bescheiden enz. |
Maxence, Jean-Pierre (geb. 1906), V: 336 |
Maximes, zie La Rochefoucauld, Réflexions ou maximes morales |
May, Karl (1842-1912), VIII: 228 Door het land der Skipetaren (vert. van Durch das Land der Skipetaren), IV: 466
De Kara-Nirwan Khan in Albanië (vert.), IV: 466 |
Mayer, II: 440 |
Mayer, Edwin Justus (geb. 1897), V: 80 |
Mayer, Filip (geb. 1914), IV: 119, 236 + n; VI: 89 |
Mayer, Henri (1880-1958), I: 165, 314 n, 345 n, 393, 406, 418, 424, 438; II: 50, 60, 64, 66 (H.M.), 73, 90, 96, 98, 101, 110, 123, 124, 135, 139 x, 162, 175 n, 196, 206, 208, 213, 214, 217, 229, 231, 241, 298-299, 320, 334 n, 440 n, 444, 474; III: 49, 52, 54, 96, 156 n, 177 n, 202, 204, 261, 354, 361 n, 362 n, 374, 426, 434, 438, 443 n, 444 n, 450, 452, 465, 466, 505; IV: 119, 162, 163, 236, 237, 238 n, 240, 247, 272, 282, 342, 372, 413, 456 n, 469 n; V: 375, 396, 446, 453; VI: 60, 109, 113, 114, 117, 350; VII: 38, 45, 116, 143 n, 156 + n, 180, 191, 247, 250, 372, 409, 450,
|
| |
| |
527; VIII: 31, 77 n, 196, 197, 253, 265, 271, 275, 324, 397; IX: 45, 118 |
Mayer Jr., Henri Cornelis (1906-1935), II: 96, 120, 269, 279, 309, 325; IV: 119; V: 390 + n, 396 |
Mayer, L. Th., IX: 395 n |
Mayer-Landmann, Anna Cornelia (1902-1963), VII: 455; VIII: 20, 397 |
Maynard, François de (1582-1646) Odes et sonnets, I: 407, 408, 413 |
Mayréna, Marie-David de, zie Marie I, koning der Sedangs |
McLaglen, Victor (1886-1959), VIII: 222 + n |
Medan-bulletin (periodiek), VI: 293 n |
Media vita: Bloem |
Meerkerk, J.B. (ps., 1856-1926), VII: 482 + n
Multatuli, VI: 345 + n |
Meersch, M. van der (ps., 1907-1951), VI: 361 + n
L'empreinte du Dieu, VI: 361 + n |
Meersmans, P.J.A. († 1939), VIII: 445 |
Mees, Fokko, I: 62 n |
Mees-Verwey, Mea (1892-1978), VI: 349 n, 350, 419; VIII: 337 n |
Meester, Johan de (1860-1931), I: 37; III: 20; VI: 61, 62 + n, 72-75, 84, 102 + n, 189-191, 435; VIII: 156; IX: 143
Geertje, VI: 73
De klompjes, VI: 73
Zeven vertellingen, VI: 74
Carmen, VI: 73 |
Meeus, De, IV: 295, 297 |
Mei-prijs, V: 60 n, 65, 78 n, 169 n |
Mein Kampf: Hitler |
Melati van Java (ps., 1853-1927), VI: 389 + n |
Meline, Cans et Compagnie (uitgeverij), I: 162 |
Mellors, Oliver, pers. uit Lawrence, Lady Chatterley's lover, zie aldaar |
Melmoth, The wanderer: Maturin |
Mélon, P.
Le général Hogendorp, VII: 392 + n, 455, 496, 497; VIII: 65 |
Melville, Herman (1819-1891)
Moby Dick, or The whale, I: 364 (Melville), 366; II: 375, 398, 431 x, 436, 448; III: 103; VIII: 454 Typee, I: 366
White jacket, or The world in a man-of-war, I: 366 |
Melville, Lewis
Beau Brummell, His life and letters, IX: 53 n |
‘Mémoires’: Douwes Dekker, E.F.E. |
Mémoires d'outre-tombe: Chateaubriand |
Mémoires d'un terroriste, zie Savinkov, Souvenirs d'un terroriste |
Mémoires d'un touriste: Stendhal |
‘Mémoires van een jongeman’: Batten |
‘Mémoires van een terroriste’: dp |
Memoirs of a British agent: Lockhart |
‘Men of one poem’ (bloemlezing door A. Donker, ongepubl.), I: 366; III: 430 + n |
Mendes, Joost (ps., zie ook Querido, Em.), IV: 264; V: 142; VII: 436 Het geslacht der Santeljano's, VII: 195 + n, 212, 436 |
Meneer Visser's hellevaart: Vestdijk |
Menelaos (beeld), VI: 119, 120, 181 |
Mengelberg, Willem (1871-1951), I: 257 + n |
Mengelstoffen: Greshoff |
‘Mensch van wien men houdt, Een’: dp |
Menschelijk tekort, Het: Malraux; dp |
Mensendieck-de Varel, Bess (1864-1957), VII: 440, 453 |
Menu, Johanna Maria (geb. 1832), VI: 271 n |
| |
| |
Menu, Petrus Henricus (1790-1875), III: 443 n; VIII: 65 + n, 136 |
Mephistophelisch: ter Braak |
Méprise, zie Mérimée, La double méprise |
Méral, Paul (ps., zie ook Guchtenaere, Herman M.C. de), I: 225 n; II: 421 + n, 422; III: 74, 75, 91, 133, 144, 153, 178, 184, 186 x, 187, 196, 219, 223, 231, 235, 236 n, 255, 298, 299, 337, 344 + n, 448, 451, 460, 474, 480; IV: 90, 95, 168, 169; V: 14; VI: 14, 81; VIII: 211; IX: 63 + n, 64, 66, 67 ‘Loucarius’ (ongepubl.), III: 344 + n |
Mercier, Désiré Joseph (1851-1926), II: 129 + n |
Mercken, Van, zie Merlen, J.-B. van |
Mercure de France (periodiek), IV: 31; V: 355; VI: 275 n |
Mercure de France (uitgeverij), I: 206, 252, 356; III: 150, 151, 342, 434, 435, 437; IV: 478; VII: 144 |
Méré, Antoine Gombaud, Chevalier de (1607-1684)
Conversations, III: 302, 316 |
Meredith, George M. (1828-1909), II: 74; III: 462; VI: 109, 114
The egoist, I: 431; VII: 73; IX: 179
Modern love, II: 196; III: 248, 329; VI: 109
The works, IX: 103 + n |
Merezjkovski, D.S. (1865-1941)
Ecce deus-ecce homo, De roman van Leonardo da Vinci (vert. door J.P. Wesselink-van Rossum), VII: 239 + n |
Méridien 5, V: 439 + n |
Mérimée, Prosper (1803-1870), I: 163, 268 n, 276, 282 n; III: 330, 516; IV: 257; V: 10, 392, 399, 410; VI: 119 + n, 120, 205
L'abbé Aubain, III: 207
‘Arsène Guillot’, III: 207, 330; V: 205, 209; VI: 120; VIII: 59
Carmen, VIII: 59
La chronique du règne de Charles IX, VIII: 59
La double méprise, I: 162; III: 329, 330, 332, 335, 341; V: 205; VI: 120; VIII: 59
L'enlèvement de la redoute, V: 209 Les faux Démétrius, Épisode de l'histoire de Russie, VII: 138, 178 + n
‘H.B.’ (in Stendhal raconté par ceux qui l'ont vu), VI: 120
Mémoires historiques, VIL 137
Mosaïque, VI: 119
L'occasion, I: 162
‘Stendhal’, I: 268 n
Tamango, III: 330
Le théâtre de Clara Gazul, I: 10,
‘Le vase étrusque’, V: 205; VI: 119, 120 |
Merlen, Jean-Baptiste van (1773-1815), II: 174 |
Merlijn: Vestdijk |
Mérode, Cléo de (1875-1966), IV: 480 + n, 487 |
Mérode, Willem de (ps., 1887-1939),I: 398; VII: 148
‘De ziekenzuster’, VII: 148 + n |
Merona, Een edelman: Schendel, A. van |
Merijntje Gijzen's jeugd: Jong, A.M. de |
Merz, Konrad (ps., geb. 1908), VI: 334 + n
Ein Mensch fällt aus Deutschland, VI: 334 + n |
Mesens, E.L.T. (1903-1971), I: 221-224, 228, 271, 275; II: 250 + n |
Messieurs Golovleff, Les: Saltykov-Sjtsjedrin |
Mestrovic, Ivan (1883-1962), IV: 55 |
| |
| |
Mesures (periodiek), VI: 135, 137 |
Methuen (uitgeverij), II: 165, 166; VI: 153, 266 |
Mets, Bob de, I: 77
‘π’, I: 77 n |
Meulen, Van der, VIII: 579, 580 |
Meulen, J.E. van der (1890-1968), III: 262-264 + n, 266, 288, 316, 331, 374, 426 n, 437, 458, 497 + n, 503; IV: 99 + n, 124, 125, 141, 146, 204; V: 18, 27, 206, 209, 225, 226, 259, 336, 361, 368; VI: 80, 358; VIII: 452, 579 n |
Meulen, Maria van der, zie Willink-van der Meulen, Maria en Blijstra-van der Meulen, Maria |
Meulenhoff, J.M. (uitgeverij), I: 287, 444; II: 391 + n; III: 271 + n, 384, 415, 419, 423, 439; IV: 78, 79, 84, 87, 128, 133, 213, 218, 226, 242, 243, 370, 397; V: 67, 114, 128, 184, 200, 214; VI: 51, 57, 64, 91, 384, 444; VII: 40, 357, 361, 394, 406 + n; VIII: 514, 577; IX: 127 |
Meulenhoff, John (1907-1978), VII: 406 + n, 451 |
Meunier, Mario, VI: 128 + n |
Meuter, Maria Johanna (1897-1975), VIII: 244 + n, 252, 274, 337, 339, 506, 518; IX: 255, 260 + n |
Meyboom, Margaretha, II: 272 n |
Meijboom-Italiaander, Jos., IX: 395 Javaansche sagen, mythen en legenden, VII: 389 + n; IX: 394, 395 n, 396 n |
Meijer, Guurtje (1908-1989), VIII: 339, 340 |
Meijer, Hendrik Arnold (1810-1854), VIII: 176, 180, 183, 188, 194, 196, 207, 208, 212
De boekanier, VIII: 176, 183
De gedichten, VIII: 176, 180, 183, 188, 194, 196 + n, 578 + n
Vaarwel aan Java, VIII: 176 |
Meyer, Pauline, II: 257 |
Meyer, W.
‘Heldendaad of dolzinnigheid?’, VIII: 442, 452, 472 + n |
Meyer, Wybo (1885-1942), I: 117 |
Meijer-Brouwer, Elsje (geb. 1909, zie ook ps. E.M.B.), VII: 54 + n, 99 + n, 202 n, 233, 245, 338 |
Meyer Ranneft, J.W. (1887-1968), VII: 114 + n, 159, 175 n, 176, 461 n; VIII: 393, 486 + n, 520; IX: 278 + n, 375
‘Het geval “Z”’, VII: 461 + n, 510
‘Hollands fout in Indië’, VIII: 442, 452, 472 |
Meyerhold, V. (1874-1942), IV: 281 + n, 282, 287, 288, 297, 511 |
Meyers-Mulder, I: 87 |
Meyier, Fenna de (1874-1943), II: 69 + n, 70 (besje), 76; IX: 73 + n, 274 + n |
Meyrink, Gustav († 1932), IX: 106 n |
Michael Kohlhaas: Kleist |
Michaux, Henri (1899-1984), I: 70 + n, 225 n; V: 181 |
Michel, Ernest (1899-1960), I: 202 n, 203; III: 502 + n; IX: 351
‘Oufer wat “NU” jongt’, I: 202 n, 203 |
Michelet, Jules (1798-1874), II: 353 L'oiseau, I: 445 + n; II: 9 (Vogel) |
Michelet, Victor E. (1861-1938), IV: 268 x, 277
Contes aventureux, Contes et récits de la mer et de la cité, IV: 268 |
Michiels, A.V. (1797-1849), VI: 410; VII: 352, 353 n; VIII: 543 + n |
Mickiewicz, A.B. (1798-1855), VI: 88 |
Micromégas (periodiek), VI: 348, 349 |
| |
| |
Middeleeuwse liedekens, Een bloemlezing, VI: 283 + n |
Mieling, C.W.
‘De Javasche karbouw’, VIII: 211 + n |
‘Mientje Maanster’, zie R. van Aart, ‘De ballade van Mientje Maanster‘’ |
Mierevelt, Michiel van (1567-1641), I: 99 |
Mikhailov, A.D. (1855-1884), III: 28 |
Mikrochaos: dp |
Millioenenstudiën: Multatuli |
Milmort: Demasy |
Milton, John (1608-1674), II: 317, 322; VI: 94 |
Minerva, VII: 81 + n, 105 |
Mingram-Tollik, W.E. (1888-1955), VIII: 490 + n |
Minne, Richard (1891-1965), I: 53 n, 144, 145, 151, 160 + n, 188, 190, 203 n, 219, 222 n, 258, 290 + n, 303, 305; II: 128, 162, 171; III: 521; IV: 417 n; V: 203, 255; IX: 351
Heineke Vos en zijn biograaf, III: 369 + n, 401; IX: 87 + n, 88, 91 In den zoeten inval, I: 142 |
Minne-dichten: Hooft |
Minnebrieven: Multatuli |
Mirabeau, H.G.R. (1749-1791), VIII: 541 |
Mirande, A.F. (1886-1950), I: 203 + n; III: 453 + n; V: 376 + n, 395
Lyriek (bloemlezing): zie aldaar
Het nieuwe Nederlandsche proza in novellen (bloemlezing): zie aldaar |
Mirbeau, Octave (1850-1917)
L'abbé Jules, VIII: 310 |
Mirliton: Greshoff |
Misérables, Les: Hugo |
Mistral, J.E.F. (1830-1914), V: 205 |
Mitchell, Gladys (geb. 1901)
Speedy death, VII: 128 |
Mitchell, Margaret (1900-1949)
Gone with the wind, VII: 179, 239 + n |
Mitkiewicz, César L.N. (geb. 1836), VI: 475; VII: 282, 379, 481; VIII: 471, 474, 475 |
Mitre Hotel, zie Hotels |
Mitty, Jean de, III: 315 |
Mitzitch, Lioubomir, I: 96
Avion sans appareil, I: 96 n |
Mo Yang Ke: Ravenswood |
Moby Dick: Melville |
Modern love: Meredith |
Moderne Kunst (Antwerpse kring), I: 36 n |
Modigliani, Amedeo (1884-1920), IV: 302; VI: 182 |
Moens, J.L. (1887-1954), IX: 402 + n |
Moens, S., zie Leclercq-Moens, Sophie en Librairie Moens |
Moens, Wies (1898-1982), I: 174, 175, 194, 197, 297, 304, 305, 334, 373, 374, 475 n, 487; III: 10, 68, 114
Celbrieven, I: 194 n; II: 409 |
Moerkerken, Emile van (geb. 1916), VI: 229 n, 256 n, 257 n, 287 n; VII: 470 n, 493; VIII: 278 n, 279 n, 291 n, 298, 310 n, 311 n, 329, 331 n, 333 n, 342 n, 345, 355, 361 n, 401 + n, 402 n, 414 n, 415 n, 428, 447 n, 448, 464 n, 470, 473 n, 509 n, 526 n, 538 n, 563 n, 595 Foto's, zie ook Reportages in licht en schaduw, VIII: 277-279 + n, 291 n, 298, 302, 304, 306, 331 + n, 333 + n, 342 n, 354, 356, 357 + n, 442, 448, 449, 452, 503 + n, 509 + n, 563; IX: 259 n
‘Jeannine's luciditeit’ (ongepubl.), VII: 470 + n; VIII: 448 + n
Reportages in lichten schaduw (met
|
| |
| |
een voorwoord van S. Carmiggelt), zie ook Foto's, VI: 232 + n, 256 + n; VIII: 302 n, 342 n, 357 n, 442 n, 503 + n, 509 + n, 526, 587 + n |
Moerkerken, Pieter Hendrik van (1877-1951), VI: 84; VIII: 377, 415, 420 + n, 427, 428, 437, 442, 454, 539
André Campo's witte rozen, IV: 394 |
Moestaël (ps., zie ook Deventer JSzn, Salomon van), VIII: 177 n, 185
‘Een ontbijt bij den heer Notenkraker’, VIII: 177 + n, 185 |
Mohammadiah-beweging, VIII: 112 + n, 117 (details) |
Mohammed, I: 332 n |
Moissi, Alexander (1880-1935), VI: 132 |
Mok, Maurits (1907-1989), IV: 209; VII: 470 n; VIII: 92, 262 + n; IX: 351
‘Desperado's (ongepubl.), IV: 205 + n, 209, 229
Exodus, VIII: 262 n
Figuren in het zand, VIII: 373 + n
Kaas-en-brood spel, VIII: 92
De tweede jeugd, VIII: 262 n
Verloren droomen, VIII: 262 n |
Molenaar, G., III: 203; VI: 422 + n, 492 |
Molière (ps., 1622-1673), IV: 164 |
Moll, W. (1888-1962), IV: 20 + n, 120; VI: 212 n |
Moltzer, II: 371 |
Moltzer H.E. (1836-1895)
‘Over O.Z. van Haren’, VIII: 361 + n |
Mona Lisa, zie Leonardo da Vinci, Gioconda |
Monada (kostschool te Ukkel), IV: 212, 213, 219, 220, 222-225 + n, 235, 236, 240, 244, 248, 250, 297, 333, 406, 483; VI: 171, 173 + n, 175 + n, 188, 205; IX: 129, 145, 167, 237, 358 |
Monceau de Bergendal, zie Dumonceau de Bergendal |
Monde, Le (periodiek), V: 88 + n |
Monfreid, Henry de (1889-1974), IV: 110, 117, 123, 241
Aventures de mer, IV: 110 + n, 117, 123
La croisière du hachich, IV: 110 + n, 117, 123
Les secrets de la Mer Rouge, IV: 110 + n, 117, 123 |
Monk, Maria, zie Maria Monk, de zwarte non |
Monnier, Adrienne (1892-1955), VII: 450 |
Monnier, Henri (1799-1877)
Morceaux choisis, V: 453 |
Monnik in het Westen, De: Brunclair |
Monsieur Lecoq: Gaboriau |
Mont, Pol de (1857-1931), III: 510 |
Montaigne, Michel de (1533-1592), I: 234; II: 348, 354; III: 364, 429; V: 40; VI: 254 |
Montez, Lola, (ps., 1818-1861), II: 71 (Montès); VII: 180 + n |
Montessori, Maria (1870-1952), II: 201 |
Montherlant, Henry de (1896-1972), I: 357; II: 428; III: 366; V: 58; VI: 199, 274, 331, 348; IX: 223, 351
Les célibataires, V: 58
Les jeunes filles, VI: 199, 274, 300, 310 + n; VIII: 59
Mors et vita, V: 40
Pitié pour les femmes, VI: 310 + n, 318, 326, 331, 381; VIII: 59 |
Monthly repository (periodiek), III: 490 (tijdschrift) |
Montmorency, Anne, hertog van, (1493-1567), IV: 291 + n |
Montijn, J.J., VI: 496 + n |
| |
| |
Monzie, Anatole de (1876-1947), VI: 131 + n
Encyclopédie française, VI: 131 + n |
Mooi Bali, VII: 518 |
Moojen, P.A.J. (1879-1955), VI: 314 + n |
Moor, Pim de, I: 434 + n |
Moore, Thomas (1779-1852), II: 230; IV: 45; V: 310
Irish melodies, V: 310
Lalla Rookh, I: 381; II: 175 + n
The poetical works, II: 175, 230 |
‘Moralist met een reputatie, De’: ter Braak |
Morand, Paul, (1888-1976), I: 111 + n; II: 347, 348; III: 147, 446; VI: 361
Bouddha vivant, I: 250, 266, 267; II: 25 + n; VI: 106
L'Europe galante, III: 147; VII: 216 ‘La glace à trois faces’, VII: 216
Lampes à arc, III: 446 |
Moréas, Jean (ps., 1856-1910), I: 243; II: 481 + n; V: 185 |
Moree, pers. uit Paap, Vincent Haman, zie aldaar |
Moreele Herbewapening, zie Beweging voor moreele herbewapening |
Morel, Auguste, IX: 198 n |
Morès, A.A.M.V. (1858-1896), III: 377 + n, 379, 382; IV: 16, 226 |
Morgan, Charles (1894-1958)
The fountain, VI: 41; IX: 135 n
Portrait in a mirror, VI: 41 |
Morgengedachten: Boutens |
‘Morgengroet aan mijn vrouw’: Hogendorp, W. van |
Morier, James J. (1780?-1849)
The adventures of Hajji Baba of Ispahan, VII: 128 |
Morks-magazijn (periodiek), IV: 240; V: 202 |
Morlanwelz, zie Pensionnat de l'Athénée Provincial du Centre |
Morriën, Adriaan (geb. 1912), VII: 75 n, 470 n; VIII: 160, 305, 565 n; IX: 276
‘Mephistopheles ter Braak’, VIII: 160 + n |
Mosquée, zie Café's |
Moulaert, II: 387 |
Mounier, D.L., IX: 394 n, 397 |
Mounier, Emmanuel, IX: 109 n |
Mousquetaires, zie Three musketeers, The |
Moussault, Th. (1888-1974), V: 128 n, 309 |
Mouw, Johan Andreas Dèr (1863-1919, zie ook ps. Adwaita), II: 112, 113, 125, 152, 200, 201, 219, 225; III: 317 n, 377 n; V: 169 n Brahman I en II (+ plan bloemlezing door V.E. van Vriesland en dp), II: 112 + n, 125, 126, 140, 142, 152, 195 + n, 197-198 + n, 208, 213-217, 219, 227-229, 233 (Br.), 235, 249, 263 (eerste vel); VII: 117 + n
‘k Maak in gedachten vaak een bedevaart:’ II: 195
Nagelaten verzen, II: 112 n; VII: 117
‘t Is nacht, 'k zit op de hei’, II: 195
‘Trots’, II: 215
‘IJv'rig in schachten van natuur en taal’, II: 195 |
Mouw-van Enst, Hendrika Wijnanda Dèr (1872-1935), II: 228 |
Mozi (Moïzi), zie Moissi, A. |
‘Mr. A.J. Duymaer van Twist-Ed. Douwes Dekker (Multatuli)’: de Hart |
Mrs. Dalloway: Woolf |
MS. Trouvé dans une poche, zie dp, Manuscrit trouvé dans une poche |
Mèller-Lehning, Arthur, zie Lehning, Arthur |
Muhammad Ali, VIII: 111 n
|
| |
| |
De religie van den Islam (vert. van The religion of Islam), VIII: 111 + n |
Muiron († 1796), III: 335 + n |
Mulder, Anne H. (geb. 1906), VIII: 496 + n |
Mulder, Denis Gérard (geb. 1883), VII: 527 + n, 528
De invloed der moderne kultuur op het verloop der syphilis bij den Soendanees, VII: 527 n |
Mulder, Emmy, IV: 419; VII: 501 (juffrouw)
‘De Afrikaansche taalbeweging’, VIII: 64 + n |
Muller, A., I: 26
De weg naar gezondheid, II: + 26 n |
Muls, Jozef (1882-1961), I: 279 + n, 284, 292, 306, 321, 322 n, 324, 353 x, 357, 400 n, 413, 414, 420; II: 345; III: 138, 141 |
Multatuli (ps. van Eduard Douwes Dekker, zie ook aldaar), I: 250, 366; II: 180, 268, 316, 319, 423 n, 424; III: 52, 102, 127, 128, 132, 155, 169, 177, 314, 447, 475, 486, 518; IV: 41, 68 n, 80, 90, 92, 143, 193, 201, 231, 255, 256, 308, 331, 415, 464, 472, 524; V: 21 (portret), 240, 359, 408, 439, 447; VI: 9 i, 72-75, 84, 112, 140, 147, 156, 160, 178, 207, 288, 322, 326, 334, 340, 341, 343, 345, 346 x, 350, 352-358 + n, 361, 363, 366-369, 371, 372, 374, 376, 383, 384, 387 n, 389, 391-395 + n, 398, 403, 406 x, 407, 410, 411, 413, 414, 416-418, 420 x, 426-429 + n, 435, 436, 443, 444, 449, 450 n, 454, 456-460 + n, 462, 464, 466, 467, 469-475, 478 + n, 479, 483-485, 486 (oud-oom), 489-491, 494-496; VII: 7 i, 8 i, 11, 12, 19 + n, 20, 23 x, 26, 28-32, 36, 39, 40, 41 n, 45 x, 54 + n, 56-59, 84-89, 91-93 n, 100, 103, 104, 108, 110, 111, 113, 121, 136, 149, 153, 159, 164, 173, 174, 175 n, 176 + n, 179, 180 n, 184, 191, 192, 197, 207, 210 x, 213-217 + n, 220, 230 + n, 231, 234, 235, 240, 242-244, 249, 252, 260, 262, 265 n, 266, 271-274, 276, 279- 283, 292-299, 303-306, 308, 322, 323, 325-330 + n, 343, 344, 351 n, 353 n, 354-359, 363, 365-367, 379, 384, 385, 388, 393, 402, 416, 419, 423, 424, 427, 429, 436, 448 + n, 458, 459, 468, 471, 474 475, 477, 478, 481, 483, 485, 519, 527, 537; VIII: 14, 57, 62, 106, 123, 139, 143, 153, 160, 172 + n, 174, 181, 204, 207, 211 + n, 214 + n, 223, 229-230 + n, 232, 244 n, 251, 255, 258-261 + n, 265, 267-270 + n, 272 n, 275-278 + n, 280, 283-285, 292, 295 n, 320, 322, 329-331, 333-336, 340-348 + n, 357, 358, 367-371 + n, 380, 386-388, 398, 402 n, 403-418, 419 n, 420 n, 423-426 + n, 430, 431, 437, 438, 445, 451, 453, 456-458, 462-464, 468-471 + n, 474, 477 + n, 478, 484, 488 + n, 491 + n, 492 + n, 494 + n, 496, 499, 505, 506, 512, 513 x, 515, 516, 518-521, 533 + n, 535, 537, 538, 540-544 + n, 547-550 + n, 555, 556, 561-563 + n, 572, 573 + n,
577, 584, 586, 591, 606, 607; IX: 89, 101 n, 123, 143, 203, 226, 229, 236, 245, 256, 258, 263, 363, 383, 404
Portretten, VI: 366, 375 + n, 376, 384-385, 392, 407, 417 (clichés), 442-444, 456, 464, 475; VII: 40 + n, 41 + n, 54 + n, 85, 101, 111, 184 n, 281-284, 293, 303, 308 (foto), 318, 320, 338 + n, 340, 354, 355, 357-359, 367, 379, 385,
|
| |
| |
388, 441, 442, 448, 481, 487; VIII: 211 + n, 276 + n, 279 + n, 302, 304, 329 + n, 331-334, 345-348 + n, 382, 403 + n, 438, 450 (afdrukken), 456, 458, 464, 471, 473-475 + n, 477 + n, 484, 492, 505, 513, 515, 516, 521, 539, 543-545, 550, 561, 562, 564, 569, 573, 578, 581, 607
‘Algemeen verslag over de residentie Menado’ (1849, 1850, 1851), VII: 272, 279, 283, 423, 458, 465, 481; VIII: 173; IX: 404 Bloemlezing (door Heloïze), VIII: 330 + n, 577
Bloemlezing (door S. van Praag), VI: 389 + n, 396, 417, 435; VII: 118, 134, 167, 179, 180; VIII: 330
Bloemlezing uit zijn werken (door J.B. Meerkerk, herz. door W.L.M.E. van Leeuwen), VII: 482 + n
‘Brief aan den Gouverneur-Generaal in ruste’, VI: 383; VIII: 232 + n, 425, 426, 445
Briefe (vert. door W. Spohr), VII: 527 + n
Briefwisseling (met G.L. Funke), VI: 387 n, VIII: 572
Briefwisseling tusschen Multatuli en S.E.W. Roorda van Eysinga, VII: 18 + n, 36, 38, 85, 210, 278, 303, 365; VIII: 572
Brieven aan mr. Carel Vosmaer, R.J.A. Kallenberg van den Bosch en dr. Vitus Bruinsma, VIII: 445 + n, 543 Brieven van Mutatuli, Bijdragen tot de kennis van zijn leven, II: 467 (?); VI: 376 + n, 390, 407-408 + n, 414 x, 428 + n, 429, 475, 476, 486 (10 deelen), 494; VII: 41 n, 53 + n, 85, 278, 281, 282 + n, 284, 302, 365, 388 n; VIII: 329 + n, 331, 409, 431, 445, 474, 491 n, 538, 542 + n, 573, 581, 604
De bruid daarboven, VII: 481
‘Causerieën’, VIII: 406 + n, 407, 543, 544, 581, 591, 592 + n
Duizend-en-eenige hoofdstukken over specialiteiten, III: 325 + n (Cohen); IV: 456 + n (abus. Multatuli), 524; VI: 59, 117, 123, 408, 420; VIII: 604 (Meesterwerken)
‘Een en ander over Pruisen en Nederland’, VIII: 556 + n
‘De eerlooze’, VII: 481
‘Eerste gedichten’, VIII: 542 + n
Het gebed van den onwetende, VII: 40 n
De geschiedenis van Woutertje Pieterse, III: 127, 132; V: 408; VI: 74, 84; VII: 527 + n; VIII: 344 + n, 409 (Hallemannetje), 410, 413; IX: 363
Ideën, III: 127, 132; IV: 70; VI: 112, 113; VII: 459 + n, 477, 527 n ‘Ik weet niet waar ik sterven zal’, VIII: 492
‘Lijst van gestolen buffels’, VIII: 606
Max Havelaar, of de koffij-veilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij, II: 345; III: 127 (Droogstoppel); IV: 90 + n, 143; V: 237, 286, 404, 406, 408; VI: 112, 156, 170, 174, 214, 322, 346, 350, 383, 384 + n, 392, 444, 464, 466, 471, 479 n, 483 (Droogstoppel); VII: 12, 19 n, 74, 111, 114, 174, 177 + n (Saïdjah), 225, 273, 321, 378 (Saïdjah), 459 (Slijmering, Verbrugge), 474, 475, 478, 481; VIII: 34, 172 + n, 214 + n, 215 + n, 258-261 + n, 266, 268 + n, 283, 285, 335, 341, 344, 367, 369, 388, 403, 417, 431 (Droogstoppel), 493, 497, 516, 544, 569, 606, 607; IX: 229, 363
|
| |
| |
Max Havelaar (Franse vertaling door A.J. Nieuwenhuis en H. Crlsafulli), IV: 90 + n; VI: 479 + n
Millioenenstudiën, III: 325 + n (Cohen); IV: 456 + n (abus. Multatuli), 524; VI: 59, 112, 113, 117, 123, 408, 416 + n, 420; VIII: 604 (Meesterwerken)
Minnebrieven, VII: 114; VIII: 266, 271, 345 (Fancy), 584
‘De molenaar van Sans-Souci’, VIII: 542 + n
Multatuli-Briefe, zie Briefe
Multatuli en zijn zoon, Brieven van Multatuli aan J. van der Hoeven, VI: 478 + n, 479, 493-494, 496; VII: 11, 18, 84 + n, 92 + n, 93, 153; VIII: 416 + n, 424 n
‘Multatuli voor de 20e eeuw’ (bloemlezing door J. Vogel, ongepubl.), VIII: 329, 330 + n, 343-346
Nog-eens: Vrye-arbeid in Nederlandsch-Indië, III: 325 + n (Cohen); IV: 456 + n (abus. Multatuli), 524; VI: 59, 117, 123, 408, 420; VIII: 604 (Meesterwerken)
‘O, zoek gastvrijheid eer bij Turk en Arabier’, VIII: 151 + n
‘Ontwerp van den brief aan den G.G.D.v. Twist’, VI: 366 (document), 376, 383, 384, 393, 406-409 + n, 413-415, 426, 427, 444, 445, 450 + n, 455, 456 + n, 459, 461, 463-472, 474, 479, 483, 494; VII: 86, 192, 230 n, 231, 242, 260, 271; VIII: 172 (vertolking), 516 Over vrijen-arbeid in Nederlandsch-Indië, enz., II: 423 n; III: 132; VII: 113 + n, 114
Een paar nog onuitgegeven brieven, VIII: 347 + n
Pages choisies (bloeml. door A. Cohen), VII: 184 + n
Pages choisies de Multatuli (bloeml. door L. Roelandt), VII: 184 + n
‘Publicatie’, VII: 272 + n, 423, 465, 481
Reisbrieven aan Mimi en andere bescheiden, VIII: 346 + n, 543, 562 + n, 572
‘Toen en thans’, VIII: 542
Uit Multatuli's nalatenschap, VIII: 442, 446 + n, 472, 476
‘Van den Rijn’, VIII: 581 + n
Verspreide stukken, VI: 112, 113
Verzamelde werken (Elsevier-editie), II: 50; III: 325, 336, 347, 361 + n, 424, 460, 505; IV: 119, 456 + n, 464, 524; V: 21; VI: 37, 49, 59, 110, 112-114, 117, 118 + n, 126, 408, 420; VII: 210; VIII: 604
Verzamelde werken (Garmond-editie), V: 21; VI: 117, 118 + n, 123, 126, 129, 170, 174; VII: 210
Volledige werken (plan), VIII: 358 + n, 373, 429, 432-433 (tekst concept), 445, 497, 542-544, 546, 550, 556, 562, 569, 572, 573, 577, 580, 581, 587-589 + n, 604-605 (tekst concept) |
Vorstenschool, VI: 392 n
‘Vraagpunten aan den kontroleur’, VIII: 387, 606 |
Multatuli: v.d. Bergh van Eysinga |
‘Multatuli als huisvader’: de Hart |
‘Multatuli de schrijver’: dp |
‘Multatuli, Droogstoppel, Havelaar’: ter Braak |
Multatuli en de luizen: dp |
Multatuli en de zijnen: Pée |
Multatuli en Douwes Dekker, zie ter Braak, Douwes Dekker en Multatuli |
‘Multatuli en zijn zoon’: ter Braak |
Multatuli en zijn zoon, Brieven van Multatuli aan J. van der Hoeven: ter Braak; Multatuli |
| |
| |
Multatuli herdacht: Beversluis |
‘Multatuli-kabaal’, IX: 258 + n, 383 |
‘Multatuli: monarchist, nationalist, imperialist’: Bruch |
Multatuli-museum, VI: 383 n, 384, 385 n, 393, 406, 407, 413, 426, 445, 456 n, 464-469, 479; VII: 271, 354, 358, 359, 379, 385, 458, 459, 481, 491; VIII: 8 i, 244, 250-252, 256 (zaaltje), 258 + n, 260, 262-268, 270 x + n, 272, 278, 282-284, 292, 297, 312, 322, 333, 345, 346 + n, 359 n, 368 n, 369, 370, 375 x, 379, 401 + n, 404, 405 n, 414, 417-419, 425, 442, 446, 452, 471, 473-475, 477, 491, 512, 532, 542, 562, 573 + n, 575, 576, 585-587 + n, 606 |
Multatuli, Tweede pleidooi: dp |
‘Multatuliana’: Noordenbos |
Multatuliana (uitgeg. door A.S. Kok en Louis D. Petit), VI: 473 n |
‘Multatuli's naleven’: dp |
‘Multatuli's portretten’: dp |
Munthe, Axel (1857-1949), II: 486 De geschiedenis van San Michele (vert. van The story of San Michele), II: 474, 475, 486; III: 13, 98, 111
The story of San Michele, II: 384 n; 474; III: 13 |
Murat, Le, zie Café's |
Murger, Henry (1822-1861), V: 205
Scènes de la vie de bohème, IV: 119 + n |
Murray, J. (uitgeverij), II: 193 |
Museum Boymans (Rotterdam), VIII: 377, 496 |
Museum, Maandblad voor philologie en geschiedenis (periodiek), I: 106 |
Museum-pension, zie Pensions |
Museum van Oudheden (Rotterdam), VIII: 166 |
‘Museum voor Stendhal geopend’: dp |
Museum Willet-Holthuysen (Amsterdam), II: 260 + n, 261 |
Music-Hall: v. Ostaijen |
Musil, Robert (1880-1942), V: 245 |
Mussche, Achilles (1896-1974), I: 144, 145, 327; II: 419, 425
Nederlandsch leesboek, II: 385 n |
Mussert, Anton A. (1894-1946), IV: 8 i, 158 + n, 160, 193, 196, 350, 390 x, 420, 450, 451 (Holl. Hitlertje), 456, 463, 471, 474, 479, 487 (boekjes); V: 312, 328, 373; VI: 28, 36, 311, 338, 351 n, 436, 454; VII: 92, 166, 470; VIII: 352; IX: 244, 359
Programma der nationaal socialistische beweging in Nederland, IV: 479, 487 (boekjes) |
Musset, Alfred de (1810-1857), I: 88; III: 66 n, 325, 461, 462, 470; IV: 256; VII: 419
‘Les deux maîtresses’, V: 204
Un spectacle dans un fauteuil, V: 423 |
Mussolini, Benito (1883-1945), I: 115; II: 310, 447; IV: 293; V: 14 n, 29, 133, 434 n; VII: 183, 484 (Moes); VIII: 127; IX: 185 + n
La dottrina del fascismo, IV: 515 |
Muze van Jan Companjie, De (bloemlezing door dp + besprekingen), IV: 78 + n, 79, 84, 128, 397; VI: 10 i, 377-379 + n, 393; VII: 8 i, 9 i, 24, 378 + n, 391 + n, 393, 400-405 + n, 407, 410-413 + n, 424, 427, 438, 441, 449, 467, 482, 486, 487 n, 526 + n, 528 x + n, 529; VIII: 7 i, 20, 23, 29 + n, 36, 45, 53, 61, 63, 67, 72, 76, 77, 84 + n, 93-99, 101 + n, 102, 104 + n, 105 n, 106, 110 + n, 115-117, 122, 130, 136, 138 + n, 143, 144 + n, 147 + n, 149 x + n, 160
|
| |
| |
n, 161 x, 162 (overdruk), 168, 169 x + n, 171 n, 184, 194, 197 + n, 200, 201, 204, 212 n, 213 n, 223, 249 + n, 254, 258 + n, 281 + n, 460, 525; IX: 10 i, 235, 243, 247, 248 + n, 398, 404 |
Mijn dubbel leven: Goetel |
Mijn leven: Trotski |
‘Mijn neus in de boeken’, zie dp, Cahiers van een lezer |
Mijn zuster de negerin: Debrot |
‘Mystery of Marie Rogêt, The’: Poe |
Mythologisch woordenboek: Koster |
|
n.i.r.o.m. (Ned. Ind. Radio Omroep Mij.), VII: 204 n, 249, 251 (radioroepen), 262 (spreekt); IX: 126 |
N.R.C., zie Nieuwe Rotterdamsche Courant |
N.R.F., zie Nouvelle Revue Française, La |
n.s.b. (Nationaal-Socialistische Beweging), IV: 8 i, 158 n, 193 (partij), 445 n, 450 n, 473, 474; V 68, 309; VI: 8 i, 20 n, 23, 311, 314, 316, 323, 327, 328, 333-334, 336, 338-340, 342, 350, 351 + n, 355, 377, 382, 386, 395, 402, 409, 422, 425, 431, 434 n, 436, 454; VII: 45, 64, 71, 92, 122 n, 160, 161 + n, 202, 265, 280, 312, 323, 328, 428, 439, 509, 530; VIII: 31, 36, 38 + n, 42, 44, 53, 121, 122, 129, 155, 187, 201, 203, 219, 289, 313, 352, 586 n; IX: 192 n, 230, 359 |
n.s.n.a.p. (Nationaal-Socialistische Nederlandsche Arbeiders-Partij), VII: 161 n |
n.v. tot Exploitatie van Uren met Dirk Coster in Boekvorm, III: 415 + n, 419, 422, 495 (‘concern’) |
Naakte waarheid: Smeding, A. |
‘“Naamloos en ongekend”’: Marsman |
‘Naar aanleiding van “Les liaisons dangereuses”’: dp |
Naar 't geluk: v. Nijlen |
Naar 't licht: Kijzer |
Naarding, J.W.
Het conflict Snouck Hurgronje-Van Heutsz-Van Daalen, VIII: 170 + n, 368 + n |
Naber, Johanna W.A. (1859-1941) Onze vorstinnen uit het huis van Oranje-Nassau, VIII: 91 + n, 109 |
‘Nabetrachting over het ik’, zie dp, ‘Anthonie Donker als autoriteit’
‘De nacht hangt als een stukke lei’, zie dp, ‘Lied van verwachting’ |
Nacht over Rusland: Figner |
Nachtbruid, De: v. Eeden |
‘Nachtegalen’: Greshoff |
Nachtgedaanten: Schendel, A. van |
Nachtwacht, De: Rembrandt |
Nadagen van Pilatus, De: Vestdijk |
Naeff, Top (1878-1953), II: 87; III: 102, 128; IV: 359; VI: 208, 209; IX: 358
Een huis in de rij, VI: 208 + n; IX: 190 + n
Letje, of de weg naar het geluk, III: 128 |
Nāgarakrtāgama (= ‘Verhandeling over de orde van het rijk’), VI: 421 + n |
Nagel, G.H. (1795-1861), VIII: 180, 196
‘Bandong’, VIII: 180, 183, 196, 207, 208
Citadel, VIII: 208 |
‘Nagelaten verzen’: Perk |
Nahon, Alice (1896-1933), I: 40 + n, 41 + n, 196, 304; II: 484; IV: 264 |
Nahon, Gerard Leon (1867-1942), I: 35 n, 40 n |
Nahuys, Alice van (1894-1967), I:
|
| |
| |
415 n; IV: 119 + n, 264, 361; V: 23 + n, 376, VI: 442 |
‘Najaarsopruiming, De’: Greshoff |
Nameno, pers. Uit dp, Het roerend bezit, ‘Nameno's terugkeer’ en ‘De derde Nameno’, zie aldaar |
Napoléon I Bonaparte (1769-1812), II: 174, 310, 405, 447; III: 132 n, 335 + n; V: 288, 444; VI: 119 n, 120, 127, 131, 218, 278, 366, 473; VII: 76, 87, 98, 140, 190, 362; VIII: 167; IX: 244, 247 |
Napoléon III (1808-1873), VIII: 342, 343 |
Napoléon, zie Suarès, Vues sur Napoléon |
Napoléon et les hommes de lettres de son temps: Charpentier |
‘Napoleon's wapenschouw’, zie Slauerhoff, ‘Nachtelijke wapenschouwing’ |
Napolitain, zie Café's |
Narcissus op vrijersvoeten: Vestdijk |
‘Narcissus spreekt’: Valéry |
Narratori italiani d'oggi (bloemlezing door G. Antonini en G.B. Angioletti), IX: 247 + n |
‘Naschrift’ bij ‘Voor het laatst de heer Zentgraaff’: dp |
‘Naschrift’, zie dp, ‘Over het ‘kreatieve’ in onze nieuwe poëzie’ |
Nash (periodiek), VI: 23 + n |
Nash & Grayson (uitgeverij), VIII: 85, 113 |
‘Naspel van de Lebakzaak, Het’: Ett |
‘Nationaal gevoel en de kunst, Het’: dp |
Nationale commentaren (periodiek), VIII: 575 |
Nationale dagblad, Het (periodiek), VII: 122 + n; VIII: 3 16 n |
Naturalisme en romantiek (bloemlezing door W.L.M.E. van Leeuwen), V: 220 + n, 227, 406 + n, 409, 417; VI: 62, 75 (soortgelijke boeken), VII: 481 |
Naundorff Karl Wilhelm (1785?-1845), III: 371 + n |
Nausée, La: Sartre |
Naville, II: 463 |
‘Nawoord’ bij dp, Tegenonderzoek: Marsman |
Nazif, Mohammed, VII: 432 + n |
‘Ne quid nimis’ (serie; niet gerealiseerd), II: 208, 209 (collectie), 212-217, 223, 230 (verbond), 231, 235 + n |
Nederburgh, S.C., VII: 190, 277; VIII: 383 |
Nederland (periodiek), I: 292 + n; III: 54, 72; IV: 240; VII: 293; VIII: 184 |
Nederlander, De (periodiek), VIII: 128 n; IX: 210 + n |
Nederlandsch-Indië, Weekblad van de Vaderlandsche Club (periodiek), VIL 274, 575 |
Nederlandsche bibliografie (periodiek), II: 52 n; III: 384; V: 159 + n |
Nederlandsche boek, Het (periodiek), I: 293, 294 + n |
Nederlandsche Boekhandel, n.v. De (Antwerpen), I: 40 n, 71 |
Nederlandsche jaarboeken (periodiek), VII: 24 n, 45 |
Nederlandsche letterkunde (uitgeg. door D. de Groot, L. Leopold en R.R. Rijkens), VII: 482 + n |
Nederlandsche poëzie in honderd verzen, De (bloemlezing door D. Coster), III: 150, 167, 174; V: 261 + n; IX: 93, 94 |
Nederlandsche spectator, De (periodiek), VIII: 361 |
Neef, De, VII: 217 |
Neef, Héloise P. de (geb. 1906), VII: 527; VIII: 46 + n, 69, 74, 75, 145, 146 |
| |
| |
Neerlands Indië, Land en volk (red. H. Colijn en D.G. Stibbe), V: 353 + n, 354; VII: 309 + n, 504 + n |
Negerhut van Oom Tom, De: Stowe |
‘Negerliedjes I, II, III’: Chasalle |
Nelson (uitgeverij), I: 107; II: 99, 124, 468 |
Nepveu, J.I.D.
‘Een bijdrage tot het leven van O.Z. van Haren’, VIII: 114 + n |
Nerée tot Babberich, Karel de (1880-1909), II: 348 |
Nerée tot Babberich-van Houten, Constance Petronella de, II: 348, 354 |
Nerval, Gérard de (ps., 1808-1855), I: 98 n, 162; II: 158, 182, 194, 225, 226; III: 446; IV: 55, 253, 256, 258; VI: 172, 246, 264; VII: 419, 457 + n; VIII: 215, 222, 537 Aurelia, II: 158
Les chimères, III: 432, 506; IV: 254, 256; VIII: 222
‘Les cydalises’, III: 38; IV: 254; VIII: 222
‘Épitaphe’, IV: 254; VIII: 222
‘Fantaisie’, IV: 254
Les filles du feu, I: 445; II: 158
‘Madame et souveraine’, VIII: 222
‘Octavie’, II: 158; V: 205
‘Ode’, IV: 257
Oeuvres, IV: 256-258, 354
Poésies (bloemlezing door dp), II: 226 + n; III: 248, 329; IV: 53, 105 + n, 153, 252-258, 267; VI: 172 + n, 264 + n, 265; VII: 457 + n, 479; VIII: 67 + n, 103 x + n, 209, 210 x, 222, 537, 595 x, 597
Poésies (uitg. Pelletan), IV: 256, 258 (boekje)
‘Le point noir’, IV: 256
‘Le soleil et la gloire’, IV: 256
‘Sylvie’, II: 158; V: 205; VII: 419; VIII: 224 |
Nervie, La (periodiek), I: 353 |
Nescio (ps., 1882-1961), I: 350; II: 201; V: 202, 428
Dichtertje, De uitvreter, Titaantjes, I: 350 |
Neubronner van der Tuuk, Hermanus (1824-1894), V: 330 |
Neumann, Alfred (1895-1952)
Der Held, III: 234 + n, 235 + n |
Neumann, J.B.
Halima, Hartstocht en ijdelheid in de Lampongsche wereld, VIII: 271 + n |
Neve, Gilles P. de († 1973), VIII: 581 |
‘New Adelphi library, The’ (serie), VII: 120 |
Ney, Michel (1769-1815), II: 174, 185 + n |
Neyn, Pieter de (geb. 1643), VIII: 105 + n
‘Aan de Heer ende Meester Johan Deramout, Advocaat’, VIII: 104 + n, 130
Lusthof der huwelijken, VIII: 104, 105 + n |
Nia, VIII: 156 |
Nibelungenlied (vert. door J.M. Brans), I: 169 + n, 170, 173; VI: 129 |
‘Nick Carter, de grootste detective van Amerika’ (serie), III: 436 + n |
Nicolas, Josephus A.H.F. (Joep, 1897-1972), IV: 171, 500 + n; V: 111, 155 + n, 157 n; VIII: 339; IX: 260 n |
Nie, J.A. van (1893-1979), III: 315 + n |
Niederland, Ein Buch junger flämischer und holländischer Dichtung (bloemlezing door R. Lonnes), II: 238, 246-247 + n, 249 x; III: 448 + n |
Niehaus, Kasper (1889-1974), VII: 165 + n |
| |
| |
Niets Lyhne: Jacobsen |
Niermeijer, Jan F. (1907-1965), VIII: 128 + n, 132 |
Nietzsche, Elisabeth (1846-1935), V: 346 n |
Nietzsche, Friedrich (1844-1900), III: 177, 181 n, 185, 339, 420; IV: 122, 170, 177, 180, 194, 220, 247, 251, 263, 277, 278, 304, 305, 307, 311, 318, 326, 331, 400, 415, 451, 471, 472, 494, 515; V: 57, 61, 70, 80, 108-110, 115, 140, 156, 162, 163, 221, 242, 333, 347; VI: 34, 49, 52, 66, 86, 119, 128, 129, 140, 254, 363, 366, 374, 417, 460, 402, 473; VII: 29, 34, 66 + n, 92, 173, 327, 335 + n, 336, 398; VIII: 37, 438; IX: 101 n, 179, 245, 331
Aldus sprak Zarathoestra (vert. door E. Coenraads en H. Marsman van Also sprach Zarathustra) VII: 66 n
Also sprach Zarathustra, V: 109
Considération inactuelles (vert. van Unzeitgemäsze Betrachtungen), III: 367, 376, 377 x
‘David Strauss, Der Bekenner und der Schriftsteller’, III: 367; IV: 472 + n
Ecce homo, V: 109
Der Fall Wagner, Ein Musikanten-Problem, III: 177, 185; IV: 263, 472 + n; IX: 331
Die Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik, IV: 297-298 + n
Unzeitgemäsze Betrachtungen, IV: 472 n
Vom Nutzen und Nachteil der Historie für das Leben, VII: 37 |
Der Wille zur Macht, V: 109, 346 + n |
Nietzsche, zie Halévy, La vie de F. Nietzsche |
Nietzsche in seinen Briefen und Berichten der Zeitgenossen (uitgeg. door Alfred Baeumler), IV: 177, 180; VII: 336 |
Nietzsche, Sa vie et sa pensée: Andler |
Nietzsche und die Frauen: Brann |
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, VI: 202 (boek); VIII: 98, 188, 196; IX: 225 + n |
Nieuwe Arnhemsche courant (periodiek), II: 255 + n, 384, 394 x, 398, 403; III: 218, 219, 338, 346; IV: 154, 320; V: 98, 183 n, 291 n, 300 n; VI: 208 + n, 400, 401; VIII: 554; IX: 81, 352 |
Nieuwe courant, De (periodiek), I: 369 |
Nieuwe eeuw, De (periodiek), I: 269, 297 n, 388; II: 8 i, 348, 401 n, 410 + n, 432, 434-436, 442, 448, 454, 457, 475; III: 17 n, 32, 53 + n, 64 + n, 67, 86 + n, 114 n, 138, 150, 207, 262, 276 + n, 315, 326, 350, 392, 483; IV: 32, 73, 426, 428-430 + n; V: 10, 59, 60, 74; VIII: 457, 462, 465-468, 576; IX: 350 |
Nieuwe Esopet, De: v.d. Woestijne |
Nieuwe gedichten: Nijhoff M. |
Nieuwe geluiden (bloemlezing door D. Coster), I: 46, 64 + n, 66, 231 n, 328; II: 359 + n, 392; III: 18, 80, 150, 167, 174, 282 + n, 320, 323, 334, 343; IV: 181 n; VIII: 365 (Coster); IX: 48 n, 93, 94 |
Nieuwe gemeenschap, De (periodiek), IV: 425 n, 506, 508 (blaadje), 510 n; V: 60 + n, 61 n, 66, 78 n, 316, 325, 350, 352 x |
Nieuwe gids, De (periodiek), I: 190, 397, 398; V: 363, 371, 372, 379; VI: 154, 159, 160 + n, 164, 445; VII: 67, 79, 234; VIII: 259 + n (Van Deysselnr.), 267, 285, 296, 316, 346, 347, 442, 472, 475, 512 x, 513 x + n, 515 + n, 535, 575 |
| |
| |
Nieuwe kern, De (periodiek), VIII: 286 + n, 315, 380, 408, 512, 519, 520, 530, 564, 575 |
‘Nieuwe manier, De’: dp |
Nieuwe Nederlandsche proza in novellen, Het (bloemlezing door H. Godthelp en A.F. Mirande), V: 376 + n, 395 |
Nieuwe of littéraire sociëteit De Witte, VIII: 313 + n |
Nieuwe pers, De (periodiek), IX: 357 n |
Nieuwe Rotterdamsche courant (= N.R.C., periodiek), I: 56, 313, 352; II: 83, 101, 109, 142 + n, 159, 189 n, 218, 225, 248 + n, 266, 275, 298, 299, 302, 308, 320, 330, 333, 336, 348, 352, 472, 475; III: 140 n, 242 + n, 278, 297, 317, 373, 378, 383, 389, 392, 406 + n, 441 n, 477, 499, 520; IV: 8 i, 30, 36, 41, 115, 123, 133, 135, 147, 151, 153, 168, 186, 189, 197, 208, 219, 241 + n, 282, 296, 305, 329, 360, 366, 367, 378, 387, 413, 465, 496; V: 8 i, 55 (kunstrubriek), 76, 79, 122 n, 137, 143 x, 155 + n, 169, 170, 206, 212, 221, 300, 331, 336, 345, 363, 382, 424, 425, 449; VI: 31, 32, 62 n, 88 n, 108, 132, 147, 175, 209, 233 + n, 275 n, 322, 370, 371, 390, 449, 461, 462; VII: 7 i, 11, 32 n, 35, 50, 117, 219, 230, 232, 233 + n, 242, 246, 247 + n, 250 x, 253, 254 + n, 258, 259 n, 260-262, 270, 307, 333, 348, 350, 373, 392, 394, 427, 428, 439, 454, 455, 496; VIII: 7 i, 11 n, 28, 39, 128, 141, 143, 152, 154 n, 155 n, 161, 162 n, 186 n, 200 + n, 204, 271, 278, 281, 327, 350, 372, 373, 382, 396, 426, 427, 484 + n, 496, 516, 567 + n; IX: 34 n, 52 n, 53 n, 62 n, 65 n, 102 n, 111, 158 + n, 241 |
Nieuwe spectator, De (periodiek), III: 60 + n, 187 |
Nieuwe taalgids, De (periodiek), VIII: 151 |
Nieuwe tijd, De (periodiek), VI: 395 n |
‘Nieuwe vrijheid, De’ (periodiek, niet gerealiseerd), VIII: 316, 321 |
Nieuwe weg, De (periodiek), III: 14 + n, 15, 33, 49, 51; V: 144 |
Nieuwenhuis, A.J., IV: 90 n |
Nieuwenhuis, A.W. (geb. 1864), VII: 518 n |
Nieuwenhuys, Robert (Rob, geb. 1908), VI: 329; VII: 408, 412, 413, 420 n, 434, 435, 438, 454 n, 469, 485, 529; VIII: 31, 76, 97, 120, 121, 123 n, 124 n, 125 n, 129, 134, 140, 144, 156 (kennis), 162, 168, 178, 193, 197, 207, 208 + n, 218, 224, 262, 279, 280, 304; IX: 224 n ‘De lof der middelmatigheid’, VIII: 79 + n, 125 + n, 140
‘Maurits, romancier van Tempo Doeloe’ (+ ‘Korte biografie’), VI: 329 n; VII: 408 + n, 412, 413, 421, 434, 438, 443, 469, 485, 529, 533; VIII: 76, 120, 133, 134, 193, 208 n, 247; IX: 225, 242 + n, 398 + n
‘Oratio pro Daum’, VII: 408 n; VIII: 304 + n |
Nieuwenhuys-van Bommel, Johanna Frederika (Frieda, geb. 1910), VIII: 80, 279, 280 |
Nieuwenhuyzen, G.J. van, IX: 351 |
‘Nieuwjaar, 1845’: Douwes Dekker, Eduard |
Nieuwland, Pieter (1764-1794), VIII: 389 |
Nieuws van den dag, Het (periodiek), III: 475 |
Nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, Het (periodiek), I: 286 n; III: 489 + n; VI: 328 n, 347, 348, 422, 436; VII: 52, 169,
|
| |
| |
264, 270, 534 n; VIII: 41 n, 54, 57 n, 78, 86, 87, 94, 149, 403 (krant); IX: 237 n, 248 n |
Nieuwsblad voor den boekhandel (periodiek), VI: 97 n, 99 |
Nikolaas I, tsaar van Rusland, (1796-1855), VI: 81, 87 |
Nix & Co, A.C. (drukkerij en uitgeverij), zie ook Nix, K.E., VI: 239, 347 n, 377, 379; VII: 318 n, 319, 336, 340, 344, 356, 357, 360, 366, 367, 373, 378, 379, 385, 391, 393, 401-403, 405, 407-412 + n, 414, 421, 424-427, 429, 430, 447, 448, 458, 463, 465, 472, 476, 478, 479, 482, 504, 514, 518, 533; VIII: 21, 35, 54, 76, 84, 89, 115, 118, 130, 149, 153, 156, 161, 166, 179, 186, 188, 193, 194, 198, 205-207 + n, 216, 218, 223-225, 227, 282, 352, 525, 534; IX: 373, 404, 406 |
Nix, K.E. (1881-1942), zie ook Nix & Co, A.C., VI: 347 + n; VII: 8 i, 338, 356, 357, 375, 394, 424, 436, 450, 453, 515; VIII: 40, 61, 93-98, 109, 130; IX: 242, 406 |
Nix, Thomas (geb. 1904), VII: 432 + n, 449, 466 + n, 473; VIII: 40, 41, 93, 130; IX: 248 n, 406 + n |
Nizan, Paul (1905-1940), V: 378; VI: 66 + n; IX: 109 n |
Njai Soemoer Bandoeng, IX: 394 + n, 396 n |
Nji Anna, VIII: 94, 147-148 |
Noach, Sam, VII: 290 + n |
Nobelprijs, VII: 309, 310 n |
‘Nocturne Garoetienne’, zie dp, ‘Garoet bij nacht (fragment)’ |
Nodot, F. (17e E.), I: 233 n, 236 |
Noer-ed-Din ibn Suleyman, zie Inger, Norbert |
‘Noesantara’ (periodiek, niet gerealiseerd), VII: 8 i, 9 i, 421 + n, 431, 443, 449, 453 + n, 460, 461, 463, 466, 473-477 + n, 486, 487, 498, 504, 509, 518; VIII: 20, 23, 45, 49, 53, 55 x, 64, 93, 132, 316; IX: 9 i, 246, 248 n, 367-369, 377, 400 + n, 405-407 + n |
‘Nog een mijnheer die weggaat’, zie dp, ‘...E poi muori’ |
‘Nog eens het schrijverscongres: Du Perron's oordeel’: dp; Sandberg |
Nog-eens: Vrye-arbeid: Multatuli |
‘Nog iets over “ons Indonesiërs”’: Mangoenkoesoemo, S. |
‘Nog iets over revolutionaire poëzie’: dp |
‘Nogmaals over Indonesiërs’: Mangoenkoesoemo, S. |
Non, zie Koezen-Tissing, Etienne Jeannette |
Nonesuch Press, The (uitgeverij), VIII: 584 |
Noodlot: Couperus |
‘Noodschoten van een franc-tireur’: Donker |
Noordenbos, Oene (geb. 1896), VII: 230 + n, 231, 234, 235, 242, 243, 251, 252, 256 n, 260, 261, 276, 296, 319, 366, 374, 429; VIII: 141, 155, 426; IX: 404
‘Multatuliana’, VII: 230 + n, 231, 240, 242, 243 + n, 248, 251, 252, 260, 261, 264, 270, 276, 277 n, 296, 319, 366, 429; VIII: 426 |
Noordstar, J.C. (ps., zie ook Tammes, A.J.P.), VIII: 162
De zwanen, en andere gedichten, II: 474 n; VIII: 162 n |
Noordziek
De koelie, VIII: 207 |
Nord(periodiek), I: 336-337 n, 364, 403, 410 |
Nord, Max (geb. 1916), VIII: 495, 506 n |
Norden, W. van, VII: 75 n |
Norie, zie Morier, James J. |
Nossovitch, IV: 379, 381 x, 382,
|
| |
| |
385, 386, 391, 392, 443, 486; V: 258 (oude Russen); VI: 44; IX: 136 + n, 137 |
Nossovitch, Sophie (Sofka), IV: 438 (huisgenoote), 461 + n; V: 301; IX: 136 + n, 137
‘Portret van mijn grootmoeder’ (vert. door E. de Roos), IV: 461 + n, 462; IX: 136 n |
Noth, Ernst Erich (ps., zie ook Krantz, Paul), V: 141, 145, 183, 203, 240, 246, 252, 279 + n, 346, 379, 415, 416, 418, 420, 452; VI: 41-42, 66, 87, 133, 134, 185, 199; IX: 158 + n, 177 + n, 231 + n Die Mietskaserne, Roman junger Menschen, V: 145 + n, 249; IX: 158 + n
La tragédie de la jeunesse allemande, V: 139, 141, 145; IX: 158 n |
Noth-Fels, Elena, IX: 187, 231 |
Noto Soeroto (1888-1951), VI: 395; VII: 413 + n |
Nouhuys, W.G. van (1854-1914) Eerloos, drama, VII: 481 + n |
Nouveau, Germain (1851-1920), IX: 162 + n |
Nouvelle revue française, La (periodiek), I: 234 n, 271, 283 n; II: 74, 99 n, 233; III: 441 n, 447, 456, 458, 461, 504, 522; IV: 111, 131, 415; V: 56; VI: 66 n, 135, 137, 138, 231, 241, 306; VIII: 198 n, 210 x, 358; IX: 72 n, 101 + n, 107, 108 |
Nouvelle Revue Française (uitgeverij), I: 92, 155, 162, 233 + n, 244; II: 67, 68, 137 x, 197, 201, 283, 441, 454, 457, 458, 480; IV: 30, 52, 60, 161, 190, 243, 385, 401, 459; V: 139, 144, 145, 167, 207, 250, 349, 355, 366, 373, 396, 414 x, 423, 448, 452; VI: 28, 60 n, 82, 83, 98, 107, 148, 298, 371, 496; VII: 99, 348; VIII: 253, 508; IX: 127, 128, 131 n, 197, 198, 216 |
Nouvelles: Poesjkin |
Nouvelles littéraires, artistiques et scientifiques, Les (periodiek), I: 83, 199, 303; IV: 109, VII: 374; VIII: 454 + n |
Nova (periodiek), I: 393; II: 307 + n; IV: 209 + n, 227, 235, 238 |
Novalis (ps., 1772-1801), II: 321, 418, 420; III: 19 n; VI: 246
Uren met Novalis (bloemlezing door D. Coster), III: 149 n |
Nozières, Violette, IV: 302, 304 + n, 316, 317; IX: 365 |
Nu, Algemeen maandblad (periodiek), I: 154 + n, 202 + n, 203 |
Nu ik 40 ben: Guéhenno |
’Nummer elf’: Maurits |
Nutteloos verzet: dp |
‘Nutteloze komedie, De’: Greshoff, C.J. |
Nuyssens, zie Nyssens |
‘Nyborg, De’, zie Slauerhoff, ‘De laatste reis van De Nyborg’ |
Nijgh en Van Ditmar (uitgeverij), I: 132, 135, 432, 438; II: 71, 297 n, 471; III: 7 i, 43, 71, 82, 92 n, 117 n, 124 n, 172, 176, 177, 183, 191, 199, 211, 225, 258, 275, 404, 412, 413, 428; IV: 187; V: 188, 441 n; VI: 22, 25; VII: 96 n; VIII: 577; IX: 59 n, 61, 85, 92, 93, 105 n, 112, 126 n, 127 n, 149 n, 262, 333-336 + n, 353, 355, 388 |
Nijgh, Hendrik (1873-1948), IV: 208 (directeur); VIII: 186 n, 191, 196 |
Nijhoff, Martinus (uitgeverij en boekhandel), I: 314 + n, 395, 401, 406; II: 50, 60, 73, 90, 98, 101, 123, 213 (bureau), 269, 374; III: 13, 207, 354, 470; IV: 406, 469 n; V: 231, 244 n, 353, 371; VI: 283 n, 288, 462; VII: 356, 357, 375, 394, 408, 450, 497; VIII: 77, 149, 179, 268; IX: 103 + n |
| |
| |
Nijhoff, Martinus (1894-1953, zie ook ps. Bilt, Tonia de), I: 128 + n, 133, 136, 191, 350, 372, 379, 384, 436; II: 8 i, 10, 23, 28, 29, 36, 44, 47 + n, 59, 87, 91 n, 156, 164, 171, 202, 250, 253, 256-258, 261, 278, 280, 282, 299, 304, 312, 315, 318, 322, 324, 334 + n, 349, 350, 381, 384, 385, 387, 388 + n, 390-394, 418 + n, 441, 454 + n, 463 + n, 485 + n; III: 11, 78, 81, 83 + n, 93 + n, 105, 116, 126 + n, 137, 138, 140, 145, 147, 148, 162, 169, 222, 223, 237-241, 245, 277 n, 317 n, 349, 351, 368, 445, 446; IV: 71, 151 + n, 152, 175, 179 + n, 182, 183 + n, 188, 203, 234 n, 266, 272, 279, 286, 294, 296-298, 313, 314, 317, 331, 344 + n, 351, 352, 395 n; V: 167 + n, 168 + n, 178, 179, 181, 182, 184-186, 197, 202, 228, 243 + n, 265, 266, 274, 398; VI: 56, 57, 74, 190, 238, 246, 250, 298, 322 + n, 364, 405; VII: 116, 310, 397; VIII: 103 n, 299, 531; IX: 33 n, 43, 49, 67 + n, 101 n, 160 + n, 275 n
‘Aan een graf’, V: 182
‘Awater’, V: 168 + n, 181, 183-185, 187, 204, 265; VII: 146
‘Florentijnsch jongensportret’, V: 184-185
Gedachten op Dinsdag, III: 188 + n, 196, 200, 204, 213, 218, 223
‘De gemaskerde dichteres, “Mien Proost is een man”’ (met dp), I: 438 + n; II: 122 n
‘Heer Halewijn’, VI: 238 + n
‘De hofstee’ (= ‘Ad infinitum’), V: 185
‘Het klimop’, V: 182
‘Het lied der dwaze bijen’, V: 184
‘Moderne dichters, Paul van Ostaijen’, III: 11 + n; IX: 34 + n Nieuwe gedichten, V: 167 + n, 168 + n, 181, 182, 197 + n, 204, 274 + n; VII: 186 + n, 255, 332
‘De nieuwe sterren’, V: 185
De pen op papier, II: 456, 457, 463, 491; III: 81, 490; IV: 255; V: 178, 201 n, 202, 362, 370; VI: 23, 404; VII: 116, 186
Pierrot aan de lantaarn, II: 300, 308; VI: 404; VII: 116, 186
‘De soldaat en de zee’, V: 182 (tekst)
‘Het uur U’, VII: 71 n, 73, 146 + n
‘Verborgen schrijver’, III: 93 + n (limerick), 144, 162 (witz)
De vliegende Hollander, II: 29, 164, 250, 257, 413
Vormen, III: 338; IV: 478, 486
De wandelaar, III: 338 |
Nijhoff Wouter Stefan (1916-1986, ps. Steven Storm), VII: 155 + n |
Nijhoff-Wind, Antoinetta Hendrika (Netty, 1897-1971), II: 164, 253, 256, 280; III: 148 + n, 165; IV: 106; V: 228, 266, 398; VII: 416 n
Twee meisjes en ik, II: 164 + n, 250 (rotrommel), 253 + n, 256, 258, 259 (boek), 261, 264, 280, 306; III: 78, 79, 84, 159 n, 165 n |
Nijkerk, M.B.B. (1894-1987), I: 425 n; III: 55, 324 + n, 371, 374, 415, 451; IV: 77, 86, 89 + n, 94, 117 x, 128, 153, 165, 205, 214, 216, 295, 297, 408, 490, 492; V: 166 x, 357, 359, 360, 433; VI: 113, 114 n, 419, 493; VII: 31, 409, 452 |
Nijkerk-van den Bergh, Henriëtta E. (Han, 1901-1979), VI: 114 |
Nijlen, Jan van (1884-1965), I: 30 i, 222, 226 n, 227 n, 231, 250, 258, 262 n, 266 + n, 272, 288, 293, 302 n, 351 n, 358 n, 363, 366, 373, 384,
|
| |
| |
386, 393 n, 396 n, 397 + n, 399 n, 415, 418, 425 n, 441; II: 22, 24, 29, 37, 49, 51, 53 n, 54, 75, 76, 82, 93, 94 n, 119, 125, 147, 158, 208, 209, 213, 219, 221, 229, 230, 232, 242, 253, 257, 293, 320, 328 n, 357, 408, 472; III: 42, 67, 76, 89, 176, 183, 188, 196, 255, 292 n, 297, 351, 370, 389, 400, 414 n, 432, 452, 483, 513, 521; IV: 22 n, 35, 63, 76, 93, 95-97, 102, 108, 115, 118, 130, 137, 149, 150, 152, 153, 155, 156, 161-163, 175, 179, 189, 205, 208, 215, 220, 232, 234, 246, 264, 272, 279, 280, 283, 284, 293, 296, 297, 306, 322, 329, 330, 348, 353, 378, 380, 381, 392, 393, 395, 400, 401, 403, 405, 417, 425, 454, 477, 492 + n, 502, 520; V: 28, 36, 50, 67, 107 + n, 116, 117, 122 x, 130, 145, 158, 194-196, 218 x, 221, 247, 285, 300 + n, 309, 325, 334, 336, 380, 381, 401, 402, 412, 425, 426 + n, 427, 431, 442-443, 445; VI: 17, 29, 56, 57, 132, 136, 166, 297, 338, 351, 450, 460, 466, 480; VII: 9 i, 23, 31, 34, 88, 123, 235, 296, 328, 393, 409, 427, 451, 457, 489, 515; VIII: 15, 31, 65, 68, 129, 151, 164, 181, 262, 407, 574; IX: 31-32 + n, 40, 46, 86 n, 121 n, 144, 351
‘Aan Charles Péguy’, I: 389; VII: 19
‘Aan E. du Perron’, VIII: 27 + n, 28 + n
‘Aan een vriend’, I: 226
Het aangezicht der aarde, I: 302 + n, 394 (? bundels); III: 157, 291 n; IV: 280, 283
‘Adieu’, I: 262, 263
‘Bezoek aan het ouderhuis’, IV: 334 + n, 417 n, 418, 419
‘Bij 't licht der lamp’, I: 226
‘Circuslicht’, III: 333 + n, 334
De dichters van 't Fonteintje (bloemlezing); zie aldaar
‘Die goede L.’, I: 399 + n
‘Doodendag te Calevoet’, VIII: 27 + n
‘E cinere Phoenix’, I: 226
Gedichten, gekozen uit zijn bundels [...], IV: 492; V: 113 + n, 188, 193, 198, 199, 426 (?); VIII: 27 Gedichten, 1904-1938, III: 151 + n, 483; IV: 401 (?), 492; V: 67, 188, 199; VII: 457 + n; VIII: 21 + n, 26-28 + n, 66-68, 73, 108, 156, 161, 181
Geheimschrift, Gedichten, IV: 284 (bij Enschedé), 438, 489, 492, 502; V: 188; VIII: 229 n
‘De goudvisch’ VII: 19 + n
‘De haven’, III: 291 n
Heimwee naar het Zuiden, I: 226 + n, 228, 262, 358 (je bloeml.), 389, 394, 403-407 + n, 409, 412 (dichtb.), 415 (10 en 5 exx.), 417, 418; II: 125; III: 157 + n; IV: 283; V: 188, 198 (mijn keuze); VI: 448 + n; VIII: 27, 67
‘Herfst in het dorp’, VIII: 67 + n
‘Hondsdagen’, I: 226
‘Hij die droomde van 't paradijs...’, II: 57 n, 124
‘In memoriam Jakob Smits’, II: 57 n, 124
‘In memoriam Karel van de Woestijne’, II: 51, 57 + n, 58
‘Langs de vaart’, I: 226
‘Lente-liederen I’, I: 226 (‘Het is zoo innig droef...’) Het licht, I: 226, 394 (? bundels); III: 157 + n; IV: 164; V: 198; VIII: 66, 67 n
‘Lied’ (= ‘Oktober’), I: 226 (‘Zoo blij, zoo blank’); V: 199
De lokstem en andere gedichten, I: 206 + n, 216, 226, 262 n, 394 (? bundels); III: 151, 483; IV: 283
|
| |
| |
‘De mislukte verloren zoon’, VII: 18
‘Na den zomer’, I: 226
Naar 't geluk, I: 226, 394 (? bundels); III: 157 + n; IV: 164; V: 198; VIII: 27, 67 + n
‘Nieuwe gedichten’, VI: 485 + n; VII: 18 + n
‘Optimistisch lied’, VIII: 229 + n
‘De oude idealist’, IV: 150 + n, 180
‘Revolutie’, I: 226
‘Schaduw en licht’, VII: 19
‘Scottish terrier in een koffiehuis’, III: 333 + n, 334
‘Treurmarsch voor twee ooms’, IV: 150 + n, 180
‘Trouw’, I: 226
‘De tulp’, I: 226
Verzen, V: 198; VIII: 66,67 n
De vogel Phoenix, I: 206 + n, 216, 226, 394 (? bundels); III: 151, 157; IV: 283, 284
‘Voorjaar’, VII: 19
‘Het wachtwoord’, I: 226
‘Wensch’, I: 226
‘Het wonder van de kermis’, II: 51, 57 + n, 125
‘Het ziekenhuis’, IV: 150 + n, 180
‘Ziekte’, IV: 150 + n, 180
‘Zomer in Gelderland’, I: 226
‘Zoo blij, zoo blank’, zie ‘Lied’
‘De zooveelste lente’, IV: 334 + n
‘De zwaluwen’, I: 389 |
Nijlen, Karel-Benoît van (Charles, 1921-1945), II: 40 + n; IV: 484 + n; V: 188; VII: 424 |
Nijlen, Maria van (1891-1968), II: 422 + n |
Nijlen, Sophie van (geb. 1916), III: 414, 435, 440, 519-520; IV: 29, 123, 180, 276, 324, 334, 484; V: 188, 336; VI: 494; VII: 424 |
Nijlen-van Eeckhoven, Margaretha J.B. van (Griet, 1886-1963), I: 307, 393 + n; II: 246; III: 339; IV: 483; V: 188, 336; VII: 424 |
Nypels, Charles (1895-1952), I: 160; II: 258, 304, 324, 336, 375 + n, 441 + n, 449, 469; III: 184; IV: 33, 253; V: 262 |
Nypels, George (geb. 1885), VIII: 478, 479 x + n |
Nyssens, IV: 224 + n, 406; VI: 128, 175 (dokter) |
Nijvel, Jan van, III: 139 + n, 140 + n, 321 + n; IX: 83 |
|
O. en E., zie Departement van Onderwijs en Eeredienst |
o.k.k., zie Oefening kweekt kennis |
Obey, André (geb. 1892)
Loire, IV: 154 + n |
Obolensky, S.S. (1908-1980), IV: 444 |
Ochtendpost, De (periodiek), VII: 160 n, 406, 407 n, 431, 464 (groene vod), 521; VIII: 17 (groenekrantenstukken), 106, 199, 200, 483 n; IX: 243 + n |
Odyssée, L': Homerus |
Oefening kweekt kennis (o.k.k.; letterkundig genootschap), IV: 497 n; VI: 394 n |
Oefeningen: v.d. Veen |
Oepts, Wim (1904-1988), V: 62 |
Oera-Lindaboek, IV: 445 + n |
Oever, Karel van den (1879-1926), I: 196 |
Offenbach, Jacques (1819-1880), III: 44, 364 |
Officieële bescheiden betreffende... Multatuli: de Bruyn Prince |
Oger Frères Tailleurs (Batavia), VII: 85 |
Ohnet, Georges (1848-1918), I: 214 + n |
Oldenbarnevelt, Johan van (1547-1619), VII: 39 |
| |
| |
Olga, IX: 21 |
Oltmans, J.F. (1806-1854)
De schaapherder, I: 170 + n; V: 203 + n |
Omar Khayyām, Abū'l-Fath (1048-1131), I: 157 + n, 195, 245, 303; III: 31, 57; IV: 11, 380; VI: 129, 149, 153
Quatrains (vert. door Ch. Grolleau), I: 195 + n
Rubaiyat (vert. door P.C. Boutens), VIII: 412 + n
The rubáiyát (vert. door E. Fitzgerald), I: 245 + n; II: 230; III: 522-523; IV: 11 |
Omboni-Etzerodt, Stefanie (1837-1917), VIII: 410 n, 469 |
Ombre du caudillo, L', zie Guzman, Sous l'ombre du caudillo |
Onder God's ogen: v. Duinkerken |
‘Onderschatting en overschatting’, zie ‘Overschatting en onderschatting’ |
‘Onfatsoenlijk meneer, Een’, II: 475 + n, 477, 478; III: 13 (uitknipsel) |
Ongelooflijke avonturen van Bram Vingerling, De: Roggeveen |
Ongelukkige, De: Couperus |
‘Ons deel van Europa’: dp |
‘Ontmoeting met “Indonesiërs” (Zijlicht op de provincie)’: dp |
‘Ontslag van Ed. Douwes Dekker als assistent-resident te Lebak, Het’: Saks |
‘Ontwerp van den brief aan den G.G.D. v. Twist’: Multatuli |
Onvoltooid verleden, Gedichten: Binnendijk |
‘Onwaardig en onwaar’: Seubring |
‘Onwaardig en onwaar’: Wormser |
Onze kunst (periodiek), I: 307 |
Onze litteratuur in beeld (samengesteld door J. Kuypers en Th. de Ronde), V: 249 + n, 260 + n, 262, 311 |
Onze mille verges, Les: Apollinaire |
‘Onzekeren, De’: dp |
Oom Tom, pers. uit Stowe, De negerhut van Oom Tom, zie aldaar |
Oord, Marietje van, I: 370 |
Oordt, H.L. van
Van crisis tot oorlog, II: 85 n |
Oorlog en vrede: Tolstoj |
Oost-Azië: Ravenswood |
Oost-Indisch landjuweel (bloemlezing door S. Kalff), VIII: 84 + n |
Oost-Indische thee-boom, De (bloemlezing), VIII: 110 + n |
Oost-Indische uitspanningen: Verbeet |
Oosten, A.J.D. van (1898-1969), IV: 79 n
Het vuurwerk, II: 474 n |
Oosterhout, R.A.
De Fransche omwenteling aan het Nederlandsche volk verteld, II: 324 + n, 335 |
Oostindische nouvelles, VII: 403 |
‘Op den kandelaar’ (rubriek in De nieuwe eeuw), III: 114 |
‘Op een scheikundeleeraar’: v. Aart |
‘Op mijn broer’, zie J. de Decker, ‘Aen mijnen broeder op Batavia’ |
Opbouwen (periodiek), I: 172 + n, 195 |
Openbaring van Johannes De, (Bijbelboek), I: 93 (Apocalypse); II: 332 n |
Opregte Haarlemsche courant (periodiek), VIII: 581 + n |
Opstandigen, De: v. Ammers-Küller |
‘Optocht in den avond, De’: Chasalle |
Opwaartsche wegen (periodiek), I: 57 n; II: 384, 433, 440, 442-444, 447, 448 n; III: 315 n; IV: 53 |
‘Oriana’, zie Tennyson, ‘The ballad of Oriana’ |
Orient, D' (periodiek), IX: 181 |
Oriënt express: den Doolaard |
Orléans, Charles d' (1391-1465), VI: 169 n |
| |
| |
Orléans, Ferdinand Philippe Louis, hertog van, (1810-1842), II: 420, 421 |
Ormesson, Alexeï (= Alexis Ormuszon, geb. 1904), III: 227, 231 (danseur), 315, 380, 381; IX: 73 + n, 79, 82 |
Orpheus in de dessa: Wit, A. de |
‘Orphicum litus’: Kochnitzky |
Orsay, A.G.G. d' (1801-1852), II: 156 |
Ortega y Gasset, José (1883-1955), IV: 393; V: 141; VI: 206; VII: 176 De opstand der horden (vert. van La rebelión de las masas), IV: 389, 393; V: 141 |
Ortman, Theo, III: 107 n (= II: 204) |
Ortt, Felix (1866-1959), VI: 49, 50, 70 n
Aan mijn zusje (brief over het geslachtsleven), VI: 49
Tweede brief aan mijn zusje, over verloving en huwelijk, VI: 49 |
Os, C.H. van
‘Tusschen de schaduwen’, VII: 234 + n |
Ostaijen, familie Van, I: 219, 220, 284 |
Ostaijen, Constant H.J. van (1887-1928), I: 220, 221 (broer), 229, 235 x + n, 247, 275, 284 + n, 286, 304 |
Ostaijen, Hendrik Pieter van (1852-1932), I: 220, 221, 353; II: 98, 324; III: 213 |
Ostaijen, Paul van (1896-1928), I: 30 i, 31 i, 34 n, 35 n, 36 n, 38, 45-47 + n, 51 n, 52, 55 n, 56 n, 57 n, 58 n, 61, 63 + n, 64 n, 66-68 + n, 77, 87 n, 88 n, 95, 96, 103, 115 n, 122, 126 x + n, 127, 130, 136 n, 139 + n, 150-153 + n, 155, 156, 158, 160, 164-166 + n, 171-173 + n, 175-179 + n, 187-191, 193, 196 + n, 199 n, 202 n, 204-206 + n, 209, 211, 212 n, 216 n, 218-230 + n, 234 n, 235, 247-249, 254, 262, 275, 279-282 + n, 285, 292, 293, 296, 297, 302-306, 321, 324, 331, 334, 336, 338-342, 345, 347, 350, 352, 353 + n, 358, 365, 374, 379, 380, 391, 400 + n, 410, 439, 446; II: 19, 60 + n, 72, 80, 98, 123, 124 + n, 129 n, 138, 168, 173, 209, 238, 246, 259, 272 (de mens), 286 + n, 287, 324, 325, 331, 345 n, 347, 401 n, 402 x, 407, 408, 426-428, 446, 453, 472, 476, 491; III: 11 + n, 12 + n, 68 + n, 69 n, 82, 86, 133, 141 n, 178 + n, 179, 206, 212, 232, 249, 301, 302, 326, 329, 400 n, 426, 445; IV: 120, 121, 202, 343; V: 187, 203, 255; IX: 21, 22 n, 23 n, 24 + n, 34, 58 n, 75
‘Aan mijn vriend René Victor’, I: 223
‘De aarden vaas’, zie ‘Snijd van de struik de seringen...’
‘Alpejagerslied’, I: 140, 149, 159, 168 + n, 178, 190, 210 (twee gedichten), 214 n, 247, 269
‘Angst, Een dans’, I: 223
‘De appel’, I: 65
‘Appendix’ (afdeling in Gedichten), I: 235, 247-249, 261
‘Avond’, I: 223, 224
‘Avondlied’, I: 65
‘De bankroet-jazz’, I: 248
‘Banlieue’, I: 247
‘Barbaarse dans’, I: 142, 143, 145, 146, 164, 223, 229, 338, 439; III: 133, 426; IX: 34
‘Barbaarse dans en andere gedichten’ (bloemlezing door dp; niet gerealiseerd), I: 439; II: 331; VII: 117 + n, IX: 34
De bende van de stronk, I: 221, 227, 249; II: 124 + n, 128, 129, 138, 197, 238 + n, 286, 287; III: 179,
|
| |
| |
206, 212, 213, 232 + n, 270 + n, 301; IX: 58 + n, 75, 77
‘De bende van de stronk en andere grotesken’ (niet gerealiseerd), I: 221, 249, 379, 380; II: 287; IX: 58 (ene deel)
‘Berceuse presque nègre’, I: 65, 247
‘Het beroep van dichter of qui s'accuse s'excuse’, I: 249
Bezette stad, I: 64, 148 + n, 221, 223, 235; II: 286 n; III: 133, 426
‘Boere-charleston’, I: 149, 159, 168 + n, 178, 187, 190, 202, 210 (twee gedichten), 247, 269, 324, 373 + n
Het bordeel van Ika Loch, I: 59 (uw grotesken), 61 (tweetal grotesken), 67, 68 + n, 221, 249, 379; II: 238, 286 + n, 287, 305; III: 179; V: 201 n, 203, 223, 255, 318, 370; VIII: 365
Brieven uit Miavoye, I: 400 + n, 414; II: 238 (brieven), 249 + n, 272; III: 68, 178, 179, 302, 322 + n, 326, 329, 426 + n; IX: 77
‘Burssens, Du Perron en ik’, IX: 58 + n
Diergaarde voor kinderen van nu V: 187
‘Du gute Kuddelmuddelmutter Erde’, I: 345 + n
‘Eerste boek van Schmoll’, I: 66 + n, 229 + n, 246, 248, 285 + n, 338, 439; II: 331; III: 133; IX: 34
‘F. Jespers schildert een haven’, I: 234 + n, 247 + n
‘Facture baroque’, I: 247
‘Februarie’, I: 224
‘Feest’, I: 56 (gedichten), 59 (verzen), 61 n
‘De feesten van angst en pijn’, I: 222-224 + n, 228 (ms.) x, 229, 235, 248, 339, 439; II: 331
‘Gebruiksaanwijzing der lyriek’, II: 446
‘Gedichten I en II’, I: 274
Gedichten, I: 218-221, 227-229 (bundel, boek), 234-236 + n, 240, 248, 261, 263, 274, 281 (bundel), 284-286 + n, 302, 303, 338 (bundel), 374, 386, 410 n, 439 n, 442 (die oplage), 447 (oplaag); II: 402; III: 133 + n
‘De gehouden hotelsleutel of de kleine, domme daad’, I: 249
‘De generaal’, I: 248 (lange verhaal), 249
‘Groteske gedichten’ (afdeling in Gedichten), I: 247-249
‘Haar ogen of de goed gebruikte wensvorm’, I: 56 (gedichten), 59 (verzen), 61 n
‘Henri Bruning en Albert Kuyle’, I: 338 + n, 340 x
‘Herfst’, I: 224
‘Hiërarchie’, I: 249
‘Huldegedicht aan Singer’, I: 67 n, 234, 247, 249; II: 401 + n, 402, 407 n
‘Ik sta nu eenmaal voorbij de grens...’, I: 223 (gedicht dat op blz. 82-83 staat)
‘In memoriam Herman van den Reeck’, I: 229
Intermezzo, I: 248
‘James Ensor’, I: 65, 224
‘Jonge lente’, I: 224
‘Jus primae noctis’, I: 249
‘Kluwen van Ariadne’, I: 149 (proza), 159, 164, 168 + n, 178, 221, 224, 249, 269; V: 187
‘Koffiehuis’, I: 224
‘Een kort opstel over koloniale politiek’, I: 249
Krities proza I en II, I: 221, 235, 338 + n (I), 340 (I), 353 n (I), 375 (I + II), 379 (I + II), 380 (I + II), 386 (I), 414 (I), 420 (I), 422 (I),
|
| |
| |
423 (II), 437 (I), 439 (I), 442 (I); II: 60 (I), 98 (I), 402 (II), 465 (II), 472 n (II), 475 (II), 476 (II); III: 12 (II, exx. op Pannekoek), 154 (II), 178 (II), 179 (I + II); IX: 58 + n
‘Land avond’, II: 331
‘Leven’, I: 261 + n
‘Lied voor mezelf’, I: 65, 221
‘Liedje’, I: 223, 224
‘De man met de zwijnskop’, I: 249
‘Marc groet 's morgens de dingen’, I: 56 (gedichten), 59 n, 61 n
‘Marcel Schwob’, I: 221
‘De marsj van de hete zomer’, I: 223, 261
‘Maskers’, I: 227 n, 228
‘Melopee’, I: 137, 190, 191
‘Metafiziese jazz, II: 331
‘De moordenaars’, I: 227 n, 228
‘Music-Hall’, I: 224
Music-Hall, I: 66 + n, 221, 223, 224, 226, 228, 229; II: 331; III: 11, 133
‘Mijn ogen zijn omfloersde tamboerijnen...’ (= ‘Gedichten II’), I: 274
‘Mythos’, I: 274
‘Nachtelike optocht’, I: 190, 191
‘Ogen’,I: 212, 213, 218, 247 (laatste gedichten), 248
‘Oppervlakkige charleston’, I: 115, 247
‘De oude man’, I: 212, 213, 218, 247 (laatste gedichten), 248
‘Plakkage (Nr 2)’, I: 223
‘Poème’, I: 247 + n
‘Quelques notes sur la situation artistique en Flandre’, IX: 58 + n
‘Le renouveau lyrique en Belgique’, IX: 58 + n
‘Rijke armoede van de trekharmonika’, I: 274 + n; III: 18; IX: 24 n, 25 n
Self-defense, III: 68; V: 187, 191, 194; IX: 58 n
‘Het sienjaal’, I: 65
Het sienjaal, I: 65, 66 n, 221, 223, 224, 226, 228, 229; II: 331; III: 11, 133 |
‘Snijd van de struik de seringen...’ (= ‘Gedichten I’), I: 274
‘Souvenir’, I: 274 n, 342 + n, 439; IX: 25 n
‘Stad’, I: 65
‘De stad der opbouwers’, I: 68 + n
‘Stemming’, I: 223, 224
‘Thématique’, I: 247 + n
De trust der vaderlandsliefde, I: 59 (uw grotesken), 61 (tweetal grotesken), 64-67 + n, 221, 248, 249, 379; II: 286 + n, 287, 305; III: 179; V: 255; VIII: 365; IX: 58 + n
‘De trust der vaderlandsliefde en andere grotesken’ (niet gerealiseerd), I: 248, 249, 379, 380; II: 287; IX: 58 (2e bundel)
‘Tussen vuur en water’, I: 226, 227 + n, 249; II: 491 + n
‘Twee landelike gedichten voor Heinrich Campendonk’, II: 331
‘Valavond’, I: 223
‘Vergelding’, I: 223
‘Verlangen’, I: 65
‘Verzameld verhalend proza’ (niet gerealiseerd), II: 238, 286-287, 324-325, 345 + n; III: 12, 179, 206, 212, 232; IX: 58
‘Vlerken’, I: 56 (gedichten), 59, 61 n
Vogelvrij, Grotesken, I: 219, 221 + n, 236 n, 248-250, 379; II: 286 + n, 287, 305; III: 179
‘Wederzien’, I: 223
‘Wiegeliedje voor de geliefde’, I: 65, 224
‘Zaaitijd’, I: 224
|
| |
| |
‘Zelfbiografie’, I: 274 n, 281 (onuitgegeven bijdrage); IX: 25 + n
‘Zelfmoord des zeemans’, I: 247 |
Ostaijen-comité, Van, zie Paul van Ostaijen-comité |
Ostaijen-Kunnen, Maria C.L. van, I: 380; III: 213 |
Ostmeier, J.J.B.
Karjani, De loerah van Tjibodas, IX: 398 |
O'Sullivan, V.
Aspects of Wilde, VII: 256 + n, 260, 308 |
Oswald, Marianne (= Sarah Alice Bloch, geb. 1901), IV: 420, 438, 452; VII: 295 |
Ottema, Nanne, VI: 356 + n |
Otten, Jeanne, VI: 179 |
Otten, Jo F. (1901-1940), I: 383; II: 46 n, 100, 471; III: 98 (?), 118, 200, 478 + n; IV: 241 + n; V: 401; VI: 32, 79, 141, 444; VIII: 534 n, 535, 576; IX: 43, 67, 186, 329
Angst, Dierbare vijandin, VIII: 534 n
Bed en wereld, IV: 73; VIII: 534 n
‘Bij den vijftigsten sterfdag van Multatuli’, VIII: 535 + n
‘Machiavelli en Multatuli’, VIII: 535 + n, 555
‘Mirsky over Lenin’, III: 184 + n
‘Noodlottig vaderschap’, V: 371
‘Tijdschriften’ (rubriek in NRC), VI: 444 + n, 449 (knipsel); VII: 35 + n, 36 (tekst)
Verloren vaderland, I: 394; II: 79; III: 36, 46 |
Otto III, zie ter Braak, Kaiser Otto III |
Ottow, Samuel Julius
De oorsprong der conservatieve richting, VIII: 334 + n |
Oubliette, De: Vestdijk |
Oud Batavia: de Haan |
Oud Kangeanner (ps.), IX: 16-18
‘Controleur Beynon en de Kangean-eilanden’, IX: 16 + n, 324-325 (tekst) |
Oude Prins, De, zie Café's |
‘Ouderlijk huis’, zie Marsman, Zelfportret van J.F. |
Oudshoorn, J. van (ps., zie ook Feylbrief, Jan K.), I: 362 n; II: 225; III: 150; VI: 405
‘Kristallen’, VI: 404 n, 405 |
Oustric, IV: 443 + n |
Outhoorn, Willem van (1635-1720), VII: 400, 404 |
Ouvré, Achille (1872-1951), I: 99 |
‘Over het “kreatieve” in onze nieuwe poëzie’: dp; Marsman |
Overbeke, Aernout van (1632-1674), VIII: 105 + n
Rymwercken, VIII: 104, 105 + n, 109 |
‘Overgang’ (door Forum-redaktie), IV: 405 n |
Overjas, De: Berghen |
Overman, G.H.C., VII: 281, 282, 303, 340, 354, 358, 359, 388; VIII: 474 |
‘Overschatting en onderschatting. Een enquête onder de Nederlandsche schrijvers’ (in Het vaderland), V: 134 + n, 167 + n, 203; VI: 72, 322 n; IX: 160 n |
Overstraeten, Edouard van (geb. 1891), II: 8 i, 387 + n, 390 |
Overstraten, P.G. van (1755-1801), VII: 505 + n |
Overzicht, Het (periodiek), I: 30 i, 36 n, 38 n, 45 n, 51, 56, 57 + n, 123, 334; VIII: 39 |
Overzicht, Het (uitgeverij), I: 36 n, 51 n; VIII: 364 |
‘Overzigt, Het’ (periodiek, niet gerealiseerd), VIII: 190 + n |
Oxford Shakespeare, The, zie Shakespeare, The complete works |
| |
| |
Oye, Eugeen van (1840-1926), VIII: 70 |
|
p.e.n.-club, II: 441; III: 135 + n, 136, 279 n, 458; IV: 177 + n, 179, 339 (Doebrovnik), 350 n; VII: 201 + n, 229; IX: 73 n, 125 |
p.i.d. (Politieke Inlichtingendienst in Nederlandsch-Indië), VIII: 49, 50, 54, 502; IX: 252 |
p.n.i. (Pendidikan Nasional Indonesia), VIII: 290 n |
Paaltjens, Piet (ps., 1835-1894), II: 242 n |
Paap, Willem A. (1856-1923), VI: 160, 180, 207; IX: 189
Vincent Haman, I: 395; II: 467; IV: 267; VI: 131, 153, 158, 160, 164 (Moree), 180 (visie), 207 + n; IX: 189 + n |
Padjadjaran, Zie dp, ‘Oudheden op West Java 1 en II’ |
Paerels, Willem (1878-1963), I: 302 + n |
Pahud, Charles Ferdinand (1803-1873), VII: 86; VIII: 173 + n, 335, 520 |
Paix par le droit, La, IV: 461 |
Palais des Beaux-Arts (Brussel), I: 321 n; II: 345, 349; III: 169 |
Palante, Georges (1862-1925), V: 127 + n, 128; VI: 64; VII: 95; IX: 146 n, 152 n, 181, 194 |
‘Palladium’ (serie), IV: 478-479 |
Pallandt, Van III: 381 |
Pallavicini, VII: 473, 476 |
Palmer van den Broek, W., IX: 394 + n, 397 + n |
Paludes: Gide |
Pan: Gorter, H. |
Pandji-verhalen, VI: 419; VII: 413 + n; IX: 394 n, 395 n, 396 n, 403 + n |
Pané, Armijn (1908-1970), VII: 54 + n, 67, 68 + n, 78, 79, 416 n; VIII: 182 + n |
Pané, Sanoesi (1905-1968), VII: 416 + n, 418; VIII: 81 + n |
Panferov, F.I. (1896-1960), VII: 152; VIII: 447 |
Panhuijsen,Jos (1900-1986)
‘Jan Engelman’, V: 179 + n |
Pannekoek, G.H. (1882-1965, zie ook Gravesande, G.H. 's-), I: 84 (interviewer), 128 + n, 200 n, 392, 438; II: 150, 177, 216, 226, 386; III: 465, 475, 476, 484-487, 489, 496; IV: 109, 115, 117, 118, 183, 316, 352, 365, 379, 389, 413; V: 336; VI: 47, 134, 328; VIII: 192 |
Pannekoek, J.H., VIII: 207 |
‘Panopticum’ (rubriek in Forum), III: 108 + n, 173 (rubriek), 220, 223, 261 n, 279 n, 305, 313, 383, 418, 422, 434, 438 n, 451, 452, 491, 497; IV: 19-21, 27, 33 + n, 34, 53, 73, 74, 79, 82, 86, 147 n, 177, 179, 184, 192, 224 n, 259-261, 273 n, 284, 376 n, 417 n, 428, 445 + n, 486, 502; V: 8 i, 75, 149 n, 156, 167 n, 169, 188, 229 + n, 231, 430, 447 n; VI: 19, 28; VIII: 29; IX: 75, 77, 78, 83 n, 87, 97 + n, 106, 114 |
Panorama, zie J. Greshoff en J. de Vries, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde |
‘Panthéon’, zie ‘Klassiek letterkundig panthéon’ |
Panza, Sancho, pers. uit Cervantes, Don Quichotte, zie aldaar |
‘Papegaai, De’: Dekker |
Paradise regained: Marsman |
Pararaton (Ken Arok), of Het boek der koningen van Tumapěl en van Majapahit, VI: 135 + n, 137, 391, 477; IX: 393 + n |
Parasieten, De: Kelk |
Parc, IV: 337 |
Pareau, N.E.M. (ps., 1906-1981) VIII: 545 |
| |
| |
Parfentiff A., VI: 68 (russischen emigrant) |
Parindra (Partai Indonesia Raja), VIII: 290 + n |
Paris, H.J. (uitgeverij), IV: 208; VII: 410 |
Paris de nuit: Brassai |
Paris-soir (periodiek), IV: 502 |
Parker, Claire, IV: 86 (vriendin), 349 |
Parker, Dorothy (1893-1967) Laments for the living, IV: 46 n |
Park-Hotel, zie Hotels |
Parkzicht, zie Hotels |
Parlando: dp |
Parnassus kunstkabinet, of Verzameling van weergadelooze dichtstoffen, VII: 401, 404 |
Parra, T.M. de la, VIII: 135, 137 |
Parra, Petrus Albertus van der (1714-1775)
‘Autobiografie’, VIII: 114 + n |
Parry, Roger (1905-1977), IV: 525; V: 24, 297 (onderbuurman); VI: 298; IX: 211 + n |
Partai Nasionalis Indonesia, VII: 420 n; VIII: 290 n |
Partij remise: Last |
Pascal, André (ps., 1872-1947)
Pranzini, Le crime de la rue Montagne, IV: 278, 280 |
Pascal, Blaise (1623-1662), IV: 203; V: 10 + n, 14; IX: 73 n |
Pascoaes, zie Teixeira de Pascoaes |
Pasjir, VI: 408 |
Passage, zie Café's |
Passage des anges, Le: Périer |
Passe-temps: Léautaud |
Passeur (ps., 1899-1966), V: 385 + n |
Passinheros, zie Fado dos Passarinhos |
‘Pastiche romantique’, zie dp, ‘Pastiche-Nerval’ |
Patah, VIII: 96 + n, 225, 227, 231, 532; IX: 9 i, 130 + n, 392 n, 393 n, 395 n |
Paté, Henry (1878-1942), IX: 234 + n |
Pater, Walter (1839-1894), I: 360; II: 179, 181, 376, 380, 481
Marius the Epicurean, II: 69, 70 |
Patou, Jean (1887-1936), IV: 438, 461 |
Patow, George, III: 187 n |
Patriottentijd, De: Colenbrander |
Patroclos (beeld), VI: 119, 120 |
‘Patru et d'Ablaincourt’: Larbaud |
Patru, Olivier (1604-1681)
La vie de Monsieur d'Ablancourt, suivie du discours et des letters de M. d'Ablancourt à Monsieur Patru
(Préf. par Valery Larbaud), IV: 491, 494 |
Patijn, J.A.N. (1873-1961), VI: 489 + n |
Paul-Boncour, Joseph (1873-1972), III: 507 (ministerie) |
‘Paul van Ostaijen en de kritiek’: Burssens; Brunclair; dp |
Paul van Ostaijen-comité, III: 138, 139, 141 + n, 143, 153 n, 154 |
Paulhan, Frédéric (1856-1931), VIII: 169, 198 + n, 199, 210 x; IX: 70 + n
Les caractères, VII: 339, 340
De leugen in het karakter (vert. van Les mensonges du caractère), VIII: 11 + n, 198
Réflexions, III: 456, 463, 502; VIII: 103 x + n, 106, 198 + n, 199, 210 x, 595 x; IX: 70 n |
Paulhan, Jean (1884-1968), I: 98 n, 283 + n; II: 294 + n; III: 441 + n, 447, 456-458, 460, 461, 463, 480; IV: 97; V: 56; VIII: 198 n, 210 x
Jacob Cow le pirate, ou Si les mots sont des signes, II: 404 + n |
Pauporté, I: 204 |
| |
| |
Pauvre chemisier, Le: Larbaud |
Pauwels, François D. (1888-1966), IV: 466 |
Pavillon de Marsan, IV: 426 |
Payot (uitgeverij), II: 180; VI: 301 |
Payot, N.G.
Être belle, VIII: 108 + n |
Paz, Magdeleine, IV: 109 n |
Peaux, Augusta (1859-1944), II: 43 + n |
Pée, Julius (1871-1951), VI: 408, 411, 417, 428, 469, 479, 494; VII: 184 + n, 263, 458, 459; VIII: 346 + n, 358, 404 + n, 405 + n, 410-414 + n, 416, 419, 423, 424, 429 n, 430 n, 441, 445 n, 451, 453, 474 n, 499, 500, 515 n, 539 n, 544, 550, 562 + n, 575, 604
‘Edu’, VIII: 404 + n, 411, 469, 477, 540, 547-549 + n; IX: 258 + n
Multatuli de beeldenbreker (met Roelandt), VIII: 410 + n, 429 + n, 515 n
Multatuli en de zijnen, VI: 373 + n, 387, 389, 396, 408, 411, 416, 417, 419, 428 n, 434, 442, 449, 450, 457, 460-462, 469 + n, 479, 481, 485, 494; VII: 21, 84, 93, 282 + n, 458, 459; VIII: 256, 403-405 + n, 411-414 + n, 416, 423, 424, 429 + n, 430, 477 n, 478, 543, 547, 549, 583 + n
Multatuliana, VIII: 404 n, 419, 429, 444
‘Nonnie’, VIII: 547 + n, 572, 585 |
Pée, Willem (1903-1986), VIII: 573, 574, 584 |
Peeters, Josef (1895-1960), I: 30 i, 35 n, 36 n, 38 n, 40, 45 n, 46, 49 n, 55-57 + n, 59-63 + n, 67 + n, 71 + n, 73, 74, 77, 80, 81, 87, 108, 117, 201, 237, 300, 325; II: 158, 287; III: 168; IV: 343; VIII: 363, 365; IX: 21, 327
‘Driehoek-manifest voor schilderkunst’, I: 71 n
‘Katéchéô aan den kunstliefhebber’, I: 46 + n
‘Over kunst’, I: 46 (stuk), 49 (stukken), 50 (jouw artikel), 52 (artikel), 61 n |
Pegasus (uitgeverij), VI: 389, 396, 435; VII: 50, 118, 134, 167, 180 |
Pegasus, zie Donker, De schichtige Pegasus |
Péguy (boekhandel te Parijs), VI: 136 |
Péguy, Charles Pierre (1873-1914), IV: 107, 108, 160; VI: 136
Notre jeunesse, IV: 107 |
Peisson, Edouard (1896-1963)
Une femme, V: 144 |
Péladan, Joséphin (1858-1918), VIII: 469 + n
Les amants de Pise, II: 467 |
Pellecom, Aleida van Martha, VI: 309 + n |
Pellerin, Jean (1885-1921), III: 445
La romance du retour, III: 445; VIII: 58 |
Pelletan, Edouard († 1912), IV: 256 |
Pellico, Silvio (1789-1854), I: 194, 197; II: 409
Le mie prigioni, I: 194 n; II: 409 |
Pen op papier, De: Nijhoff |
Penses-tu réussir?: Tinan |
Pensioen: Elsschot |
Pensionnat de l'Athénée Provincial du Centre (kostschool te Morlanwelz-Mariemont), IV: 102, 172; VI: 68 + n, 156, 157, 161, 228, 288, 348, 349 (schoolnota's), 399 (schoolgeld), 434; VII: 135; VIII: 571; IX: 253 n, 254, 255 |
Pensions
Baanders (Amsterdam), VIII: 265 + n
Bon Accueil (Gistoux), III: 119, 141, 159, 163, 175, 182, 391
|
| |
| |
Château des Roses (Gistoux), II: 257
Daheim (Bandoeng), VI: 453, 475, 477
Furonnière (Claix), V: 15, 17, 19, 21, 26, 30; VI: 285 + n
Gedong Mampir (Amersfoort), VI: 259, 266, 267, 269 (Amersfoort) x, 270, 272-276, 279
Herman (Brussel), III: 242, 245, 296, 319
Museum-pension (Amsterdam), II: 94-96, 98, 101, 106, 107 |
‘Penthesileia’: Marsman |
Pepys, Samuel (1633-1703), VIII: 108 |
Perdeck, A. (1888-1973), II: 189 + n |
Perelaer, Louise (Wies, 1907-1967), VII: 315-317, 353 + n, 384 (dames), 400 + n, 406, 465 + n; VIII: 78, 112, 113 + n, 115, 118, 119, 175, 183, 246 + n, 313 |
Perelaer, M.T.H. (1831-1901), II: 149; III: 473; VII: 483 |
Péret, Benjamin (1899-1959), I: 316; II: 197 |
Pericles (± 494-429 V. Chr.), VI: 127 |
Périer, Gaston-Denis
Nègreries, II: 385 n |
Périer, Odilon Jean (1901-1928), I: 30 i, 90-91 n, 92, 93 + n, 168 + n, 199, 225 n, 231 + n, 241, 244 + n, 297; V: 155 n, 181 n
Le citadin, I: 92 |
Le passage des anges, I: 91-94 + n
‘La visite’, I: 199, 200 + n |
Perk, Betsy (1833-1906), VI: 181 |
Perk, Jacques (1859-1881), I: 45; II: 43, 200 + n, 436; IV: 164; VI: 130 + n, 131, 153, 154, 158-160, 162-164, 168, 169, 177-181; VII: 102, 103, 104 (Jaak), 485; VIII: 174, 434 + n, 497, 499
‘À monsieur X. de Reul, D'un subit retour pas à jeun’, VI: 159 + n
‘Aan X. de R., Geoloog en letterkundige’, VI: 159 + n
‘Aandenken (Uit het Fransch van Mathilde)’, VI: 159 + n
‘De briefwisseling Vosmaer-Perk’, VII: 435 + n, 485, 486; VIII: 174 + n, 434 n, 496, 497
Een dichter verliefd, VIII: 174 + n
‘Drie liedjes’, VI: 159 + n; VIII: 204, 205
Gedichten, II: 430 + n (12e dr.), 436 (12e 13e, 14e 17e dr.), 440 (o.a. 12e dr.), 443 + n (1e 2e 3e 4e, 7e, 12e, dr.), 444 (17e dr.), 448; III: 178 (12e dr.), 351; VI: 158, 159 + n (7e dr.); VIII: 431 (Perk-Kloos), 497
‘Iris’, VI: 130, 153, 154, 163, 179, 181; VIII: 204
‘Mathilde, Een sonnettenkrans’, VI: 130, 153; VIII: 431 + n, 435, 497 (3 hss.)
‘Nagelaten verzen’, VI: 130 n, 151 (intieme sonnetten), 154 + n, 157, 158, 164 + n, 179
‘Wat zijn wij menschen toch verfijnde dieren’, VI: 164 + n |
Perk, Marie Adrien (1834-1916), VII: 485 |
Perkens, Duco, zie dp, Pseudoniemen |
Perles de la poésie Slave (bloemlezing), III: 232; VI: 35 + n, 40, 88 |
Permys, Martin (ps., zie ook Premsela, Martin J.), I: 51 + n, 52, 53; II: 199 |
Perron, Alain Eric du (geb. 1935), V: 7 i, 243, 245, 247, 252, 269, 274, 276-279 + n, 282, 286-287, 289 x, 291, 296-299, 301, 307, 310, 311, 315, 317, 321, 324-326, 332, 351, 357, 367, 380, 381, 385,
|
| |
| |
396 (vloo), 401, 416, 419, 420, 423 x, 424, 426, 429, 435; VI: 31, 35, 38, 45, 60, 82, 88, 100, 150, 153, 173, 175, 176, 182, 185, 190, 203, 205, 206, 208, 210, 214, 217, 225, 227, 228, 231, 237, 239, 247, 255, 259, 279, 287, 290, 295, 299, 309, 312, 324, 326, 348, 353, 363, 377, 383, 399, 421, 423, 429, 431, 432, 453, 478, 492; VII: 25, 26, 66, 72, 76-78, 90, 108, 110, 134, 141, 148-150, 154, 156, 163, 164, 170, 229, 254, 261, 351 x, 368, 376, 394, 399, 405 x, 412, 422, 426, 427, 429 x, 432, 433, 437-439, 448, 457, 488, 489, 514, 515, 519, 524, 534; VIII: 48, 50, 65, 71, 100, 103, 104, 168, 169, 201, 216, 221, 224, 238, 242, 244, 252, 257, 262, 264, 277, 279, 295, 296, 300, 316, 322, 326, 333, 339-340, 342 n, 353, 356, 357, 391, 394, 395, 399, 400, 407, 408, 461, 482, 492, 500, 501, 529, 534, 551, 560, 562, 564, 571; IX: 62 n, 164 + n, 165, 167, 168, 175, 177 + n, 183, 190, 211, 221, 223, 226, 235, 238, 255, 371, 384 |
Perron, Betsy du, IX: 55 |
Perron, Charles Edgar du (Eddy, 1899-1940) |
Pseudoniemen van dp
Bombay, Cesar, II: 285 n, 484; VI: 437; VII: 160 n, 195, 200; VIII: 211, 234
Criticus B., II: 205
Grave, Eric, I: 33 n, 34; VII: 145 + n |
Guíla, Bodor, VIII: 363
Kloot van Neukema, W.C. van, VII: 160 n
Kuyck, A.L. van, II: 29 n, 110 + n; IV: 16 n, 226 n, 239; IX: 27 n Perkens, Duco, I: 30 i, 36 n, 37 n, 40, 41, 44-46, 52, 56 n, 61 n, 62, 66, 68 n, 81, 84, 85, 88, 105, 117, 127, 160, 201, 314 n, 350 n, 369, 383; IV: 146; VI: 189-190, 257; VIII: 363-365; IX: 25 + n, 58 n
Stoep, Karel van der, V: 32 |
Portretten en foto's van dp Creixams, P., I: 201, 204; II: 170, 171, 183 + n, 213 (portret); IV: 222 (jongetje), 322 + n, 476 (jongetje); VIII: 363, 364
Jacob, M., I: 69, 201; VIII: 364 Pia, P., I: 295 + n, 297, 303; IX: 24 n
Pohl, A., VI: 209
Willink, A.C., I: 72 + n, 78, 79 + n, 81, 82 x, 307, 316; II: 131, 140, 144 + n
Foto's van dp, I: 62 + n, 297, 369 (fiezelemie); II: 20, 354 + n; III: 171 + n, 448 + n; IV: 113 + n, 155-157, 278 + n, 397; V: 280 + n, 297, 328-329 + n; VI: 36, 48, 70, 107, 108, 115 + n, 298, 333, 335; VII: 47 + n, 139 + n, 221, 241, 307 + n, 308, 368, 410, 440, 442, 495, 525 + n; VIII: 18, 37 + n, 73, 74, 78, 79 + n, 156, 175 x + n, 177, 183, 189 + n, 193 + n, 195 + n, 238, 239, 246 + n, 257, 277-279 + n, 291 + n, 297, 298, 302, 304, 306, 331 n,333 + n, 342 n, 354, 356, 357, 389, 398, 442, 563; IX: 21, 211, 259 n |
Werken
‘Aan Ambrosia’, IV: 15 + n, 33, 92 + n, 118 + n, 129, 224 n, 231 + n, 314, 315, 326; V: 156 (Toevoeging over dichters); IX: 123 + n, 128
‘Aan de familie’ (met Willink), I: 90 n
‘Aan Gerard van Eckeren over het geval Alie Smeding’, I: 131 + n
|
| |
| |
‘Aan de redactie van “het Vaderland”’ (6 juli 1931), III: 131 (tekst) + n, 133, 150, 156, 162
‘Aandacht voor Schotman’, III: 261 + n
‘Aanschouw het schoone land’, II: 237 (tekst)
‘Aanschouwt de moederlijke heuvlen’, V: 94 (tekst)
‘Een achttiende-eeuwer over Shakespeare’, IV: 406 + n; V: 155 (over een opvoering van Hamlet)
‘Adriana de Buuck’, II: 296 + n, 357 x + n, 358, 360
‘Aen den heere J.W.F. Werumeus Buning’, II: 23, 24, 26, 27 (+ tekst), 28-30 + n, 31 (tekst), 33, 35, 36, 38 (sonnet), 45 (sonnet), 65 (sonnet), 85, 96 + n; IX: 36 n
‘Afscheid van Kostersloot’, IV: 400 + n, 402, 428; V: 7 i; IX: 124 + n
Agath, Een sonnettenkrans (onder ps. W.C. Kloot van Neukema), II: 184 + n, 285 n; V: 56; VI: 36, 437, VII: 160 + n, 165; IX: 20
‘Alle Chineezen keezen’, VI: 362, 363 (tekst)
Alle de rozen of het gesprek bij maanlicht + bespreking, I: 203 + n, 319 + n, 322 n, 347 + n, 353 x (mijn stuk), 357 (drukproeven), 373; VIII: 364; IX: 24 + n, 26, 78 ‘Alleen de boomen zijn gebleven’, VIII: 275 + n
‘Als verschuldigd antwoord’ (ongepubl.), IV; 19, 20, 27; IX: 114 + n, 115
‘Als voorbeeld van hygiëne’, IV: 179 + n, 224 n
‘Gli amanti’, II: 191 n, 260 + n, 261 x, 355 + n
‘Ander beeld’, I: 280 + n, 292, 306, 319 n (sonnetten), 347 n; II: 144, 152 + n
‘André Gide en de Hollandsche kritiek’, I: 434 + n, 438 + n, 446; II: 46 + n, 49 (stukjes), 59-60, 62, 63 (veranderd), 65, 83, 84, 96 + n, 105, 283; III: 157, 168; IX: 35 n, 36 n
‘Anthonie Donker als autoriteit’, III: 313 + n, 376 n, 431-433, 436, 437, 454, 459, 477, 503; IV: 33; V: 155 (Nabetrachting); IX: 99 + n
‘Antwoord aan M. Nijhoff’ (ondertekend F. Batten), III: 144 + n, 145 (tekst), 162 + n, 164, 166, 182
‘Antwoord aan Slauerhoff’, VII: 332 n, 382
‘Antwoord op het ingezonden stuk van “Oud-Kangeanner”’, IX: 7 i, 8 i, 16-18 (tekst) + n
‘Antwoord, Opgedragen aan Johannes Greshovius van Nieuw-Helvoet’, III: 256, 257 + n, 261, 279, 283; IX: 73-74 (tekst) + n, 341 (tekst) |
‘Een apostel’, II: 122 + n, 373; III: 230 + n
De arme hemdenmaker (vert. van V. Larbaud, Le pauvre chemisier) + bespreking, II: 332 + n, 456 + n; III: 200, 233 + n, 355 n, 363 (hetzelfde werk), 365 + n, 366, 384 + n, 446; IV: 184; V: 263, 271 + n, 272 (inl. tekst), 397, 412 + n; VI: 85; VII: 451; IX: 167
‘Arthur van Schendel, Enkele aanteekeningen’, I: 146 + n
‘Atje, Otje en Edje’ (niet gerealiseerd), VII: 353
‘Atjeh's epos in proza’, VII: 9 i, 373 n, 461 + n, 491 + n, 492 + n, 496, 511, 514 + n, 516, 525, 530; VIII: 42, 199, 229; IX: 241, 242 + n
|
| |
| |
‘Aubade’, I: 322 + n
‘Auteurs’, I: 96 n
‘Autobiografisch overzicht’, I: 111 n
‘Aux armes, citoyens!’, VIII: 220 n
‘De avonturier’, zie ‘De onzekeren’
‘De avonturiers’, I: 153 + n, 203 (Historie van klappen), 231 (vier verhalen), 262, 291 (vijftal verhalen), 295 (verhaal), 299 + n, 355 (verhalen), 361; II: 244 + n; III: 85, 446
(De) Ballade der polderlandsche onrustige kapoenen, I: 132-136 + n (+ tekst), 139
‘Bandoeng-Utrecht-Otrabanda’ (met Debrot; niet gerealiseerd), VI: 237 n, 299; VII: 222 (boek over Indië)
‘Beb Vuyk's opinie over onze koloniale letteren’, VII: 350 + n, 371 + n
‘De bedelaar onder de boom’, II: 25 (verzen), 52, 66 + n, 68
‘Beeld uit het verleden’, I: 280 + n, 292 (?), 306 (?); III: 446
‘Begin van de lente’, I: 292 + n, 353; II: 121, 122 (sonnet)
De behouden prullemand, I: 123, 201 + n, 364 n; VI: 159; VIII: 364; IX: 20, 21
‘Belangrijk erratum!’, IV: 287 + n
‘De belezen tijdgenoot’, IX: 76 + n
‘Bellen blazen’, VI: 199 + n
‘Benda-Huizinga of het standpunt der “clerken”’, VI: 254 + n
‘De beteekenis van Multatuli’, VI: 389 + n, 396, 417, 435; VII: 7 i (woorden), 134, 159, 167, 170 + n, 177 + n, 179, 180, 313 n
‘Betrouwbaar, daar hij zich nooit vastlegt’, VIII: 408 + n
‘De beving der oude spellers’, V: 149 n
De bewijzen uit het pak van Sjaalman, VII: 283 n; VIII: 8 i, 218 n, 244 n, 251 n, 258, 266-273 + n, 275, 276 x, 282-286 + n, 292, 297, 298, 312, 322, 325, 329, 333-336 + n, 340-344 + n, 346, 348, 350-352, 358, 368-373 + n, 376, 379 + n, 387, 396, 397, 402 n, 408, 417, 418, 422, 423, 426, 428, 446, 450, 472, 476, 491, 494, 503-505, 511-513 + n, 516, 520 n, 521, 528, 531, 535, 537, 556, 558 x, 559, 562, 564, 569, 574-577, 581, 585, 606, 607; IX: 256 + n
‘De bezitting’, I: 280 + n, 292, 306, 319 n (sonnetten), 347 n
‘De bierpiraat’, III: 215 + n, 216 (tekst), 217 x (vers), 218 (sonnet), 242, 243, 257, 260 + n, 261, 279, 283
‘Billets peur elle’, III: 364 + n, 365 (tekst); IV: 272 + n, 492 + n
‘Een biografie van Lenin’, II: 469, 473; III: 12 + n, 15, 50, 444, 449, 453; VII: 238 + n; IX: 78, 122, 123 n
‘Het bittere begin, Fragment van een “conte moral”’, I: 442 n; II: 338 (verhaal in résumé), 341 + n, 345 + n, 346, 351 + n, 354, 358 x + n
Blocnote klein formaat (art. + boek) + bespreking, V: 8 i, 130 + n, 156, 188, 224 n, 249 n, 367 n, 368 + n, 378,424 x, 425 + n, 427 + n, 429 + n, 430 + n, 434, 436, 437 + n, 440, 442 + n, 443, 445, 451-453; VI: 7 i, 8 i, 14, 20, 22 + n, 23, 27-31 + n, 35, 37-41, 43 n, 46-48, 52, 54 + n, 63, 90, 98 + n, 105, 111 + n, 116, 119 n, 122 (proeven), 126, 130 + n, 133 n, 146-152, 156, 157 n, 158 n, 164
|
| |
| |
+ n, 166 + n, 167 + n, 176 + n, 181 n, 184, 188 + n, 192-195 + n, 197 + n, 198, 201, 202 + n, 204 (papieren), 205 (enveloppe), 209 + n, 210, 213-215 + n, 219, 221, 225 n, 226, 233-235 + n, 240, 241, 243, 254, 258, 264 + n, 265, 270 + n, 292, 296, 298, 322 + n, 326 + n, 329 (besprekingen), 330 n, 332, 349 n, 358, 367, 371, 372, 381 + n, 382, 386-388, 397, 404 + n, 416, 418, 492 + n, 495; VII: 20, 21 n, 68-70, 135, 157, 159, 163, 177, 183, 195 + n, 236, 297, 300, 301, 303-306, 320 + n, 360 + n, 361 + n, 382, 383, 436, 468, 477; VIII: 204, 322, 350, 372, 508 + n, 569, 577; IX: 64 n, 136 n, 178-180 + n, 185 + n, 187 n, 188 (notities), 215 n
‘Een bloempje aan 't (het) eind’, I: 42 + n, 43, 73, 74 + n, 80, 87 + n, 103, 108, 129, 131 (5 verhalen), 201, 296 (Bennie); II: 181 (Bennie); III: 446
‘Het boek van Prof. Bousquet’, VIII: 235 + n, 355, 367, 379, 393, 395, 483, 485 + n, 487, 501
‘Boeken met een dubbelen bodem’, VII: 270 + n, 275, 390 + n Het boozige boekje, I: 83-85 + n, 88 (proeven), 89 x (boekjes), 104 n, 108, 117, 123, 141, 201, 334 + n, 361 n; IV: 121; V: 131 + n; VIII: 364; IX: 33
‘Brief aan een Indonesiër’, zie ‘P.P.C. (Brief aan een Indonesiër)’
‘Brief aan een leeraar’, IX: 89 + n
‘Brieven aan de jongelingschap’, VIII: 401 n
‘Brieven uit Holland’, VIII: 235 n, 271 + n, 275, 293, 300 + n, 301, 304, 313 + n, 315 n,352, 483
‘Brieven van een zwaarmoedig auteur’, IV: 33; IX: 78
‘Bij de memoires van Trotzki’ (vert. door dp), zie de Guchtenaere
‘Bij de verzen van A. Roland Holst’, I: 259 (stuk)
‘Bij de vorige aanteekening’, III: 418 + n, 441, 445, 497
‘Bij een bundel van Jan van Nijlen’, I: 227 + n, 228
‘Bij een handvol auteurstekeningen’, VI: 451 n; VII: 38, 117, 241, 298, 435; VIII: 66, 273, 274, 355, 433 + n, 440 + n, 466, 468, 472, 475, 509 n
‘Bij een herlezing van Hamlet’, IV: 417 n
‘Bij een trio tooneelprestaties’ (zie ook, ‘De grote dingen van de planken’), III: 459 + n, 513; IV: 110 + n, 129; IX: 123 + n
Bij gebrek aan ernst (onder ps. Duco Perkens) + besprekingen, I: 30 i, 72 + n, 74 n, 76-78 + n, 81 (mijn boek), 82 (bibliophielen), 84-88 + n, 95-97 + n, 103, 104 + n, 108, 122, 127, 129, 131, 132 + n, 148, 156, 201, 239, 246, 260, 264, 266, 274, 275, 278 n, 288 x, 294, 296 + n, 315 (twee boekjes), 320, 323, 361, 368 + n, 369 n, 383, 387 + n, 414; II: 7i, 35n, 51 + n, 56, 62, 85, 112 n, 131, 172, 181, 244, 305, 477; III: 24 26, 29 + n, 42, 95, 145 + n, 146, 151, 168, 200, 202, 244, 246, 249, 257, 258, 303, 323 (proeven), 327, 328 x, 348, 355, 363, 373, 386, 389, 392-396, 399, 400, 405 + n, 423, 427 (oude oplagen), 439, 444-447 (rotzooi), 449, 451, 453, 456, 501, 506; IV: 18, 54, 114, 115, 120, 121, 196 x, 206, 230, 237, 239, 252 (gele boeken), 253
|
| |
| |
(pak), 277, 278, 316, 320, 477, 491-492, 498; V: 84, 91, 207, 217-219, 223, 327, 340, 428, 431, 432, 438, 440; VI: 37, 69 + n, 229, 230, 232 n, 248 (boeken), 268; VII: 40, 52 + n, 145 n, 185 + n, 197, 285, 286, 451, 456, 479; VIII: 364, 372, 448, 550, 559, 560; IX: 22 n, 33 + n, 343
‘Bij Slauerhoff's proza’ (niet gerealiseerd), VIII: 485, 492, 505, 521, 522, 553, 554, 570; IX: 262 (inleiding), 264, 265, 385
‘Bij wat Stendhal noemt “energie”’, IV: 92 + n, 286, 444 + n; V: 25 + n, 253, 313; VII: 191 + n, 198, 204, 206; VIII: 349-350 ‘Bijdrage nummer zoveel’, I: 55 n, 336 + n, 339 (het mijne), 340 x, 341, 344 (drukproeven), 346 (alles), 350, 352, 353 (mijn stuk), 358 + n
‘Bijwijze van haat’, I: 257-258 (tekst)
‘C'est Mademoiselle Hollande’, III: 375 (tekst), 376 (tekst)
‘C'est pour prendre congé’, IX: 76 (tekst)
‘C.S.W. van Hogendorp’, VII: 504 n; VIII: 167 n
Cahiers van een lezer + besprekingen, I: 30 i, 101 n, 153 + n, 175 n, 194, 195, 197, 202 n, 243, 252, 257 + n, 259, 270 n, 272 n, 277 n, 283, 285 n, 287, 293, 312-315 + n, 317,318 + n, 321 x + n, 322, 324, 326-329 + n, 331, 332, 342, 352 x, 358, 361 + n, 371, 375 x, 380, 383, 386, 427, 433, 434 n, 437, 442, 447 + n; II: 7 i, 46 n, 56, 62, 68 + n, 70, 71, 73, 75, 86 n, 96, 99, 126 n, 138, 139, 154 x, 157, 166, 167, 169 n, 172, 204, 207, 209, 211, 225, 269, 282 + n, 283, 293, 297, 298 + n, 302, 304, 313, 314, 317 n, 323, 342, 358 (journaal), 365, 370 372, 380, 381, 384, 388, 389, 393, 395, 396 (aant.), 400, 403, 407 n, 408, 411, 415, 416, 422, 423, 429, 435, 438, 439 + n, 443, 446-448, 455,459 + n, 463, 475, 481, 484; III: 19, 26, 32, 67-70, 72, 77, 88, 95, 104, 105, 112, 113, 137 x, 138, 142, 143, 168, 313, 323 (3e deel), 367, 368, 423, 446, 501, 506; IV: 17, 18, 32, 47, 156, 175, 237, 239, 252, 293, 341, 344, 354 (boeken), 357; V: 207 + n, 217, 253, 328, 432; VI: 51 + n, 181, 183, 229, 230, 248 (boeken), 268; VII: 256 n, 260 + n, 456, 479; VIII: 46 (kritisch proza), 57 n, 364 + n, 365, 372, 398, 447, 454 n; IX: 28-32 + n, 43, 108, 122 n
‘Carnaval en Aschwoensdag, Een levensbeschouwing van onzen tijd’, II: 8 i (recensie), 240, 241 + n, 247 + n, 251 + n, 268, 271 + n, 273; III: 137, 138; IX: 44 + n
‘De christelijke discipline’, VII: 71 + n, 82, 83, 106
Claudia (onder ps. Duco Perkens), I: 34 n, 38 n, 41, 43, 60, 64 n, 79, 82, 103-105, 108, III n, 131 (5 verhalen), 201; III: 446; VIII: 364, 365; IX: 20, 21
‘De congenitale onmogelijkheid’, III: 261 + n ‘Couperus-bloemlezing’, zie Couperus, ‘Bloemlezing’ (ongepubl.)
‘Cultuur in en uit de lommerd’, VII: 222 n, 255, 274
‘D.H. Lawrence en de erotiek’, III: 108 + n, 124, 155, 314 + n; IV: 33; IX: 72 + n, 78-80 + n, 82 (tekst), 112, 113
‘Daar scheele Hein...’, IV: 273 (tekst) + n, 274 n
|
| |
| |
‘De demonen van Bordewijk’, VII: 255 + n
‘De derde Nameno’, I: 104 n, 131 (een vijfde), 132 + n, 136 + n; III: 446; V: 295; VI: 230; IX: 22 + n, 23
‘Dialoog’, IV: 261 + n, 274, 284, 305 + n; VII: 191 + n
‘Dialoog over het detective-verhaal’, III: 420, 424 + n, 434, 438, 441, 459, 482, 485, 487, 490, 491 x, 493, 496, 507, 508; IV: 30 + n, 33, 46, 114 + n; V: 131 + n, 155; VI: 10 i, 69 + n; VII: 8 i, 139 + n, 298
‘De dichter en de denker’, III: 223 (‘Panopticum’)
‘Een dichter van eenvoud en stilte’, VIII: 21 + n, 27, 28 n, 66, 68, 73, 156, 161
‘Dichters van het berijmd cynisme’, VII: 480 n; VIII: 565 + n, 572; IX: 257 + n
‘Dichterschap en werkelijkheid’, VII: 480 + n; VIII: 28, 29 n, 31
‘De “dingtaal” van een debutant’, VIII: 304 + n
‘De dominees die lijkverbranding preeken’, VII: 521-522 (tekst)
‘Het domste boek van de wereld’, III: 383 + n; IX: 86 + n, 87
‘De dood stelt hij zich voor...’ (onder ps. Karel van der Stoep), V: 32 (tekst)
‘De dorpsschoone’, I: 280 + n, 292, 306, 319 n (sonnetten), 347 n ‘De douairière’, II: 276, 296 + n, 357 x + n, 377; IV: 162 n, 163
‘Het drama van Huize-aan-Zee’ + bespreking, I: 125 + n, 129, 131, 132, 140 + n, 147, 149, 153 + n, 189, 231 (vier verhalen), 291 (vijftal verh.), 355 + n, 361, 416; II: 14 + n, 22 + n, 25, 40, 234, 447, 463, 472; III: 85, 446; V: 12, 201 n, 313 + n, 329, 370, 389, 428; VI: 61, 98 + n, 165; IX: 23
‘Drie dames en een dichter’, VIII: 178 + n, 181
‘Drie liedjes voor licht en donker’, I: 322 + n, 357 (drukproeven)
‘Drie sonnetten’ (in Erts 1930), I: 417 + n; II: 91 (3 verzen); IX: 31 + n
‘Drie sonnetten’ (in GN 1933), III: 445 + n, 448, 499, 509, 513; IX: 99 + n
‘Drie vergeten sonnetten’, II: 122 n, 373 + n; III: 230 + n
‘Droomerij’, I: 363-364 (tekst), 366
Ducroo, zie Het land van herkomst ‘Duymaer van Twist geeft Multatuli gelijk’, VIII: 218 n, 258, 292, 334, 346, 347, 368 n, 406, 463, 515-517 + n
‘E. du Perron over proza, poëzie, kritiek’ (Interview door G.H. 's-Gravesande), I: 438 + n, II: 141 + n, 150 (artikel), 153-156, 162, 170, 171, 181, 183 + n, 201-202 + n, 216 + n, 224-226 + n, 417; VI: 51 + n; IX: 36 n, 37
‘...E poi muori’ (zie ook ‘Godiusfragment’), I: 31 i, 286 n, 287 n, 395 + n, 421 + n; II: 142 + n, 164 n, 223 + n, 224, (titel voor Reinald), 249 (ms. van Reinald), 251, 256, 260, 261 x, 264, 268, 270-271 (ms.), 302, 304, 316, 321, 323, 335 + n, 345, 346, 353, 371, 389, 447, 471 + n, 478, 480, 483 + n, 494 + n; III: 24-26, 29, 46 (fragment), 50 (ms. van Godius), 51, 56 x, 57, 70, 78, 84, 197, 198, 221 + n, 224, 226 (Reinald), 228 (Godius), 242, 250, 328 (boek), 332 x + n, 334, 335, 379,
|
| |
| |
381, 382 + n, 386, 416, 420-422, 429, 430 + n, 437; V: 302 n, 443 + n; VI: 8 i, 162, 163, 165-167, 188 n, 202, 206, 221, 226, 234, 240, 243, 294 + n, 386, 450, 458, 459, 481, 490, 491; VII: 21 + n, 124 + n, 125, 135, 191, 236, 297, 305, 306, 324, 389 + n, 390, 451; VIII: 322, 349-3 50; IX: 120 + n Een tussen vijf (onder ps. Duco Perkens), I: 40-45 + n, 61, 63 x + n, 77-80 + n, 103, 108, 131 (5 verhalen), 201; III: 446; VII: 470; VIII: 364, 365; IX: 20, 21
‘Eens een jong meisje’, VIII: 551 n
‘Eerste dagen van het Bataviaasch Genootschap’, VIII: 98 n, 109 (stukje)
‘En de professor sprak:’, IX: 277 (tekst)
‘De englen van Andalucia’, V: 93 (tekst)
‘Eight and four ounces’, IV: 33
‘En is u kritikus?...’ I: 361 (tekst) + n
‘En, vriend, moeten wij dan ook niet bedenken’, VI: 168-169 (tekst) + n, 179 (pastiches)
‘Epitaaf’, III: 66 + n, 113
‘“Erflaters van onze beschaving”’ (dl. 1 en 2), VII: 396 + n, 411, 428; VIII: 82 + n
Fermina Marquez (vert. van V. Larbaud, Fermina Márquez) + bespreking, V: 8 i, 125 + n, 200, 206, 213, 217, 219, 221, 224, 235, 241, 244, 245, 250, 256, 261, 263, 266, 269, 271 + n, 272 (inl. tekst), 290, 294, 296, 302, 303, 311, 312, 317, 221, 323, 324, 331, 336, 340, 345 x, 348, 349, 353, 357, 362, 378, 391, 396, 397 x, 408, 410, 411 x, 413-415, 418, 420-423, 432, 440; VI: 15, 41, 59, 60,63 + n, 69, 71 x, 85, 105, 117, 326; IX: 167 + n
Filter (onder ps. Duco Perkens) + bespreking, I: 67 + n, 69 n, 71 n, 72 + n, 79, 82, 104, 108, 201, 303, 305; II: 144-145 + n (+ tekst strofe 15); III: 445; VIII: 364; IX: 20 (Het rijm komt weer), 21, 33, 34
‘Fin de siècle’ (= ‘De vrouw op mijn schoorsteen’), I: 292 + n, 353
‘Flirt met de revolutie’, II: 8 i, 446 + n, 487; III: 75 n, 88, 124, 133, 155, 186, 194, 261 + n, 433, 459 + n, 506, 507, 508; IV: 33, 35 + n, 36 n, 41, 48 + n, 52, 54 (eerste stuk), 66, 68, 75, 282; IX: 78, 99 + n, 107 (1e stuk), 109, 110, 112, 115, 116 + n, 119 n
‘Fragment van een niet-verzonden brief aan P.v.O.’, III: 19 + n ‘De francs-tireurs’, II: 144 (tekst), 152
‘Een Frans geleerde over Holland's koloniale politiek’ (zie ook ‘Het boek van Prof. Bousquet’), VIII: 235 n
‘Franz Hellens over zijn werk’ (met J. Greshoff), II: 29 + n
‘Garoet bij nacht (fragment)’, VII: 21 n, 157-158 (tekst) + n, 161 (tekst)
Gebed bij de harde dood + bespreking, I: 91 n, 231 + n, 232, 240-242 + n, 250, 258 + n, 292 + n, 293, 296, 297, 303, 305, 317, 388 n, 402; II: 244, 252, 360, 396, 447; III: 18, 208, 282 + n, 414; IV: 194; VI: 425; VII: 198; IX: 24-26 + n, 33
‘De gemaskerde dichteres. “Mien Proost is een man”’ (met M. Nijhoff), I: 438 + n; II: 122 n
|
| |
| |
‘De geredde loopbaan’, III: 383 + n
‘Gesprek over Anna Karenina’, IX: 67 n
‘Gesprek over een koloniaal verschijnsel’, VIII: 16 n, 25, 32, 35, 42, 116
‘Gesprek over Slauerhoff’ +
‘Naschrift’ + ‘Brief over Slauerhoff’ (zie ook ‘Voetnoot’ enz.), II: 8 i, 203 n, 220 + n, 221, 247, 251 + n, 283, 293, 299, 303, 309, 311, 313-318, 320 (het stuk), 322, 324, 326-335 + n, 337-341, 352, 353, 359, 362 + n, 363, 367 x, 372, 377, 379 + n, 380, 383, 388, 389, 403, 413, 415, 433, 435, 442-444, 446 n, 447; III: 104, 124, 136, 138, 300; VI: 303 + n; VIII: 524 + n; IX: 42, 43 + n, 45 + n, 46-50 + n (tekst ‘Brief over Slauerhoff’)
‘Gistren Itaalje’, I: 161 (tekst) + n
‘Godiusfragment’ (= ‘mijn roman’; zie ook ‘...E poi muori’, ‘Een mannetje alleen’ en ‘De onzekeren’), I: 31 i, 286 + n, 287 x + n, 289, 291, 293, 294, 316, 344, 349, 350, 355, 376, 377, 421 + n; II: 56, 182; III: 25 (Reinald), 27, 50, 51, 56, 84, 328, 332 x + n, 334, 335, 379 + n, 381, 386, 416, 420-422, 429, 430 + n, 437; IV: 70, 77, 93, 94, 96-98, 100; V: 296; VI: 8 i; IX: 31, 120
‘Gorilla of mens’, VIII: 17 (sonnet), 46, 49, 50, 54, 74
Graffiti (Blocnote klein formaat) + bespreking, VI: 8 i, 22 + n, 23, 43 n, 111 n, 150 n, 209 + n, 24, 215, 218-220 + n, 222, 224, 235, 236, 240-243 + n, 258, 264 + n, 269, 273, 274, 318, 324, 334, 347, 370, 381 + n, 397 (stuk); VIII: 350, 508 n
‘Een griezelverhaal van de oudheid’, VIII: 127 + n, 128, 131, 135, 136, 141, 152, 154
‘Een groot, bitter boek’, VI: 110 + n, 118, 143, 147; IX: 152 n, 187 n, 212, 214
‘Een groote stilte’, I: 292 + n, 353, 417 + n; II: 81 n, 82, 91 (3 verzen); IX: 3 1 + n
‘De grote dingen van de planken’ (zie ook ‘Bij een trio tooneel-prestaties’) + besprekingen, III: 459 n; IV: 33 (brief over tooneelisten), 40 + n, 51, 28, 269, 280-283 + n, 288, 297, 426 + n, 429, 430, 511; V: 126, 136 + n, 156, 169 (Hamlet); IX: 120 + n, 123 + n
‘De grote vraag’, zie ‘Antwoord, Opgedragen aan Joannes Greshovius van Nieuw-Helvoet’
‘De grijze dashond’, VI: 10 i, 337 + n, 338 (vaerskunst), 341, 348, 357, 387, 406, 481; VII: 479-480; VIII: 7 i, 104, 353 + n, 371, 457, 518; IX: 257 + n
‘Gij die van Afrika's geheimen’, V: 95 (tekst)
‘Heer Binnendijk, onze migraine’, IX: 392 (tekst)
‘Een heer die verstand van dichten heeft’, I: 215 (tekst)
‘Een heer van Panaroekan’, V: 392 (tekst)
‘Herinneringen aan “modern” Vlaanderen’, I: 38 n, 47 n, 55 n, 71 n; III: 270 n; IV: 343 + n, 355, 378, 387; VIII: 365 + n; IX: 20 n ‘Herwaardeering in herdrukken’, III: 70 n; VII: 236 + n, 337 + n, 344
‘Hier ligt-ie weer...’, II: 483 (tekst); III: 27 (ballade)
‘Historie van de krokodil’, VII: 189, 190 n, 398 + n, 546 (tekst)
|
| |
| |
‘Een historicus onder verdenking’, VIII: 219 n, 221
‘Historie van gevoel’, I: 131, 153 + n, 179, 231 (vier verhalen), 279 x + n, 280 n, 284 (verhaal), 291 (vijftal verh.), 355 (verhalen), 361; III: 446
‘Holländische Literatur’, IV: 425 + n, 445, 517, 520; V: 17 + n; IX: 144 + n, 364
‘Holland heeft een nieuw talent’, VIII: 107 + n, 144, 221
‘Een Hollander dicht een Spaanse ballade’, III: 498 + n, 503; IV: 33, 108 + n; IX: 106 + n, 144 + n, 145
‘Hubertus bij zon en schaduw’, I: 322 n, 358 + n, 416; II: 40 + n; III: 446
‘Het huis’, II: 25 (verzen), 52, 66 + n, 68, 242
‘Hulde’, III: 251 + n, 253 (tekst)
‘Hij is alweer gegroeid de koning’, zie ‘Oefenplaats’
‘Ieder zijn kwelling’, I: 104 n, 131, 132 + n, 153 (nieuw verhaal), 206, 208, 209, 212, 387, 414; II: 112; III: 146; IV: 230; VI: 230
‘Ieder zijn roes’, V: 8 i, 229 + n, 231
‘Ik kijk nog nijdig uit m'n spleten’, VI: 245 (tekst)
‘Ikke’, VI: 164 + n, 165 (tekst), 179 (pastiches)
In deze grootse tijd, IV: 430 (aanteekeningen) + n; VII: 301 + n; VIII: 287 (volgend boek), 322, 372, 509 n; IX: 136 n, 179 n, 185 n, 187 n, 214 n, 215 n
‘In deze tijd van boekverbranding...’, IV: 486 (rijmen), 489, 502
‘In het Spaanse strijdgewoel’, VII: 374 + n, 396, 411, 428
‘In memoriam’, II: 25 (verzen), 52,66 + n, 68
Indies memorandum (art. + boek), VII: 373 n, 491 n, 503 n; VIII: 7 i, 16 n, 34 n, 118 n, 123 n, 178 n, 187 n, 190 n, 219 n, 220 n, 350,459 n; IX: 250 n, 251 n
‘Een Indisch journalist als dichter’, VIII: 90-91, 132 + n, 133, 136 (copie), 139,145 (copij)
‘Individueel’, VIII: 32 n, 150
‘Ingezonden’, III: 472-473 (tekst), 481
‘“Inlander” of “Indonesiír”’, VIII: 250 + n, 252 x, 254 x, 257, 258; IX: 252-253 (tekst) + n
‘Inleiding’ bij Djojopoespito, Buiten het gareel, VIII: 223 n, 483, 485, 487, 502-505, 521, 589 n
‘Inleiding’ bij E.F.E. Douwes Dekker, Het boek van Siman den Javaan, VI: 443 n; VII: 50, 249 n; VIII: 23, 35, 47, 74, 264 + n, 348
‘Inleiding’ bij Thelen, ‘Portret van Mallorca’, III: 229 n
‘Een inleiding tot het stierengevecht’, IV: 157 + n
‘Een interview met Alexejef’, IV: 358 + n, 370, 375, 399 + n
‘De Italiaansche tentoonstelling’, V: 336 n, 339
‘J.F.G. Brumund’, VIII: 215 n, 226 n
‘Jan Engelman, Jan Engelman’, III: 321 (tekst)
‘Jan Lubbes’ (zie ook “Jan Lubbes” als schimpnaam), IV: 9 i; V: 7 i, 34 + n, 36 x, 49, 57, 60, 64, 68, 78, 126, 156, 190 n; VI: 102
‘Jan Lubbes bijt de schim van Multatuli’, zie Multatuli, tweede pleidooi
‘Jan van Nijvel is van goud’, III: 139 (tekst)
|
| |
| |
Jansen, kom Garoetwaarts...’, VII: 202 (tekst)
‘Java in onze letteren’, IV: 108 + n, 110, 129, 1S8 + n, 241 + n, 276 + n, 296, 318, 331; IX: 123 + n, 124
‘Je suis ton concubin’, IV: 267 (tekst)
‘Jean Galmot en Cendrars’, IV: 18 + n; IX: 122, 123 n
Jef Last en onze revolutionaire poëzie’, IX: 122, 123 n
‘Le Jordaen, par Israël Querido’, III: 458 + n
‘De kalender en de notaris’, IV: 272 + n, 273, 284, 287, 288, 290; V: 156
‘Kamermuziek’, III: 230 + n
‘Kantteekening bij Anth. Donker's... satyre’ enz. (onder ps. Criticus B.), II: 204-205 (tekst), 206 (tekst), 207 (bezemlade), 214 (‘ingezonden stukje’)
‘Kartini en Djajadiningrat’, VI: 372-373 + n, 387, 432, 434-435, 479, 495; VII: 21 + n, 135, 159, 236, 241, 491 + n
‘De katastrofe’, III: 85
‘Een kind in de zonde’ (= ‘Petrus en Paulus’, zie ook aldaar), II: 170 n, 184 + n, 353; III: 26, 149, 168,
244 (6e verhaal), 394, 427; VI: 230 (verhaal); VII: 205 + n; IX: 50 (verhaal)
‘Kelk als dichter en kritikus’, VIII: 102 + n, 124, 125, 138, 140
‘Het kind dat wij waren’, I: 417 + n; II: 81 n, 82, 91 (3 verzen), 354 n; VI: 424 + n; IX: 31 + n
‘Kinderkoor’, VIII: 453 (tekst), 464 n
‘Kleine bijdrage tot de kennis van een katholieke voorlichting en strijdmethode’, V: 448 + n; VI: 302; VIII: 441 n; IX: 180-183 + n, 185
Kloof tegen cylinder (onder ps. Cesar Bombay), II: 285 + n, 484; IV: 512 (priapeia), 513; V: 392; VI: 36, 437; VII: 160 + n, 166 n, 195, 200, 208 (beslissing); VIII: 211 + n
‘Koek, zand en grint’, IV: 33; IX: 78
‘Kolonie’, II: 25 (verzen), 52, 66 + n, 68; VII: 161 + n
De koning en zijn min, I: 110 + n; II: 184 n, 285 n; VI: 36, 437; VII: 160 n
‘Kontakten’ (ongepubl.), I: 181 + n
De korte baan (bloemlezing): zie aldaar
‘Kroniek van de poëzie’ (rubriek in BN), VII: 154 n, 180, 247 + n, 291, 292 n
‘Een kruistocht tegen het onrecht’, VIII: 439 + n
‘Een kunstbijbel voor de huiskamer’, VIII: 280 n, 281, 317
‘Een kwalijke beschuldiging. Brief aan de redactie van “Het Vaderland”’, II: 374 n, 376, 377
(tekst) + n, 378, 382 x, 383, 385, 386, 392, 393
Kwartier per dag (onder ps, Duco Perkens) + besprekingen, I: 36-40 + n, 48, 56-58 + n, 68 n, 70 n, 78, 79, 104, 111 n, 201; IV: 121 + n; VIII: 363; IX: 20, 21, 33
‘Kijk waar hij zit’, V: 134 n, 167 n, 182 (schermutseling); VI: 322 + n; IX: 160 n
‘Het laatste boek van Slauerhoff’, VII: 255 + n
‘“Het laatste huis van de wereld”’, VIII: 275 + n, 493, 581; IX: 275 n
|
| |
| |
‘De lachspiegel’ (niet gerealiseerd), V: 327, 428, 432
Het land van herkomst (= Ducroo; met inbegrip van fragmenten en hoofdstukken) + prosp. + besprekingen, I: 29 i (‘Tanja-Teresa’), 286 n, 312 n, 428 n, 429 n; III: 8 i, 382 n, 418, 420, 422, 427, 428 (Een Jeugd in Indië; iets) x, 429 (het beter te doen), 438, 453, 459 (iets voor mezelf); IV: 7 i-9 i, 54, 70-72, 74, 76-78, 80-82, 84, 86-90, 92-97 + n, 98 (‘Tanja-Teresa’, Familie-album’) + n, 100, 102, 103, 107, 110, 116, 122, 124, 125, 129, 1 33, 134, 138 x, 144 (vellen), 148, 150, 159, 171, 185, 186 (werk), 226, 227, 235, 241-243, 246-248, 250, 252, 254, 255, 261 + n, 263-266, 269-275 + n, 276 (werken), 278, 279, 284-287 + n, 289, 294-298, 305, 303, 305, 306, 317, 322-325 + n, 327, 329-334, 337, 339 (tikwerk), 344 + n, 348-353 + n, 355, 357, 359-363, 365-378, 385-389, 392-399, 401, 403, 408, 409, 412 (kansen), 420, 425, 437, 440, 444, 446, 449, 457, 464, 468 , 477, 490, 492, 521, 524; V: 7 i, 10, 12 n, 16, 19-22 + 11, 24, 25 x, 28-31, 33-36 + n, 41, 43, 49-51, 54, 57, 58, 66, 70, 71, 73, 85-87, 90, 95-97 + n, 99-103 + n, 111, 113, 114 x, 116, 119, 122 x, 123, 125 x, 126 n, 128, 130, 133, 137, 138, 141, 545, 156, 158, 160, 164, 165, 168, 570, 171, 174, 176, 177, 179, 181-183, 188, 189 x, 191-200 + n, 206, 208, 210 (bladzij), 211-216 n, 258 x, 220, 221, 225-227, 230-244 + n, 246-248, 250 (proeven), 252-254, 258, 259, 263, 266-269, 273, 279, 280 (portret van Arthur Ducroo), 283-286 + n, 289, 291-294 + n, 296-299 + n, 305 x, 303-306 + n, 308, 309, 312-314 + n, 316-320 + n, 323, 325-340 + n, 344 x + n, 345, 348 + n, 350-353, 356 x + n, 358 + n, 359, 362-363 + n, 371-373 + n, 376, 377, 379 + n, 402-407 + n, 410, 427, 428, 432-434, 439, 448, 450; VI: 7 i, 8 i, 13 + n, 15 n, 17 n, 18, 22 n, 29, 31, 42, 48, 49 n, 51, 58, 77-80 + n, 82, 83, 92, 93, 99, 101, 503, 106, 112, 115, 121, 124, 125 + n, 127-128, 146, 151, 152 x, 155, 165, 166, 171 + n, 181 + n, 203 n, 213, 217, 237 n, 238,
249 n, 250, 253, 257, 262, 264, 275 + n, 277, 286, 287, 292, 295 + n, 296 + n, 317, 320, 321, 328 + n, 360-361, 368, 372, 377, 382, 388, 432-434, 437, 473; VII: 9 i, 42 n, 47 n, 52, 80, 81, 103 + n, 107, 115, 185, 191, 197, 200 n, 204 n, 228, 287, 307, 314-317 + n, 362, 363, 378 n, 380, 388 n, 407, 410, 411 + n, 422, 425, 427, 442, 468, 495, 499-501 + n, 506 n, 510, 511 + n, 514 n, 517, 519 + n; VIII: 10 + n, 12, 14, 19, 25, 38 n, 40, 79, 82, 124 + n, 125, 136, 139, 156, 194, 231 n, 397, 398, 413-415 + n, 420 (‘Wijdenes’), 447, 449 (ex.), 453, 455, 473, 509, 582 + n, 593; IX: 8 i, 16 n, 18 n, 41 n, 54 n, 55 n, 58 n, 62 n, 63 n, 72 n, 124 (‘roman’), 129, 132 + n, 134-136 + n (verhalen), 139 n, 140 + n, 145, 151, 152 n, 1 55 + n, 156, 159, 161, 163-165 + n, 167, 168, 175, 177, 178, 187 n, 188-193 + n, 199-205 + n, 207-209 + n, 211 n, 213, 216 + n, 223, 226, 252, 393 n, 400, 401, 410 (MS.) + n
Het land van herkomst (Eng. vert.), VI: 79, 106
Het land van herkomst (Franse vert.), V: 292, 312, 433, 435-436,
|
| |
| |
448; VI: 7 i, 8 i, 13-14, 17-18 + n, 29, 47, 58, 78, 79, 81-83, 91-93, 97-101, 103, 106, 121, 132, 136, 151, 152 x, 154; IX: 8 i, 187 n, 188-193 + n, 195-209 + n, 213-216
‘Landelijk treurspel’, II: 242 n Een lettré uit de 18e eeuw: Willem van Hogendorp, VII: 187-188 + n; VIII: 166 n, 167 n, 196 n, 505, 521, 528, 533, 556 n, 557 + n, 564, 569, 578-581 + n, 587, 594; IX: 270
‘Leven is goed...’, I: 417 + n; II: 81 n, 82, 91 (3 verzen); III: 31 + n
‘Het leven van Dirk van Hogendorp’, VIII: 57 n, 123, 130, 153 n, 166 n, 493
‘Lied van avontuur’, II: 145 + n, 169
‘Lied van verwachting’, II: 445
(‘De nacht hangt...’)
‘Het lied van Vrouwe Karola’, I: 110, 112, 140; II: 184
‘Een liedje achteraf’, I: 77 n
‘Liedje voor een oude hoer’, I: 183-185 (+ tekst); VI: 36
‘Een liedje vooraf’, I: 77 n
‘De liefheid en het “roddelen” bij Annie Foore’,VII: 351 + n, 371 + n, 491 + n
‘Litterair-historische opheldering’, VIII: 418 + n, 496
‘Maar heden...’, III: 445 + n, 448, 499, 509, 513; IV: 94 n; IX: 99 + n
‘Maar ons, die in dit wild Parijs’, III: 439 (tekst)
‘Mademoiselle qui dormez...’, II: 160, 161 (tekst)
‘De maker van de ijzeren toren’, III: 417 + n; IX: 85 + n, 94 + n
De man van Lebak + besprekingen, VI: 9 i, 10 i, 350 + n, 353-358, 360, 361, 363-367, 371, 375-377, 381-385, 387, 393-395, 398, 403, 405 n, 406-410, 414, 415, 417, 422, 425, 427-429, 434, 459, 463-468 + n, 470-472, 474, 475, 484, 487, 492, 495, 496; VII: 8 i, 12 n, 17, 18, 23, 25, 26, 28 (biografie), 38 (proeven), 41 + n, 46, 50, 51, 53, 54 + n, 56, 57 + n, 64, 83-88 + n, 91 x + n, 93 x + n, 94 + n, 96, 100-102, 110 + n, 112, 134-136, 139, 143 + n, 163, 169, 179 + n, 183 + n, 191 + n, 196, 200, 207-210 + n, 214 + n, 217, 229-231 + n, 235, 240, 242-245 + n, 247-253 + n, 256 + n, 260, 261-265 + n, 267, 270 + n, 273, 274 + n, 276, 277 n, 278, 280 + n, 281, 283 + n, 284, 287, 296, 297, 304, 305 + n, 308, 318, 319, 321 + n, 322 + n, 325-332 + n, 334, 341, 342, 356, 357, 361-363, 366, 384-386, 389, 398, 423, 426, 436, 437, 458, 468, 469, 471, 479, 481 + n, 483, 491, 494, 499, 502 + n, 510, 514 + n, 518; VIII: 23, 48, 72, 99 + n, 151 + n, 171-173 + n, 216 n, 218 n, 225 + n, 226, 232, 244 + n, 251, 258, 263 + n, 267 n, 268 + n, 269 n, 270 n, 282, 284 n, 305 + n, 312, 340 n, 348, 358, 369, 370, 380 n, 387, 388 n, 398, 403, 417 (polemiek), 420 + n, 425 + n, 426, 445, 488 + n, 494 n, 497, 520 n, 545-546, 603, 606, 607; IX: 226, 229-230, 383
‘Een mannetje alleen’ (proza), I: 106 + n, 114, 377 + n, 384, 395 + n, 421 + n; II: 142 + n, 164, 170, 176, 182, 183
‘Een mannetje alleen’ (poëzie), II: 25 (verzen), 52, 66 + n, 68
Manuscrit trouvé dans une poche (onder ps. Bodor Guíla) + bespreking, I: 29 i, 69 + n, 70 + n, 225 n; VIII: 363; IX: 20, 21
|
| |
| |
‘Marsman's verhalend proza’, III: 19-20 + n; VII: 21 n, 133 + n, 135, 278, 291, 297, 299, 325 + n, 332, 333, 344, 351, 363 + n, 395, 396, 398, 427, 435, 444-446 + n, 452, 462
‘Melis Stoke als Indisch auteur’, VIII: 560 n
‘Mémoires van een terroriste’, II: 469, 473; III: 13 + n, 15, 48, 72, 79, 98, 444, 449, 453; IX: 78, 122, 123 n
‘Een mensch van wien men houdt’, VII: 40 + n, 71, 116, 154 + n, 155, 159, 167 x, 180, 186, 201, 233, 241
Het menschelijk tekort (vert. van Malraux, La condition humaine) + prosp. + besprekingen, IV: 8 i, 213, 218, 226, 243, 263, 363 + n, 401, 407-410 + n, 414, 417, 419, 420, 422-425, 429-433, 436, 437 (lijstje), 440, 449, 450, 452, 456, 457, 460, 462, 465-468 + n, 470 x, 471 x, 475-477, 479-482, 484-486, 489, 491-494 + n, 496-499, 506-506, 508-511, 514-526; V: 10 x, 12-14, 20, 24 x, 26, 29, 31 x, 37, 42 + n, 45, 53, 69, 71, 73 x, 75, 78, 83-85, 87, 89, 90, 98, 104 (prospectus), 112, 133, 150, 151 x + n, 158, 159, 160-161, 166, 170, 171 (ex.), 177-179, 192, 210 x + n, 215 + n, 217, 223, 224, 232, 233 + n, 240, 311, 331; VI: 139, 211, 344, 442; VII: 363 + n; VIII: 277 (herzien ex.), 299 + n; IX: 127 + n, 128, 138, 149 n, 150 x, 153, 167, 211
‘De menselike staat bij kookpunt’, IV: 159 + n, 202 + n, 262, 363 + n; IX: 123 + n, 128 (copy) Mikrochaos + besprekingen, II: 12, 15, 103 + n, 126 n, 140 (Perr. oeuvre), 144, 145 + n, 172, 183; III: 24-26, 42, 148, 151, 168, 260, 265, 279, 292 (proeven), 294, 374, 384, 386, 394, 400 + n, 403 x, 404, 406, 412, 414 + n, 419, 423, 430, 432, 440 n, 442 (kritiekje), 444-446, 449 x (boeken), 451-453; IV: 18, 115, 120, 121, 196 x, 206, 210, 237, 277, 278, 316, 317 n, 320, 365, 369, 477, 491-492, 498; V: 29, 46-48, 327, 340, 366, 431, 432; VI: 69 + n, 229, 230, 248 (boeken), 268; VII: 39 + n, 40, 52, 55, 101, 117, 161 + n, 162, 185, 186, 215, 244-245 + n, 443 n; VIII: 364; IX: 33, 99 n, 343
‘Miss Univers, ci-devant Turquie’, III: 375 (tekst), 377 (gedicht)
‘Moge de Gunst des Heeren’, VI: 97 (tekst)
‘Multatuli als huisvader’, VIII: 425-426 + n (tekst), 441, 445, 446
‘Multatuli de schrijver’ (‘Multatuli-biografie’; niet gerealiseerd), VII: 91-92 + n, 214, 242, 243, 283 + n, 284, 327, 357, 366, 385, 389, 483, 518, 546; IX: 229
‘Multatuli, Een paar nog onuitgegeven brieven’, VIII: 382 + n
‘Multatuli en Busken Huet’ (zie ook Multatuli, Tweede pleidooi), VII: 492 n
‘Multatuli en de luizen + bespreking, VIII: 252, 253 n, 388 n, 404 + n, 405 n, 409 n, 411, 413-415, 416 n, 417, 419-420, 421, 423, 424 n, 429-431, 441, 446 x, 449, 451-453, 457 + n, 462 + n, 463 n, 468, 475, 476, 495, 505, 510, 512, 515, 516, 518 + n, 519, 521, 528, 532, 535-537, 539, 540, 542-544, 546, 549, 556, 561 + n, 569, 572, 577, 581; IX: 258, 259, 263 + n, 383 + n
|
| |
| |
‘Multatuli-kabaal’, IX: 258-259 (tekst) + n, 383
Multatuli, Tweede pleidooi (met inbegrip van hoofdstukken) + besprekingen, VI: 373 n, 389 n, 396 n, 417 n, 435, 436, 460 + n, 461 (antwoord), 476, 479, 481, 484-486, 490 (stukken), 491, 495, 496; VII: 7 i, 8 i, 11, 12 n, 17, 20 (antwoorden), 29-31, 35 n, 58 (artikel), 85 + n, 89, 91 n, 92, 111 (artikelen), 134, 135, 170 n, 177 n, 192, 207 n, 215 + n, 231, 234, 236, 243 + n, 260, 271, 272 n, 273 n, 274 n, 276 + n, 277 n, 279, 283 + n, 292, 294, 295 + n, 297, 299, 301, 303, 305, 306, 308 + n, 313 n, 318-321 + n, 323, 336, 338 + n, 340, 344, 354, 356, 357, 359, 366 + n, 367, 373-375 + n, 379, 385 + n, 386 x, 388, 389, 393, 398, 407, 408 + n, 411, 423, 426, 429, 439, 448, 458, 465, 468, 469, 472 x + n, 473, 475, 476 (praatje), 478 + n, 479, 481, 483, 486, 487, 494, 501, 502 + n, 510, 514 + n, 515, 517-520 + n, 533, 534; VIII: 8 i (vervolg), 21, 23, 35, 48, 65, 67, 76-78, 82, 86, 99 + n, 117 + n, 122, 141 + n, 147 + n, 155, 159, 160 + n, 172, 173 + n, 225 + n, 226, 229, 230 n, 258 + n, 281 n, 282, 305 + n, 387, 417 (polemiek), 425, 429, 474, 556, 603; IX: 383, 403, 404, 406
‘Multatuli's naleven’, VI: 373 + n, 387, 389, 396, 411, 416-417, 419, 434, 449, 450, 457, 460, 461, 481, 485, 491; VII: 21, 84 + n, 93, 112, 127; VIII: 430
Multatuli's naleven (voorl. titel voor Multatuli, Tweede pleidooi), VII: 318-321, 336
‘Multatuli's portretten’, VI: 475 n; VII: 282 + n; VIII: 211 n, 276 n, 329 n, 403 n, 438, 439, 456, 458, 464, 471 + n, 474, 477, 484, 492, 505, 516, 521, 533, 537, 539, 540, 543, 545, 561-564 + n, 569, 578, 580, 581, 585; IX: 271
‘Multatuli's Saïdjah-lied in het Maleis’ + bespreking, VIII: 251 n, 265, 272 n, 406 + n, 483, 491, 492 + n; IX: 256 + n
‘Museum voor Stendhal geopend in zijn geboorteplaats Grenoble’, IV: 517; V: 10 n, 12, 15, 18 x, 20, 27 x, 29, 47
De muze van Jan Companjie (bloemlezing): zie aldaar
‘Mijn groeten nog aan juffrouw Ritter’, III: 372 (tekst)
‘Mijn tong is nat’, VI: 106 (tekst)
‘Mijnheer, dit land is klein,’ III: 140 (tekst)
‘Mijnheer E. du Perron schrijft ons’, II: 478 + n, 485, 487, 488; III: 13 (tirade)
‘Mystiek terrein’, IV: 263 + n; VII: 161 + n
‘Na 't zoetste werk’, II: 189, 190 (tekst) + n
‘Naar aanleiding van “Les liaisons dangereuses”’- (= ‘Naar aanleiding van Laclos’), IV: 129 + n, 318 + n, 331, 343, 355; V: 75 + n; IX: 107-109 + n, 124 + n, 136
‘Naar ouden trant’, II: 184
‘Nameno's terugkeer’, I: 104 n, 105, 107, 108, 110, 131; III: 446; V: 295; VI: 230; IX: 22 + n
‘Napoleon en het vrije woord’, V: 444 n; VI: 35, 39, 47, 69 + n, 100, 120, 127; IX: 214 + n
‘Naschrift’, bij ‘Voor het laatst de heer Zentgraaff’, VIII: 16 n, 19, 34 + n, 35 38, 42, 73, 156 (3e ronde), 162, 192, 200, 455
‘Naschrift’, zie ‘Over het “krea- |
| |
| |
tieve” in onze nieuwe poëzie’ ‘Het nationaal gevoel en de kunst’, II: 342-344 + n, 358 x (lijstje; oordeelen), 361 + n, 368, 371, 381 + n, 384 (antwoorden), 385 (stuk), 387 x (artikel; stuk), 388 + n, 390 (stuk tegen Pom), 391, 393, 394, 396, 399, 414 n, 418, 437, 441, 455 + n; III: 138
‘Nawoord’, bij ‘Contraflirt met de revolutie’ van Gans, IV: 48 + n, 67 (1 blz.); IX: 119 + n
‘Nawoord’ bij De man van Lebak, VII: 305 + n, 327 (Naschrift)
‘Nawoord’, bij ‘De verdediging van het linksche inzicht’ van Last, IX: 123 n, 356 (tekst)
‘Nieuw tijdschrift der jongeren’, VIII: 511 n, 537
‘De nieuwe manier’, III: 244, 247, 251, 271, 397, 398; IV: 507 + n; VII: 215 n; IX: 62 n, 63 + n, 64, 66 + n, 70 n, 71 + n
‘De nieuwe moord van Raamsdonk’, I: 200 (proeven), 201, 203 + n
‘Een nieuwe novelle van Van Schendel’, I: 254 + n, 264
‘Nieuwe “Poëzie-bijbel” verschenen’, VIII: 530, 531 + n, 536, 540
‘Een nieuwe schrijversgeneratie’, VII: 412 n, 496, 525; VIII: 46, 73, 92, 156, 161
‘Nocturne’, I: 322 + n
‘Nog een mijnheer die weggaat’, zie ‘...E poi muori’
‘Nog eens het schrijverscongres: Du Perron's oordeel’ (met Sandberg), V: 369 + n, 372-375, 377, 378, 412, 439
‘Nóg iets over de Kangean-eilanden’, IX: 16 n, 17, 317-323 (tekst)
‘Nog iets over revolutionaire poëzie’, II: 488 + n, 489, 491; III: 12, 14 + n, 48 n, 50, 51, 138 n; IX: 56 + n, 78
‘Noodkreet om voorlichting’, IX: 106 + n, 114 n
‘De noodlotsidee bij Van Schendel’, VII: 138 + n, 170 + n, 216, 310 + n, 319
‘De notaris spreekt’, II: 122 + n, 373; III: 230 + n
‘Notes sur Valery Larbaud’ (vert. door D. Verspoor), IX: 215 + n
‘Notities bij het artikel van Sjahrit’, VIII: 118 + n, 127, 137-138 (voetnoten), 143, 179
Nutteloos verzet + besprekingen, I: 301, 100 n, 131, 132 n, 136, 137, 140, 142, 143 x, 153 n, 203, 239, 278 n, 279 n, 288, 291 + n, 294, 295 (proeven), 299 n, 320 (derde boekje), 323, 361, 375, 376, 383, 406, 416, 441; II: 7 i, 13, 14 n, 22, 29 (exx.), 33 (boekjes), 35 + n, 45, 47, 49, 51 + n, 56, 61, 64-66, 69 + n, 76, 77, 96, 103, 105, 106, 111, 115, 120, 129, 131, 138, 143, 144 + n, 156 + n, 169-172 + n, 184 + n, 188-189 + n, 207 + n, 210, 211, 244, 246, 249 + n, 268, 269, 276, 305, 339, 351, 353, 435, 444 + n, 472 n, 481, 482 + n, 493; III: 24-26, 29 + n, 42, 56, 96, 141, 146, 149, 168, 200, 202, 244, 246, 257, 394, 423, 427, 438, 439, 443, 444, 446, 447, 449, 451-453, 455, 456, 462, 492, 493, 500, 501, 506; IV: 54, 88, 90, 133, 197, 230, 237, 252 (gele boeken), 253 (pak), 270, 386, 392, 394, 395 + n; V: 27-29 + n, 56, 173 + n, 313 n, 327, 419, 427, 428, 432; VI: 229, 230, 248 (boeken), 256, 268; VII: 185 + n, 205 + n, 286; VIII: 364; IX: 50, 343, 411
‘Nijhoff, Een verfijnd talent’, VII: 78 + n, 186 + n, 255, 332
|
| |
| |
‘O lieflijk dorp’, I: 292 + n, 353
‘O, toon der kultuur!’, V: 142 + n
‘Oefenplaats’ (= ‘Hij is alweer gegroeid de koning’), I: 79, 200 (proeven), 201, 203 + n
‘Het oeuvre van Albert Helman’, VII: 255 + n, 270 + n
‘Om de vrijheid van de kunst’, VII: 508 + n, 509, 526; VIII: 156, 162
‘Een ongemoedelijk steekspel, De Hr. E. du Perron als recidivist’, III: 10 (tekst), 13 (antwoord), 14 x (antwoord)
‘Ons deel van Europa’, IV: 9 i; V: 7 i, 23 (slotstuk), 35, 36, 49-51 + n, 57, 80, 88, 118, 119 (proeven), 126, 131 + n, 133, 134, 143 (passage), 156 (‘gesprek’)
‘Ontdekking van den Javaan’, VII: 531
‘Het ontmoedigende stokpaard’, III: 296, 305 + n; IX: 89 n
‘Ontmoeting met “Indonesiërs” (Zijlicht op de provincie)’, VII: 524 + n; VIII: 16 n, 32 + n, 81 + n, 94, 100, 117, 126, 137 (‘polemiek’), 148
‘Ontmoeting of invloed?’, IV: 157 + n; VI: 130 + n, 154
‘Onwezenlijkheid en realiteit’, VI: 199 + n, 224
‘Onze letteren in het Fransch’, VII: 455 n; VIII: 427 + n, 428, 435
‘Onze letteren in honderd deelen’, VIII: 274 + n, 302, 303, 507
‘De onzekeren’, I: 31 i, 349, 359, 376, 377, 421 (roman) + n; II: 142 + n (Clementine), 157 (Clem.), 164 (Clém. + De avonturier) + n, 170, 172 (roman), 176-177, 182, 302, 321, 353, 471, 480, 494; III: 24, 46, 56, 70, 78; V: 22 (‘roman’), 23, 25, 138 (ander boek), 183, 195, 198-200, 211, 221, 302 + n, 313, 328, 347 + n, 362, 443 + n, 446, 451; VI: 7 i, 8 i, 10 i, 32, 58-60, 65 + n, 77, 79, 81, 82, 87, 91, 93, 99, 111, 121, 163, 166, 222, 224, 225, 231, 232, 237, 255 + n, 281 n, 324; VII: 25, 46 + n, 65, 69, 89, 119, 124, 125, 134, 135, 137, 140, 141, 143-145, 149, 158, 163, 167, 169, 190-191, 194-197 + n, 209, 211, 212, 215, 220, 222, 256, 277, 296, 306, 389, 446, 531, 532; VIII: 8 i, 80, 147, 217, 296, 322, 505 n, 506, 521, 533, 564, 594; IX: 195 n, 235, 246, 247, 379
‘Op bezoek bij John Buckland Wright’, IV: 10 + n, 16, 28
‘Op de pen welke Corinna mij gaf...’. VII: 189, 190 n, 389 + n, 547 (tekst)
‘Op een kindertrutje’, II: 285, 286 (tekst); VI: 36; VIII: 211 + n
‘Op een kleine dictator’, I: 414 (tekst)
‘Op mijn divanbed in een Hollandse huurkamer’, III: 213 + n, 215 (sonnet), 230 + n
‘Op zoek naar een oude romance’, VI: 10 i (artikel), 478 n; VII: 36 + n
‘Een opdracht’ (vert. van V. Larbaud, ‘Pour Gertie H.’), I: 408 + n, 409, 416; VII: 443 + n, 444
‘Open brief aan Dr. N.A. Donkersloot’, II: 7 i, 84 (antwoorden), 86-89 (tekst), 89, 93, 96 + n, 105, 118 (ontboezeming), 147 (stukje), 148
‘De oplaag van Uren met Dirk Coster’, VII: 520 n
‘Oproep’ (= ‘Evocatio’), I: 280 + n, 292, 306, 319 n (sonnetten), 347
|
| |
| |
‘Oscar Wilde, Sherard, Harris, Douglas’, I: 259
‘Oude Indiese tijdschriften’, VIII: 185 n, 190 + n, 215 n
‘Oudheden op West-Java I, II’, VI: 434-435; VII: 500, 529 + n; VIII: 122, 164, 193 (1 en 2); IX: 243 + n
‘Over de “echte roman”’, VII: 454 + n, 497; VIII: 156, 162
‘Over haarwater’, V: 75 + n
‘Over het “kreatieve” in onze nieuwe poëzie’ + Naschrift + brief aan Marsman, II: 8 i, 363 n, 397-401 + n, 405, 407, 410-413 + n, 415-417 + n, 419 (antwoorden), 422-424 + n, 424-427 (tekst), 427, 429, 432-436, 438-440 + n, 445, 446, 448, 450, 452, 454 n, 457, 475 + n, 480, 487; III: 17 n, 32 (tournooi), 53 + n, 66 n, 104 (polemiek), 124, 138, 300; IX: 51 + n, 162 + n, 163 n
‘Over Menno ter Braak en S. Vestdijk’, VIII: 10 n, 262 + n, 275, 374
‘Over poëzie met voorbeelden’, III: 459 + n; IV: 33; IX: 100 + n, 102
‘Over S. Vestdijk’, V: 174 + n, 177, 453; VI: 13, 15-17, 22, 26 (proef), 39, 46, 95; VII: 259 + n
‘P.P.C. (Brief aan een Indonesiër)’ VIII: 459 + n; IX: 249 n
‘Pacifisties tweegesprek’, V: 419 n
‘De paladijnen’, II: 232 n
‘Panoptikum en Forum’ (niet gerealiseerd), IX: 78
‘Panoptikum op rijm’, V: 169 + n
‘Het paradoxale vrouwtje’, II: 285 (tekst); VI: 36; VIII: 211 + n Parlando (1930) + besprekingen, I: 227 n, 347 + n, 358 n, 399 + n, 404, 408 n, 416; II: 7 i, 12, 15, 18 x, 25, 30 n, 40 + n, 51 + n, 56, 66 + n, 68, 75-77, 79, 82, 83, 94 n, 95 (verzen), 103, 105, 106, 115, 156, 172, 174 n, 182 + n, 189 + n, 190 n, 202 + n, 224, 232 n, 234 n, 242 + n, 244, 265-267 + n, 269, 271 + n, 273 + n, 274, 276, 296, 304, 320 + n, 321, 326 + n, 331-333 + n, 336, 347 + n, 348, 354, 374 + n, 376 + n, 384 + n, 396, 400, 476 n, 480 n; III: 14, 26, 42, 64-67 + n, 81, 86, 253, 257, 352, 419, 423; IV: 121; V: 173, 432; VI: 230; VII: 215 + n, 228 n, 443 n; IX: 343
Parlando, Verzamelde gedichten (1941), VII: 479 (verz. gedichten), 480; VIII: 104 + n, 371, 464 n
‘Parijs bij nacht’, III: 483 + n; IV: 74 + n; IX: 114 + n, 115
‘Pastiche-Nerval’, III: 38-39 (tekst) + n, 230 + n, 446
‘Paul Léautaud, Het alter ego van Maurice Boissard’, I: 337 + n, 351, 352 + n
‘Paul van Ostaijen †’, I: 218, 219 n, 224, 234 n, 235
‘Paul van Ostaijen en de kritiek’, I: 410-411 (tekst; brief 331), 413
‘Perron spreekt’, III: 491 + n, 495 (regels); IX: 97 n, 105
‘Petites histoires pour repas de famille’ (vert. van ‘Voor de famielje’), I: 278 n
‘Petrus en Paulus of de overdrijving der jeugd (Begin van een conte moral)’ (= ‘Een kind in de zonde’; zie ook aldaar), II: 169-170 + n, 173 + n, 174, 175 (inzending), 184 + n, 233, 264, 268, 340, 343, 346, 351 + n,353, 354, 358 + n, 359 n, 491; III: 24, 26, 149, 168, 244 (6e verhaal), 394, 446; V: 428
‘De pit der kristelike poëzie’ (on- |
| |
| |
gepubl.), IV: 19, 20, 27; IX: 114 + n, 115 |
‘De planter in de literatuur’, VI: 450 + n; VII: 42 + n, 54 + n, 55 n; IX: 275 n |
‘Platen aan de wand’, I: 280 + n, 292 (?), 306 (?); II: 121, 183 |
‘Poezen en honden’, VIII: 186 + n, 187, 215, 224, 295, 319 n |
‘Poëzie op Amsterdamsch peil’, VI: 404n; VII: 480n; VIII: 565 + n, 572; IX: 257 + n |
‘De poëzie van Clara Eggink’, VIII: 275 n |
‘De poëzie van de onzin’, VIII: 123 + n, 175 n |
‘De poëzie van Garmt Stuiveling’, VIII: 350 + n, 418, 497, 498 + n |
‘De poëzie van Hendrik de Vries’, VII: 154 + n, 159 |
‘De poging tot afstand’, III: 26; IV: 120 |
Poging tot afstand + besprekingen, I: 104 + n, 108, 127, 157 + n, 160 n, 165, 167, 199, 201, 203 + n, 238, 239, 246, 264 x, 266, 274, 275, 277, 284, 288 x, 294, 296 n, 304, 315 (twee boekjes), 320, 323, 333, 368 + n, 398 n; II: 51 + n, 56, 103, 131, 172, 244, 400, 477, 485 + n; III: 42, 79 + n, 200, 202, 249, 257, 342, 394, 423, 427 (oude oplagen), 439, 444-447 (rotzooi), 449, 501, 506; IV: 54, 114, 115, 119-121 + n, 140, 252 (gele boeken) x, 253 (pak); V: 431; VII: 145 n; VIII: 364, 365, 448; IX: 33, 34, 343 |
‘Polemiek en tijdschriftleiderschap’, III: 434 (een stuk); IX: 99 + n, 113 (tirade) |
‘Politiek, moraal en juist denken’, VI: 19 + n, 20, 29, 46; IX: 185 + n |
‘Portretten van Napoleon, Tentoonstelling van Gros en zijn omgeving in het Petit Palais’, VI: 221 + n |
‘Postscriptum bij het voorafgaande’, IV: 74 + n |
‘Pour avoir la craint’ du Seigneur’, VI: 116 (tekst) |
‘Les pousses sauvages de la liberté (Histoire hollandaise)’, IV: 490 + n, 502, 517 |
‘Een prachtuitgave van Edgar Poe’, 111: 481 + n, 492, 506 |
‘De prins weergekeerd’, IV: 40, 41, 42-45 (tekst), 42 n, 74; IX: 353 |
‘Pro en contra Multatuli’, VIII: 417 + n |
‘Prof. Dr. Goris over Slauerhoff’, II: 250 + n, 251 (Goriade), 262, 265, 347 + n, 389 + n; III: 138 |
‘Prospectus’ voor De bewijzen uit het pak van Sjaalman, VIII: 511, 512 + n, 606-607 (tekst) |
‘Prospectus’ voor ‘Noesantara’, VII: 473, 475, 476; IX: 9 i, 367-369 (tekst), 377 + n, 406 |
‘Proza met wit’ (ongepubl.), I: 68 + n |
‘Het publieke blauwtje’, IX: 85 + n |
‘Het razende moderne tempo, De whisky puur van het leven’, I: 285 n, 438, 443 + n, 445, 446; II: 9, 23, 26, 33, 49 (stukjes), 58, 96 + n, 259 (‘Dooliade’), 283; III: 143, 168 |
‘Rectificatie’, VIII: 99 + n, 103, 116 + n, 601 (tekst) |
‘Reisverhaal’, IV: 121 + n |
‘Reprise (Na 6 jaar)’, II: 360 |
‘Revue der literatoren’, VIII: 11, 28, 29 n, 37 |
‘De roep van de heros’, VI: 20 n, 25 x, 28, 29, 37, 40, 54, 64, 91, 94
|
| |
| |
Het roerend bezit (onder ps. Duco Perkens) + besprekingen, i: 35 (boekenstapel), 36 (50x) + n, 37 n, 41, 43, 45 (boeken), 51-53 + n, 55-58 + n, 68 n, 79 (Nameno), 82, 103, 105, 108, 114, 131 (5 verhalen), 201; III: 29, 446; IV: 120; V: 295 (Namenootjes); VIII: 363; IX: 20, 21 + n, 22 (vorige), 23 |
‘Roman in twee vensters’, II: 66 n |
‘Romance’, I: 322 + n |
‘Rondeel voor Jehanne’, I: 185 (+ tekst); VI: 36 |
‘De ronker tot de verdrevene’, II: 11 (tekst) + n, 45 (verzen), 47, 122 n, 373 (tekst) + n; III: 230 + n |
‘Rose en geel’, II: 12; III: 414 n, 446 |
‘Russen en Duitsers, ...Een gesprek met... Ernst Erich Noth’, V: 279 + n
Het rijm komt weer, zie Filter |
‘Saint-Just’, III: 445 + n, 448, 499, 509, 513; IV: 94 n; IX: 99 + n |
‘De salon der onafhankelijken’, IV: 19 + n, 21 |
‘Sander Meykamp’ (ongepubl. vert. van M. Casteels, ‘Sander Meykamp’), I: 38 n |
‘Sans famille’, VI: 147 x + n, 149 (brief), 151, 184 |
‘Scenario te geef’, IX: 78 |
‘De schalkschheid van een worst’, VIII: 177 (tekst)
Schandaal in Holland (= Van Haren-verhaal) + besprekingen, VI: 10 i; VII: 9 i, 24 + n, 41 (van Haren), 46 + n, 69, 89, 105, 119, 124 n, 137, 140 x, 141, 144, 147-149, 151, 163-169 + n, 178 + n, 181, 182, 187-190, 194-198 + n, 204-206 + n, 208, 211, 212, 255 + n, 270, 277, 284, 296, 301, 304, 306, 323, 361, 373, 394, 406 + n, 421 (?), 428, 451, 462, 484, 486, 488-490, 492 + n, 494 + n, 500, 501, 528, 529 + n, 531-533 + n; VIII: 10, 11, 20, 21, 31, 36, 43, 45, 52, 63, 64, 72, 83, 91 n, 100, 103, 108, 109, 120, 121, 130, 142, 147, 159, 164, 165, 202, 216-217 x, 219, 245, 271 + n, 278, 280, 281 289 + n, 295, 297, 298, 305, 313, 314, 316, 322, 346 + n, 361 n, 362 n, 381, 398, 487 + n, 489, 505, 508, 532 + n, 560 n, 579 n; IX: 242 + n, 246, 247, 255 + n, 378-379 + n
Scheepsjournaal van Arthur Ducroo, VI: 8 i, 9 i, 278 + n, 311 + n, 332, 335-339 + n, 341 + n, 342, 350-351, 367, 372, 375, 385, 386, 388, 396, 397, 401-403, 411, 416, 434, 442, 450; VII: 137 + n, 342; VIII: 197 + n, 198, 236, 305, 421, 422 + n, 480 x, 505, 521, 528, 561, 569; IX: 222 n |
‘Schoonmaak en schoonmaak’, VIII: 187 + n, 191, 195, 196, 203, 208 |
‘Het schot’ (niet gereal. vert. van A.S. Poesjkin), II: 410 + n, 456 n; IV: 257 |
‘Schrijverscongres te Parijs’ (met E. de Roos), V: 368 + n, 370, 378, 381, 384 |
‘Het schrijverscongres te Parijs’, IX: 170-171 (tekst) + n |
‘Een seniel tractaatje’, IV: 30 + n Serena (vert. van fragment uit V. Larbaud, Hautes et basses classes en Italie), III: 487, 490, 494, 495, 498, 503; IV: 70 + n, 150, 175, 184 x, 185, 196, 235, 238, 372; V: 8 i, 60, 79, 100, 102, 262, 263, 271 (Landor), 294, 303, 311, 321, 323, 397,
|
| |
| |
411, 440; VI: 15, 39-42, 56, 59 (boeken), 63 + n, 121, 172 + n, 264 |
‘Si je ne disais: mademoiselle’, IX: 260 (tekst) |
‘Simpel verhaal’, III: 230 + n |
‘Sjors, 'k heb dan kennisgenomen...’, VII: 160 (tekst) |
‘De slechte dochter’, VII: 124 n; VIII: 505 + n, 506, 508, 570, 579, 593
De smalle mens (art. + boek) + besprekingen, II: 8 i, 446 n; III: 9 i, 75 n, 300 + n, 313 (4e bundel cahiers), 423, 424 n, 459 n, 508; IV: 7 i, 9 i, 32, 33, 37, 47, 48, 49 (2e stuk), 52, 54 x, 55 (2e stuk), 66 + n, 68, 75, 78 (bundel essays), 203, 268-270 + n, 272 + n, 276 (werken), 282, 284, 288, 314 + n, 326, 348, 426 n; V: 7 i, 16, 20, 22, 23, 28, 33-37, 41, 50-52 + n, 57, 65 n, 71 + n, 73, 75 + n, 78, 80, 83 (proeven), 87, 88, 90, 95, 112, 117, 120-122 + n, 124 x, 126, 127, 130-132, 136 + n, 140-143 + n, 145 + n, 148 + n, 151, 155, 160, 163 n, 169 + n, 170 + n, 172, 176, 182, 200, 207, 208, 210, 211, 216, 230, 234-236, 239, 240, 247 n, 252, 258-260 + n, 309, 319, 328, 330, 331, 339, 355 + n, 418, 427, 432; VI: 69 n, 77 + n, 78 n, 80, 90, 230, 245, 248 (boeken), 251, 268, 286; VII: 139 + n, 204, 287, 298, 439, 468, 499; VIII: 372, 380, 401 n, 537 n; IX: 72 n, 79 n, 99 n, 107 (2e stuk), 109 + n, 110, 112, 119 + n, 123 n, 144 n, 149 n, 353, 400 |
‘Socialisme en kunstenaarschap’, VIII: 299 + n |
‘Sombere reeks (Enkele spoken uit de provincie)’, VIII: 16 n, 48, 55, 48 |
‘Somewhere’, III: 206 + n, 279; VIII: 389 + n
Sonnet van burgerdeugd, I: 165 + n, 176, 177 (+ tekst) + n, 200 (proeven), 203 + n, 217 + n, 237 + n, 239, 254 + n, 292 + n, 294 + n; VI: 424 + n |
‘Sonnetten’, I: 292 + n, 353 |
‘De Spaansche tragedie’, VII: 509 n; VIII: 22, 44, 53, 439 n
Het sprookje van de misdaad + bespreking, III: 424 n; V: 131 n; VI: 10 i, 69 n, 481 + n, 495; VII: 9 i, 11, 89 n, 106 n, 107 n, 125, 128, 134, 135, 137 n, 139 + n, 146, 166 n, 253, 277-278, 293, 298, 301, 356, 359, 364, 373, 374, 378, 386, 398, 411, 426, 429, 449, 450, 453, 468, 481, 486, 494, 501; VIII: 35 (wat anders), 47, 65, 76, 117 n, 147 + n, 169, 218-219
Stalin en het bolsjewisme (vert. van B. Souvarine, Staline), VIII: 357 + n, 362, 379, 391, 392, 396, 449 (vertalen), 461 (werkt mee), 485, 490, 506, 519, 529, 533, 569, 587 (Soewarin); IX: 62 n, 270 ‘Stanza's voor Sofie’, I: 181-183 (+ tekst); II: 184; VI: 36 |
‘Stevens pinxit’, I: 292 + n, 353 |
‘Surrealistische Fransche letteren’, I: 273 + n, 316 (artikel) |
‘De tee van Ludwig’, III: 383 + n; IX: 86 + n, 87, 94 + n |
‘Tegen de politieagent’, IV: 160 n |
‘Tegen Stalin's koddebeiers’ (niet gerealiseerd), VII: 446, 447 + n, 452, 453, 462, 471, 484 |
‘Tegenklacht van het perron’, IX: 248 + n, 249 (tekst) + n
Tegenonderzoek (Cahiers van een lezer)*** + besprekingen, II: 282 n, 341 n, 342 n, 371 + n, 372 + n, 381 n, 389 + n, 392 n, 393 n, 399 n, 400 + n, 407 n, 411 + n,
|
| |
| |
416 n, 424 n, 435, 439, 442 n, 443, 446, 447, 455 n, 463, 475; III: 24, 26-27, 32, 42, 67, 70, 72, 83 n, 86 n, 88, 104, 108, 113 + n, 115 n, 116, 124, 137 x, 138 (inhoud) + n, 142, 143 n, 148, 158, 168, 230 (drukproeven), 247 (proeven), 300 + n, 317, 323, 328, 423, 438 + n, 444, 445, 449, 453 x (proeven, deelen), 501, 506; IV: 15, 17, 18 + n, 32 + n, 41 + n, 47, 82, 105, 114, 117, 119, 125, 131, 133, 152 x, 153, 155-157 (prospectus), 162, 164, 175, 197, 237, 239, 252, 315-318 + n, 320, 341, 344, 351 n, 354 (boeken), 357, 365, 369; V: 32 + n, 207 (3 cahiers), 217, 253, 328, 432; VI: 229, 230, 248 (boeken), 268; VII: 456, 479; IX: 43 n, 45 n, 46, 51 n, 78, 122 + n, 148 + n |
‘Ter inleiding’ (in De korte baan), V: 180, 220, 229, 254, 347, 351, 352, 354, 355, 375, 409, 416 |
‘Ter uitnoodiging’, I: 292 + n, 353; II: 174 + n |
‘Terug en terug’ (= ‘Aller et retour’; = boek over Indië; niet gereal.), VI: 232, 237 + n, 249, 289 + n, 335, 336, 341, 372, 377, 403, 411, 434, 482, 492, 495; VII: 81 (hfdst.), 105 (roman), 125, 162, 222, 228, 254, 256, 350, 368, 377, 389, 427; VIII: 53, 82, 139, 148, 197 + n, 398, 593; IX: 9 i, 214 + n |
‘De terugkeer van het hart’, IV: 376 n |
‘Théâtre de I'OEuvre, Milmort’, IV: 358 + n, 370 |
‘Toppen in politieke romankunst’, VII: 155 + n, 159, 166, 167, 180, 216 |
‘Tot beter begrip’, IV: 363 + n, 516 (verklaring); V: 42 + n, 71 (overzicht) |
‘Twee filmsirenen’, III: 260 + n, 276 + n, 279, 283 |
‘De twee gevangenen (Bij een dubbelportret door Willink)’, VII: 228 n, 429, 430 (tekst) + n, 435, 467; VIII: 354 (tekst), 355 + n, 377, 378 + n, 464, 476 |
‘Twee liedjes van Byron’ (vert.), III: 355 + n, 356 (tekst), 363 |
‘Twee stukken van Shakespeare’, IV: 405 + n |
‘Twee uitbarstingen’, I: 96 n |
‘Twee vragen’, IX: 142-143 (tekst) + n |
‘Tweede bijdrage tot kennis van de provincie’, VII: 532, 533 n, 534, 535, 537; VIII: 13, 16, 18, 24, 25, 34, 35, 73, 192, 200, 455 |
‘Tweede dialoog’, zie Het sprookje van de misdaad |
‘Twintigste eeuw’, I: 280 + n, 292, 306, 319 n (sonnetten), 347 Uren met Dirk Coster (art. + boek) + besprekingen, II: 308 (‘Gesprek’); III: 7 i (essay), 64 (‘essay’), 69, 143 (essay), 149 + n, 150, 152, 155, 156 x, 158, 159 x, 161, 163 x, 165-168 + n, 170, 172, 174-178, 180, 181, 183 x, 185 x, 187, 190, 197, 198 + n, 212, 228, 251, 261, 275, 278, 320, 326, 330, 331, 334, 336, 341, 350, 351, 382, 384, 404, 405, 407-410 + n, 412, 413-415 + n, 418, 419, 421-423, 425, 427-429, 436, 438-440, 443, 447 x, 451, 465, 491 n 495, 497 + n, 498, 503; IV: 32 + n, 54, 82, 91, 99 n, 105, 106, 113, 114, 117 x, 120, 123, 124, 126, 127, 131-133 + n, 139 (ex.), 141, 142, 146, 147, 151-154 + n, 157, 165 + n, 166 n, 175 + n, 181-183 + n, 187, 188, 197, 203, 256, 263-266 + n, 293; V: 328, 356 n, 432; VI: 33, 73, 102, 190,
|
| |
| |
230, 248 (boeken), 268, 412; VII: 287, 363, 520 + n, 536 x; VIII: 30, 46, 57, 372, 424, 428, 499 + n; IX: 65 + n, 78, 81 + n, 83, 85, 86 + n, 89, 90-95 + n, 99, 107 + n, 123 + n, 124 n, 411 |
‘Uw eruditie, o Van Duinkerken’ (ongepubl.), VIII: 465 + n (tekst), 466-468 |
‘Valery Larbaud’, III: 420 n |
‘Valery Larbaud, Groot schrijver buiten deze tijd’, VII: 389 n, 454 |
‘Van de drie ridders en het hemd’ (vert. van J. de Baisieux, ‘Des trois chevaliers et del chainse (chamise)’); zie ook dp, Het zijden harnas, II: 165-166 + n, 170, 180, 260 + n, 261 x, 430, 442, 447, 449 + n, 456, 462 + n, 478; III: 23 + n, 36, 42; IV: 55 |
‘Van goede en slechte bloemlezingen’, VIII: 47 + n, 129 + n, 144, 221, 231, 232 |
‘Van Kraspoekol tot Saïdjah’ (bloemlezing): zie aldaar |
‘Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan...’, VII: 9 i, 502, 503 + n, 509-516 + n, 518, 519, 522 + n, 523, 525, 530; VIII: 12, 13, 16, 17 (1e stuk), 18, 24, 25, 34, 35, 40, 73, 192, 200, 455 |
‘Van Schendel's nieuwe verschijning’, VIII: 161 + n |
‘Van zuiver en onzuiver sentiment’, VI: 424 n; VII: 26 + n, 27, 291, 292 + n |
‘De verborgen avonturier’, III: 57 + n, 64, 138, 143, 153 (stuk voor Menno) |
‘Verborgen grootheid’, VI: 199 + n |
‘Verdediging der kultuur’, V: 129 n, 130, 368, 425 n, 443, 452; VI: 14-17 + n, 39, 47 (2 stukken), 82, 90, 104, 111 + n, 116, 122, 136, 156, 194, 195, 197, 198, 201; IX: 183 + n |
‘Verdere herdenking’, zie ‘De beteekenis van Multatuli’ |
‘Vergeef me zoo 'k met grooten spoed’, II: 236 (tekst) |
‘La véritable Manola’, VIII: 464 + n, 465 |
‘De verloofde’, IV: 155 + n |
‘Vermoeide jeugd’, II: 145 + n; III: 419, 445 |
‘De versteenden op het land Tjikoppo’, VI: 413 n, 415, 432 (artja's), 434-435; VII: 500, 529 + n; VIII: 122, 164, 193; IX: 243 + n |
‘Het verval’, II: 12; III: 406 + n, 446 |
‘Verwey rekent af met Van Eeden’, VIII: 337 + n |
‘De verzen van A. Roland Holst’, VII: 79 + n, 199 + n, 255, 332, 360, 368, 369 + n, 381, 395 |
‘Vestdijk, de veelzijdig begaafde’, VII: 374 + n, 396, 411, 428 |
‘Voetballerswijsheid’, VIII: 219 n |
‘Voetnoot na het “Gesprek over Slauerhoff”’, II: 433 n, 442 + n, 443 (tekst), 444, 447, (6 regels), 449 (antwoord), 450, 451 (repliekje) |
‘De vogel Rock’ (voorl. titel voor Parlando), I: 399 + n |
‘Voor alle zekerheid’, I: 132 + n, 137, 138, 153 + n, 231 (vier verhalen), 262, 278 + n, 291 (vijftal verh.), 355 (verhalen), 361 |
‘Voor Corinna's album’, VII: 189, 190 n, 398 + n, 545 (tekst) |
‘Voor de famielje’, I: 77 + n, 78 x, 104, 108, 278 n |
‘Voor een jong meisje’, III: 251 n; VII: 215 + n, 309, 389 + n; IX: 66 + n |
‘Voor een paradijsvaarder’, III:
|
| |
| |
252 (tekst) + n, 260 + n, 298 n ‘Voor het album van Lize’, II: 184 |
‘Voor Jehanne’, II: 184
Voor kleine parochie (Cahiers van een lezer) * + besprekingen, I: 115 n; II: 68 n, 75, 138, 139, 154 x, 157, 166, 167, 211, 269 + n, 282, 297, 302, 323, 348 + n, 372, 373, 384, 395 + n, 403, 408 + n, 439 + n, 475, 484; III: 19 + n, 24, 26, 42, 54, 56, 57, 63, 65, 67-69 + n, 71, 77, 80 + n, 82, 85, 92, 98, 104 + n, 107, 108, 148, 150, 169 + n, 188 + n, 200, 202, 203, 453 (deelen), 501, 506; IV: 15, 17, 18, 32 + n, 47, 117, (2 andere), 175, 181, 237, 239, 252, 293 + n, 341, 344, 354 (boeken), 357; V: 32 + n, 207 + n, 217, 328, 432; VI: 181, 229, 230, 248 (boeken), 268; VII: 456, 479; VIII: 364 + n, 365; IX: 65 n, 343 |
‘Voor S.’, II: 11 n, 12 (tekst), 20, 45 (verzen), 47 + n, 141, 142, 190-191, 252
Een voorbereiding + besprekingen, I: 29 i, 31 i, 106 n, 109 + n, 113-115 + n, 117, 118 + n, 121, 148 + n, 153, 157 + n, 158, 213, 255 + n, 286, 287, 294, 390 n, 395; II: 19-20, 25, 56, 71, 225 + n, 229, 233, 389, 447, 468, 480, 494; III: 16, 23-26 + n, 29 + n, 35, 42, 43, 45 + n, 56 x, 57, 70, 77, 139, 146, 151, 158, 160, 161, 164, 167, 168, 171, 172 (Suré), 175, 181, 182, 194, 213, 217, 224, 230, 231, 257 + n, 260, 268, 278 + n, 322 n, 326, 327, 331, 333, 355, 381 (Watteyn), 432, 446, 451, 453, 500, 501, 506; IV: 18, 96, 114, 120, 196 x, 237, 239, 256, 277, 278, 280, 347, 477, 491-492, 498, 508; V: 82-84, 91, 223, 327-330, 340, 392, 432, 438, 440; VI: 69 + n, 98 n, 229, 230, 236 n, 248 (boeken), 268, 451 + n; VII: 52 + n, 185 + n, 285, 456, 479; VIII: 364, 372, 550, 559; IX: 46 + n, 163 n, 343, 344 |
‘Voorlopig slot’, VII: 492 + n |
‘Voorrede’ bij Ter Braak, Démasqué der schoonheid, III: 465, 478 + n; IX: 78 |
‘De vooruitgang’, III: 255 + n, 256 (tekst), 445 + n, 448, 499, 509, 513; IV: 94 + n; IX: 99 + n ‘Voorwoord’ bij Daum, Goenagoena; IV: 267 n; V: 207 n; VI: 193, 200, 202, 207, 344; VII: 408 n; IX: 166 n, 217 n, 218 + n, 219 + n, 225 |
‘Vreemdsoortig avonturier, Een. Marie I, koning der Sedangs’ (onder ps. A.L. van Kuyck), IV: 16 + n, 226 + n, 234, 237-240, 247 |
‘De vrees te berusten’ (voorl. titel van het eerste boek van ‘De onzekeren’), I: 349, 355; II: 177
Vriend of vijand (Cahiers van een lezer)** + bespreking, II: 86 n, 96 n, 154, 155, 157, 166, 211, 282, 297, 302, 313, 323, 342, 348, 372, 388, 389, 393 + n,395 + n, 439, 475; III: 24, 26, 42, 66, 82, 104, 105, 108, 124, 126, 137 x, 138, 142, 143 n, 148, 149 (proeven), 157, 158, 161, 168, 188 + n, 196, 200, 202-204, 207, 213, 322, 453 (deelen), 501, 506; IV: 15, 17, 18, 32, 47, 117 (2 andere), 175, 237, 239, 252, 341, 344, 354 (boeken), 357; V: 207 + n, 217, 328, 432; VI: 51 + n, 229, 230, 248 (boeken), 268; VII: 456, 479; VIII: 364 + n; IX: 29 n, 35 n, 36 n, 65 n, 163 n, 343 |
‘Een vriend van Nederland in
|
| |
| |
Italië, Dr. Giacomo Prampolini’ (onder ps. A.L. van Kuyck), IX: 27 + n, 28 x, 30 (vertalingen) |
‘Een vrouw’, II: 10 (tekst), 11 n, 14 (vergelijking), 45 (verzen), 47, 191 n, 260 + n, 261 x, 355 + n |
‘Vrouwenleed in de literatuur’, VII: 451 n, 453 |
‘De vijand meldt zich’, III: 59 (geantwoord), 61-62 (tekst) + n, 67, 69, 77, 79, 131 (stuk), 132, 133, 138, 143 |
‘5 Anekdoten en een gesprek’ |
‘3e bijdrage tot kennis van de provincie’; ongepubl.), VIII: 16 + n, 19, 25, 32 |
‘De waarheid der wrekende schoondochters’, VIII: 417 + n, 463 + n, 518 + n, 519, 535; IX: 383 |
‘Waarom Indië’, zie Scheepsjournaal van Arthur Ducroo |
‘De wachtende’, II: 11 + n, 15-18 (tekst), 20, 45, 47 (verzen), 190-191, 260-262 + n, 355 + n, 375 n; III: 230; IX: 44 + n, 45 |
‘Wandeling zonder maan’, I: 280 + n, 292, 306, 319 n (sonnetten), 347 n; II: 144, 152 + n, 242 + n |
‘Weer terug in “Het land van herkomst“’, VI: 317 + n |
‘Welneen, ik ben niet boos’, V: 131 + n |
‘De werkelike d'Artagnan’, IV: 271, 272 + n, 276, 277, 286, 288, 296, 298, 339, 354, 365 (overdrukken), 375, 377 |
‘Wie, zoniet God, zei Kluit...’, V: 131 + n |
‘Willem van Hogendorps Indische jaren’, VIII: 493 + n, 498 |
‘Windstilte’, I: 75-78 + n, 104, 108, 141, 296, 305; II: 446 (tekst); III: 445; IX: 33 |
‘Woord vooraf bij de volgende stukken’ (= ‘Aantekening bij discussie over “Ontmoeting met Indonesiërs”’), VIII: 32 n, 95 ‘Woordvoerder van het modernisme’, V: 347 n; VII: 63, 64, 119 + n, 291 + n, 332, 374 + n, 395, 411, 428, 429, 448 + n |
‘Written in dejection’, IV: 268, 269, 304 + n, 306-307, 318, 326, 352 + n, 376 n, 377, 400; V: 156 (Nietzsche-Tielrooy); VIII: 427 n, 455 (botsing) |
‘Zaak van intellectueel geweten’, VII: 83 + n, 99, 106; IX: 223 n |
‘Zentgraaf, de oude Judas ook,’ VII: 582-583 + n (tekst) |
‘De “zenuwlijder” van Lebak’, V: 9 i (artikel), 334 + n, 343, 346, 350, 351, 353, 354, 366, 367, 372, 375, 387, 391, 397, 402, 461, 463, 484; VII: 99 n |
‘Zich doen gelden’, VI: 255 + n; VII: 45, 46, 69 (2e verhaal), 89, 105, 124 n, 140, 141, 167, 169, 181, 182 (vervolg), 188, 190, 194, 196, 197, 211, 212, 220, 255, 270, 277, 284, 296, 301, 306, 323, 324, 335, 361, 373, 406, 428, 454, 521, 528, 531; VIII: 8 i, 11, 48-50, 53, 56, 60, 63, 64, 67, 80, 83, 91 n, 94, 99, 108, 113-115, 117-120, 123, 130 x, 133, 144, 147, 153, 157, 163, 166, 196, 202, 233, 309, 396, 423, 489, 505 + n, 506, 508, 564, 570, 579, 593; IX: 245 |
‘Zittingen voor een damesportret’, I: 75, 79 + n, 80, 87 + n, 103, 108, 111 n, 131 (5 verhalen), 201, 368-370; III: 446 |
‘Zo leeg een bestaan’, I: 100 + n, 104 n, 109, 131, 137, 139, 140 + n, 153 + n, 159, 168 + n, 178, 179, 202, 208, 210, 231, 262, 291, 297 + n, 336-337 n, 355 (verhalen), 361; III: 446 (1e verhaal) |
| |
| |
‘Zu dem Aufsatz “Holländische Literatur von E. du Perron”’, IV: 517 + n, 520; V: 19, 26; IX: 143-145 (tekst) + n
Het zijden harnas (vert. van J. de Baisieux, ‘Des trois chevaliers et del chainse (chamise)’) + bespreking; zie ook dp, ‘Van de drie ridders en het hemd’, II: 166 n, 260 n; III: 36, 42, 47 (opdracht), 410, 411, 413, 448, 451, 480 + n, 489; IV: 10 + n, 55 (Ridders); V: 249 n; IX: 107, 167 |
Perron, Charles Emile du (1861-1926), I: 30 i, 31 i, 38, 41, 60, 74, 89, 90 n, 112 n, 153, 232, 262, 287 n, 331 n, 343, 344, 349, 369 n; II: 192 n; III: 22, 122, 178, 305; IV: 85, 140, 145, 159, 279, 306, 338; V: 66, 85, 86, 100, 316, 329; VI: 80, 155; VII: 80, 307, 314, 410, 422, 532 n; VIII: 156, 192, 231 n, 420; IX: 54, 55, 233 + n ‘Ambtelijke indrogings-statistieken’, IX: 233 + n |
Perron, Dolly du (geb. 1919), VII: 107 + n, 114 |
Perron, Edoardo du, VII: 527 |
Perron, Frits du (1856-1935), V: 359 |
Perron, George J.P. du (1871-1952), VII: 109 + n, 120, 124-126; VIII: 192 |
Perron, Gille du (geb. 1926), I: 31 i, 74 n, 271, 303, 311; II: 10 n, 18 + n, 30 n, 90, 149, 290; III: 77, 180, 226, 263, 269, 271-273, 295, 317, 323, 331 x, 336, 337, 340, 344, 350, 352, 353, 356, 357, 359-361, 377, 393, 395, 398, 461, 494, 503; IV: 14, 68, 88, 89, 104, 123, 130, 133, 151, 152, 155, 159, 170, 171, 208, 211-216, 218, 220, 222-225 + n, 234-236, 239-241, 244, 246, 248, 250, 276, 295, 297, 333, 339, 365, 368, 387, 390, 406, 444, 483, 490, 507; V: 38, 50, 57, 62, 315, 322, 325, 377, 379-381, 383, 385, 386, 417, 423, 424, 429; VI: 68 + n, 99, 124, 128, 136, 151, 156, 161, 167, 171, 173 n, 175, 182, 184, 188, 189, 204, 225, 228, 248, 254, 259, 267, 271 + n, 273, 278-281, 286, 288, 292, 300, 319, 323 + n, 328, 351, 354, 367, 371, 375, 386, 396, 397, 399, 402, 417, 421, 434, 456, 487, 495; VII: 15, 51, 78, 118, 250, 267, 364 + n, 446, 516; VIII: 121, 163, 164, 169, 233, 242, 243, 252, 309, 326, 327, 399, 571; IX: 33 + n, 55, 129, 145, 167, 235, 237, 253 n, 254 + n, 358 |
Perron, Hendricus Wilhelmus du (Henri, 1889-1969), I: 138 + n; VII 107 + n, 114; IX: 55 |
Perron, Hendrik Wilhelmus du (Henri, 1820-1900), VII: 109 n, IX: 55 |
Perron, Jean-Roch du (1765-1808), III: 442; IX: 18 + n, 19, 54 + n, 55 |
Perron, Jetty du, zie Emmerick-du Perron, H.D. van |
Perron, Louis du (1793-1855), III: 442-444, 460; VII: 352, 353 + n, IX: 18 n, 54 + n, 55 |
Perron, Louis Henri du (1856-1916), I: 138 n; IX: 55, 233 |
Perron, Nicolaas du (1787?-1809), IX: 18 n, 54 + n, 55 |
Perron, Pieter Johannes du (1830-1899), VII: 109 n, 120 (vader) |
Perron-Bédier de Prairie, Marie M.M. du (1864-1933), I: 30 i, 40 n, 60, 74 n, 89, 90 n, 102, 104, 121, 134 + n, 138, 142 n, 218, 225, 232, 239, 258, 262, 263, 267, 271, 287 n, 289, 303, 306, 308, 309, 311 + n, 312 n, 323, 331 n, 343, 344, 348, 349, 351, 369, 370, 390, 393, 402, 405 x, 406, 409, 420, 422,
|
| |
| |
425, 426 x, 432, 447; II: 7 i, 9-ii + n, 13 x, 14, 18-20, 24, 25, 29, 30 + n, 33 x, 39-41, 43, 46, 47, 58, 59, 61, 64, 67, 75 x, 77, 90, 95, 97, 99, 106, 107, 110-113, 117 x, 119, 124, 125, 127, 134, 149, 150, 162, 191, 222, 223, 235, 237, 245, 256, 275, 286, 295, 323, 333, 362, 367, 376, 390, 395 x, 436, 440, 459, 462, 465-468 + n, 470, 473, 482; III: 7 i, 8 i, 21, 28, 30-32, 37-38, 56, 58, 60, 69, 74, 82, 91, 97, 98, 105, 112, 114, 123, 125, 126, 134, 139, 147, 152-154, 156, 159, 160, 163, 168, 169, 175 x, 178-180, 182, 197, 198, 203, 204, 236 x, 241 x, 251, 252, 254, 258-263, 265 x, 267-269, 283, 286-290, 295-297, 304, 316-320, 322, 323, 325, 331 x, 336 x, 337, 340, 343, 350, 352-354, 356-359, 361, 367, 377, 379, 382, 391, 393, 395, 398, 399, 401, 424, 435, 440, 455, 460-462, 485, 494, 496, 505 x, 508; IV: 7 i, 11-15, 21-24 + n, 34, 69, 85 + n, 88, 89, 128, 145, 150, 197, 198, 215, 225, 279, 295, 322, 329-330, 336, 348, 364, 368 + n, 397, 416, 442, 447, 454, 469, 470; V: 30, 33, 37, 66, 86, 96, 100, 116, 258, 330; VI: 100, 155, 409; VII: 180, 307, 422, 500 + n, 532 n; VIII: 156, 247 n, 293, 397, 508, 527; IX: 37, 40, 41, 55, 57, 58, 71, 83, 90, 101, 105, 115 n, 167 |
Perron-Caron, Lisabeth du († 1805), III: 442; IX: 19 + n, 55 |
Perron-van Ligten, Alestina Rudolphine du (geb. 1881), VIII: 192 |
Perron-Menu, Margaretha Catharina du (1829-1896), VI: 271 n; IX: 55 |
Perron-de Quartel, Johanna Lucretia du (1798-1875), III: 443 |
Perron-de Roos, Elisabeth Geertruida du (1903-1981; zie ook Roos, Elisabeth de, en ps. Potomak), I: 295 n; II: 303; III: 8 i, 9 i, 22, 142, 147, 149 n, 152, 172, 174, 176, 192 n, 197, 198 n, 205, 255, 259, 265, 267 (‘the Elizabethan shadow’), 272-274, 282, 285- 287, 289, 291, 293, 296, 297 + n, 299, 302, 304, 305 + n, 313, 314, 317-319, 321, 322, 324 x, 326, 327, 332, 334, 337-340, 343, 344, 346, 347, 350-354, 357, 358, 361, 371 + n, 377, 379, 382, 383, 387, 388, 391, 392, 397, 398, 400, 401 x, 406 + n, 412, 414 x, 416-418, 422, 429, 431-434, 437, 440, 441, 447, 459, 460, 463, 478-481, 484, 486, 488-490, 496, 498, 499 x, 503 x, 507, 513, 518, 520-522 + n; IV: 8 i, 10 x, 13, 14, 16, 19, 25, 29, 30, 34, 35, 41, 46 + n, 50, 51, 55, 70, 74, 78, 79, 80 n, 82, 91, 92, 100, 101, 104, 106-110, 112, 114, 115, 118, 119, 128, 130, 131, 133, 135, 139, 142, 148, 152, 154 + n, 157, 159, 165, 170-173, 176, 180, 181, 183, 184, 188-190 + n, 194, 196, 197, 199, 201, 204, 205, 207, 208, 211, 212, 214-218, 226, 228, 232, 234, 241, 242, 244, 246-251, 261, 265, 270, 271, 278, 283, 285, 289, 292, 293, 295, 296, 299 n, 300-303 + n, 306, 309, 310, 317, 318, 322-324 + n, 326, 327, 329, 330, 333, 335, 339, 342, 345-349, 355, 357, 358, 360-365, 367, 370-374, 376-379, 388-391, 394, 398, 401-403, 405, 407-409, 411-413, 417, 421, 424 x, 428, 434-436, 438, 441, 444, 449-453, 455, 461 + n, 463, 467, 468, 476-478 + n, 480 + n, 482, 486, 487, 489, 491-492 + n, 497, 499, 500, 504, 506, 507, 517; V: 7 i, 10, 14, 17, 19, 25,
|
| |
| |
35, 37-41, 45, 49, 51, 52, 54, 57, 58 x, 67, 68, 71, 76, 82 + n, 87, 96, 97, 101, 102, 107, 108, 110, 112, 115, 117, 125, 128, 142, 147, 149, 155, 164, 167, 171-173, 175, 177, 180, 181, 185, 186, 188-190, 192, 193, 195-198 + n, 200, 204, 206 x, 211, 212, 214, 224, 225 x + n, 227, 231 x, 239 x, 240 x, 242 x, 243, 245 x, 246, 248, 250-252, 259, 263, 264, 266, 268-271, 274, 277, 279, 282 x, 286, 287, 289-291, 294, 296, 297, 299, 301, 302, 305-307, 310, 311, 314, 316-318, 320, 321, 325 x, 326 x + n, 331, 332, 340, 345, 348 x, 351, 357, 364, 365, 367, 368, 372, 378, 380, 383-385, 389 x, 395, 397, 400, 401, 409, 415, 416, 420, 422, 424-426, 435, 443, 444, 446, 453; VI: 7 i, 12 + n, 13, 15, 24, 31, 32, 35, 41, 43, 45, 52, 55, 60, 65, 68, 75, 76, 78, 79, 82, 85, 88, 90, 100, 103, 108, 110, 111, 116, 118, 122, 124, 132-134, 146-148, 150-152, 155, 157, 161, 162, 172, 173, 182, 184-186, 188, 197-199, 202, 203, 206, 208, 217, 224, 225, 227, 228, 231, 232, 235-239, 244, 247-249, 254, 259, 262-265, 270, 279-281, 284, 286, 287, 290, 291, 295, 298-300, 304, 305, 309, 312-315 ,318, 319, 321-322, 324-328, 332-334, 340, 343, 344, 351, 353, 356, 357, 359, 361, 363, 370, 374, 377, 380, 383, 387, 390 + n, 394, 397-399, 405 + n, 408, 409, 413, 415 x, 416, 420, 423 x, 425, 427-432, 439, 442, 446, 448, 451-453, 455, 458, 466, 467, 475-483, 485, 486, 492, 493, 495, 496; VII: 7 i, 12-18 + n, 22, 25, 26, 28, 40-42, 44, 46, 52, 60, 64, 65, 67, 69 + n, 70, 72, 73, 75, 77, 78, 80, 82, 84, 85, 88, 94, 99, 100, 107, 108 x, 110, 112, 114, 115, 117, 121, 123, 124, 127, 128, 130, 132, 134, 136-138, 141-143, 145, 146, 149-151, 153, 154 x, 156, 158, 162-165 + n, 167-171, 178, 179, 183, 186, 189, 191-193, 199, 200, 206, 208-212, 214, 215, 219-225, 227, 228 + n, 236, 242, 247, 248, 253, 255, 257-259, 261-264, 267, 271, 281, 285, 292, 294, 298, 299, 301, 302, 307 x, 316, 331, 333-336, 338, 348-351, 353, 355, 357, 360, 367-370 + n, 373, 374 n, 375 n, 376, 377, 387, 389, 390, 392, 395-397,
399 x, 402, 405 x, 407, 410, 412, 422-427, 429 x, 431-433, 437, 438, 447-449, 451, 452, 455, 457, 460-462, 464, 465, 467, 475, 483, 487, 489, 492, 494, 499 + n, 500-502, 506, 507, 512, 513, 515, 519, 523-525, 530, 534, 537; VIII: 11, 14 x, 22, 23 x, 27, 30, 36, 39, 45, 47, 49, 50, 55, 63, 64, 66, 67, 71, 81, 82, 85, 94, 96, 100, 102, 104, 108, 111, 113, 125, 130, 131, 133, 135, 139, 141, 145, 147, 161, 164, 168-170, 183, 189, 190, 199 + n, 201, 202, 212, 213, 216, 220 x, 221-224, 235, 238, 242, 249, 252, 254, 256, 257, 262-265, 271, 272 x, 275, 279-282, 289-292, 295, 297, 309, 311, 312, 314, 319-322, 326-328, 333, 334, 341, 352, 362, 363, 383, 385, 391, 392, 394, 396-398, 422, 427, 452, 461, 467, 480, 482, 484, + n, 489, 491 n, 492-495, 500, 501, 506-509 + n, 521, 525, 527, 529, 534, 535, 561, 564, 566, 567 + n, 579, 593; IX: 8 i, 9 i, 34 n, 53 + n, 62 n, 74 n, 77 n, 83, 87, 91, 93, 95-97 + n, 98 n, 103, 108-113 + n, 128, 132-136 + n, 138-141 + n, 150, 154-159 + n, 161 + n, 164 + n, 165, 167-169, 175, 176, 179 + n, 183 + n, 184, 186,
|
| |
| |
187, 189, 195 + n, 211, 212, 215, 218-223 + n, 226-228, 230, 231, 234-241 + n, 245-247, 255, 259 n, 262, 278 n, 329, 342, 351, 357-360 + n, 365, 370-376, 384, 400, 404, 406 n |
Perron-Sechez, Simone Elise du, I: 31 i, 74 + n, 77, 79 n, 106, 126, 255, 262, 263, 265-268, 270, 271, 273, 281 n, 282, 301-303 + n, 306, 312, 316, 323, 337, 345, 389, 390, 405, 407, 409, 418 x, 422, 424, 426, 429; II: 7 i, 9-11 + n, 13, 14, 18, 21, 22, 25, 30 n, 33, 39-40, 43, 56, 61, 67, 107, 136, 149, 150, 172, 245, 246, 254, 257, 259, 272, 288, 323, 327, 337, 360, 366, 367, 391, 400, 405, 422, 468; III: 7 i, 8 i, 15, 22, 32, 34, 58 x, 69, 74, 82, 110, 152-154, 169, 186, 222, 226, 227, 235, 236, 246, 251, 259-263, 265-269, 272-274, 282 n, 287, 289, 295 + n, 296, 304, 305, 317-319, 321-323, 331 x, 336, 337, 340, 343, 344, 350, 352-354, 356-359, 361, 378, 379, 393, 395, 398, 399, 401, 447, 461, 494; IV: 14, 88, 89, 104, 130, 133, 134, 151, 152 x, 155, 158, 170-172, 180, 210-220, 222-225 + n, 235, 236, 239-241, 244, 246-248, 250, 276, 295, 297, 333, 334, 337, 342, 365, 368, 390, 424, 436, 437, 442, 445, 447-449, 453, 456, 483, 490; V: 77, 232, 253, 258, 315, 321, 322, 383, 385, 386; VI: 128, 156, 157, 161, 162, 167, 188, 205, 234, 236, 240, 243, 267, 271 n, 273 + n, 280, 304, 323 + n, 375, 386, 396, 397, 399, 421, 495; VII: 220, 250; VIII: 164, 233, 327, 571; IX: 40, 41, 55, 58, 67, 69, 129, 253 n, 254, 361, 362 |
Perrot d'Ablancourt, Nicolas (1606-1664), IV: 491, 494 |
Persbreidelordonnantie, VI: 465 + n; VII: 86; VIII: 181 + n |
Perseus: Cellini |
Persky, Serge M. (1870-1938) La vie et l'oeuvre de Dostoïevsky, III: 100, 101 n |
Personalia: de Haan |
Pet, W.J., VI: 310-311 (oude heer), 342 |
Pétain, Philippe (1856-1951), IV: 444 |
Petel, Zus, zie Polanen Petel, Zus van |
Petit ami, Le: Léautaud |
Petit Palais (museum te Parijs), V: 336 |
Petit, VIII: 361 + n |
Petit, Claude le (± 1638-1662), I: 175 + n, 176
L'adieu des filles de joye à la ville de Paris, 1657, I: 175 + n, 176, 358, 359
Le bordel des muses ou les neufs pucelles putains, I: 175 + n ‘Madrid ridicule’, I: 176
‘Paris ridicule’, I: 175 n, 176
‘Rome ridicule’, I: 176 |
Petronius Arbiter († 66)
Le Satyricon (vert. door L. Tailhade van Satiricon), I: 233 + n, 236
Le Satyricon (vert. door F. Nodot van Satiricon), I: 233 + n, 236 |
Petrucci, Clairette E.A. (geb. 1899), I: 29 i, 30 i, 32 + n, 33, 42 n, 43, 122 (oude liefde), 255 + n; IV: 95, 96, 366; V: 230; IX: 70 |
Petrucci, Raphaël (1872-1917), I: 32 n |
Petrucci-Verwée, Claire A. (1873-1956), I: 29 i, 32 n, 33 n, 54, 118;
IV: 95, 96; VII: 145 n |
‘Petrus en Paulus’: dp |
Peyré, Joseph (1892-1968), VI: 63; IX: 193 + n, 194 + n
|
| |
| |
Sang et lumières, VI: 63; IX: 193 + n |
Peyrefitte, Roger (geb. 1907), II: 111 n
Propos secrets, II: 111 n |
Peysson, zie Peisson |
Pfeffermühle, Die, V: 419 + n |
Philippart, G., III: 75 + n |
Philippe, Ch.-L. (1874-1909), II: 201 |
Philippeau, Herbert, II: 99, 113, 193 (neef), 216, 257, 286 n, 323; III: 153, 500, 501; IV: 242; IX: 40, 41, 49 + n, 343 |
Philips II, zie Filips II |
Philips, Marianne (1886-1951), V: 256, 375; VI: 209
Henri van den overkant, Een jeugd tussen twee eeuwen, VI: 349 n
De jacht op de vlinder, V: 243, 290 + n, 294-295, 306 |
Phoenix, zie v. Nijlen, De vogel Phoenix |
Photographie, III: 483, 499 |
Pia, Colette (geb. 1937), IX: 240 n |
Pia, Pascal (ps., 1902-1979), I: 29 i, 43, 98 + n, 121, 137, 139, 142, 146, 158, 164, 204, 234, 236, 239, 265, 295 n, 396, 403; II: 76, 160, 161, 215 + n, 222, 245, 263, 266, 277, 281, 321, 326 + n, 327, 339, 390, 430; III: 14, 74, 85, 114, 145, 150 n, 227, 302, 328, 350, 359, 382, 387, 411, 438, 454-457, 462, 474, 480, 507 + n; IV: 21, 26 + n, 27, 30, 52, 63, 97, 124, 128, 129, 137-139, 148, 149, 151, 152, 156, 159, 179, 182, 184, 187-190, 192, 195, 201, 202, 204, 206, 212, 215, 217, 226, 246, 248, 252, 257, 258 x, 277, 289, 293, 337, 341, 357, 425, 443, 507, 519; V: 54 x, 56, 59, 76, 97, 120, 312, 318, 322, 324-326, 401, 433; VI: 8 i, 17 n, 18, 48 + n, 63, 66, 78, 79, 81, 82, 90, 92, 93, 98, 99, 121, 132, 136, 138, 142, 143, 149, 151 x, 152, 216, 356, 361, 409, 445 n; VII: 74, 123, 223, 261, 381, 489 + n; VIII: 199, 210; IX: 24 n, 136 + n, 181, 188, 190-193 + n, 195-203 + n, 213, 215, 216 x, 240 + n
André Masson, II: 263 n
Bouquet poëtique des médecins (bloemlezing): zie aldaar
Cortège priapique, zie Apollinaire, Cortège priapique
‘De Gistoux si j'étais le maître’, II: 263-264 (tekst)
‘Het geval Rimbaud, Twee dichters over dit dichterlijk genie’ (vert. door dp), II: 266, 321, 326 + n, 327 + n, 339
Manolo, II: 263 n
La muse en rut, VII: 515 + n; VIII: 31 (Pia's), 103 x, 210, 595 x |
Pia-Lonneux, Suzanna, I: 146, 234, 236, 265, 403 n; VI: 66, 81 |
Piano: Burssens |
Piazza, H. (uitgeverij), III: 189 |
Picasso, Pablo (1881-1973), I: 147; III: 517; IV: 477; IX: 96 |
Pichel, Dora, zie Groen-Pichel, Th. E. van der |
Pichon, L. (uitgeverij), I: 162 |
Picture of Dorian Gray, The: Wilde |
Pied Nickelé (personage uit beeldverhalen), IV: 431 |
Pienaar, E.C. (1882-1949)
Digters uit Suid-Afrika (bloemlezing): zie aldaar |
Pieneman, Jan Willem (1779-1853), III: 511
Slag bij Waterloo, III: 511 |
Pierard, Louis (1863-1942), II: 55 + n |
Pierre d'Horeb, La: Duhamel |
Pierre-Quint, Léon (1895-1958), IV: 119 |
‘Pierrot’: Kelk |
| |
| |
Pierrot, zie Kelk, De zonde van Pierrot |
Pierrot aan de lantaarn: Nijhoff M. |
Pieters, Marcel, III: 496 |
Pieterse, zie Rantwijk-Pietersen, Nike van |
Pietragrua, Angela, I: 268 + n |
Pigeaud, T.G.T. (1899-1988), VII: 420 + n
‘Alexander, Sakèndèr en Sénapati’, IX: 403 x+ n |
‘Pilar’: Antonini |
Pilatus, zie Vestdijk, De nadagen van Pilatus |
Pillecyn, Filip de (1891-1962), V: 318, 351, 401, 427; VI: 56, 57 Monsieur Hawarden, V: 318
‘De schaduw’, V: 201 n, 351 + n, 364, 371, 375, 376, 395, 401, 426; VI: 11 |
Pilnjak, Boris (ps., 1894-1937?)
L'année nue (vert.), VI: 38 |
Pindarus (± 522-443 v. Chr.), VI: 128 |
Pirenne, Henri (1862-1935), III: 362 n; IV: 42 + n, 44 |
Pisan, Christine de (1363-1431), II: 11 |
Pistoolschot, Het: Poesjkin |
Pit, Mary Ann (1891-1966), IX: 272 n, 273, 274 + n |
Pitié pour les femmes: Montherlant |
Pitoëff, Georges (1884-1939), III: 459 |
Pitt, William (1708-1778), VIII: 251 ‘De planken’, zie dp, ‘De grote dingen van de planken’ |
Plantage, zie Helman, De stille plantage |
Plasschaert, Albert C.A. (1874-1941), I:50, 134 + n; II: 336 + n, 356, 404; III: 169; IV: 370; V: 10, 11, 79 + n, 81, 157 n
‘Nieuws onder de zon?’, II: 404 + n
Palet, Een boek gewijd aan de hedendaagsche Nederlandsche schilderkunst (met Citroen), II: 324; III: 169 + n
‘Tent. Kunstzaal De Boer te Amsterdam’, II: 356 + n
‘Waarom Campendonk’, V: 157 n |
Platenatlas bij de Nederlandsche literatuurgeschiedenis (samenst. G. Brom, M.A.P.C. Poelhekke en C.G.N. de Vooys), VII: 281, 282 + n, 283, 355 |
Plato (± 428-± 348 v. Chr.), VI: 66, 119, 120, 153
Verdediging van Socrates (vert.), VIII: 460 |
Play in childhood: Lowenfeld |
Plechanov, G.V. (1856-1918), VI: 66 + n |
Pléiade, La (uitgeverij en serie), VIII: 402 |
Pleyte, C.M. (geb. 1863), IX: 392 n, 394+ n
Soendasche schetsen, IX: 397 |
Plievier, Theodor (1892-1955), VIII: 95 |
Ploeg, De (uitgeverij), VII: 319; VIII: 23, 47, 264, 265, 348 n |
Plon (uitgeverij), VII: 129 |
Plume, La (periodiek), I: 111 |
Plutarchus (±50-± 125), III: 355; VI: 127; VII: 238 |
‘Po Tsju I en Yuan Sjen bij de Yang Tse’: Slauerhoff |
Podach, E.F.
Friedrich Nietzsche und Lou Salomé, Ihre Begegnung 1882, VII: 335 + n |
Podewils, Clemens, IV: 521 + n; V: 19, 31, 50, 239 + n |
Poe, Edgar Allan (1809-1849), I: 232, 406; II: 175, 179-180 + n, 196, 224, 414, 428, 437 n, 438, 457, 491; III: 235, 342, 363, 493;
|
| |
| |
IV: 33, 55, 65, 104 + n, 122, 144, 347, 415; V:30, 31, 203, 208, 307; VI: 61, 201, 363; VII: 107 + n, 164, 212, 213, 454; VIII: 424; IX: 102, 235
‘Annabel Lee’, I: 378, 379 n
‘The cask of Amontillado’, III: 481
‘Drie gedichten’ (vert. door H. de Vries), IX: 102 + n
‘Eureka, A prose poem’, II: 179, 224
‘The fall of the house of Usher’, II: 428; IV: 105, 117, 370; VI: 323 Fantastic tales, II: 196 (Tauchnitz); VI: 201 (?)
‘Lenore’, I: 406
‘Lenore’ (Franse vert. door G. de Nerval), IV: 256, 258
‘Leonainie’, I: 406, 411-412 (tekst)
Letters till now unpublished in the Valentine Museum, Richmond, Virginia, II: 120 + n
‘Ligeia’, III: 481
The literati of New-York City, I: 384
‘The man of the crowd’, III: 481 Marginalia, VI: 201
The masque of the red death and other tales, III: 342, 363, 432, 434 + n, 438, 481 + n, 492, 506; VI: 200
‘The mystery of Marie Rogêt’, III: 493
Tales of mystery and imagination, II: 196 (‘Everyman's library’); VI: 201 (?)
‘Tamerlane’, IX: 38 |
Poedjangga baroe (periodiek), VII: 8 i, 67, 416 + n; VIII: 32 n, 95 + n, 101, 126 n, 138, 178, 179, 181, 182 + n, 189; IX: 251 n |
Poedovkin, V.I. (1893-1953), II: 460; III: 40, 47; VI: 218 n |
Poelhekke, M.A.P.C. (1864-1925), VII: 281, 282 n, 355 |
Poels, VII: 160 n |
Poèmes: Levet |
Poensen, C., IX: 395 n |
Poerbatjaraka, Ngabèhi (1884-1964), VI: 419, 442; VII: 413 + n; VIII: 96 + n; IX: 393 + n, 395 n, 396, 403 |
Poésies: Nerval |
Poesjkin, A.S. (1799-1837), I: 139 + n, 276; II: 456, 457, 462; III: 248, 330; IV: 92, 257; VI: 88; VIII: 151
Boris Godounov (vert.), I: 277 Le coq d'or (vert.), I: 276
‘Le coup de pistolet’ (vert. door A. Gide en J. Schiffrin), III: 37, 248, 288
‘Le coup de pistolet’ (vert. door P. Mérimée), IV: 257
‘Le coup de pistolet’ (vert. door G. Wilkomirsky), II: 181, 456, 462; IV: 257
‘La dame de pique’ (vert. door A. Gide en J. Schiffrin), III: 37
‘La dame de pique’ (vert. door P. Mérimée), I: 163, 276, 277; IV: 257
‘La demoiselle paysanne’ (vert.), III: 37
Doubrovsky (vert.), I: 276, 277 Eugène Oniéguine (vert.), I: 276, 277
La fille du capitaine (vert.), I: 276 De geschiedenis van het dorp Gorjoechino (vert.), I: 276
Kirdgialli, I: 276, 277; III: 37 + n ‘Le maître de relais’ (vert. door A. Gide en J. Schiffrin), III: 37 Le maure de Pierre-le-Grand (vert. door H. Iswolsky), I: 276, 277 Nouvelles (vert. door A. Gide en J. Schiffrin), III: 37 + n
Het pistoolschot (vert. door C. v.
|
| |
| |
Wessem van Le coup de pistolet), II: 456 + n, 457, 462, 493; III: 159 + n, 166 + n, 230 (Pouchkine), 233, 248 x, 257, 288, 316; IV: 257; V: 412 n; IX: 344
Les récits de feu Ivan Pétrovich Bielkine (vert.), I: 139 + n, 276, 402 (de Pouchkine), 424 + n; II: 25, 76, 116, 117, 237 + n, 462 (Fr. vertaling); III: 37, 44, 501, 506; IV: 370; V: 125
Rousslane et Lioudmilla (vert.), I: 276
‘Het schot’ (vert. door dp, niet gereal.), II: 410 + n, 456 n; IV: 257
‘La tempête de neige’ (vert. door A. Gide en J. Schiffrin), III: 37 Le Tsar Saltane (vert.), I: 276 Les Tziganes (vert. door P. Mérimée), I: 276 |
Poëties bericht, IV: 418 |
Pogany, W. (1882-1955), II: 230 |
Poging tot afstand: dp |
Pohl, Annie, zie Chiaromonte-Pohl, Annie |
Point counter point: Huxley |
Poiret, Paul (1879-1944), IV: 438 |
Pol, H.H.J. van de (1894-1971), IV: 176 + n, 183, 190 |
Polaire (ps., 1877-1939), IV: 302 + n
Polaire par elle-même, IV: 302 + n |
Polak, H.
Amsterdam, die groote stad..., VI: 349 n |
Poland, Theodorus (Toontje, 1795-1857), VII: 120 + n |
Polanen Petel, Anne M.H.L. van (Zus, geb. 1917), VI: 117 (dochter); VII: 132 |
Polanen Petel, Jan van (1923-1949), VI: 89 (neefjes), 204 |
Polanen Petel, Jules Edouard van (1856-1933), I: 232 (gemaal); IV: 21 + n, 23, 34, 212 |
Polanen Petel, Jules Edouard van (Eddy, geb. 1913), VI: 89 (neefjes), 117, 347 + n, 349, 351 x (trouwerij), 352, 374; VII: 148 |
Polanen Petel, Oscar A. van (1887-1932), I:123 + n, 268, 289, 331 + n, 344; II: 333; III: 159 n, 236; IV: 14 + n, 15, 23, 380; VII: 148, 527; IX: 39 |
Polanen Petel, Oscar Ernest van (Ernest, geb. 1914), VI: 138 |
Polanen Petel-Bosch, Paula M. van, VI: 117 (verloofde), 347 + n, 351 x (trouwerij), 352 |
Polanen Petel-Britt, Ernestiene Augusta van (Erna, 1890-1970), I: 123 + n, 268, 289; III: 189; IV: 212, 444; V: 36, 38, 45, 50, 51, 55, 57, 62, 70 x, 74, 76, 77 x, 313, 321, 435, 444; VI: 111, 116, 117, 138, 161, 204, 228, 231, 238, 286, 290-292, 315, 347, 351, 352, 371, 391, 399, 412, 413, 421, 429, 430, 495; VII: 78, 82, 135, 232, 240, 241, 249, 267; VIII: 121, 243, 489; IX: 145, 167 |
Polderlandsche kapoenen, zie dp, Ballade der polderlandsche onrustige kapoenen |
Polen, zie Hotels |
Politicus zonder partij: ter Braak |
Politique musulmane et coloniale des Pays-Bas, La: Bousquet |
Pollajuolo, Antonio del (1433-1498), IV: 290 n |
Pollès, Henri
Les gueux de i'élite, VI: 189, 199, 224 |
Pollones, J.A., III: 465 + n, 475; IV: 72 |
Polti, G. (geb. 1868), VI: 221, 226 Les trente-six situations dramatiques, VI: 221 + n, 226 |
| |
| |
Ponchon, Raoul (1848-1937), III: 214 + n, 468, 471, 514 |
Ponder, H.W.
Java's pracht en praal (bew. door C.P. Gunning van Java's pageant), VIII: 66 n |
Ponson du Terrail, P.-A. (1829-1871)
Rocambole (pers. uit romans), I: 92 |
Pont d'Avignon: Creixams |
Ponte, Lorenzo da (1749-1838), VII: 107 + n |
Pool, M.J., VIII: 335 |
Poort, Herman (1886-1933), VI: 159 |
Poortenaar, Jan Chr. (1886-1958), V: 108 n, 112, 124 |
Poortman, Thea (ps. van M. ter Braak), V: 247 + n |
Poot, Hubert K. (1689-1733), I: 366 |
Poplavski, Boris, VI: 218-220, 222, 223 |
Porché, François (1877-1944), VII: 31
Verlaine tel qu'il fut, VII: 31 |
Porphyrius (232-305), VIII: 219 |
Porta nigra: Marsman |
Porte étroite, La: Gide |
Porto-Riche, Georges de (1849-1930), VI: 131 |
‘Portretten van letterkundigen’ (serie), II: 259 (portret), 277 + n |
Pos, H.J. (1898-1955), VII: 21; VIII: 384 + n |
Post, P., VIII: 152 + n |
Post van den Neder-Rhijn, De (periodiek), VIII: 201 |
Posthumus, N.W. (1880-1960), VIII: 246 + n, 490 |
Postma, Kor (1903-1977), I: 209 + n, 212 + n, 213; II: 336 n, 356; III: 198 n, 199 |
Potgieter, E.J. (1808-1875), II: 44, 50; IV: 331; VI: 85, 130, 178; VII: 103, 104, 485; VIII: 34 + n, 196; IX: 89 + n, 101 n
‘Jacob van Heemskerck en vijf en twintig jaren Hollandsche poëzij’, VIII: 196 + n |
Potomak (ps. van Elisabeth du Perron-de Roos)
‘Parijsche brieven’, IV: 139 + n, 154, 173, 183, 190 |
Poucel, Victor (1872-1953), II: 409 + n
L'esprit d'André Gide, II: 490 + n |
Pouchkine, zie Poesjkin |
Poulaille, Henry (1896-1980), V: 380, 381; VI: 138; VII: 184 + n
Les damnés de la terre, 1906-1910,
V: 339 + n, 349
Le pain quotidien, 1903-1906, V: 339 + n, 349 |
‘Pour la défense de la culture’ (Internationaal schrijverscongres te Parijs, 1935), V: 91, 129 n, 273 + n, 275, 327, 335, 344, 346 (uitnoodiging), 348, 350-351, 354, 356, 361-364, 368-370, 372, 377, 378, 380, 381, 384, 410, 443, 452; VI: 14, 120, 137 n, 260; IX: 170 n, 171 + n, 183 |
‘Pour Gertie H’: Larbaud |
Pourtalès, Guy de (1881-1941), III: 290 + n; IV:119
Chopin ou le poète, III: 290 + n |
Poussin, Nicolas (1594-1665), VI: 361 |
Povel, Henri J.M.E. († 1944), VIII: 314 + n |
Powys, John Cowper (1872-1963) A Glastonbury romance, VI: 288 |
Praag, J.P. van (geb. 1911), VIII: 133, 134, 171, 304
‘De steen in het water’, VII: 408 n; VIII: 121, 133, 134, 171, 247, 304 n |
Praag, S. van (geb. 1888), VIII: 30 n |
Praag, Siegfried E. van (geb. 1899), IV: 234 n; VI: 389 + n |
| |
| |
Een man van aanzien, III: 325 n Praehistorie, Gedichten: v. Lier |
Prampolim, Giacomo (1898-1975), I: 303, 304 n, 342; IX: 8 i, 26 n, 27 n, 28 n, 29 n, 61 n
‘Dall' alto silenzio’, IX: 27 n Grammatica teorico-pratica della lingua olandese, IX: 26 n
La letteratura olandese e fiamminga (1880-1924) (bloemlezing): zie aldaar
‘Nederlandsche literatuur in Italië’, IX: 26 n |
Pranzini: Pascal, A. |
Praviel, Armand (geb. 1875)
Histoire vraie des trois mousquetaires, IV: 271 + n, 272 |
Preanger Hotel, zie: Hotels |
Preanger post, De (periodiek), VII: 535; VIII: 9 + n, 13, 16, 25, 200 |
Preangerbode, De, zie Algemeen Indisch dagblad De Preangerbode |
Prediker, De (Bijbelboek; zie ook Renan, L'ecclésiaste), I: 195; III: 31 |
Premsela, Martin J. (1896-1960, zie ook Permys, Martin), I: 51 n, 52 n, 53, 57; II: 200, 239, 248 + n, 350, 365; III: 261 + n, 262, 384 + n, IV: 132; V: 159 + n, 178, 210, 216; VI: 331; VIII: 454; IX: 36 + n, 153 + n
Lectuurgids voor de moderne Fransche letterkunde, VI: 331 + n ‘La princesse lointaine’, II: 84 ‘Proletarische dichtkunst’, III: 184 + n |
Prévost, Jean (1901-1944), V: 40 |
Prick van Wely, F.R.H. (1867-1926), IV: 457 + n
Neerlands taal in 't Verre oosten, VII: 216 + n, 266, 281, 293, 307 |
Pringgodigdo, Abdoel Karim (1906-1961), VII: 431 + n, 432, 466 + n, 473 x; VIII: 49, 95, 163, 238, 240, 254, 257, 273, 392; IX: 405, 406 n |
Pringgodigdo, Ratoe Soewarni (Nming, 1910-1967), VII: 455 + n; VIII: 95, 168, 178 n, 238, 257, 273, 287 n, 290 + n, 392, 461, 484 |
Prins van Oranje, zie Willem II |
Prins, Apie (1885-1958), II: 461; IV: 36, 37, 41 |
Prins, Arij (1860-1922), I: 362; II: 179; III: 125; VI: 62; VII: 491 + n; VIII: 310; IX: 101 n
De heilige tocht, VIII: 310 |
Prins, Jan (ps., zie ook Schepp, C.L.), III: 472; VII: 408 + n
Indische gedichten, III: 472 |
Prinsen J. Lz., J. (1866-1935), VI: 384 n
De roman in de 18e eeuw in West-Europa, VIII: 390 + n |
Prinses Turandot: Gozzi |
Prisma (bloemlezing door D.A.M. Binnendijk), II: 8 i, 295-296 + n, 357-360 + n, 363, 378, 384 n, 392 n, 394, 397, 398, 405, 416, 426, 446 (inleiding), 452, 480 n; V: 261 + n, IX: 95 n |
‘Prisma of dogma’: ter Braak |
Private life of Helen of Troy, The: Erskine |
Prix Goncourt, III: 498, 507; IV: 401 + n; VI: 29, 63, 361 + n; IX: 138 + n, 157, 193 + n |
Prix Théophraste Renaudot, V: 68 ‘Pro domo’: Greshoff |
Problemen der poëzie: de Raaf |
Procès du Centre terroriste Trotskiste-Zinoviéviste, Le, VI: 296 + n |
Progrès de Lyon, Le (periodiek), VI: 92, 93, 151; IX: 195 + n, 200 (werk), 202, 213 + n |
Proletkult, V: 142 + n |
Promenade de l'héroïne, La, zie Willink, Dame in landschap |
Promenades dans Rome: Stendhal |
| |
| |
Prometheus: v. Bruggen |
Prometheus geboeid: Aeschylus |
‘Prominentenreeks’ (serie), VIII: 197 n, 422 + n, 429 n, 561 n, 569 |
‘Proogram’: Dinger |
Proost, Karel Frederik (1883-1962), VI: 432 n; VIII: 384 + n De ontwikkeling der literatuur in Sowjetrusland, VI: 37 + n, 87 |
Proost, Mien (ps., zie ook Klomp, Hans), I: 438; II: 24, 122 + n, 125 n, 128, 133, 154, 357, 359, 360, 363 (buren)
Het middelbaar onderwijs en andere gedichten, I: 395 + n; II: 122 n |
Propria cures (periodiek), VII: 150; IX: 97 |
‘Prospectus’ voor Forum: ter Braak |
‘Prospectus’ voor ‘Noesantara’: dp |
‘Proteus’, zie Marsman, Porta nigra |
Proudhon, Pierre Joseph (1809-1865), III: 30, 420; VIII: 377; IX: 115, 116 |
Proust, Marcel (1871-1922), II: 369; III: 271; IV: 119, 120, 134, 244, 245; V: 286, 306, 404, 421; VI: 432
A la recherche du temps perdu, V: 400; VIII: 59 |
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, VI: 42; VIII: 575; IX: 352 |
Provinciale Pers, IV: 127, 139, 173, 181, 183, 188, 404; IX: 129 |
Proza I en II, zie Coster, Verzameld proza |
Proza gedichten: v. Deyssel |
Prullemand, zie dp, De behouden prullemand |
Psalmanazar, George (1679-1763), IV: 226 + n |
Psyche: Couperus |
Pulings, Gaston (1885-1941), I: 198 + n, 199
‘Un essai, Aiguillage’, I: 199 + n |
Putman, Willem (1900-1954)
‘De maaltijd’, IV: 177 + n; IX: 88 + n, 90-91, 114, 116 |
Putouarey, pers. uit Larbaud, A.O. Barnabooth, son journal intime, zie aldaar |
Pybrac: Louÿs |
Pijper, G.F. (geb. 1893), VIII: 385 + n, 483, 487 |
Pijper, Willem (1894-1947), VIII: 561, 569; IX: 337 |
Pythia (ps., zie ook Engelman, Jan) ‘Gevraagd een professor te Leiden’, VIII: 451 + n, 465-468 + n ‘Stoelgang’, VIII: 465-468 + n, 518 + n |
|
Quartero, VII: 200 |
Quasimodo, pers. uit Hugo, Notre Dame de Paris, zie aldaar |
Querido, Emanuel (1871-1943, zie ook ps. Mendes, Joost), II: 101, 259; III: 42, 53, 59 (Joden), 221, 438 n, 451, 452, 454, 457, 497, 520; IV: 33, 78, 99 n, 111, 119, 242 x, 243, 255, 263, 264, 270, 361, 363, 372, 397, 408-410, 412, 437, 440, 441 x, 449, 457, 464, 477; V 8 i, 16, 20, 22 n, 25, 28, 33-36, 41, 52, 78, 88, 90, 95-97, 103, 111, 114, 116, 120-122, 124 x, 125 + n, 128, 142 n, 143, 164, 167, 171, 178, 180, 188, 190, 194, 196, 198, 200, 207 + n, 212, 216, 217, 220, 228 n, 229, 231, 232, 234, 235, 237, 250, 252, 257, 262, 266 n, 269, 272, 279, 293, 296, 309, 314, 319, 327, 331, 334, 336, 338, 353-355, 362, 370 + n, 376 n, 398, 416-419, 421, 426, 427, 433, 434, 440, 442, 444, 445, 451; VI: 10 i, 13, 23, 29, 30, 51, 60 x, 74, 77 n, 78 + n, 80, 90, 98, 134, 146, 217, 230, 265, 275, 279, 280, 284, 286, 318 + n, 333, 355-358, 367, 371,
|
| |
| |
372, 374, 376, 377, 381, 387, 393, 394, 402, 406, 408, 410, 415, 417, 425, 427, 429, 434, 442, 459, 463-467, 470, 474, 487, 496; VII: 8 i, 18, 40, 41, 46, 50 x, 51, 57, 64, 67 n, 83-85, 87, 88, 91, 93, 100, 101 x, 111, 117, 119, 134, 139, 163, 186, 194-196 + n, 212, 214, 222, 223, 235, 242, 247, 248, 251, 253, 255, 270, 277, 283, 284, 287, 297, 301, 305, 308, 318 + n, 319, 327, 332, 336, 345, 356, 359-361, 366, 386, 425, 436, 456, 479, 483, 499, 519, 531; VIII: 282, 349, 357, 362, 379, 380, 391, 392, 396, 408, 414, 415, 449, 461, 488, 506, 546, 577; IX: 102, 143 n, 156, 167, 168, 177, 178, 184, 189, 193, 195, 198, 229, 230, 400 |
Querido, Israël (1872-1932), I: 37, 69 + n, 116, 117, 154 n, 203, 362; III: 129, 395, 422, 425; IV: 143; VII: 142, 170; IX: 101 n, 363 De Jordaan, III: 129, 461 n
Le Jordaan (vert. door A. de Rosa en G. Rageot van De Jordaan), III: 458 + n, 460, 461
Kunstenaarsleven, IV: 143
Over literatuur, Karakteristieken, I: 69 + n
‘Roel Houwink’, I: 69 (stuk)
Simson, De godgewijde, VII: 285 |
Quevedo y Villegas, F.G. de (1580-1645)
Pablo de Ségovie, El gran Tacaño, (vert. door Rosny van Historia de la vida del Buscón, llamado don Pablos), VI: 295 |
Quichotte, Don, pers. uit Cervantes, Don Quichotte, zie aldaar |
Quincey, Thomas de (1785-1859)
De l'assassinat considéré comme un des beaux-arts (vert. door A. Fontainas van On murder as one of the fine arts), I: 142
selected writings, VIII: 584 + n |
Quint, zie Pierre-Quint, Léon |
Quo vadis?: Sienkiewicz |
|
r.a., zie Algemeen Rijksarchief |
R., E. de, IX: 357 + n
‘Paris, Paris, Paradis des femmes?’, IX: 357 n |
Raad van Nederlands-Indië, IX: 278 n |
Raaf, K.H. de (1871-1948), II: 168, 177-178, 202; VI: 160, 169 + n Problemen der poëzie, II: 156 + n, 159, 168 |
Radek, Karl (ps., 1885-1939), IX: 229 + n |
Rabelais, François, (± 1494-± 1553), VIII: 318 |
Racan, Honorat de Bueil de (1589-1670), II: 150, 162-163, 171, 232; VIII: 553
Les poésies lyriques profanes, I: 238; II: 232 |
Racine, Jean (1639-1699), I: 233; II: 22; IV: 164; VIII: 436
Britannicus, V: 350 + n |
Racine et Shakespeare: Stendhal |
Raden Kamandaka, IX: 393 + n |
Raden Moending Laja, IX: 394 + n, 396 n |
Raden Pandji, zie Pandji-verhalen |
Raden Widjaja, IX: 393 + n |
Radermacher Schorer, M.R. (1888-1956), IV: 124, 142, 146, 187, 204, 498; V: 368; VI: 333, 358, 380; VII: 118, 223 + n; VIII: 147 |
Radetzkymarsch: Roth |
Radiguet, Raymond (1903-1923), IV: 181; VII: 440
Le bal du comte d'Orgel, IV: 125
Le diable au corps, VII: 440
Jeux innocents (door Pia), VII: 515 + n; VIII: 31 (Pia's), 103 x, 210, 595 x |
| |
| |
Radiobode, II: 239 |
Raedt-de Canter, Eva (ps., 1900-1975), V: 24 + n, 25, 256, 264 + n, 275, 370, 371, 375, 389, 401, 425, 436 + n, 445; VI: 19 + n, 20, 22, 23, 39, 46, 67, 95, 171, 184, 194 + n, 195, 198, 221; VII: 234 ‘De droom’, V: 201 n, 389, 401, 417; VI: 23
Huwelijk, V: 370 + n, 371, 376, 387, 389
Internaat, V: 370 + n, 371, 376, 387, 389
Ons Anneke, V: 31 + n |
Raemaekers, Louis (1869-1956), IV: 445 n |
Raffles, Th. S. (1781-1826), VIII: 334-335 |
Rageot, Georges, III: 461 + n |
Ragnar, pers. uit K. Mann, Flucht in den Norden, zie aldaar |
Rais, zie Retz |
Rajah van Halapore, II: 232 + n |
Ramaer-Sibinga Mulder, E.M. († 1986), VII: 351 + n, 365 |
Ramah (ps., 1887-1947), I: 239 |
Ramayana, IX: 393 n, 395 + n |
Rameau, Jean (1859-1942), VI: 196 |
Rameau, zie Diderot, Le neveu de Rameau |
Ramshay-Mensink, Hermien, I: 432 + n |
Ramuz, C.F. (1878-1947)
De geschiedenis van den soldaat (vert. door M. Nijhoff van Histoire du soldat), VIII: 103 + n, 104 |
Ranci, Costanzo, II: 422 |
Rang, Bernhard (geb. 1897), IV: 234
Weltliteratur der Gegenwart, IV: 234 + n |
Rangga Lawè, IX: 393 n, 394 + n, 396 n |
Rantwijk, Arthur E. van (geb. 1910), V: 231 + n, 278, 279; VI: 138 (die heer), 176; VIII: 247, 347 n, 381, 494, 505, 508, 568, 570; IX: 163 n |
Rantwijk-Pietersen, W, van (Nike, 1908-1988), V: 226; VIII: 347, 568 |
Raousset-Boulbon, Gaston de (1817-1854), IV: 16 + n, 226 |
rapp, V: 142 n; VI: 111, 133 + n |
Rappard, J.C. (1824-1898), VIII: 105 + n |
Rasidi, VII: 72 |
Raskolnikov, pers. uit Dostojevski, Schuld en boete, zie aldaar |
Raspoetin, G.J. (1872-1916), VIII: 469 |
Raspoetin, zie Fülop-Miller, Der heilige Teufel, Rasputin und die Frauen |
Rath, Ernst vom († 1938), VII: 520 + n |
Rattenvanger, zie Browning, De rattenvanger van Hamelen |
Rauschning, Hermann (1887-1982), VIII: 275
Hitlers eigen woorden (vert. door M. ter Braak en M. Nord), VIII: 506 + n
De nihilistische revolutie (vert. door M. ter Braak van Die Revolution des Nihilismus), VIII: 248 + n, 294, 379, 396 |
Ravel, Gaston, II: 192 n |
Ravenswood, John (ps., zie ook Slauerhoff, J.J.), I: 401
Mo Yang Ke, Chineesche verzen, I: 401, 402 (vorige Chin. bundel), 406, 416; II: 25 (2 boekjes), 77, 79 Oost-Azië (afd. en bundel), II: 250; VI: 306; VII: 96 n, 97-99 |
Ravesteijn, W. van (1876-1970), V: 117 + n |
Ray, Marcel (1878-1951), V: 410 n |
‘Razende moderne tempo, Het’: dp |
Reael, Laurens Laurensz. (1583-1637), VII: 391 + n |
Rebel, G.B., V: 300 + n |
| |
| |
Reboux, Paul (ps., 1877-1963) en Charles Muller (1877-1915)
À la manière de..., IX: 121 |
Rebuten: Greshoff |
Recensent, ook der recensenten, De (periodiek), VIII: 62 |
Récits de feu Ivan Pétrovitch Bielkine, Les: Poesjkin |
Reclam (uitgeverij), VI: 89 |
Recollections, zie Blessington, Conversations of lord Byron with the countess of Blessington |
Recollections of a long life: Hobhouse |
Redcel Elf (ps., zie ook Engelman, Jan), IV: 510
‘Ubu als tijdschriftredacteur’, IV: 510 + n, 512 |
Reddingius, J. (1873-1944), VI: 83, 102
Arbeid, VI: 330 n, 331 |
Redon, Odilon (1840-1916), VII: 118 |
Rée, Paul, (1849-1901), VII: 335 n, 336 |
Rees, W.A. van (1820-1898), II: 149; VII: 483
De Bandjermasinsche krijg van 1859-1863, IX: 399
Herinneringen uit de loopbaan van een Indisch officier, II: 454; IX: 399 Neerlandsch Indië, VIII: 105 + n Novellen, levensschetsen en krijgstafereelen, II: 175 + n
Toontje Poland, II: 175, 454; IX: 399
Vermeulen Krieger, II: 175, 454; IX: 399
Werken, II: 175 + n |
Reeve, Arthur B. (1880-1936) Craig Kennedy (pers. uit romans), I: 320 x, 323 |
Reflex: Dekker |
Réflexions: Paulhan, F. |
Réflexions sur la violence: Sorel, G. |
Reflux, Le: Stevenson |
Regeerings almanak (periodiek), VII: 280; VIII: 335, 336 |
Regent van Tjiandjoer, VIII: 269 |
Regina, zie Café's |
Regler, Gustav (1898-1963), VI: 146 |
Régnier, Henri de (1864-1936), III: 510; V: 343; VIII: 361
Le passé vivant, IX: 271 + n |
Reich, Wilhelm (1897-1957), VIII: 415 n
Massenpsychologie des Faschismus, V: 73, 74 |
Reigen, Zehn Dialoge: Schnitzler |
Reik, Theodor (1888-1969), VIII: 218
Der unbekannte Mörder, VII: 137 + n |
Reinach, Salomon (1858-1932)
Orpheus, Histoire générale des religions, V: 451 |
Reinald Godius, zie dp, ‘Godiusfragment’ |
Reine de Naples, zie v.d. Hoeven, ‘Herinneringen aan de Koningin van Napels’ |
Reinhart, Max (1873-1943), IV: 438 |
Reiniersz, Carel (1604-1653), VIII: 227 |
Reisbrieven aan Mimi en andere bescheiden: Multatuli |
Reitsma, Elisabeth (geb. 1897), III: 519
‘Tragedie’, III: 519 (tekst) + n Zingende golven, III: 519 + n |
Religie van den Islam, De: Muhammad Ali |
Remarque, Erich Maria (ps., 1898-1970), I: 372; II: 10
Im Westen nichts Neues (roman en film), II: 454 + n
Der Weg zurück, III: 173 |
Rembrandt Harmensz. van Rijn (1606-1669), I: 300, 397; II:
|
| |
| |
54, 68; IV: 178; VI: 87; VII: 77 n Danaë, II: S4; VII: 77 + n, 78
Het joodsche bruidje (= Isaac en Rebecca), II: 54; VII: 77 + n De nachtwacht, III: 274
De staalmeesters, I: 378
Titus in monnikspij, V: 437 + n |
Rênal, Mme de, pers. uit Stendhal, Le rouge et le noir, zie aldaar |
Renan, Ernest (1823-1892), 1: 312; V: 451; VII: 331 + n
L'avenir de la science, VII: 331 + n Le cantique des cantiques (Bijbelboek; vert.), I: 113 + n, 312 + n, 313 (andere boekje); VI: 132, 136
L'ecclésiaste (Bijbelboek; vert.), I: 313 + n; VI: 132, 136
Souvenirs d'enfance et de jeunesse, VI: 224 (Renan); VIII: 59 |
Renard,Jules (1864-1910), VI: 361 Journal, VI: 361 |
Rengers, III: 32 + n |
Reiner, G.J. (1892-1962), VI: 79 + n |
Renn, Ludwig (ps., 1889-1979), III: 18 + n, 80; IV: 84
Krieg, IV: 466 + n |
Rensburg, Jacques Karel (1870-1943), II: 140 + n, 143, 182, 301, 419, 425 + n
Japansche verzen, II: 425 n |
Renssen, P. van (1902-1936), VI: 404 + n
‘Over literatuur’, VI: 404 + n |
Renterghem, A.W. van (1866-1916), V: 118, 123 n |
Reportages in licht en schaduw: v. Moerkerken |
Resident van Cheribon, VII: 300, 302 |
Resident van Menado, zie Rhijn, M. van |
Residentiebode, De (periodiek), II: 492 |
Resink, G.J. (geb. 1911), VIII: 170 + n |
Resner, August F.H., VII: 269 (hoofdcommies), 308, 312 + n |
Restif de la Bretonne (1734-1806), I: 133, 135, |
Rethaan Macaré, C.A., VIII: 114 n |
Retour de l'U.R.S.S.: Gide |
Return to Malaya: Lockhart |
Retz, Gilles de (1404-1440), II: 18 + n, 385 |
Reul, Xavier de (1830-1895), VI: 159 |
Reuling, Josine (1899-1961), IV: 224 n |
Reuter, Fritz (1810-1874), II: 21 + n, 30
Ut mine stromtid, II: 21 + n |
Rêve, Le: Zola |
‘Revendications’, zie ‘Cahier de revendications’ |
Revis, M. (ps., 1904-1973), IV: 465 + n; V: 275; IX: 142
8.100.000 M3 zand, IX: 142 + n |
Revius, Jacobus (1586-1658), I: 296, 366 |
Révolution de février 1917 en Russie, La, III: 255 |
Revue blanche, La (periodiek), VI: 295 |
‘Revue der literatoren’: dp |
Rex-beweging, VI: 312 n, 454 + n Reijen, Wim van (geb. 1899), V: 100 + n, 102 + n, 127, 131, 337, 353; VII: 47 + n, 48; IX: 163 |
Reyneke van Stuwe, Jacqueline (1881-1955), VI: 160 |
Reyneke van Stuwe, Jeanne, zie Kloos-Reyneke van Stuwe, Jeanne |
Reys, Otto P. (ps., zie ook Greshoff, Jan), II: 203
Dichters in het koffyhuis, Herinneringen, II: 203 n, 227 |
Rhede van der Kloot, M.A. van
|
| |
| |
De gouverneurs-generaal en commissarissen-generaal van Nederlandsch-Indië, 1610-1888, VII: 505 + n, VIII: 336 |
Rhemrev, C.H., VIII: 341 |
Rhum: Cendrars |
Rhijn, M. van, VII: 271 (resident van Menado), 272 |
Ribeiro, Aquilino (1885-1963)
De man die de duivel doodde (vert. door J. Brouwer van O homem que matou o diabo), VI: 404 n, 405 |
Ribemont-Dessaignes, Georges (1884-1974), III: 446; VIII: 107 |
Riche, zie Café's |
Richelieu, A.J. de (1585-1642), IX: 61, 157 + n |
Ricket, F.W. (geb. 1888), V: 434 + n |
Rictus, Jehan (ps., 1867-1933), IV: 374 |
Ridder, André de (1888-1961), V: 128 |
Ridder, Q.A. de (1884-1949), VIII: 128 + n |
Riedel, J.G.F., VIII: 96 + n, 109 |
Rieu, W.N. du, VIII: 62 |
Rigoletto: Verdi |
Rilke, Rainer Maria (1875-1926), I: 146; III: 18, 81 n, 252 n; IV: 65; VI: 263; VII: 397
Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge, III: 81 + n; IV: 255, 348; V: 137, 404; VI: 263 + n, 405
Les cahiers de Malte Laurids Brigge (vert. door M. Betz van Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge), I: 102 + n
De wijze van liefde en dood van den cornet Christoffel Rilke (vert. door V.E. van Vriesland van Die Weise von Liebe und Tod des Cornets Christoph Rilke), II: 159, 269, 270 (proeven), 275 + n, 278, 332 n, 364, 385, 463 (Kaleidoscoopboekjes), 467; V: 412 n; IX: 96 |
Rimbaud, Arthur (1854-1891), I: 174, 176, 243, 301; II: 205, 250, 266, 326 n, 327 n, 339, 354; III: 86, 150, 151; IV: 184, 254, 257, 496; V: 11, 152 + n, 430; VI: 154, 159, 301, 373; VIII: 222; IX: 48, 49, 161 n, 162 n, 261 n, 276
‘Le bateau ivre’, I: 191, 301; V: 430+ n
Ce qu'on dit au poète à propos de fleurs, III: 151
Un coeur sous une soutane, Intimités d'un séminariste, III: 151
Les illuminations, I: 301
Les oeuvres complètes, II: 266, 326 n; III: 150 + n; IV: 256
OEuvres, Vers et proses, I: 174 n; III: 150; VIII: 58
Poésies, VIII: 179 + n
Les stupra, Sonnets, III: 151 |
Rimbaud, Isabelle (1860-1917), I: 174 + n; II: 327 + n |
Rinkes, D.A., IX: 394 n |
Ripperda, II: 29 |
Rire, Le (periodiek), III: 297 |
Ris, A.H. (1893-1980), IX: 8 i, 18 n |
Rispens, J.A. (1889-1962), VIII: 68
‘In memoriam P. van Renssen’, VI: 404 + n
Richtingen en figuren in de Nederlandsche letterkunde na 1880, VIII: 68-69, 80-81, 124 |
Rissik, Anna Adriana (geb. 1886) en Anna Maria (geb. 1888), V: 53, 104; VI: 247 (kennissen), 273, 274 |
Rissik, C., VI: 439 |
Rissink, W.G.F.C., VI: 422 + n, 453 (chef) |
Ritman, Johannes Henricus (1893-1982), VI: 9 i, 421, 422, 428, 430, 432, 433, 441, 456-458 + n, 480 x, 492, 495; VII: 54 + n, 55, 69- |
| |
| |
71, 83, 99 n, 106, 107, 109, 115, 151, 166, 167, 170, 174-176 + n, 180, 183, 229, 233, 244-246, 248, 255, 299, 301-302, 337, 350, 369, 409, 428, 443, 466, 493 + n, 511 n, 516, 518, 519 + n; VIII: 7 i, 13, 19, 86, 87, 135, 136, 141, 145, 212 + n, 220, 315, 532, 575; IX: 232 n ‘Etalage’, IX: 232 + n
‘De koloniale Nederlander’, VII: 461 n |
Ritman-Earle Purvis, Louise Mand (geb. 1902), VI: 421; IX: 370 + n |
Ritschl, Giza (1869-1942), IV: 286 + n |
Ritter, Isaline J.F.M.A. (geb. 1912), III: 372 |
Ritter jr., P.H. (1882-1962), I: 57, 63, 133, 136; 11: 84n, 86-90, 93, 94 x, 105, 118, 148, 203, 214, 300; IV: 151 + n, 152, 154, 204, 350, 353, 359; V: 78 + n, 300 n, 337 + n, 340 + n, 344, 348 + n, 362; VII: 47; VIII: 188, 194, 208, 231 ‘Bij J. Slauerhoff’, VI: 302 + n Het gracieus avontuur, I: 57 n, 63 n, 437
‘Havelaar-Ritter-Bloem’, II: 148 (antwoord van Ritter aan Jan) ‘In memoriam Just Havelaar’, II: 84 + n, 85, 87-89, 90 (kwijlerij), 93 (karakteristiek), 94 (géinsinueer), 148 (manifestatie)
Kaïn en Abel, VI: 330 n, 331 ‘Het land van herkomst’, V: 340 + n, 344, 348 + n |
Ritter, W.L. (1799-1862), VIII: 188 + n, 191, 194, 196, 208, 212 Java, Tooneelen uit het leven, VIII: 105 + n |
Rivages du néant: Fontaine |
Rivarol, Antoine (1753-1801), I: 207; VIII: 541 |
Rivet, Paul (1876-1958), V: 368, 372, 374, 379 |
Rivière, Jacques (1886-1925), III: 329, 387, 388 |
Rivière, Robert, III: 522; IV: 11 |
Rob Erkman's laatste liefde: v. Lidth de Jeude |
Robazki, Boris (ps., zie ook Dekker, Maurits), II: 492;; IX: 142 Waarom ik niet krankzinnig ben, II: 492; III: 402 + n, 437 |
Robbers, Herman (1868-1937), II: 23, 125, 126, 128, 129, 174, 254, 427 + n; IV: 64, 394; V: 132, 139, 357, 378; VI: 62, 394 + n, 395, 435; VII: 157, 236, 298, 300 + n, 303, 304, 306, 317; VIII: 427; IX: 143,363
‘Nieuwere en nieuwste proza-literatuur’, VI: 394 + n, 395 |
Robert: Gide |
Robert en Bertrand, of De lustige vagebonden, IV: 431 |
Roberts, S.C. (1887-1966) Doctor Watson, III: 440, 443 |
Robespierre, Maximilien de (1758-1794), II: 259 |
Robinson, zie Defoe, Robinson Crusoë |
Robinson, Edwin Arlington (1869-1935), III: 267; IV: 49, 50 Collected poems, IV: 49 + n
‘John Evereldown’, IV: 49-50 (tekst)
‘Luke Havergal’, III: 267-268 (tekst) + n; IV: 49, 50 |
Robles, zie Gil-Robles |
Robsart, Amy, pers. uit Scott, Kenilworth, zie aldaar |
Rocambole: Ponson du Terrail |
Rouchefoucauld, François de la, zie La Rochefoucauld, François de |
Rocque, zie Roque |
Rodenbach, Albrecht (1856-1880), II: 173, 332 + n; IV: 53, 105 + n; VI: 43; VII: 117 + n |
‘Rodica en Dodica’, zie v. Ostaijen,
|
| |
| |
‘Rijke armoede van de trekharmonika’ |
Rodin, Auguste (1840-1917), VII: 384 |
Rodker, John (geb. 1894), II: 109 + n
Adolphe (vert.), II: 109 n |
Rodriguez Larreta, Enrique (1875-1961)
La gloire de don Ramire (vert. van La gloria de don Ramiro), IV: 215, 234, 237 |
Röhm, Ernst (1887-1934), V: 60 n, 62 |
Roekoen Peladjar Indonesia, VIII: 525 + n, 583, 593 |
Roelandslied, Het, I: 170 |
Roelandt, L., VII: 184 + n
Multatuli de beeldenbreker (met Pée), VIII: 410 + n, 429 + n, 515 n |
Roelants, Maurice (1895-1966), I: 53 n, 127, 144, 145, 151, 160, 200, 219, 220, 222 n, 258, 288, 290 + n, 295, 304, 313 n, 314-316, 319, 339, 340, 342, 344-346, 362, 363; II: 22, 48, 53, 54, 56, 62, 64, 73, 74, 76, 78, 79, 81, 82, 97, 105, 110, 111, 119, 153, 343, 408, 428 + n, 455 + n; III: 7i, 173, 174, 176, 189, 190, 192, 205, 210-212, 217, 224, 249, 277, 280, 288, 313, 334, 351, 386, 409, 411, 440, 451, 455, 474, 490, 513, 514, 521; IV: 19, 21, 27, 28, 48, 49, 51 + n, 57, 58, 60, 63, 67, 72-75, 82, 86, 93, 97 + n, 99, 103, 108, 111, 127, 187, 191, 195, 249, 259, 260, 264, 280, 281, 304, 312-314, 318, 319 + n, 323, 324, 326, 327, 334, 347, 355, 373, 417 n, 418, 445 + n, 478, 486; V: 55, 203, 255, 318, 335, 355, 359, 364, 368, 401, 427; VII: 88 n, 142 + n, 156 + n, 243 + n, 322; IX: 74 + n,77,78, 83-85 + n, 88-90, 104, 106, 114, 117 + n, 118 + n, 120, 121, 337, 338, 341, 351, 353, 354
‘Bakkeleien met Jan Greshoff’, VII: 143 n
‘Berijmde levensgeschiedenis van de zondares Elvire’, II: 97 (2 gedichten), 100, 105
‘De beteekenis van wijlen Paul van Ostaijen’, I: 219 n
‘De drie meiskens’, II: 81
‘De eeuwig bestolene’, II: 81; V: 201 n, 203, 440
‘Eigenhandig testament’, II: 82 Eros, II: 53, 73, 76, 78 (paperassen), 79, 81, 97, 105, 110
‘Gepeinzenwisseling’, II: 105 (2 (?) gedichten), 110 (gedicht), 111 (gedichten)
‘Gerard Walschap en de dokters’, IX: 77 + n
‘Herfst in de ziel’, II: 81
‘Hollywood en de Koninklijke Vlaamsche Academie’, IV: 417 n, 418
‘Hooitijd’, II: 105 (2 (?) gedichten), 110 (gedicht), 111 (gedichten)
‘Ik denk zoo vaak aan Perk en Rodenbach’, II: 81 (sonnet), 105 (vers)
De jazz-speler, I: 316 + n; II: 305; III: 100; V: 375
De kom der loutering, II: 53, 73, 79, 81
Komen en gaan, I: 127, 128 n, 304, 316, 416, 438; II: 47, 305, 428; III: 100, 141, 224
‘Kraaien hebben gekrast’, V: 255 + n
Het leven dat wij droomden, III: 217 + n, 224 + n; IV: 249
Het negerbeeld, V: 370 + n, 371, 375, 427; IX: 77 + n
‘Opdrachten’, II: 81
‘Overgave’, II: 105 (2 (?) gedich- |
| |
| |
ten), 110 (gedicht), 111 (gedichten)
‘Paul van Ostaijen †’, I: 219 + n
‘Specialisten gevraagd’, IX: 77 + n
‘'t Hangt alles aan een haar’ (ongepubl.), II: 455 n
‘Ter vervanging van Forum’, VI: 28 + n
Twee helden, II: 305; V: 255 + n Het verzaken, II: 53, 73 (bundel), 76 (bundel), 79, 97 (bloemlezing), 100, 105 (heele pak), 106 (bundel), 110 (het pak), 111, 119 (bundel), 428 + n
‘Vooraleer te vertrouwen’, II: 81 ‘Een vrouw en een passerdoos’, II: 343, 359 + n, 455 + n |
Röell, W.F.A. (1892-1932), I: 51; III: 456 + n, 458, 463 + n, 474, 475, 477, 481-483; V: 55; VI: 78 ‘Brief uit Parijs’, I: 51 n |
Röell Jas, A.E. (geb. 1895), III: 475 |
Roelofsz, Charles F. (1897-1962), I: 158, 206, 212 + n, 213 |
Roelofsz, Marie A.P. (1905-1988), VIII: 118 + n, 119, 153, 166, 167, 246 + n, 313 |
‘Roep van de heros, De’: dp |
Roepi, zie Roekoen Peladjar Indonesia |
Roeping (periodiek), I: 150; III: 20 n, 86 n; IX: 352 |
Roerend bezit, Het: dp |
Roessingh van Iterson, J.A. (1846-1924), VIII: 388 |
Roggeveen, Leonard (1898-1959), I: 395
De ongelooflijke avonturen van Bram Vingerling, I: 394 + n |
Rohde, Erwin (1845-1898), IV: 307, 311, 326, 400; VI: 266 n Psyche, Seelenkult und Unsterblichkeitsglaube der Griechen, VI: 86, 266 + n |
‘Rol van de contrôleur Verbrugge in Lebak, De’: Ett |
Roland Holst, Adriaan (Jany, 1888-1976), I: 30 i, 31 i, 224, 230 n, 234, 243 n, 258 n, 263, 270, 272 n, 274, 278 n, 288, 293, 298, 300, 317, 343, 360, 364, 383, 384, 389, 394, 395, 404, 416-422, 424-428 + n, 438 n, 440, 444 + n; II: 9-12 + n, 14, 20, 25, 28, 35, 36, 40, 45, 69, 74, 83, 85, 89, 108 n, 109 n, 125, 128, 134, 154, 158, 166, 172, 177, 178, 202, 208, 214, 215, 220 n, 221 n, 224, 229, 241, 242, 254, 258, 264, 278, 280, 289, 293, 299-301, 303, 313-318 + n, 321, 322, 324, 328, 329, 332, 334 + n, 343, 350, 353, 372, 373, 380, 386, 391 n, 419, 425, 426, 428, 446, 451, 472, 476; III: 32 n, 58 x, 67 x, 75, 76, 80-85, 87, 89 x, 91, 116, 167, 187,189-191, 205, 214, 237, 245, 251 n, 271, 273, 275, 282-284, 300 + n, 301, 303, 305, 314-316, 338, 349, 370, 467, 511, 513, 515, 516, 521; IV: 18, 32, 40, 44, 70, 71, 83, 108, 116, 123, 130, 138, 140, 142-147, 149, 162, 176, 201, 221, 234 n, 247, 249, 265, 272, 276, 279, 285, 286, 293, 294, 296, 306-309, 311-313, 317, 319 + n, 321, 325, 326, 329-331, 333, 352, 361, 362, 365-368, 376, 381, 387, 395 + n, 409, 420, 455, 471, 512, 513, 520; V: 8 i, 28, 31, 33, 36, 37, 39-42, 45, 55, 79-83 + n, 105, 106, 115, 117, 149, 150, 156-158, 163, 167 + n, 187, 192, 202, 203, 209, 220, 229, 258-260, 264, 280 + n, 281, 295, 297, 299, 314-316, 318, 335, 343, 351, 355, 404, 437, 447; VI: 23 n, 24, 25, 35, 50, 55 n, 56, 57, 728, 98, 107, 146, 168, 195, 200-202, 204, 205, 207-209, 228, 239, 254, 263, 283, 300 n, 301,
|
| |
| |
304, 305, 307, 333, 356 n, 400, 405, 424, 444; VII: 26, 28 + n, 67, 81 n, 88, 101, 121, 125, 138-140, 142, 154 + n, 155, 190, 193, 194, 197, 199, 210, 211, 227, 228, 235, 244, 292, 296, 334, 335 + n, 360, 381, 396, 398, 409, 427, 437 + n, 456, 462, 466, 485, 489, 515, 545 n; VIII: 15, 65, 80, 107, 145, 146, 244, 249, 251, 254, 259, 265, 272, 274, 279-281, 291, 295, 296, 298, 307-311, 316, 318, 319 + n, 320 n, 321, 323, 372, 395, 396, 398, 450, 452, 457, 467, 507, 522, 536-539, 541, 553, 556, 566-568, 570, 576, 579, 595; IX: 24, 31, 36, 37, 39 + n, 40 + n, 45, 47-49, 52, 63 n, 65, 66, 71, 79, 139 n, 144, 259 + n, 260 + n, 263, 265, 267-271, 371
‘Aan Ken...’, VII: 190, 545 n De afspraak, I: 84 + n, 270 + n, 360; II: 9, 40, 109, 128, 353, 425, 446, 451, 457; III: 17 + n, 81, 85; IV: 255, 307, 326, 361; V: 201 n, 202, 229, 259, 355, 375; VI: 55; VII: 397; IX: 48 n
De belijdenis van de stilte, I: 230 n, 259
‘De bewegende gordijnen’, III: 84 + n
Deirdre en de zonen van Usnach, II: 425
‘De dichter en de volle levers’, VIII: 318 + n
Disjecta membra, I: 425 + n; VI: 37 + n, 108; VIII: 365
‘Drie dichters en drie vrouwen’, VII: 361 + n, 370 + n
‘De gedachte en de muzikanten’, III: 84 + n
‘Geen tweede Troje’ (vert. van W.B. Yeats, ‘No second Troy’), I: 317 + n; III: 18; IX: 24 n ‘Het gouden plein’, II: 108 n ‘In gedachten’, III: 84 (in De gids); VI: 349 + n (in GN)
‘Kristal tegen spiegel’, II: 9, 108 + n, 491
‘Kwatrijn’, VI: 31 + n
‘Een libertijn’, II: 191
‘Liefde's aanblik’ (vert. van D.G. Rossetti, ‘Lovesight’), I: 317 + n, IX: 24 n
‘Lilith’, II: 106 (verzen), 108 ‘De nederlaag’, V: 185
Onderweg, VIII: 566 + n
‘De ontkomen zwerver’, I: 300, 317; IX: 29
‘Oorlogstuig’, V: 229 + n
Over den dichter Leopold, VI: 43
‘Overzicht’, VI: 332 + n, 333
‘De Prins weergekeerd’, IV: 40 + n, 41, 83 + n
‘Shakespeare ontmand’, II: 69 + n, 70
Shelley (Een afscheid), IV: 307; VI: 244
‘Sirenische kunst’, II: 9, 40 + n
‘Spiegel en hart’, III: 84 + n
‘De stervende geliefden’, I: 300; II: 108; VI: 424
Tusschen vuur en maan, IV: 18 + n, 38 + n, 157, 162, 256, 279 (Jany)
‘Twee gedichten uit “Een winter aan zee”’, VI: 50 + n
Uit zelfbehoud, VII: 456, 462, 484; VIII: 107 + n, 121, 3 18 n
‘De uitspraak’, II: 106 (verzen), 108; V: 185
Verzen, I: 230 n, 259; III: 170, 178, 184
Voorbij de wegen, I: 230 n, 259; IV: 478, 486
Voortekens, II: 108 n
De wilde kim, I: 230 n, 259, 293; IV: 478, 486
Een winter aan zee, V: 108 + n, 109; VI: 50 + n, 53; VII: 79, 199
|
| |
| |
+ n, 255, 332, 360, 361, 368, 381, 395; VIII: 371 |
Roland Holst, Marius (Eep, 1889-1960), I: 244 (broer); IX: 65 + n |
Roland Holst, Richard N. (1868-1938), I: 298, 441, 443; VII: 396 (Ric)
Overpeinzingen van een bramenzoeker, I: 298 + n |
Roland Holst-de Meester, Annie (1893-1987), IX: 65 + n |
Roland Holst-van der Schalk, Henriette G.A. (1869-1952), I: 317, 373, 441, 443, 444; II: 120, 486 n; III: 30 + n, 31; IV: 48, 465; V: 335, 350; VI:257, 330n, 331, 444; VII: 67, 79, 138, 150 n; VIII: 127, 349, 358; IX: 26 n, 171
‘Een epos van de Chinese burgeroorlog’, V: 215 + n
Herman Gorter, VII: 396 + n Over leven en schoonheid, VIII: 21, 77
Tijdsignalen (bloemlezing): zie aldaar
Verworvenheden, VI: 257 + n |
Rolland, Romain (1866-1944), IV: 461, 493; VI: 118, 147 x + n, 151; VII: 415, 417-419; VIII: 437; IX: 36, 73 n
Jean-Christophe, V: 350 |
Romains, Jules (ps., 1885-1972), VI: 207 |
Romance sentimentale (film), III: 47 |
‘Romans van Maurits’: v. Deyssel |
Rombauts, Willem (1906-1961), I: 249, 255, 262, 345, 346 x, 374 ‘Paul van Ostaijen en de openbare rust’, I: 374 |
Romburgh, H. van (1883-1977), V: 309 + n, 310 |
Rome, Naples et Florence: Stendhal |
Romein, Jan M. (1893-1962), VI: 104 n, 108, 228, 350, 404, 416, 419; VII: 62, 69, 90 + n, 115, 144, 149, 151, 169 + n, 180, 237, 238, 365, 493 + n; VIII: 16 + n, 76, 82-84 + n, 90, 128, 137, 177, 192 + n, 194, 219 n, 225 n, 234, 237, 289-290, 313, 368, 382 n, 479, 481, 510 n, 549, 567
‘Het beloofde land - verdeling van Palestina?’, VII: 157 + n
‘Bilderdijk als geschiedschrijver’, VII: 90 + n
‘Een brief in plaats van een overzicht’, VI: 404 + n
‘De Britse leeuw eet uit de hand’, VI: 381 n
Erflaters van onze beschaving, VII: 396 + n, 428; VIII: 82 n, 219 n, 221, 549
‘Finis Austriae’, VII: 361 n
‘Historische constanten en variabelen’, VI: 330 n, 331
‘Kanttekeningen bij Huizinga's cultuurhistorische verkenningen’, VII: 151 + n, 237
De lage landen bij de zee, VII: 73, 90, 147 + n, 149
Machten van dezen tijd, VI: 438 (‘Koloniale Geschiedenis’)
‘Een nieuw geluid, De nieuwe grondwet der u.s.s.r.’, VI: 349 n, 350
Het onvoltooid verleden, VII: 37 + n, 90 + n, 115 + n, 137, 151 n, 177; VIII: 488 + n
De sociale en economische grondslagen van het fascisme, VII: 466 n
‘Zekerheid en onzekerheid in de geschiedwetenschap’, VII: 361 + n, 362 |
Romein-Verschoor, Annie H.M. (1895-1978), VI: 36, 133, 188; VII: 37 n, 149, 151, 276, 319, 366, 429; VIII: 82, 141, 155, 159, 160 + n, 192 n, 194, 246, 289-290, 313, 384, 479, 481, 510 n, 549, 550, 574; IX: 189 n, 404
|
| |
| |
‘Douwes Dekker, Begrijpen en verdedigen’, VII: 270 + n, 276, 277 n, 319, 366, 429
Erflaters van onze beschaving, VII: 396 + n, 428; VIII: 82 n, 219 n, 221, 549
‘Jens Peter Jacobsen en zijn “Marie Grubbe”’, VII: 151-152 + n De Nederlandsche romanschrister na 1880, VIII: 510 n
Vrouwenspiegel, VI: 132 n, 188 |
Rondeau jr., S.
‘Jan Pietersz. Coen’, VIII: 62 |
Rondeel, Het (bloemlezing door A. Heyting), II: 189 + n |
Rondgang door de verzameling, Een, V: 377 + n |
Rondom tien gestalten: Kelk |
Ronkel, Ph. S. van (1870-1954), VII: 518n; VIII: 115 + n |
Ronsard, Pierre de (1524-1585), II: 50; IV: 83, 508; V: 291 n; VII: 314, 389 |
‘Rood front’: Waas |
Roodboek; Van der Lubbe en de Rijksdagbrand, V: 72 |
Roorda, F., IX: 393 n, 395 n |
Roorda van Eysinga, Philippus Pieter (1796-1856), VIII: 62 + n, 63, 162 n, 176, 180, 183; IX: 394 n ‘Bevel van Satrijo’, VIII: 62 ‘De cholera morbus te Batavia’, VIII: 62, 63
Nederlands roem in Oost-Indië, VIII: 62, 162 + n |
Roorda van Eysinga, Sicco E.W. (1825-1887, zie ook ps. Sentot), VII: 210; VIII: 62 + n, 106, 162 n, 176, 206, 218, 223, 357, 376 + n, 406, 583 + n
Briefwisseling tusschen Multatuli en S.E.W. Roorda van Eysinga, VII: 18 + n, 36, 38, 85, 210, 278, 303, 365; VIII: 572
Verzamelde stukken, VIII: 218 + n |
Roorda van Eysinga, Sytze (1773-1829), VIII: 162 + n, 176 |
Roos, Elisabeth de (zie ook Perronde Roos, Elisabeth Geertruida du en ps. Potomak)
‘Als niet-commerçant ten Foire de Paris’, IV: 176 + n
‘De amazone is coming man’, IX: 106 + n
‘De bekroning van Céline’, III: 503 + n
‘Cafés en literatuur’, IX: 365
‘D.H. Lawrence: de briefschrijver na de romancier’, IX: 111 + n, 112
‘Een Deen over Java’, VII: 21 n, 298 + n, 307, 360
‘Een drama over Napoleon’, IV: 176 + n
‘Een der laatste bohémiens overleden, Rictus de zanger van de armen’, IV: 373, 374 + n
‘Engelsch essayisme’, IX: 111 + n ‘Essay-bundel’ (niet gerealiseerd), IX: 110- 113
Het essayistisch werk van Jacques Rivière, III: 388 + n; IV: 208 + n, 215 (dissertatie); VII: 410 + n; IX: 62 n
‘Falcon’ (?), IV: 91, s06, 107, 109 (weggeraakt), 118, 132 (copy) ‘Herfst te Parijs’, IX: 365
‘Ivan Mestrovic en Bourdelle’, IV: 55 + n
‘Java’, VIII: 66 + n; IX: 243 + n ‘Kroniek der Fransche letteren’, v: 108
‘Léon Daudet voor het voetlicht’, III: 522 + n; IV: 107 + n ‘De manier voor goede verstaanders’, IX: 87 + n, 111 + n
‘De memoires van Polaire, Voorloopster van de moderne vrouwensilhouet’, IV: 302 + n ‘Een nieuwe ster aan den cabaret- |
| |
| |
hemel, Le cas Oswald!’, IV: 420 + n, 424 (?‘papier’), 438, 452
‘De opening van het tentoonstellingsseizoen, De salons’, IV: 358 + n, 370
‘Opschorting’, IX: 87 (titel), 91 + n, 92 (pagina), 101 n
‘Het “orphische” vuur op het “mantische” altaar’, III: 313 + n
‘Oude en moderne kunst, De stad van contrasten’, IV: 487 + n
‘Oxford versus Europa’, VI: 199 + n, 235
‘Parijsche schrijvers berichten over het litteratuurcongres van Moskou’, IX: 365
‘Paul Verlaine en Paul Valéry’, III: 522 + n
‘De pen der vrouwen van Holland’, VI: 132 + n, 133, 188, 202
‘Reisschetsen van Delacroix’, IV: 55 + n
‘De “retrospective Modigliani”’, IV: 302
‘De Salon d'automne, Meubelkunst en grafiek’, IV: 358 + n, 370
‘Salon des humoristes’, IV: 106 + n
‘Schrijverscongres te Parijs’ (met dp), V: 368 + n, 370, 378, 381, 384
‘Het sprookje voor het sprookje’, IX: 161 + n
‘Stendhal herlezende’, VI: 425, 481 + n; VII: 21 + n, 47, 360
‘Teekeningen en grafiek van een kind’, IX: 365
‘Terugblik op Schnitzler’, IX: 79 + n, 82 (tekst), 111 + n
‘Het theaterseizoen geopend, Nieuwe stukken van weinig belang’, IV: 358 + n
‘Tooneel van Lenormand’, enz., IX: 156 + n
‘Twee tentoonstellingen van Daumier, Prenten en schilderijen’, V: 71 + n
‘Uit het leven van Stavisky, Politieke sensatie en romaneske avonturen’, IV: 417 + n
‘Het voorseizoen achter de winkelruit’, IV: 358 + n
‘Wereldtentoonstelling te Parijs in 1937’, IX: 365
‘Een werkelijke avonturenroman’, IX: 110, 111 + n
‘De ziekte der jeugd’, IV: 302 + n, 316-317
‘Zij die door de mode heerschen, Uit het leven der mannequin's’, IV: 438 + n |
Roos, J.R.B. de (1875-1934), III: 192 + n; IV: 23, 34, 170, 171, 204, 211, 214, 215, 285, 289, 295, 296, 300, 389, 407-409, 424, 434-437, 482, 501, 514; V: 7 i, 24, 42, 53, 54, 97, 101 + n, 104, 111, 114, 228, 269, 377 n; VI: 13; VII: 120; IX: 70, 87, 151 + n, 152, 154, 167, 169, 361 |
Roos, Robert de (1907-1976), III: 327 + n, 350, 450, 453; IV: 170, 296, 408; VI: 175, 259, 280, 419; VII: 527; VIII: 122, 341; IX: 179 + n |
Roos-von Falkenhayn, Christa de, IV: 296, 408 |
Roos van Jericho, De: Herreman |
Roosevelt, Franklin D. (1882-1945), IV: 7 i |
Roosseno, zie Soerjohadikoesoemo, Roosseno |
Rops, Daniel, zie Daniel-Rops, Henry |
Roque, François de la, V: 133 + n, 138, 145; VI: 244, 245 n |
Rose, Pascal (ps. van Rosy Ternova), VI: 48 + n; IX: 181
La vie de familie, VI: 48 + n; IX: 181 |
| |
| |
‘Rose Lourdin’: Larbaud |
‘Roseau d'or, Le’ (serie), I: 174 |
Roselier, Le, zie Hotels: Hostellerie du Manoir |
Rosine (ps., zie ook Greshoff-Brunt, A.C.), VI: 328 + n, 348, 357, 457 n; VIII: 86; IX: 237 n
‘Brieven uit Brussel’, VI: 328 + n, 347 (‘Elsie’), 348, 405 (Elsie), 420, 422, 446 (Elsie), 457 + n; VIII: 86 + n, 87 (Belonje-kwestie); IX: 237 n, 238 |
Rosny (ps. van J.H.H. Boëx, 1856-1940, en S.J.F. Boëx, 1859-1948), VI: 295 |
Ross, Robert, II: 165 n |
Rosselli, Carlo (1899-1937), IX: 234 + n, 236, 240 |
Rosselli, Nello (1900-1937), IX: 234 + n, 236, 240 |
Rossem, C.P. van (1885-1935)
Twee historische avonturiers, Beau Brummell en Giacomo Casanova, IV: 235 + n |
Rossetti, Dante Gabriel (1828-1882), I: 242, 243, 245, 246, 259, 317 n; II: 36, 69; III: 177 + n, 178, 339; V: 149; VI: 207, 452; VII: 59; IX: 47-49
Guinevere, IV: 254 n
Hand and soul, I: 263 + n
‘The house of life’, IX: 108
‘Nuptial sleep’, I: 246
Poems and translations, 1850-1870, I: 259 (Oxford-edition)
‘The portrait’, I: 259 |
Rossini, Gioacchino A. (1792-1868), VII: 362 |
Rost, Maud, II: 112
Het vertraagde einde, II: 112 + n, 126 |
Rost, Nico (1896-1967), I: 146; III: 119, 184 n, 186, 207, 378; VI: 381 n; VII: 263, 452, 471, 493, 494, 508 + n, 509; IX: 67, 171
Het geval Jef Last, Over fascisme en trotzkisme, VII: 446 + n, 452, 453, 462, 470, 471, 484, 493, 508 + n
Levensberichten, III: 88, 96, 99, 103, 119, 202, 207 + n, 256
‘De man van Lebak, E. du Perron over Multatuli’, VII: 263 + n, 471
‘Manulescu’, III: 207 + n |
Rost van Tonningen, M.M. (1894-1945), VII: 122 n |
Rostand, Edmond E.A. (1868-1918), II: 84, 201, 239, 418, 420; III: 411; IX: 36 n
L'Aiglon, VIII: 515 + n
Cyrano de Bergerac, I: 319, 417; II: 26, 418; III: 407 + n, 411; IV: 286 |
Rot, Thomas Sijbrandt (Tom, 1909-1982), VIII: 23, 264 + n, 265, 271, 277, 348 n, 517 |
Rotgans, G.E., VI: 437 + n |
Roth, Joseph (1894-1939) Radetzkymarsch, IV: 34 + n, 41, 82 |
Rothermere, zie Harmsworth |
Rotterdamsch Leeskabinet, VIII: 116, 117, 196 |
Rottier, IV: 19, 21, 24, 101-102 |
Roud, Gustave (1897-1976), Petit traîté de marche en plaine, IV: 30 + n |
Rouge et Noir (cabaret te Brussel), I: 302 + n |
Rouge et le noir, Le: Stendhal |
Rougemont, Denis de (1906-1985), VIII: 46, 248 + n, 272, 275; IX: 109 n
Journal d'Allemagne, VIII: 248 + n
Journal d'un intellectuel en chômage, VIII: 248 + n, 272 + n
Penser avec les mains, VIII: 272 + n |
Rouletabille: Leroux, G. |
| |
| |
Rousseau, Henri (1844-1910), VIII: 40 n |
Rousseau, Jean-Jacques (1712-1778), I: 197; VI: 192, 473; VII: 174, 183, 424; VIII: 224
Confessions, V: 404
Discours sur l'origine... de l'inégalité parmi les hommes, VII: 183
Du contrat social, VII: 173, 183 |
Rouveyre, André L.M. (1879-1962), I: 82
Visages des contemporains, I: 82 |
Royaards, Willem (1867-1929), II: 23, 26, 28, 30; VII: 177 + n |
Royal, zie Café's |
Royal, zie Hotels |
Royale Belge, La, IV: 23, 24, 352, 356, 368 + n, 371, 376, 378, 421, 424, 427, 447, 448; IX: 135 |
Royaume-farfelu: Malraux |
Royen, J.F. van (1878-1942), VI: 388 + n |
Royen, Marie A.H. van (geb. 1892), II: 127
De afstand, II: 127 n |
Rozendaal, W.J., II: 456 n; III: 233 n; VI: 270 n |
Rubens, Peter Paul (1577-1640), II: 54 |
Rüdesheim, II: 173, 287, 324 |
Rümke, H.C. (1896-1961), VI: 104 n |
Ruimte (periodiek), I: 73, 220 + n |
‘Rumoer rondom Multatuli’, VII: 179 + n |
Rumpelmayer, zie Café's |
Rumphius, G.E. (1627/28-1702), VII: 123 + n; VIII: 443
Het Amboinsche kruidboek, VII: 123 n |
Ruquoy-Delagarde-Van Uffelen (uitgeverij), I: 236 + n |
Rustende jager, De, zie Café's |
Rutering, Anthonij, VII: 279 |
Rutgers, S.J. (1879-1961) Indonesië (met A. Huber), VI: 412 + n, 479; VII: 393, 485 |
Rutherford, M. (ps., 1831-1913)
The autobiography of Mark Rutherford, dissenting minister, VII: 512 + n |
Rutten, Matthieu (geb. 1906), I: 321, 324 |
Ruyter, Michiel Adriaansz. de (1607-1676), VII: 170 n, 416 |
‘Ruzie drie-hoog-achter’, VIII: 462 + n |
Ruzius, J.B., II: 149
Heilig Indië, II: 149; IX: 398 |
‘Rij zwaarden tot bogen’, zie Kelk, ‘Rei zwaarden tot bruggen’ |
Rijckevorsel, Maria Jacoba van (Miek, geb. 1910), I: 428 + n; IV: 345 + n |
‘Rijke armoede van de trekharmonika’: v. Ostaijen |
Rijke man, De: Schendel, A. van |
Rijksarchief, zie Algemeen Rijksarchief |
Rijksbureau voor Kunsthistorische en Ikonografische Documentatie (Den Haag), VIII: 166, 180, 188, 196, 212 |
Rijksdaggebouw, IV: 473 |
Rijkseenheid, De (periodiek), VIII: 203 n |
Rijksmuseum (Amsterdam), I: 107; II: 68 |
‘Rijmprenten en planodrukken’ (serie), I: 165; II: 140 n; III: 168 n |
Rijmwercken, zie Bogaert, De gedichten |
Rynbende's blijmoedig maandblad (periodiek), II: 122 + n, 312 (?) |
Rijpstra, Annie, zie Batten-Rijpstra, Annie |
|
s.d.a.p. (Sociaal Democratische Arbeiders Partij), II: 484; VI: 350 n; VII: 445; IX: 232 n |
| |
| |
S.
‘Bârâs Kangean’, IX: 16 n, 313-316 (tekst) |
S.D. (ps., zie ook Koch, D.M.G.) ‘Reactie’, VIII: 51 + n |
S.O.S. (ps.)
‘Wijlen oweeër’, II: 120 + n |
Sabatier, Apollinie-Aglaé, I: 359 n, 396 |
Sacco, Nicola (1891-1927), III: 194 Lettres (vert. van The letters), III: 194 |
Sade, D.A.F. de (1740-1814), I: 110, 133, 135, 163; II: 388, 389; III: 138
‘Eugénie de Franval’, II: 388; V: 204 |
Sagan, Leontine, III: 314 n |
Saïdjah, pers. uit Multatuli, Max Havelaar, zie aldaar |
‘Saïdjah's lied’, VIII: 251 + n, 265, 272 + n, 273 (rapport), 276 x (dokument), 379 (stukken), 491 + n, 492 + n, 500, 501 |
Saint Augustin, zie Augustinus |
Saint Georges de Bouhelier (1876-1947)
Napoléon, IV: 176 |
Saint-Hélier, Monique
Le cavalier de paille, IX: 230 + n, 373 |
Saint Just, Louis Antoine Léon (1767-1794), II: 259, 263, 283, 324, 332, 335 n, 353, 357, 479, 485; VI: 131, 146 |
Saint Léger-Léger, A. (1889-1975), VI: 239 |
Sainte-Beuve, Charles Augustin (1804-1869), I: 312 |
Saks, J. (ps., zie ook Wiedijk, P.), VI: 9 i, 395-399 + n, 405, 407, 416, 417, 429, 435, 436, 449, 457-460, 469, 471, 472, 476, 479, 481, 483-486, 488-491, 495, 496; VII: 11, 12, 16, 17, 19-21 + n, 23, 27-36, 53, 57-61, 67, 84-89 + n, 135, 143, 191-192, 207, 210, 214 + n, 215 n, 223, 230, 231, 234, 235, 242, 243, 251, 252, 256 + n, 260, 264, 265, 271, 276, 279, 283, 292, 296-299, 303, 304, 308, 319, 322, 326, 330, 342, 366, 458, 459; VIII: 53, 268 + n, 409 n, 417, 425, 426, 445, 494, 603; IX: 404
Eduard Douwes Dekker, Zijn jeugd en Indische jaren, VI: 395 + n, 411, 417, 429, 435, 469, 486; VII: 19 n, 35, 36, 57 + n, 58, 85, 87, 92, 118, 134, 143 n, 179 + n, 180, 183, 191, 207-210, 214, 215 + n, 229-231 + n, 235, 236, 242-244, 247, 249, 250-252, 256 + n, 260-262, 265, 267, 270 + n, 271, 276, 279, 283, 292, 293, 299, 308, 319, 330, 331, 366, 458, 459; VIII: 151 n, 225 n, 226, 268 + n, 425, 494, 603
‘Lebak’ (GN 1927), VI: 395 n, 399, 407, 429, 459, 483, 484, 490; VII: 57
‘Het ontslag van Ed. Douwes Dekker als assistent-resident te Lebak I, II, III’ (GN 1937), VI: 9 i (artikelen), 395 n, 416, 449, 457-461 + n, 469, 476, 479, 481, 483-485, 488-491, 495, 496; VII: 11, 18-20 + n, 23 + n, 28-31, 35, 36, 38, 50 + n, 57-61, 88, 297, 330
Potgieter en Busken Huet, VII: 265 + n, 339
Socialistische opstellen, VII: 265 + n, 339; VIII: 53 (opstellen?) |
‘Salamander, De’ (serie), V: 125 + n, 134, 207 (zijn Albatross-serie), 304; VII: 134 + n, 196, 222 + n |
Salden, Helmut (geb. 1910), VIII: 146 n, 472 + n |
Saleh, Raden, zie Basteman |
Sallustius Crispus, Gaius (86-34 v.
|
| |
| |
Chr.), V: 17, 420, 425; VI: 295 |
Salmon, André (1881-1969), I: 137 |
Salomé, Lou (1861-1937), VII: 335 + n |
Salomon, Ernst von (geb. 1902), IV: 167, 243; V: 203, 243; IX: 359 n (auteur)
Die Geächteten, IV: 345; V: 71
Die Stadt, IV: 166 n, 167, 243; V: 243 (?) |
Salomons, Annie (1885-1980), VII: 165; IX: 50 + n, 238 + n
Ballingen, IX: 238 n
Het huis in de hitte, Drie jaar Deli, IX: 238 n
Verhalen uit het Verre Oosten, IX: 50 n, 238 n |
Salon d'automne (Parijs), I: 101; IV: 358, 367, 370; VIII: 65 n |
Salon des artistes indépendants (Parijs), IV: 19, 21, 358, 367, 370 |
Salti-Goetz, Jéhanne (1890-1945), II: 60 + n, 72, 98, 103, 123, 143, 158, 173, 185, 187, 197, 238, 324, 337; III: 178, 179 |
Saltykov-Sjtsjedrin, M.E. (1826-1889), IV: 242
Les messieurs Golovleff (vert.), IV: 107, 110, 115, 136, 180, 189, 190; V: 45 + n, 48, 50, 51 |
Salvemini, Gaetano (1873-1957) La terreur fasciste, V: 373 |
Salverda de Grave, Jean Jacques (1863-1947)
La Hollande, III: 458 + n, 461 |
Samain, Albert (1858-1900), I: 242; V: 97 |
‘Samenspraak’, zie v. Vriesland, ‘Nieuwe samenspraken’ |
Samirah, VII: 411, 423 |
Samkalden, Hugo (1905-1943), VI: 9 i, 412 n, 416, 436 n, 457, 458, 485; VII: 30, 43 n, 55 n, 70, 71, 90 n, 99 n, 107 n, 168, 200 n, 251, 252 n, 310 n, 328, 346, 409, 432, 451, 461 n, 473, 476 n, 492 n, 499 n, 507 n, 513, 516, 519 n, 521, 523, 524, 536; VIII: 16 n, 17, 29 n, 33, 57, 75, 81-82, 83 n, 88, 96, 112 + n, 113, 124, 127, 131, 132 n, 133, 135, 137, 140 + n, 148 + n, 163, 175, 184, 221, 225, 235, 236 n, 293, 294, 484, 458, 490, 525, 528 + n, 583, 594, 596; IX: 91, 232 n, 243, 248 n, 278 n, 370 + n, 375, 405, 406 n
‘Dr. Jan Romein als historicus’, VIII: 225 + n
‘Huizinga's laatste werk’, VIII: 131 + n
‘In het zonnetje van gisteren’, VII: 115 + n, 137, 144, 150, 151 + n, 177.
‘Jan Compagnie en zijn muze’, VIII: 29 + n, 94, 149
‘De man van Lebak, Een bespreking in brief-vorm’, VII: 183 + n, 200, 244, 251, 252 + n, 262 x, 502 + n
‘Multatuli, Tweede pleidooi, De vermommingen van jan Lubbes’, VII: 502 + n, 518, 520
‘Natuurrecht in eere hersteld...?, Het’, VII: 172 (artikel)
‘Negentien boeken’, VIII: 148 + n, 170
‘Politieke geschriften’, VII: 466 + n
Publieke meening, pers en staat, VIII: 33 + n
‘Twintig jaar U.S.S.R’, VII: 144 (artikel), 172 (andere artikel), 182 + n
‘De volksraad en de Europeesche samenleving in Nederlandsch-Indië’, VII: 461 + n |
Samkalden, Ivo (geb. 1912), VII: 505 + n, 519 |
Samkalden, Joseph (1874-1968), VIII: 294, 528; IX: 278 n |
| |
| |
Samkalden-Meijers, O.J., VII: 505 n |
Sammlung, Die (periodiek), IV: 425, 445, 517, 520; V: 17 + n, 19, 26, 201; IX: 143 n, 144 + n, 364 |
‘Samoun’, zie Slauerhoff, ‘Simoun’ |
Samsoedin, VIII: 395; IX: 251 + n |
Samsoedin, Artinah (1913-1985), VIII: 395; IX: 251 + n |
San Michele, zie Munthe, De geschiedenis van San Michele |
San-Severina, pers. uit Stendhal, La chartreuse de Parme, zie aldaar |
Sånå Boedåjå (museum), IX: 399 n, 402 n, 405 n |
Sand, George (ps., 1804-1876), V: 205; IX: 211 n |
Sandberg, H.W. (1898-1983), IV: 240, 493 + n; V: 369 + n, 372, 378, 381, 412; VI: 104, 171 + n; VII: 75 n, 323
Andrée, V: 369 n, 372
‘Bescheidenheid’, V: 381 + n
‘Nog eens het schrijverscongres: Du Perron's oordeel’ (met DP), V: 369 + n, 372-375, 377, 378, 412, 439
Schaduw, IV: 240 + n |
Sandeman, zie Café's |
Sandick, Johan Alexander van (1727-1763), VII: 24 + n, 189 |
Sandick, R.A. van (1855-1933), VII: 329
Leed en lief uit Bantam, VII: 329 |
Sandick-van Haren, Amelia H.W. van, zie Haren, Amelia H.W. van |
Sanekin, R. (ps., zie ook Gans, Jacques), VI: 12 n
‘De dialectiek van den heiligen schijn’, VI: 12 + n |
Sang noir, Le: Guilloux |
Santwijk, H. van, VIII: 112 (Off. v. Justitie) |
Sapinière, La, zie Hotels |
Sappho, Anacréon et Anacréontiques (vert. door M. Meunier), VI: 128 + n |
‘Sara Malcolm’, zie J. Greshoff, ‘Een afscheid’ |
Sarraut, Albert (1872-1962), IV: 443 |
Sartre, Jean-Paul (1905-1980) La nausée, VII: 389 |
Saturnus: Slauerhoff |
Satyricon, Le: Petronius |
Sauvageot, A., IX: 199 + n |
Savinkov, Boris V. (ps. Ropchine, 1879-1925), III: 19, 88, 103, 108, 119, 124, 133, 155, 170, 173, 186, 194, 196, 202, 207, 235, 241, 370, 382, 436, 459; IV: 38, 243; IX: 67 + n, 78, 90
Ce qui ne fut pas, III: 75, 99 + n, 200, 202, 204, 205, 213; IV: 243; V: 125; IX: 67 n
‘Le cheval blême’ (blanc) (ongepubl.), III: 99 + n, 102, 103, 170, 436, 459
The pale horse (vert.), III: 160, 436
Souvenirs d'un terroriste (vert.), III: 19, 75 + n, 99 + n; V: 125
‘Het vale paard’ (witte) (ongepubl.), III: 155, 196, 199, 207, 436, 506
‘Het zwarte paard’ (ongepubl.), III: 196 (= The black horse?), 199, 200, 207, 436 |
Savonarola, Girolamo (1452-1498), II: 409 |
Sayers, Dorothy L. (1893-1957), VII: 115 |
Scaramouche (film), II: 224 |
Scarlatti, zie Jaloux, Sur un air de Scarlatti |
Scève, Maurice (1501-1560), V: 13, 17 |
Schaaf, Nine van der (1884-1973), I: 295 + n; VI: 424 |
| |
| |
‘Schaduw, De’: de Pillecyn |
Schaduw der bergen: Donker |
Schaduw van den Caudillo, De, zie Guzman, In de schaduw van den leider |
Schagen, J.C. van (1891-1985)
Litanie, III: 18 n
Narrenwijsheid, I: 131 + n |
Schagen van Leeuwen, J.A.N. (1823-1897), V: 257
De ondergang van de Cornelia, V: 257 + n |
Schaïk, Van, II: 130, 135 + n |
Schaik-Willing, Jeanne van (1895-1984, zie ook ps. Loenen, Gabrielle van), I: 295 + n; II: 310, 343; V: 255, 370, 371, 426; VI: 23, 56, 57; VII: 239
‘Barbaarsche rhapsodie’, V: 201 n, 202, 255 (copy), 370, 371, 375, 387, 400, 426, 440; VI: 23, 61, 219
‘Kracht en artisticiteit’, VII: 239 + n
‘De lusteloozen’, II: 343; V: 202 + n, 255
‘Sneeuw’, VI: 349 + n
Sofie Blank, V: 259
Uitstel van executie, IV: 192 + n, 355 |
Schakelaar, De (periodiek), II: 417 n; III: 76 n, 126, 127 n |
Schamhardt, Frans (1920-1984), VIII: 187 n, 332 n, 378 n, 535 + n |
Schandaal in Holland: DP |
‘Schapen, De’: den Doolaard |
Scharten, Carel (1878-1950), I: 116, 117; III: 102 + n; IV: 275, 388; VIII: 127; IX: 21
De roeping der kunst, III: 102 + n |
Scharten-Antink, Margo (1868-1957), I: 117; IV: 275; VIII: 127 |
Scharten-Antink, C. en M.
Jhr. mr. James de Beyll, Minister van nuttelooze zaken, IV: 275 + n |
Schauer, IV: 256 |
Scheepsjournaal van Arthur Ducroo: dp |
Scheffer, Thassilo F.H. von (1873-1951)
Griechische Heldensagen, VI: 109 + n, 116, 119, 120; VII: 469 |
Schelling, Ada L. (geb. 1908, zie ook ps. Selten, A.L.), III: 249 + n; IV: 348 + n; V: 24, 141 + n; VII: 526 + n; VIII: 73 + n |
Scheltens, J., VII: 81 (burgerfamilie), 215, 334 (kleermaker), 406, 407, 410, 422, 427, 433; IX: 404 |
Schendel, Arthur van (1879-1946), I: 31 i (fam. Van S.), 146, 310 n, 314, 345, 377 + n, 383, 433; II: 22, 40, 335, 338, 343, 344, 391, 396, 457; III: 82, 126 n, 137, 223, 224, 299 n, 371, 389 + n, 392 x, 410, 413, 414, 444, 447 + n, 453-454, 464, 465, 474, 475, 485, 490, 508, 514, 521; IV: 18, 30, 35, 43, 65, 78, 95 x, 96, 101, 103, 122 x, 137, 141, 148, 158, 180, 184, 189, 191, 201, 222, 226, 232, 265, 272, 354, 379, 385, 386, 389, 392, 394, 435-438, 440, 446, 447, 453, 455, 470, 482, 484, 489, 517, 518; V: 17, 31, 44, 50, 57, 63, 64, 67 n, 87, 90 + n, 107, 108, 122, 130, 135, 145, 165, 173, 184, 190, 232, 239 x, 247, 335, 350, 358 n, 362, 377 n, 378, 379, 384, 433; VI: 14, 42, 45, 47, 53, 56, 57, 62, 69, 72, 74, 75, 103, 137, 149-151, 180, 229, 318, 333, 335-337, 364, 390, 419; VII: 48, 103, 123, 125, 138, 156, 196 n, 197, 204, 205 n, 216, 217, 247, 251, 309, 310 + n, 319, 331, 333, 409, 451; VIII: 18, 70, 96, 157, 158, 161, 162, 192 + n, 202, 233, 265 + n, 281 n, 296, 320 n, 323, 325, 466, 567, 570, 576, 586; IX: 26 n, 27 n, 109, 123 + n, 164, 168, 171, 187 n, 223 n, 227
|
| |
| |
Anders en eender, VIII: 275 + n
Avonturiers, VI: 90, 210, 214
De berg van droomen, VI: 364
‘Blidmonde’, II: 209
‘De clown en zijn ander ik’, V: 145 + n
Der liefde bloesems, I: 314, 383; V: 232
Fratilamur, I: 254 + n, 264; VI: 43, 364, 390
Het fregatschip Johanna Maria, II: 40 + n, 134 + n, 259 + n, 335 + n, 338; III: 78, 126 n, 417 n; V: 107, 173, 184; VI: 43, 337 (Brouwer), 364; IX: 168
‘De gauwdief en het ideaal’, V: 164
‘De Grammar School, En een Hollandsche “foreign master”’, VI: 390 + n
De grauwe vogels, VII: 137-138, 169, 216, 310, 319; VIII: 296
Herinneringen van een dammen jongen, V: 145 + n, 164, 165; VI: 337; IX: 161 + n
Een Hollandsch drama, VI: 14, 29, 42-47, 53, 56, 74, 95 + n, 149, 229 + n, 318, 335, 337, 364; VII: 205 n; VIII: 296
Jan Compagnie, III: 425 + n
‘De Khan en de vorstin zonder gebrek’, V: 164
‘De liedjesman’, VI: 349 + n
‘De luiaard en zijn tegendeel’, V: 145 n
‘De luistervink’, IV: 417 n, 418; V: 145 n
‘De makelaar en de jonkvrouw’, V: 145 + n
Maneschijn, I: 239
Merona, Een edelman, VI: 335, 364; IX: 227
Nachtgedaanten, VIII: 46
‘De nauwgezette schuldenaar en zijn rekening’, V: 145 + n
Rose Angélique, De droomers van de liefde, V: 232; VI: 43
De rijke man, VI: 314 + n, 318, 331, 335, 337, 349 + n, 364 + n; VII: 226; IX: 223 + n, 227
‘De schilder en het allerschoonste’, V: 164
De schoone jacht en andere verhalen, V: 105, 107-108 + n, 112
Tamalone (vert. door G. Prampolini van Een zwerver verliefd en Een zwerver verdwaald), IX: 26 n
Verhalen, II: 208-209, 213, 391; III: 102
De waterman, IV: 437, 439, 440, 445; V: 107, 114, 131, 132, 190 n; VI: 42-44, 337, 364; VII: 167; VIII: 296; IX: 168
‘De weduwe en de klok’, V: 145 n
De wereld een dansfeest, VII: 216 (geheime boek); VIII: 46, 71, 80, 161, 319 n
De zeven tuinen, VIII: 275 + n, 282 n, 322 n
Een zwerver verdwaald, I: 314 + n, 383, 433 (Tamalone); II: 335 (Tamalone), 338, 391 + n; III: 102; V: 108, 110 (Tamalones), 112, 437 (Tamalone); VI: 247 (Tamalone), 364
Een zwerver verliefd, I: 314 + n, 383, 433 (Tamalone); II: 335 (Tamalone), 338; III: 102; V: 108, 110 (Tamalones), 112, 437 (Tamalone); VI: 247 (Tamalone), 364 |
Schendel Jr., Arthur F.E. van (Sjeu, 1910-1979), I: 345, 377 n; II: 390; IV: 222, 392, 411; V: 130, 165, 356; VI: 45, 69 + n, 150, 349 n, 350; VII: 268, 354, 358, 359, 379, 388, 402; VIII: 281 n, 578
Breitner, VIII: 281 + n, 306, 578
Le dessin en Lombardie, jusqu'à la fin du XVe siècle, VII: 268 n |
| |
| |
Schendel, Corinna F.A. van (Kennie, 1909-1985), I: 310 n, 434 n; II: 386, 390; III: 508; IV: 103; V: 17, 165; VI: 45, 150; VII: 103, 125, 189, 190 + n, 389 + n, 525, 545-547 + n; VIII: 306 |
Schendel-de Boers, Annie van (1885-1976), I: 310 n, 345, 432 + n; III: 451, 464; IV: 21 + n, 43, 95, 127, 148, 189, 191, 453, 482, 489, 517; V: 17 + n, 19, 22, 34, 87, 135, 239, 240, 379; VI: 43, 151; VII: 48, 123, 216, 247 + n; VIII: 207, 466; IX: 27 n, 69, 164, 187 + n, 373 |
Schenk, V.W.D.
‘Taalverkalking’ (met Brinkgreve), V: 273 + n |
Schepens, Jan (geb. 1909, zie ook ps. Baudoux, Jean), V: 355 + n; VI: 275 n; VII: 412 n
J. Greshoff, Een studie, VII: 392 + n; VIII: 203 + n
‘Willem Elsschot in de Vlaamsche letterkunde’, VII: 71 n, 74 |
Schepp, Christiaan Louis (1876-1948, zie ook ps. Prins, Jan), VI: 57 |
Scherius, Reinier (geb. 1810), VII: 272, 279, 283 |
Schetsboek: Coster |
Scheurmann, Erich
De Papalagi (vert. van Der Papalagi), II: 240 + n |
Schichtige Pegasus, De: Donker |
Schiereiland, Het: Eggink |
Schieveen Borgman, Piet Jacob (1868-1924), VIII: 337 n |
Schieveen Borgman-Roland Holst, Maria Dorothea (1865-1929), VIII: 337 n |
Schiffrin, Jacques, I: 276; III: 37, 248, 507; IV: 105 |
Schilder, H.A., VIII: 529 + n |
Schill, Anke, IX: 231 + n |
Schiller, Friedrich von (1759-1805), II: 54; III: 480
Don Carlos, III: 480 (ridder van Granada); IV: 217 + n |
Schilt, C.M. (1878-1950), II: 383 (hoofdredacteur), 385, 392; III: 463 + n, 465, 474-476, 482, 486, 488, 496, 500; IV: 10, 106-109, 112, 115, 118, 127-130, 135, 139, 302, 316, 317, 330, 391, 413; V: 171; VI: 134, 260 n, 261 x, 262, 265, 422, 480, 492; VII: 12-17, 28, 30, 32-34, 60-63, 71, 175 n, 218, 307, 511; VIII: 186, 192 n, 196, 252, 476; IX: 220 x, 365 |
Schimmel, Hendrik Jan (1823-1906), VII: 238 |
Schimmen van schoonheid: Couperus |
Schloezer, Boris de, III: 37 + n; VI: 87 |
Schlumberger, Jean (1877-1968)
Un homme heureux, VIII: 59
Saint-Saturnin, IX: 72 + n |
Schmied, François Louis (1873-1941), IV: 426, 430 |
Schnitzler, Arthur (1862-1931), I: 415, 416, 427; VII: 43, 397; IX: 111, 351
Carnaval (vert. door A. van Nahuys van Traumnovelle), I: 415 + n
De eenzame weg (vert. van Der einsame Weg), IV: 486
Else (vert. door A. van Nahuys van Fräulein Else), I: 415 + n
Hazard (vert. door A. van Nahuys van Spiel im Morgengrauen), I: 415 + n
Reigen, Zehn Dialoge, I: 125 + n, 416; III: 459, 460; IX: 111 |
Scholl, Aurélien (1833-1902), IV: 83 + n |
Scholte, Henrik (1903-1988), I: 117, 282, 348, 378, 383; II: 276, 322, 323 + n; III: 172, 174, 180, 271 n,
|
| |
| |
275; IV: 286 + n, 288, 302, 305, 331, 369; V: 17 n, 65 + n, 68, 128; VI: 175; IX: 24 n, 25 n, 351, 358
‘Bühne in Holland’, IX: 144 + n
Chrysantheem, IX: 24 n
‘Critiek’, III: 271 n (stuk), 274
Intermezzo, IX: 24 n
Refereinen (met Campert), IX: 24 n |
Scholte, J.H. (1874-1959)
De goede hoop, VII: 180 + n |
Schoone jacht, De: Schendel, A.v. |
Schoone uit Bolivia, zie Willink, Ariadne |
‘Schoonheidszin en persoonlijkheid’, IX: 106 + n, 113 n, 114 n |
Schoonheyt, L.J.A. (1903-1986), VI: 330 + n, 409
Boven-Digoel, Het land van communisten en kannibalen, VI: 324, 329, 330 + n, 372, 373, 387, 404, 411, 442, 495; VII: 117, 168, 169, 177, 183, 241 |
Schopenhauer, Arthur (1788-1860), VI: 254 |
Schorer, zie Radermacher Schorer |
‘Schot, Het’: Poesjkin; dp |
Schotman, Johan Wilhelm (1892-1976), II: 278; III: 173 n, 176, 261; V: 208; IX: 338
‘Vlegelrevolutie’, III: 261 + n |
Schoup, J.G. (1893-1944), VI: 136, 139 + n, 143, 148; IX: 210 + n, 211, 213
In Vlaanderen heb ik gedood, IX: 210 + n |
Schram, Mieltje, VI: 228 |
Schreuder, R., II: 116 n; VII: 186 n; IX: 198 n |
Schrijvers en schilders (bloemlezing door W.L.M.E. van Leeuwen en J.A. Goris), VIII: 280 + n, 281, 317 |
Schrijvers getuigen tegen oorlog en militarisme, V: 419 n |
‘Schrijverscongres te Parijs’: ter Braak; dp; de Roos |
Schuhmacher, Wim (1894-1986), VIII: 377 |
Schuim en asch: Slauerhoff |
Schwab, Raymond
Vie d'Anquetil-Duperron, V: 363, 449 |
Schwencke, Johan (1887-1981), III: 481 + n
‘John Buckland Wright, Een boekversierder’, III: 481 + n
De Nederlandsche exlibris-kunst, III: 151 + n |
Schwitters, Kurt (1887-1948), I: 80, 126, 164; IV: 465; IX: 114 + n |
Schwob, Marcel (1867-1905), I: 147; III: 155; V: 205
Coeur double, I: 147
Croisade des enfants, II: 95 n, 270 n
De kinderkruistocht (vert. door V.E. van Vriesland van Croisade des enfants), II: 95 + n, 159, 270 + n, 349 + n, 463 (Kaleidoscoopboekjes); V: 412 n
Le livre de Monelle, VIII: 107 |
Scott, Walter (1771-1832), V: 408; VII: 238; IX: 35
Kenilworth, V: 286 (Amy Robsart) |
Scott, William B., II: 96 n |
Scotto, Vincent
‘La petite Tonkinoise’, VII: 264 + n |
Sebastiaan: Hondius |
Sechez, I: 307 (ouders), 422; II: 56; III: 69, 74 (parents), 82 (ouders), 236, 296, 304; V: 385, 417 |
Sechez, Simone, zie Perron-Sechez, Simone du |
Seckar, Alvena, VIII: 73, 387 + n |
Secker, Martin (uitgeverij), I: 253, 424; VII: 120 |
Secret professionnel, Le: Cocteau |
| |
| |
Sedov, Lev (1906-1938), IX: 228 n
Livre rouge sur le procès de Moscou, IX: 228 + n, 229 |
Seede-Sangen voor de Batavische jonkheyt: Steendam |
Seignobos, Charles (1854-1942), VII: 238 |
Selten, A.L. (ps., zie ook Schelling, Ada L.), VIII: 73
‘Klein en onbelangrijk’, VII: 526 + n; VIII: 73 |
Senerpont Domis, H.J. de, VIII: 335 |
Sentimental journey through France and Italy, A: Sterne |
Sentot (ps., zie ook Roorda van Eysinga, S.E.W.)
‘De laatste dag der Hollanders op Java’ (= ‘Vloekzang’), VIII: 62 + n, 206 |
7 Arts (periodiek), I: 38 n |
Serena: Larbaud; dp |
‘Serenade’: Grauls |
Serenade: Slauerhoff |
‘Sérénade de retour’: Slauerhoff |
Serenitas: Helman |
Seres, Charkow (= J. Gans?), V: 144 (toegeschreven)
‘Het oorlogsgevaar en de 3e internationale’, V: 144 + n |
Serge, Victor (ps., 1890-1947), III: 19 n; VI: 369 + n
Ville conquise, III: 508 + n |
Sérigiers, G., I: 233 n |
Serrurier, Cornelia (Keetje, 1879-1962), VIII: 442 + n, 454, 539 |
Serstevens, 't, zie T'Serstevens |
‘Serum tegen kanker’: Marsman |
Service, Robert W. (1874-1958), III: 436
The master of the microbe, III: 436 |
Servire, N.V. (uitgeverij), III: 15, 53, 88, 103, 109, 119, 313; VII: 50 |
Servranckx, Victor (1897-1965), I: 61 n |
Seubring, G., VII: 535 + n; VIII: 9 n, 13, 19, 200
‘Onwaardig en onwaar, Of Also sprach Z(arathustra)’, VII: 535 + n (2e stuk); VIII: 13, 200
‘Sluipend gif, of Moderne Don Quichotterie’, VII: 535 + n; VIII: 200 |
Seuphor, Michel (ps., zie ook Berckelaers, Fernand), I: 30 i, 35 n, 40, 45 n, 46, 47 + n, 59, 63, 70 n, 98, 101 n, 380; IV: 251, 343
Carnet bric-à-brac, I: 51 + n, 53
‘Mariages et divorces’, I: 101 n
Te Parijs in trombe, I: 70 n
Wenduyne aan Zee, I: 70 n |
Séverin, R., VIII: 329 n, 474 |
Sévérine: Lecache |
Shakespeare & Co (boekhandel te Parijs), IV: 49 + n |
Shakespeare, William (1564-1616), I: 244, 277, 314 + n, 383, 397; II: 25, 26, 54, 257-258, 317; III: 420, 462; IV: 80, 170, 406, 415, 450; V: 182, 385, 435 n, 436, 447; VI: 37, 73; VII: 238; IX: 363
The complete works (The Oxford Shakespeare), II: 252 + n, 258; VI: 59, 70, 89
Complete works (Pembroke edition), II: 258 + n
Coriolanus, IV: 405 + n
‘Driekoningen-avond’ (vert. door A. Donker van Twelfth night or what you will, ongepubl.), II: 26
Hamlet, III: 313 n; IV: 93, 319, 456; V: 136, 155, 156, 169; IX: 363
Henry IV, II: 26
Julius Caesar, II: 255 + n; VI: 362
(?)
King Lear, I: 232
Macbeth, II: 70
The merry wives of Windsor, II: 26, 70
|
| |
| |
Richard III, IV: 405 n
Sonnets, IV: 91
De storm (vert. door M. Nijhoff van The tempest), II: 44
The Temple Shakespeare (Dent), II: 252 + n, 258
Timon of Athens, II: 70
The works (Blackwell), VI: 59
The works (Macmillan & Co), VI: 59, 70, 88, 89, 109 |
Shapcott, R., VII: 512 n |
Shaw, George Bernard (1856-1950)
The adventures of the black girl in her search for God, IV: 30 + n
Saint Joan, VII: 238 |
Shelley, Percy Bysshe (1792-1822), II: 69, 71, 74, 137, 186, 187, 192, 221, 453; III: 331, 338, 339, 348, 351; IV: 65, 259; VI: 130, 179, 471
The Cenci, IX: 379 + n
‘The cloud’, VI: 163, 179
The masque of anarchy, II: 186 + n
Oedipus tyrannus, or Swelfoot the tyrant, II: 186 + n
The revolt of Islam, III: 339 |
Shelley (Een afscheid): Roland Holst, A. |
Sherard, R.H. (1861-1943), VII: 256 n
Bernard Shaw & Oscar Wilde, VII: 256 + n, 260, 308
The life of Oscar Wilde, I: 244 + n |
Shi Nai An
De roovers van het Liang Schan Moer (vert.), VII: 234 + n |
Shiell, P.F.R. († 1965), IV: 211, 224 n, 225, 337 |
Si le grain ne meurt: Gide |
Si Oepi Keteh, VIII: 492 n |
Sidney, Sylvia (geb. 1910), VI: 446 + n |
Sidney herald (periodiek), II: 386 + n, 390 (dat blad) |
Siegenbeek, Matthijs (1774-1854)
Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, IX: 97 + n |
Sienkiewicz, Henryk (1846-1916) Quo vadis?, V: 451 |
Sienjaal, Het (uitgeverij), I: 103, 148 n, 186 |
Sienjaal, Het: v. Ostaijen |
‘Sier der deernen, De’: Chasalle |
Sierra de Teruel (film), VII: 489 + n; IX: 240 n |
Sikkel, De (uitgeverij), I: 218, 220 + n, 227, 228, 236 + n, 284 x, 375 x, 439 + n, 446, 447; II: 19, 60, 98, 287, 345; III: 178 n, 232; V: 249 + n |
Sillem, J.A.
Dirk van Hogendorp (1761-1822), VII: 24 + n, 69 |
Silone, Ignazio (ps., 1900-1978), VIII: 137 |
Siman den Javaan, zie E.F.E. Douwes Dekker, Het boek van Siman den Javaan |
Simons, W.H.A.G., VII: 195 + n |
Simons-Posthumus, fam. D., V: 107, 243 (tante), 301; VI: 283 + n; VIII: 223, 235, 244, 252, 256, 264, 283, 376; IX: 237, 371 |
Simonson, Raoul (1896-1965), I: 48, 72 + n, 83 + n, 85-87, 95, 97, 124, 201, 252, 254, 314 n, 369 + n; II: 50, 241 |
Simpson, H.
De tragische liefde van Sophie-Dorothea, VII: 234 + n |
Sin tit po (periodiek), VIII: 88 n, 89, 90, 97, 128, 601 |
Sindoesastrå, N., IX: 394 n |
Sine nomine: Engelman |
‘Singer’, zie v. Ostaijen, ‘Huldegedicht aan Singer’ |
Sinjo Monet, pers. uit Daalberg, De Steenbergsche familie, zie aldaar |
Sirène, La (uitgeverij), II: 50; III: 156, 181, 189 |
| |
| |
‘Sirenen’, zie dp, ‘Twee filmsirenen’ |
Sirius en Siderius: v. Eeden |
‘Sixain pour une croyante’: Slauerhoff |
Sjah, Soetan Mohammad (geb. 1912), VII: 67 (Sumatranen), 68, 78, 79 |
Sjah-Namè: Firdawsī |
Sjahrazad (ps., zie ook Sjahrir, Soetan)
Indonesische overpeinzingen, VIII: 290 n |
Sjahrir, Sjahsam, VIII: 271 + n, 286, 288 |
Sjahrir, Soetan (1909-1966, zie ook ps. Sjahrazad), VIII: 95 n, 126, 137, 138, 143, 150, 178, 179, 182, 189 + n, 262, 271 n, 286, 288-290 + n, 385, 459; IX: 139 n
‘Literatuur en volk’, VIII: 95 + n, 101, 117, 118 n, 126, 127, 137, 138, 140, 141, 143, 150, 152, 178, 181-182, 189 |
Sjahrir-Duchãteau, Maria (Mies), VIII: 271 n, 385, 483 |
Shanghai: Wagener |
Sjanghai Express (film), III: 271 + n |
Sjarifoedin, Amir (1907-1948), VII: 419 + n, 431 |
Sjestov, Lev (ps., 1868-1938), III: 437
Dostojevski en Nietzsche (vert.), III: 437 + n |
Sji-Choea, Den, zie Den Sji Choea |
Sjtsjedrin, zie Saltykov-Sjtsjedrin |
‘Slaaf, De’: Last |
Slag bij Waterloo, De (film), I: 96 + n |
Slauerhoff J.J. (1898-1936, zie ook ps. Ravenswood, John), I: 30 i, 70, 117, 232, 278 n, 288, 289, 328 + n, 343, 348, 369, 378, 382, 385 + n, 387, 389-391, 393, 394, 397-399 + n, 401-407 + n, 409, 417-421, 425, 432 + n, 433 n, 435 n, 436; II: 7 i, 19-21, 26, 34 + n, 36, 40, 43-45 + n, 48, 50, 58, 60 n, 61, 68, 70, 74, 89, 95, 104, 107 + n, 109, 111, 116 + n, 117, 119, 123, 129, 130, 134, 138, 143, 157, 158, 174, 177 + n, 202, 203, 208, 213, 220, 221, 234, 241, 244, 246-256 + n, 266, 269, 270 + n, 273, 275, 278, 283, 296, 300, 304, 306, 307, 313, 315-320, 322, 328, 329, 338, 339, 341, 343, 344, 349-354, 364, 365, 372 n, 377, 379, 380, 383-385 + n, 389, 392 + n, 395 + n, 399 n, 403, 406, 410, 419, 420, 425-427, 431, 433 n, 436, 438, 440, 446, 448, 449, 452, 453, 462, 472, 477, 478, 482, 485, 487 n; III: 15, 16 + n, 18, 20, 31, 33 x, 49, 56, 58-60 + n, 63 n, 72-74 + n, 77, 82 + n, 83, 86, 87, 97, 102, 104, 106, 108, 114 + n, 115, 117 n, 118, 119, 123, 128, 135, 141, 144, 154, 159 + n, 163, 165, 171 n, 172, 178, 193 x, 194, 196 x, 198 n, 206, 218-220 + n, 222, 223, 231, 250, 251 + n, 307, 311, 315, 317 n, 320, 327-329, 337, 338, 346, 347 n, 368, 371, 374, 380 + n, 381, 394, 419, 424 n, 425 + n, 446, 449, 458, 475, 514, 521; IV: 12, 55-62 + n, 84, 92, 97, 106, 123, 130, 139, 141, 153-155, 163, 181 n, 183 + n, 184, 188, 191, 193 x, 194, 202, 207, 234 n, 236, 243, 244, 246, 247, 264, 285, 288, 289 + n, 292, 293, 304, 307, 309, 313, 318, 320, 321, 325, 326, 355, 360, 362, 370, 380, 417 n, 425, 470, 488, 491, 498, 506 n; V: 7 i, 8 i, 36, 37, 45-47, 50 + n, 51, 56, 57, 62, 64, 68, 70, 75, 78 + n, 82-84, 86, 87, 91, 92, 95, 97, 98, 100, 105, 109, 110 + n, 115, 117 + n, 125, 133,
|
| |
| |
134, 146, 147, 150, 155, 156, 195, 198, 201, 208, 209, 212, 220-222, 226, 230, 232, 246 + n, 254, 256, 258, 264, 265, 267-271 + n, 275, 276, 278, 280-282 + n, 291 n, 295, 297, 300, 307, 308, 312-315, 317, 320-322, 361, 424; VI: 7 i, 32, 39, 55 n, 56-58, 80, 88, 98, 134, 142, 162, 189, 200, 228, 247, 254, 255, 287, 293, 295, 300-308 + n, 318 + n, 319, 322-324, 334, 349 + n, 356, 358, 363, 400-402, 404 n, 405, 418, 424, 442; VII: 94-99 + n, 101, 155 + n, 157, 167, 186 n, 198, 206, 208, 234, 258, 321, 351, 382, 383, 536; VIII: 47, 79, 80, 139, 145, 146, 176, 222, 367, 507 + n, 521-524 + n, 551-554, 568, 570, 571; IX: 8 i, 9 i, 36, 39 n, 40 + n, 42, 43, 45-49 + n, 52, 54-56 + n, 75, 79, 82, 85, 86, 97, 100, 125 + n, 129, 149 + n, 151, 161-164, 173 n, 174 + n, 181 + n, 198 n, 222, 223, 226-227, 228 n, 237 + n, 260, 261, 264 n, 265, 269, 271, 272, 276, 329, 351, 385
‘Aan Arthur Rimbaud’, II: 266 + n, 326 n, 327, 339
‘Aankomst’, III: 320 + n
‘Al dwalend’ (afd. ‘Ongebundelde en ongepubliceerde verzen’ in Verz. werken), VI: 306 n, 307
‘De amfoor’, VIII: 552, 553, 555; IX: 389
‘Antwoord op een invitatie’, III: 347 + n, 349
‘Antwoord van Hein Boeken’, VI: 401
Archipel (afd. en bundel), II: 146, 164 + n, 177 + n, 203, 208, 213, 223, 224, 231; VI: 37 + n, 306 + n; VII: 96, 97; VIII: 365; IX: 264 n, 268, 270 + n, 271 + n
‘Autobiografisch grafschrift’ (= ‘In memoriam mijzelf’), VI: 404 n, 405
‘Ballade’, IX: 261 n
‘Captain Miguel’, VI: 306; VII: 97
‘Cherchez la femme’, IV: 97 + n, 191 n, 376 n; VIII: 551-553, 555; IX: 389
‘Chineesche bundel’ (niet gereal.), III: 323, 327-329, 374, 445 (proeven), 449
‘Chlotarius’ (‘Knapentijd’), VI: 306; VII: 98-99; IX: 388
Clair-obscur, I: 328; II: 58; VI: 306; VII: 97, 99
‘De cognacfles en het bed van de keizerin’, VIII: 553, 555; IX: 389
‘Contes cruels’, II: 177; IX: 264 + n
‘De dienstmaagd’, II: 487 n
‘De dood van Dutrou Bornier’, IV: 97 + n, 191 + n, VI: 307, 400-401; VIII: 551-553, 555; IX: 104 + n, 389
‘De doodsstrijd van den dwazen oude, in het schrijven verliefde’, VIII: 554; IX: 389
‘Drie fragmenten uit een onvoltooid prozawerk’, VIII: 554 + n
‘Dsjengis’, II: 317; VII: 67, 68, 78, 96 n, 97; IX: 38, 48
‘Een dubbele vergissing’, VIII: 553, 555; IX: 389
‘Duke of Portland’, IX: 271 + n
Een eerlijk zeemansgraf, III: 65 n; VI: 247 + n, 254, 306, 307; VII: 95 + n, 97, 98
‘Eerste verzen’ (afd. in Verz. werken), VI: 306 n
‘Het eind van het lied’, VIII: 554; IX: 389
Eldorado (afd. en bundel), II: 220, 383; VI: 248, 306; VII: 96 n, 97-99; IX: 28, 29
‘Elegie’, II: 177
|
| |
| |
‘O engeitado’, III: 320 + n
‘Epitaaph’, III: 320 + n
‘De Erebos’, II: 343, 353, 359 + n; VI: 307, 400 + n; VIII: 551-553, 555; IX: 389
‘De erfgenaam’, II: 338 + n; IV: 307; VI: 307; VIII: 552, 554; IX: 389
‘Escale’, VIII: 552, 553, 555; IX: 389
‘Fin de siècle’, I: 318 (tekst), 328 (+ tekst); VII: 547 n
Fleurs de marécage (afd. en bundel), I: 318, 328 + n, 385 n, 409, 418; II: 226, 228, 383, 402, 403; V: 47, 48, 53, 54 x, 56, 59, 77, 78; VI: 307; VII: 96 n (zes boeken), 98, 547 n; VIII: 47
‘Le galérien’, V: 53
Gedichten I-III, zie Verzamelde werken
‘De geschiedenis van het paarlensnoer’, VIII: 552, 553, 555; IX: 389
‘Grafbeeld van Nôfrit’, II: 223-224
‘Herdenken’, II: 384 + n
‘In memoriam patris’, VI: 332 + n
‘Indrukken van een reis naar de Golf van Guinee’, VI: 401 + n
Jan Pietersz. Coen, II: 250 + n, 253, 256-258, 261, 283, 372, 494 + n; III: 16, 25 + n, 183, 417 n; V: 268; VI: 69 + n, 308; VII: 96 n (zes boeken); VIII: 555; IX: 63, 389
‘Jeugdverzen (1918-1921)’, IX: 265 + n
‘Un jeune qui s'en va, minuten met E. du P.’, VII: 332 + n, 382
‘Kolibries’, IV: 97 + n, 141; VIII: 552, 553, 555; IX: 389
‘De laatste reis van de Nyborg’, II: 343 + n, 353; IV: 307; VI: 307, 400; VIII: 552, 554; IX: 57, 389
‘Laatste verschijning van Camoës’, VIII: 553, 555; IX: 390
‘Larrios’, II: 247, 250, 463; III: 368, 490; V: 201, 223; VI: 18 + n (Fr. vert.); VIII: 554; IX: 56, 57, 389
‘Legende van de zee’, VIII: 554; IX: 389
‘Het lente-eiland’, I: 401, 402; VI: 402; VIII: 554; IX: 389
Het lente-eiland (Kau-lung-Seu), I: 401 (Chin. verhalen), 404 (Chin. bundel), 416; II: 25 (2 boekjes), 77, 79, 116, 203 + n, 262, 266, 379 + n, 403; III: 100, 323 + n; V: 54, 59; VI: 307; VII: 96 n (zes boeken), 97; VIII: 551, 554, 555; IX: 50 n, 389, 390
Het leven op aarde, IV: 417 n; V: 46, 197, 220, 269, 407; VI: 248, 308; VIII: 553, 555; IX: 149 + n, 271-272 + n, 390
‘Het leven van Jan Pieterszoon Coen’ (ongepubl. roman), II: 372 n; III: 16 (vie romancée); VI: 401-402 + n
‘Maneschijn te Tsjing Tao’, II: 384 + n; III: 328, 374 + n, 394
‘Moderne Nederlandsche romans’, III: 159 + n, 163, 165
‘Nachtelijke wapenschouwing’, VI: 307
‘Nimfen’, VII: 96
‘O Konakry!’, VI: 307; VII: 98
‘Oceaannacht’, VII: 96
‘Onderzeesch bosch’, II: 177; VI: 306
‘Het oordeel van Paris’, zie ‘De tweede keuze van Paris’
De opstand van Guadalajara, VI: 306 n, 308; VII: 216, 255 + n; VIII: 555; IX: 389, 390
‘Le passé vivant’, VI: 306; VII: 97; IX: 271 + n
|
| |
| |
‘Po Tsju I en Yuan Sjen bij de Yang Tse’, II: 379 + n; III: 100; V: 201 + n, 223, 254 (accoord), 265, 290, 295, 370; VIII: 551, 555; IX: 50 + n, 389
‘Een poëtisch levenswerk’, V: 116 + n, 117
‘De prinsessen’, II: 177
Proza I-V, zie Verzamelde werken
‘René Martineau over Tristan Corbière’, VI: 401 + n; VIII: 554 + n
‘De renegaat’, I: 317; IX: 29
‘Rondeel’, IX: 261 + n, 263 + n
‘Rudolf de Mepsche’, VIII: 554 + n, 555, IX: 389
Saturnus (afd. en bundel), II: 58, 203, 220, 250 + n, 267, 328 n; III: 138; VI: 306; VII: 97, 98; IX: 39 + n, 261 n, 263 n, 264 + n, 268-271
‘Saudade’, III: 320 + n
Schuim en asch, II: 104, 119, 146, 203, 220, 241, 268, 279 n, 335 + n, 338 + n, 343 + n, 353, 433, 436, 443; III: 78, 135, 141; IV: 141, 191; VI: 248, 307, 400; VII: 98, 99, 167; VIII: 551, 552, 554, 555; IX: 50, 56 + n, 57, 389, 390
‘Sentimental journey’, II: 177
‘Sépulture d'un poète maudit’ (Baudelaire), IX: 261 n
Serenade (afd. en bundel), II: 104, 116, 203, 295, 304, 328 n, 403; III: 181; VI: 306; VII: 96 n (zes boeken), 97; IX: 264 n
‘Sérénade de retour’, II: 226, 228
‘Simoun’, II: 228
‘Sixain pour une croyante’ V: 53 Soleares (afd. en bundel), IV: 123, 155, 340, 341, 344, 470, 491, 498, 506, 508; V: 50 n, 56 (prijs); VI: 306 n, 307; VII: 96 n (zes boeken), 98; IX: 174 n
‘Such is life in China’, VIII: 554; IX: 389
‘De tweede keuze van Paris’, VI: 307; VIII: 552, 553, 555; IX: 389
‘Uit het leven van Po Tsju I’, VIII: 551, 555; IX: 389
‘Uit het leven van Tristan Corbière’, II: 177
‘Het uitgewischte handschrift’, VI: 402 + n; VIII: 551; IX: 389
Het verboden rijk, II: 256 (roman over Camoëns), 335 + n, 449-450; III: 172, 192 + n, 206, 212, 228 + n, 320, 325 + n, 346 (Camoës), 434, 435, 498; IV: 84, 88 + n, 141, 183 n, 185, 233, 475, 483, 486; V: 220, 308 (Camoës); VI: 248, 308; VIII: 553, 555; IX: 80 x + n, 81, 82 (tekst), 84-86 + n, 90, 100 + n, 101, 116, 125 n, 271-272 + n, 390
‘Verzadiging’, VI: 247 + n
Verzamelde werken (Gedichten + Proza), VI: 305-308 + n, 356 + n, 358, 399-402; VII: 96-99 + n, 317, 318, 383; VIII: 80, 180, 194, 485, 492, 493, 505, 521, 522 + n, 545, 551-555 + n, 570, 590 + n, 591; IX: 9 i, 260-271 + n, 385-390
‘De verzuimde liefde’, VI: 402 + n; VIII: 551; IX: 389
‘Vida triste’, III: 320 + n
‘Volkswijze’, III: 320 + n
‘Voor den meestbiedende’ (Villon), IX: 261 + n
‘Voorwereld (I en II)’, II: 177
‘Voorwereldlijk landschap’, VII: 96
‘La voyageuse’, III: 65 + n
‘Waar de levensvreugde vandaan komt’, VI: 308; VIII: 552, 553, 555; IX: 389
Yoeng Poe Tsjoeng (afd. en bundel), II: 203 + n, 262, 266, 313
|
| |
| |
(Chin. prod.), 328 + n, 379 + n, 403; III: 323 + n; V: 59; VI: 307; VII: 96 n (zes boeken), 97 |
Slauerhoff sr., Jan Jacob (1862-1929), I: 403 + n; VI: 332 |
Slauerhoff Collin, Darja, zie Collin, Darja |
Slauerhoff-Pronker, Cornelia (1858-1951), II: 448; III: 59 n, 106 |
Slauerhoff-commissie, zie Commissie voor de verzorging van de nalatenschap van J. Slauerhoff |
Slava, zie Weyna, Slawa |
Sleutel, De (periodiek), VI: 20 + n, 23, 25, 28, 29, 54, 64, 66, 91, 94, 108, 120 |
Sliva, Milos, III: 521 + n; IV: 176 n |
Sluimers, B. (1894-1978), VII: 507 + n, 511; VIII: 19, 575 |
‘Sluipend gif’: Seubring |
Sluipend gif: Wutse |
‘Sluipend gif’: Zentgraaff |
Sluyters, Jan (1881-1957), V: 419 n |
Slijmering, pers. uit Multatuli, Max Havelaar, zie aldaar |
Smaalders, zie Café's |
Smalle mens, De: dp |
Smaradahana, IX: 393 + n, 396 n |
Smeding, Alie (1890-1938), I: 128 + n, 139, 288 + n; II: 305, 310, 313 + n, 322, 352; III: 14 + n, 54, 72, 188 x, 407; IV: 80; VIII: 476; IX: 49 + n
‘Als men auteur is...’, III: 14 + n, 54, 72 (stukje)
De domineesvrouw van Blankenheim, III: 14 n
‘De domineesvrouw van Blankenheim, Mijn boodschap van liefde’, III: 54, 72 + n
Naakte waarheid, III: 477; IV: 80 n
De zondaar, I: 128 + n, 131-136 + n, 288 |
Smeding, H.J. (1899-1979), VIII: 476, 496 + n |
Smit, Gabriël (1910-1981), II: 378 + n, 456; III: 285 + n, 326-327, 392 + n, 393 (brein), 440, 442; IV: 506 n, 508
‘Legendarische heldhaftigheid’, IV: 506 + n, 508
‘“Paradise lost”’, III: 326 + n, 350 (polemiek), 392 + n
Requiem, III: 440 n
Voorspel, II: 456 + n |
Smit, H., VIII: 477 n |
Smit, W.A.P. (1903-1986), I: 398 + n; III: 281 |
Smit-v.d. Wall, W.
Van licht en schaduw, III: 440 n |
Smit Kleine, Frits (1845-1931), II: 303, 488 + n |
Smith, W.H. (boekhandel te Brussel), II: 196 + n; IV: 341, 342, 372 |
Smith, Wallace (1888-1937)
The captain hates the sea, VIII: 247 + n |
Smits, Den ouden heer (ps., 1819-1877), VI: 330 |
Smits, G.P., VIII: 490 + n |
Sneevliet, H.J.F.M. (1883-1942), VIII: 517 |
‘Snipper(s)’ (rubriek in DGW), I: 425 + n; II: 39 + n |
Snouck Hurgronje, C. (1857-1936), VII: 114 + n, 518 n; VIII: 111, 212, 213 n, 367, 368, 443, 593
Colijn over Indië, VIII: 212 + n, 213 n |
So lebt der Mensch: Malraux |
Socialistische gids, De (periodiek), VI: 30, 39 |
Société d'études européennes, V: 163 + n |
Sociëteit voor Cultureele Samenwerking, zie Cultureele Club |
Socrates (469-399 v. Chr.), VI: 120; VII: 415 |
Sodoma, Giovanni Antonio Bazzi
|
| |
| |
(1477-1549), VII: 497 + n; VIII: 21 (foto's) |
Soebardjo, Achmad (1896-1978), VII: 431 + n, 432, 449, 463, 466, 473; VIII: 136, 150 + n, 178, 181, 182, 189, 288, 392, 395; IX: 405, 406 n |
Soekarno (1901-1970), VII: 420 + n, 526 n; VIII: 290 n |
Soeprapto, VIII: 110 |
Soerabaiaasch handelsblad (periodiek), VI: 441; VII: 52, 71 n, 511 + n; VIII: 219, 575; IX: 399, 400 |
Soerianingrat, Soewardi (1889-1959, zie ook ps. Ki Hadjar Dewantoro), VI: 441 + n, 443 n; VII: 414 n |
Soerjohadikoesoemo, Roosseno (geb. 1908), VII: 460 n, 507; VIII: 89 + n, 131, 150 |
Soeropati, VII: 420 + n |
Soeroto (geb. 1912), VIII: 94, 95, 100, 117, 126, 150, 230 n, 288, 395; IX: 249 n, 252 n
‘Ervaringen met blanken’, VIII: 230 + n, 288 + n; IX: 251 n, 252 n
‘Over Du Perron’, IX: 249 n
‘Rumoer rondom “de” Indonesiër’, VIII: 32 n, 150 |
Soeroto, Noto, zie Noto Soeroto |
Soesilo, M. (1901-1943), VIII: 150 + n, 288
‘Wij Indonesiërs’, VIII: 32 n, 94, 95, 100, 111, 117, 126, 128, 137 (‘polemiek’) |
Soest, Ems I.H. van (geb. 1908)
Theeland, VIII: 438 + n |
Soetomo, R. (1888-1938), VII: 492 n, 493, 498; VIII: 26 + n; IX: 252 + n |
Soewarin, zie Souvarine, Boris |
Soewarno-van der Kaaden, J.C., VIII: 428
Nonna Dokter, VI: 217 + n |
Soir, Le (periodiek), II: 99 n |
‘Soirée’, fragment uit Marsman, De dood van Angèle Degroux, zie aldaar |
Soleares: Slauerhoff |
Sondermans, Isaac, VII: 401, 404, 411 |
Sonetti lussoriosi: Aretino |
Sonneborn, J. (ps., zie ook Batten, F.E.A.), VIII: 160 + n
‘De melancholische blik en de leeuwenmanen van onze schrijvers’, VIII: 160 + n |
Sonnet van burgerdeugd: dp; Willink |
Sonnets, zie Keats, The collected sonnets |
Sons and lovers: Lawrence |
Sophie Blank: v. Schaik-Willing |
Sophocles (496-406 v. Chr.), III: 479; VI: 119, 120, 128, 225 |
Sopper, A.J. de (ps., geb. 1875), V: 140 + n |
Sorel, Cécile (1873-1966), IV: 302, 444 + n |
Sorel, Charles (ps., 1600-1674)
La vraie histoire comique de Francion, VI: 295 |
Sorel, Georges (1847-1922), VI: 65, 322; VIII: 315, 549
Propos, VI: 221, 224
Réflexions sur la violence, VI: 52, 53, 64, 65, 213, 221, 224 |
Sorel, Julien, pers. uit Stendhal, Le rouge et le noir, zie aldaar |
Sorgen, W.G.F.A. van
Porcelein, VIII: 339 + n |
Sorges, Hélène
‘Vérité sur “Les jeunes filles”’, VI: 348 + n |
Sorrell en zoon: Deeping |
Soulier de satin, Le: Claudel |
Soupault, Philippe (geb. 1897), III: 446; IV: 462
Le bon apôtre, III: 446 |
Sourire de Morgane, Le, zie Willink, Meisjesportret met kralen |
| |
| |
Sous l'ombre du Caudillo: Guzman |
Sous les toits de Paris (film), III: 40 |
Sousa, John Philip (1854-1932), I: 257 + n |
Souterrain, Het, zie Dostojevski, Memoires uit het souterrain |
Souvarine, Boris (ps., zie ook Lipschitz, Boris), IV: 496; V: 76; VIII: 357 n
Stalin en het bolsjewisme (vert. door dp van Staline) zie dp
Staline, VIII: 362, 376, 379, 391, 396, 485, 506, 533; IX: 62 n |
‘Souvenier’: v. Ostaijen |
Souvenirs d'égotisme: Stendhal |
Souvenirs d'un commissaire du peuple, zie Kessel, Mémoires d'un commissaire du peuple |
Souza, zie Sousa, John Philip |
Spaansche tragedie, De: Last |
Spada, André (geb. 1889), IV: 194, 226
Mes mémoires, IV: 194 |
Specialiteiten, zie Multatuli, Duizend en eenige hoofdstukken over specialiteiten |
Spectator (ps., zie ook Bles, Arnold), IV: 61 + n, 73, 74
‘Vluchtige blikken’, IV: 61 n, 73, 131 (Spectator-repliek) |
Spectator (ps., zie ook Walraven, Willem), VIII: 459 |
Speelman, Cornelis Jansz. (1628-1684), VII: 420 + n |
Speenhoff, J.H. (Koos, 1869-1945), I: 433 n; II: 445, 487; III: 215, 440, 467, 468, 471, 476, 514; VI: 96, 444, 488
‘Bergsche plas’, IV: 479 (tekst)
‘Herinneringen (Kees van Dongen)’, VIII: 255 + n |
Spelevaart: Kelk |
Spender, Stephen (geb. 1909)
The burning cactus, VI: 199 + n, 235 |
Spengler, Oswald (1880-1936), IX: 351
Der Untergang des Abendlandes, IV: 157 |
Spenser, Edmund (1552-1599), I: 243 |
Spiegel, H.L. (1549-1612), VI: 85; VII: 282 |
Spiegel van de Nederlandsche poëzie door alle eeuwen (bloemlezing door V.E. van Vriesland), VIII: 523 + n, 525 + n, 531 + n, 536, 542 n |
Spieghel, De (uitgeverij), I: 400, 413 + n; II: 98, 99, 297 n, 363, 372 n, 449; III: 44, 45, 90, 185, 332 n, 421; IV: 356; IX: 338 |
Spiering, Ada C. (geb. 1888), IV: 486 + n |
Spies, Walter (1896-1942), VIII: 40 + n; IX: 399 |
Spinoza, Benedictus de (1632-1677), V: 162; VI: 49, 65, 66, 76, 473; VII: 176, 463; VIII: 56
Ethica, V: 104 |
Spleen de Paris, Le: Baudelaire |
Spoelstra, C.J.G. (geb. 1901, zie ook ps. Doolaard, A. den), I: 285; III: 418 |
Spohr, Wilhelm (geb. 1888), VII: 527 n |
Spoken: Ibsen |
Spook, L.H. (zie ook ps. ‘Hantoe’), VII: 385 + n; VIII: 402 n, 415, 450, 516, 517 |
‘Spookslot, Het’: Blijstra |
Spoor, IV: 160
‘Het brandmerk’, IV: 160 + n |
Sport in beeld (periodiek), VI: 409 n |
Sprekende schrijvers: 's-Gravesande |
Sprookje van de misdaad, Het: dp |
Spijkers met koppen: Greshoff |
St. Germain, Le, zie Café's |
St. Just: Lenéru |
St. Mawr: Lawrence |
| |
| |
Staalmeesters, De: Rembrandt |
‘Stad’: v. Ostaijen |
Stärcke, Johan, I: 79 + n, VI: 308, 309 |
Stalin, J.V. (= Dzjoegasjvili, 1879-1953), III: 28; IV: 495 + n, 496, 516; V: 74, 142, 153, 365; VI: 54, 444, 454; VII: 453, 470, 508 n; VIII: 304, 453, 463, 565, 587; IX: 228 + n, 229 + n, 236, 252 n |
Stalin en het bolsjewisme: Souvarine; dp |
Staline: Souvarine |
Stalpaert van der Wiele, Johannes (1579-1630), II: 408 |
Standaard, De (boekhandel te Brussel), I: 71 |
Standaard, De (periodiek), II: 475, 477, 478, 485 + n, 487, 488, 492; III: 10, 11, 13, 14, 67, 94; VI: 136, 137 n, 140; VII: 142 n |
Standard, Mary Newton, II: 120 n |
‘Standpunten en getuigenissen’ (serie), II: 282 + n, 297, 302, 304, 305, 308 n, 324, 348-349, 441, 456, 493; III: 63 + n, 68, 88, 137, 204 n, 218, 323, 501, 506; VI: 401 |
Stanislawa, I: 139 + n |
Stansje, VI: 178 |
Stapel, VII: 308 |
Stapel, F.W. (1879-1957), V: 450; VII: 308 + n, 309, 320, 358, 368, 371, 441, 503, 517, 526; VIII: 45, 115-117, 153 + n, 154, 157, 161, 166, 167, 188, 207, 212, 213 + n, 388, 400, 417, 476, 478, 479, 481, 494, 500, 559, 567, 574
Geschiedenis van Nederlandsch-Indië, V: 25 + n, 450; VI: 326, 334, 361; VII: 308 n; VIII: 117, 212, 213 n, 462
De gouverneurs-generaal van Nederlandsch-Indië in woord en beeld, VII: 504 + n, 505
‘In memoriam dr. F. de Haan’, VII: 495 + n, 526; VIII: 46
‘Een protest’, VIII: 207, 212, 213 n |
Starter, J.J. (1594-1626), I: 366 |
Staverman, W.H., VIII: 34 + n |
Stavisky, Serge Alexandre (1886-1934), IV: 9 i, 417 + n, 424, 429, 443 + n, 445 n; V: 146 n (gebeurtenissen), 236; VI: 53; IX: 410 |
Steen, Jan (1626-1679), II: 372 n |
Steen, Eric van der (ps., 1907-1985), IV: 65, 79 n; VI: 424; VIII: 92
Controversen, VIII: 92, 159 n
Gemengde berichten, IV: 183 n |
Steenbergsche familie, De: Daalberg |
Steendam, Jacob (1615-† vóór 1673)
Seede-sangen voor de Batavische jonkheyt, VI: 378; VII: 391, 400, 404, 411 |
Steenuil, De (uitgeverij), VI: 139 n, 148; VII: 50; IX: 210 + n, 211 |
Stein Callenfels, Pieter Vincent van (1883-1938), V: 330; VII: 388 + n, 390, 391 |
Steiner, Rudolf (1861-1925), IV: 513 + n |
Steinmetz, VI: 319 |
Stekel, Wilhelm (1868-1940)
Briefe an einer Mutter, VI: 343 |
Stella, II: 212 + n, 218, 227 |
Stello: Vigny |
Stem, De (periodiek), II: 32 n, 82 n, 394 + n, 425 + n, 479 n; III: 7 i, 51, 59, 61, 62, 69, 77, 80, 82, 131, 149 n, 202, 207, 425; IV: 53, 73, 266, 303-305, 363; VI: 97 n, 168; VII: 57, 141, 446; VIII: 57, 479, 481, 494, 512, 520, 555, 556; IX: 65 + n, 101, 117, 172, 351 |
Stemmen des tijds (periodiek), VIII: 442 |
‘Stemming’: v. Ostaijen |
| |
| |
Stempels, Bob (ps., 1915-1939)
‘Gedichten’, VI: 330 n, 331 |
Stendhal (ps., zie ook Beyle, Henri), I: 98 n, 152, 162, 195 + n, 197, 198, 215, 242, 244, 250, 260, 264, 267, 268 n, 282, 360, 377, 387, 433; II: 36, 54, 142, 168, 169 + n, 178-180, 184, 185 n, 198, 225, 267 n, 268, 349, 353, 381, 388, 389, 430, 446, 449, 481; III: 45, 74, 100, 113, 138, 156, 200, 235, 262, 323, 330, 339, 348, 351, 420, 426 n, 437, 446, 447, 462, 483 n, 510, 516, 518; IV: 63, 65, 143, 231, 254, 259, 314 + n, 315, 393, 415; V: 10-15 + n, 18, 19, 21, 22, 24, 27, 30, 36, 38, 42, 44, 47, 71 n, 137, 146, 156, 224, 286, 288, 329, 357, 392; VI: 34, 76, 119 n, 120, 138, 140 (portret), 144 (foto), 146, 147 (Giraudon), 150, 161, 171, 176, 188, 191, 197 x, 201 (portret), 219, 223, 241, 263, 348, 361, 363, 449, 460, 462, 473, 484; VII: 21, 47, 78, 120 n, 136, 164, 197, 210, 213, 304, 306, 325, 328, 360, 362, 390, 424, 513, 515, 534; VIII: 10 n, 43, 57, 308, 338, 402, 449, 453, 506, 523, 524 + n, 548; IX: 73 n, 101 n, 145 n, 147, 159, 203 + n, 218, 245, 274, 363
L'abbesse de Castro, IX: 274
De abdis van Castro (vert. door F. de Meyier van L'abbesse de Castro), IX: 274 + n
Anecdotes italiennes et françaises, II: 401 + n, 405 (werkje); III: 247, 284, 303, 329, 418, 432; IV: 268; VI: 15, 38, 39, 59 (boeken); VIII: 68, 148
Armance, II: 169, 268; VIII: 58, 449
‘Les Cenci’, VIII: 10 n; IX: 379 n
La chartreuse de Parme, I: 170; II: 169 (Fabrice), 185 + n; III: 74; IV: 259; VI: 219 + n; VIII: 58, 214, 524 n; IX: 96 (Fabrice)
Le chasseur vert, III: 315; V: 133, 204 + n
Chroniques italiennes, I: 170, 215, 260; II: 447; III: 330, 446; V: 224; VI: 218; VII: 362; VIII: 10 n, 58; IX: 379 n
‘Le coffre et le revenant’, I: 260, 264 (‘esp.’ kant)
Correspondance, VII: 325; VIII: 524 n
De l'amour, II: 179; IV: 274 n; V: 109, 224; VI: 76
Ernestine, ou La naissance de l'amour, II: 13 + n, 19 x, 169, 178, 179; V: 224, 228 (verhalen); VI: 15, 38, 39, 59 (boeken)
Journal, VI: 200; VII: 325; VIII: 58
Lamiel, VIII: 58
Lucien Leuwen, III: 315; IV: 315, 322, 329, 330; V: 204 n; VIII: 58
Lucien Leuwen, ou L'amarante et le noir, III: 315
Mémoires d'un touriste, II: 400, 405; V: 15; VIII: 58
‘Mina de Vanghel’, V: 205, 224, 228 (verhalen)
Pensées, Filosofia nova, III: 113 + n, 476
‘Le philtre’, I: 260, 264 (‘esp.’ kant)
Promenades dans Rome, II: 400, 405, 406; VIII: 58
Racine et Shakespeare, IV: 330
Romans et nouvelles, V: 224
Rome, Naples et Florence, II: 400, 405; V: 211; VII: 222; VIII: 58
Rood en zwart (vert. door D. de Jong van Le rouge et le noir), IX: 273 n
Rood en zwart (vert. door M.A. Pit van Le rouge et le noir), IX: 272 n, 273, 274 + n
Le rouge et le noir, I: 170; II: 169,
|
| |
| |
447; III: 65, 437, 511; IV: 143 (Julien Sorel); V: 288, 384; VI: 12 + n, 425, 481; VII: 362, 398; VIII: 58, 142, 401 + n, 402, 414, 456, 484-485 + n, 489, 506, 530, 548; IX: 146, 272 n, 273, 274
Souvenirs d'égotisme, II: 76; III: 511; VII: 325; VIII: 58
‘Suora scolastica’, I: 162, 163, 217, 239, 260
Théâtre, V: 45
‘Vanina Vanini’, V: 224, 228 (verhalen)
Vie de Henri Brulard, II: 76, 447; III: 426, 431; IV: 255, 266, 278, 348, 349, 415, 416; V: 10, 15, 126, 137, 146, 284, 286, 288, 329, 337; VI: 437; VII: 325, 362, 398; VIII: 58; IX: 203 + n
Vie de Napoléon, IV: 366; VII: 362 |
Stendhal érotique, I: 282 + n |
Stendhal-museum, IV: 517; V: 10-15 + n, 18 x, 27 x, 29; IX: 146 |
Stendhal raconté par ceux qui l'ont vu, VI: 120 |
Stenfert Kroese, H.E. (uitgeverij), IV: 280 |
Stenfert Kroese, W., VII: 470 n |
Stentor (schip), VIII: 7 i, 207, 209, 210, 212, 213, 216, 217, 220, 221, 223, 224, 227, 230, 232, 233, 236-242, 244, 245, 247, 308, 326 |
Sterckx, Omer, III: 496 |
Sterkenburg, Reinier P.
‘Franz Blei’, II: 85 + n |
Sterne, Laurence (1713-1768)
The life & opinions of Tristram Shandy, III: 335 + n, 341, 347, 424, 460, 462, 470; V: 408
A sentimental journey through France and Italy, III: 335 + n, 341, 347, 424, 460, 462, 470 |
Stevenson, Robert Louis (1850-1894), I: 146, 147, 152, 308; V: 392; VI: 40; VII: 238
‘The beach of Falesá’, VI: 105
The black arrow, VII: 238
The body-snatcher, VIII: 85, 113
Catriona, I: 147; VIII: 113
The dynamiter, VIII: 85
The ebb-tide, I: 147, 148; VI: 40, 43, 76, 105
Island nights' entertainments, I: 147; VI: 106
Kidnapped, I: 147; VIII: 113
Le maître de la Ballantrae (vert. van The master of Ballantrae), V: 439
‘Markheim’, I: 309; VIII: 85, 113
The master of Ballantrae, I: 147; V: 439 n; VI: 40, 76; VIII: 113
The merry men and other stories, I: 308, 309
More new Arabian nights, VIII: 85
New Arabian nights, VIII: 85, 113 (editie)
Le reflux (vert. door T. de Wyzewa van The ebb-tide), I: 147, 148, 150, 342, 353
St. Ives, VII: 238; VIII: 113
Tales and fantasies, VIII: 113
Treasure island, I: 147
De verkeerde kist (vert. van The wrong box), I: 142, 146 (verhaaltje)
Het vreemde geval van Dr. Jekyll en de heer Hyde (vert. van Strange case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde), I: 146, 148, 150, 160
Weir of Hermiston, I: 415
‘Will o' the mill’, I: 308 |
Stibbe, D.G. (geb. 1874), VII: 309 + n, 504 n |
Stichting tot verdediging van de culturele en maatschappelijke rechten van de Joden, VIII: 550 + n |
Stieneke, VIII: 340 |
Stille plantage, De: Helman |
Stillebroer, C., VIII: 73 + n |
| |
| |
Stirner, Max (ps., 1806-1856), VI: 76, 89; VIII: 377
Der Einzige und sein Eigentum, VI:
65 + n, 71, 76, 81, 89 |
Stobbaerts, Marcel E.V.J. (1899-1979), I: 307, 381 + n; II: 48 + n; III: 302, 316, 415, 428, 513, 514, 516; IV: 342 |
Stock (uitgeverij), V: 324 |
Stockum & Zn., W.P. van (boekhandel en uitgeverij), VI: 21, 345, 350; VII: 57; VIII: 256, 258, 388, 416, 449, 572, 576 |
Stoep, Karel van der, zie dp, Pseudoniemen |
Stoke, Melis (ps., 1892-1942), VIII: 319, 560
De razende berg, VIII: 560 x + n
Zoutwaterliefde, VIII: 560 x + n |
Stokvis, J.E. (1875-1951)
Leven en arbeid van Mr. C.Th. van Deventer (met Colenbrander), VII: 294 + n
Van wingewest tot zelfbestuur, VI: 438 |
Stolp, A., VIII: 246 + n |
Stols, Firma, zie Boosten & Stols |
Stols, Alexander A.M. (1900-1973, zie ook ps. Halsbeke, Charles-Léon van), I: 72, 83 n, 84 n, 86, 99, 104 n, 124 + n, 125, 139 n, 142, 143, 145, 146, 148, 161 n, 164 x, 165, 176, 177, 201, 203, 206, 208 + n, 210, 217, 218, 227, 237, 244 + n, 250 n, 254 n, 256 + n, 258, 263 n, 276, 288, 291 + n, 310 n, 318, 325 + n, 326, 328, 330-333, 335, 338, 344 + n, 366, 375 x, 389, 397 n, 399 + n, 404 n, 418, 424 n, 425 n, 427, 439-441; II: 13 n, 15, 21, 29, 30 + n, 47, 49, 51, 53, 56, 57, 62, 64, 66, 68 + n, 76, 82, 95 n, 97, 99, 100 + n, 103-105, 107, 111 x + n, 116 + n, 118-120, 124 n, 127, 128, 131-135 + n, 137, 140 n, 143, 146, 150, 152, 154 x, 159, 161-164, 167, 176, 179, 186, 188, 189, 194, 197, 205, 206 n, 208, 209, 212-214 + n, 218, 220, 221 + n, 224, 226, 228, 229, 232 + n, 234, 241, 244, 257, 266, 269, 270, 275, 282, 283 x, 287, 288, 290, 294 n, 295, 297, 300, 302-306, 308 n, 312 + n, 315, 316, 321-323, 325-328 + n, 330, 332, 347-349, 364, 372 n, 380, 383, 384, 388, 389, 401-403 + n, 412, 419, 421 n, 429, 438, 441, 456 + n, 457, 462, 468, 483, 493; III: 15, 57, 32, 36 x + n, 37, 42-44, 46, 50, 52, 56, 63 + n, 65-67, 69-71, 77, 79, 89, 94, 95, 104, 106, 137 x, 138, 142, 148, 150 n, 151, 152, 164, 166-168 + n, 170, 183, 186 n, 194, 196, 202-204, 207, 215, 217, 220, 221, 223, 232, 233, 238, 243, 244, 253, 255, 260, 262, 265, 269, 275, 282, 285 n, 302, 306, 335, 342, 365 + n, 366, 371, 406, 407, 410, 411, 415, 418, 429, 431, 438 + n, 439, 443, 447, 451, 453, 455, 481, 483, 492, 493, 497, 499, 503, 508; IV: 33, 41, 43, 56-58 + n, 60, 82, 105 n, 114, 119, 120, 127, 150, 152 x, 156-158, 164, 175, 196, 199, 205 n, 206, 234, 240, 245, 246, 252, 280, 299, 300, 303, 315, 317, 318, 370, 397 n, 479, 494; V: 8 i, 14 n, 27, 48 n, 56 n, 200, 207 n, 213 + n, 220, 221, 224, 228 n, 229 (uitgever),
241, 244, 262, 265, 302, 317, 331, 366, 408, 410, 412 n, 414, 420, 421, 445 + n; VI: 40, 41, 63, 69 n, 106 n, 114 n, 117, 133, 172 n, 193, 222, 230, 260, 264 n, 314, 337 + n, 358 , 373, 401, 404, 492 n; VII: 52 n, 55, 62, 64, 66-67 + n, 70, 76, 96 + n, 98, 116 + n, 117, 121, 186 n, 215,
|
| |
| |
256, 275, 285, 287, 301 n, 386, 456 n, 457 n, 515; VIII: 28, 92, 108, 198 n, 282 n, 313, 348, 364, 365, 372 n, 373, 415, 423, 428, 446, 472 n, 503-505, 509 n, 517, 535, 538 + n, 540, 554, 556, 562, 564, 566, 569, 577, 581, 594 + n, 595; IX: 30 x, 33, 61, 63, 73 n, 99 n, 164, 257 + n, 264 n, 270 n, 342, 343 |
Stols, Alphonse A.J. (1901-1985), VIII: 503 n |
Stols, Clément M. (geb. 1903), I: 288; II: 166 |
Stols, Eva A.M.M. (geb. 1929), I: 418, 424; VIII: 594 |
Stols, Frans Jan (geb. 1933), IV: 298 (derden telg), 299 |
Stols, Geertruy J. (geb. 1905), I: 239 |
Stols, Ludovicus H.A. (1870-1942), II: 19, 66; III: 151, 413, 452; IV: 105 n |
Stols-Kroesen, Margaretha W.
(Greet, geb. 1908), I: 288, 424; II: 100 + n; III: 285, 431, 508; IV: 105, 232, 234, 237, 240; VII: 186 + n; VIII: 298, 594 n, 595; IX: 164 |
Stone, III: 74 |
Storm, De: Shakespeare |
Storm over Azië (film), VI: 218 n |
Storm van 's-Gravesande, Laurens (1704-1775), VII: 357 |
Storm van 's-Gravesande, Paul Lodewijk (geb. 1900), VIII: 315 + n |
Storm van 's Gravesande: de Villiers |
Stort, zie Genderen Stort, R. van |
Stowe, Harriet Beecher (1811-1896), IV: 80; VII: 415, 424; IX: 405
De negerhut van Oom Tom (vert. van Uncle Tom's cabin), VI: 374; VII: 375 (oom Tom), 415, 424, 436, 453, 483 |
Straat, Evert (1898-1972), IV: 351 |
Straat zonder zon: Tokoenaga |
Strachey, John (1901-1963), V: 364 |
Strachey, Lytton (1880-1932), VII: 238 |
Straits & Sunda Syndicaat, VIII: 294 + n |
Strauss, David Friedrich (1808-1874), III: 367; IV: 472 |
Strawinsky, Igor (1882-1971), II: 235 |
Strem, G., IX: 199 + n |
Strengholt, A.J.G. (geb. 1901), I: 281, 337 + n, 372, 380, 384, 388, 413, 423 + n, 433, 434; II: 80 + n, 110, 116; V: 445; VI: 12 + n; IX: 184 |
Streuvels, Stijn (ps., 1871-1969), I: 383; II: 305; V: 335, 350, 354; IX: 171 |
Stroman, B.J.H. (Ben, 1902-1985), VI: 234-236, 240, 241 (beschermers), 258 (redacteuren) |
Strubbe, II: 216-217 (pensionhouder), 218, 220, 222, 320, 321; III: 245 |
Struycken, H.L.A.M. (Pim), VIII: 29 + n |
Stuiveling, Garmt (1907-1985), II: 486 n; III: 30; VII: 150, 331, 427, 444-446 + n, 448, 486, 514; VIII: 131 + n, 171 n, 172 n, 174 n, 214 n, 215 n, 251 n, 252 + n, 255, 259 n, 270 n, 273, 283 n, 298, 340 n, 341 + n, 350 n, 358 n, 373, 416 n, 418 n, 429, 431 n, 496 n, 542-544 + n, 546, 550, 556 n, 562, 569, 572-574, 577, 581, 585, 587 + n, 588 n, 604; IX: 256 + n
‘Aantekeningen over Albert Verwey’, VII: 157 + n
Het boek als vraagstuk, VIII: 131 + n
Bij Vondels feest, VIII: 498
Elementen, VIII: 350 + n, 351, 497, 498
Erasmus, VIII: 350 + n, 351, 358, 497, 498 + n
|
| |
| |
‘Golfslag’, VIII: 498
‘Gorter, de onbekende’, VII: 148 + n, 150 + n
‘Multatuliana’, VII: 331 + n
‘Marsman als criticus’, VII: 427, 444-446 + n, 448, 486; VIII: 214 + n, 215
‘Nieuw licht op de voortijd van '80’, VIII: 431 + n
De Nieuwe Gids als geestelijk brandpunt, VIII: 418
‘Springvloed’, VIII: 498
Tegen de stroom, VIII: 350 + n, 351, 497, 498
‘Thuisreis’, VIII: 497, 498
‘Van Douwes Dekker tot Max Havelaar’, VIII: 172 + n, 258 + n, 260
‘Vondel tusschen gezag en vrijheid’, VII: 75 n, 234 + n
‘Zeeschuim’, VIII: 498 |
Stuiveling-van Vierssen Trip, M. (geb. 1906), VIII: 213 |
Stultjens, III: 318 |
Sturler, Jean Victor de (1907-1979), I: 372; VI: 271 n, 272 n, 297, 299, 302, 328, 340, 341, 373, 375, 386, 397, 398, 402, 417, 434, 435, 495; VII: 16, 33, 88, 118, 135, 142, 227, 250, 360, 516; VIII: 52, 63, 163, 164, 233, 243, 326, 328, 571, 585; IX: 237, 253-255 + n
Les relations politiques et les échanges commerciaux entre le duché de Brabant et l'Angleterre au Moyen Ages, VI: 272 + n |
Sturler-Raemaekers, Margarethe M. de (Pepi, 1905-1958), VI: 271 n, 299, 487; VII: 16, 118, 135, 142; VIII: 164, 571; IX: 237 |
Sturler-Verstege, Adèle E. de (1870-1946), II: 394 + n; IV: 212-214, 216, 220, 222-225 + n, 333, 371; VI: 271 n, 294-296 + n, 299 |
Sturm, Der (periodiek), I: 59, 96; IV: 465 |
Stutterheim, W.F. (1892-1942), IX: 405
Cultuurgeschiedenis van Java in beeld, VIII: 225 + n, 233
‘Enkele interessante reliëfs van Oost-Java’, IX: 403 x + n, 404
‘Een Oud Javaansche Bhimacultus’, IX: 403 + n |
Stuijvaert, Victor (1897-1974), VI: 283 n; VIII: 373 n |
Suarès, André (ps., 1868-1948)
Trois grands vivants, Cervantès, Tolstoï, Baudelaire, VII: 347, 348 + n, 351, 373
Vues sur Napoléon, IV: 366, 405 |
‘Succès’ (serie), V: 207 |
Suchtelen, Nico van (1878-1949), IV: 98 n, 407 n; V: 89, 157; VI: 195; VII: 436 n; VIII: 358, 374, 432, 497, 499; IX: 212, 213, 217 n, 272 n, 274 n
Tat twam asi, IV: 420 + n; VI: 167, 344, 435 |
Sudermann, Hermann (1857-1928)
Frau Sorge, IX: 156 + n |
Suetonius Tranquillus, Gaius (± 70-± 140), VIII: 144
Van de twaalf keizers (vert. van De vita XII caesarum), VIII: 545 |
Sulaiman, Sharif
Le divan d'amour du Chérif Soliman, I: 116 |
Suleyman Ibn Inger Abdulla, I: 80 n |
Sully-Prudhomme, René F.A. (1839-1907), I: 58 |
Sumatra-post (periodiek), VI: 293 n; VIII: 152, 575 |
Sumatraantjes: Zentgraaff |
Sunderman, zie Sondermans |
‘Suora scolastica’: Stendhal |
Supervielle, Jules (1884-1960), II: 116
La belle au bois, IV: 30 + n |
| |
| |
Superville, Daniel de (1700-1762), VIII: 557 |
Sur un air de Scarlatti: Jaloux |
Suré, pers. uit dp, Een voorbereiding, zie aldaar |
‘Surrealisme in Londen’: Huizinga, J.H. |
Sury d'Aspremont, Paul
La presse à travers les ages, II: 385 n |
Svevo, Italo (ps., 1861-1928)
Zéno (vert. van La coscienza di Zeno), IV: 108 |
Swaelens, Gustave, IV: 89 |
Swanson, Gloria (geb. 1898), I: 45 + n |
Swart, P.C. (1879-1941), VII: 233 n, 246, 259 + n, 373; VIII: 155 + n, 156, 186 + n, 191, 196, 204 |
Swart Abrahamsz, Sietske, zie Wienecke-Swart Abrahamsz, E. |
Swart Abrahamsz, Theodoor (1848-1911), VII: 329, 482; VIII: 438
Edouard Douwes Dekker (Multatuli), Eene ziektegeschiedenis, VII: 329, 482 + n; VIII: 550 + n |
Swarth, Hélène (1859-1941), II: 444; IV: 273, 388 + n; VI: 131
Kinderen, IV: 418 n |
Swinburne, A.C. (1837-1909), II: 205, 207
‘Wordsworth and Byron’, II: 184 n |
Sijthoff, A.W. (uitgeverij), II: 444; III: 173 n, 176; IV: 101, 229; IX: 166 |
Székely, László
Van oerwoud tot plantage, Verhaal van een plantersleven (vert. van Öserdöktöl az ultetvényekig), VI: 215 n |
Székely-Lulofs, Magdalena (Madelon) H. (1899-1958), III: 472; IV: 429, 490; VI: 51, 248, 250; VII: 42; VIII: 428
De andere wereld, IV: 490 + n
De hongertocht, VI: 217 + n
Koelie, III: 472 (roman)
Rubber, III: 428; VI: 286 |
|
Taai Agen Moro, zie Aagen-Moro, Taï |
Taak, De (periodiek), IX: 399 n |
Tachtigers, De, I: 87 + n, 397; VI: 160 ('80); VII: 244, 446; IX: 203 |
Tacitus, P. Cornelius (± 55-± 120), VI: 73; VIII: 144 |
Tack, VII: 420 n |
Tagore, Rabindranath (1861-1941), I: 197; II: 437 n; VII: 413 |
Tailhade, Laurent (1854-1919), I: 135, 154, 233 + n, 236; II: 27, 219; IV: 122
Poèmes aristophanesques, VIII: 58 |
Takdir Alisjahbana, Soetan (geb. 1908), VI: 9 i; VII: 54 + n, 67, 68, 78, 79; VIII: 32 + n, 81 + n, 126 + n, 127, 137, 150, 151, 179, 182 + n; IX: 251 + n
Lajar terkembang, VIII: 589 + n |
Tales, zie Poe, Tales of mystery and imagination en Fantastic tales |
Tallandier, Jules (uitgeverij), IV: 119 n, 194 |
Tamalone, zie A.v. Schendel, Een zwerver verliefd en Een zwerver verdwaald |
Taman Siswa, VI: 441; VII: 418 |
Tammes, A.J.P. (1907-1987, zie ook ps. Noordstar, J.C.), VIII: 162 n |
‘Tanja-Teresa’, hfdstk. uit dp, Het land van herkomst, zie aldaar |
Tanzil, Hazil (1918-1990), VIII: 179 + n, 189 |
Tardieu, André Pierre (1876-1945), IV: 443 |
Tas, Sal (1906-1976), VIII: 271 n, 286 + n, 316 |
Tas, Hugo van der, VIII: 135, 137 |
| |
| |
Tauber, Richard (1892-1948), III: 112 |
Tauchnitz, B. (uitgeverij), II: 196; V: 256; VI: 109; VIII: 113 |
Taverne du Passage, zie Café's |
Taverne Royale, zie Café's |
Tchtchedrine, zie Saltykov-Sjtsjedrin |
Technique: Larbaud |
Tegenonderzoek: dp |
Teipe, Max B.
Dr. Menno ter Braak, ‘Reinaert uit Eibergen’ (met Van der Woude), VI: 209 + n; VII: 332 + n |
Teirlinck, Herman (1879-1967), I: 120, 121, 313 n; II: 54, 197; III: 179; V: 287
Het ivoren aapje, I: 120, 352; II: 54
De leemen torens (met Van de Woestijne), V: 287 + n; VI: 107
Mijnheer J.B. Serjanszoon, Orator didacticus, I: 120; III: 85 + n |
Teixeira de Pascoaes (ps., 1877-1952)
Paulus, De dichter Gods (vert. door A.V. Thelen en H. Marsman van São Paulo), VIII: 36 + n |
‘Tekst en uitleg’: v. Vriesland |
Telegraaf, De (periodiek), I: 219, 257 n; II: 22, 30, 45, 134, 273 n, 276, 313 n, 345, 357; III: 440 + n, 444; IV: 237 + n, 238, 507; V: 65, 128 n, 170; VI: 398 n, 433, 492; VII: 60 n, 165 n, 214, 230, 234, 248, 516; VIII: 31, 225 n, 308, 316, 462, 566; IX: 45 n, 190 + n, 255 + n |
Télin (uitgeverij), III: 434, 454 |
Tempel en kruis: Marsman |
Templum Salomonis (= Burgersdijk en Niermans, uitgeverij), VII: 318 n, 408 + n, 472, 487, 514; VIII: 21, 77, 93, 194 |
Temps du mépris, Le: Malraux |
‘Ten voeten uit’ (door redactie K. & O.), VII: 533 n |
Tennyson, Alfred (1809-1892), I: 381
‘The ballad of Oriana’, I: 381
‘Ballads and other poems, I: 381
‘Lady Clare’, I: 381
‘The lady of Shalott’, I: 381
‘Locksley Hall’, I: 381 |
Ter gedachtenis aan Multatuli, 1887-19 februari-1892, VII: 40 n |
‘Ter inleiding’ (door redactie van Forum), III: 172 (manifest), 210 + n; VII: 243 + n |
Ter-Lasne (ps., † 1957), I: 196
Vingt-deux poèmes belges, I: 196 n |
Terborgh, F.C. (ps., zie ook Flaes, Reijnier), IV: 417 n; IX: 97-98, 222 n, 246 n, 351
‘De bruiloft’, IX: 89 + n, 98 n
‘De Grieksche’, IX: 104 + n |
Terburg, C.A., I: 88 + n |
Terechtstelling, De, zie Willink, Laatste verdedigingsrede |
Terug tot Ina Damman: Vestdijk |
Terugkeer van Don Juan, De: Chasalle; Kelk |
‘Terugtocht’, zie Marsman, Porta nigra |
‘Terzij de horde’: Marsman |
Teste, zie Valéry, La soirée avec monsieur Teste |
‘Texel’, zie Greshoff, ‘Winternacht op Texel’ |
Teylingen, Diederik van, III: 41 |
Thälmann, Ernst (1886-1944), V: 42 + n; VI: 145 + n |
Tharaud, Jérôme (1874-1953) en Jean (1877-1952), I: 51, 357; II: 200, 239, 303, 322; IX: 36
La maîtresse servante, I: 252; VIII: 59
Pogrom (vert. door M.J. Premsela van Un royaume de Dieu), I: 51 n
|
| |
| |
De schaduw van het kruis (vert. door M.J. Premsela van L'ombre de la croix), I: 51 n |
Théâtre de Maurice Boissard, Le: Léautaud |
Thelen, Albert Vigoleis (1903-1989), III: 229 + n; IV: 237, 239, 255, 256, 264 + n, 376 n; V: 401, 414, 418, 434; VII: 63 n, 336; VIII: 36 n
‘Portret van Mallorca’ (met inl. van dp), III: 229 n
‘Teixeira de Pascoaes’, VII: 234 + n |
Theo, pers. uit Marsman, ‘Vera’, zie aldaar |
Thérive, A. (1891-1967), VI: 449 + n, 484 |
Théroulde (Turoldus, 11e eeuw), I: 169 |
Theunisz, Johan (geb. 1900), I: 269 |
Thialet, Georges, I: 403 + n |
Thibaudet, Albert (1874-1936), VI: 231; VIII: 125
Réflexions sur le roman, VIII: 125 |
Thibault, Les: Martin du Gard |
Thieme, W. (uitgeverij), IV: 253, 268 |
Thier, H.B.M. (geb. 1892), VIII: 150 + n, 582 + n |
Thierry, Augustin (1795-1856)
Récits des temps mérovingiens, VII: 101; VIII: 59 |
Thiers, L.A. (1797-1877), VII: 39 |
Thirion, André, I: 386 n |
Tholen, Herman (1897-1982), VI: 281 + n |
Thomassen, M.
‘Bent u een goed detective?’, VII: 131 + n |
Thomassen à Thuessink van der Hoop, A.N.J. (1893-1969), VI: 9 i, 317 + n, 340, 432 (v.d. H.); VII: 68, 108 + n, 112, 174, 175, 206 + n, 390, 459, 464 n, 465; VIII: 96, 120, 532 |
Thompson, A. Hamilton (1873-1952), I: 260 + n |
Thomson, H. Douglas
Masters of mystery, III: 424, 434, 436 (detective-gids) |
Thorbecke, J.R. (1798-1872), VII: 39 |
Thoreau, Henry D. (1817-1862), IV: 488 |
Thouars, De, VI: 268 |
Thouars, Jacques de, III: 35 + n |
Three musketeers, The (film), II: 224 (Mousquetaires) |
Thucydides (± 460-± 395 v. Chr.), VI: 86, 119 |
Thula, zie Vista, Tula di |
Tibullus, Albius (± 48-19 v. Chr.), V: 420, 421 |
Tichelaar, P.A. (1888-1963), VII: 517 + n, 519, 521, 522 + n; VIII: 200 |
Tideman, P.J. (1871-1943), VI: 160 + n |
Tieck, Ludwig (1773-1853), V: 206 |
Tiele, P.A. (1834-1889), VI: 428 + n; VII: 86 |
Tielrooy, Johannes Bernardus (1886-1953), II: 419; IV: 306, 318, 326, 377, 400; V: 156, 350 + n; VI: 460; VII: 157, 361, 446, 533; VIII: 427 n, 436 n, 442, 454 n, 464, 477, 484, 509, 539 x
‘Aan de lezers’, VIII: 427 + n, 436
‘André Malraux en de mensch’, IV: 303-306 + n
‘Bijdrage tot de kennisse Greshoff's’, VIII: 436 + n, 455
‘La Hollande est neutre, les Hollandais ne le sont pas’, VIII: 454 + n
‘In memoriam Herman Robbers’, VII: 157 + n
|
| |
| |
‘Jean Racine I’, VIII: 436 + n
‘Menno ter Braak en de rechtvaardigheid’, VIII: 539-540 + n
‘Over Menno ter Braak’, VIII: 539-540 + n
Panorama de la littérature hollandaise contemporaine, VII: 455 + n; VIII: 427 + n, 437 + n |
‘Tien Mei 1903’: Greshoff |
Timann, W., VIII: 46 (duitschen consul-generaal), 74 |
Timmerman, Aegidius W. (1858-1941)
Tim's herinneringen, VIII: 142 |
Timmermans, Felix (1886-1947), II: 196; III: 281, 301, 362 + n
Kerstliedeken, I: 165 + n |
Timmers Verhoeven, H.L., IV: 51 + n, 52, 58, 61, 69-71, 76, 77 x, 80, 84-86, 89, 92, 94, 101, 102, 117, 118, 132, 134-137, 145, 147, 150, 152, 153, 155, 158, 161, 163-165, 169, 170, 172-174, 179, 207, 213, 214, 219, 225, 292, 295-298, 302, 304, 306, 328, 330-333, 335-339, 342, 352, 353, 356, 367-372, 376, 379, 380, 384, 389, 411, 413, 421 x, 422, 424, 427, 428, 430, 434-436, 439, 442, 446-448, 453-456, 470, 483, 489, 502; V: 30, 111 n; VI: 296 n; IX: 135, 361 |
Timmers Verhoeven, mw., IV: 163, 165, 434 |
Timon of Athens: Shakespeare |
Tina, VI: 231, 237, 238, 291 |
Tinan, Jean de (1874-1898), I: 356 + n; III: 354, 446, 466; IV: 126, 169, 347; V: 33, 66, 392, 398, 399; VI: 35 + n, 37, 131, 157, 181; VII: 307; VIII: 361
Aimienne, ou Le détournement de mineure, I: 356, 373 (twee andere deeltjes); III: 342, 354; IV: 478; VIII: 60
Un document sur l'impuissance d'aimer, I: 356, 373; III: 466; IV: 478
Érythrée, III: 466
Penses-tu réussir?, I: 118, 356, 373 (twee andere deeltjes); III: 354; IV: 478; VIII: 60
La petite Jeanne pâle, I: 163 |
Tine: Douwes Dekker-van Wijnbergen |
Tingen, Frits, I: 144, 145 |
Tintoretto (1518-1594), I: 105 |
Tissing, Doede Feiko (1898-1972), III: 203, 231 (mon ami de Java); V: 338; VI: 203 n, 218, 409 + n, 410, 437 + n, 455, 477; VII: 42, 109, 345 + n, 405; VIII: 326 + n, 352, 353 |
Tissing, Garmt Otto (Adé of Dé, 1900-1960), I: 73 + n, 77, 115; II: 7 i, 354 + n, 361, 364-366, 374, 380, 458; IV: 469 + n; V: 225, 338; VI: 7 i-9 i, 203 n, 220, 228-231 + n, 237-239, 244, 247, 248, 273 n, 279, 290 + n, 292, 308, 314, 319, 321, 325, 357, 360 n, 395, 404, 464, 477, 493; VII: 8 i, 9 i, 67, 80, 183 n, 192 n, 193, 334, 345 n, 372, 378 + n, 381, 384, 385, 392, 395, 409, 425, 427, 428, 437, 444, 447, 451, 452, 456; VIII: 79; IX: 223 |
Tissing, Johannes Jacobus (Johan, 1902-1953), VI: 203 n; VII: 345 + n |
Tissing, Lucas Jan (Bas, 1905-1972), I: 136; VI: 203 n; VII: 171 + n, 183, 345 + n; VIII: 175, 327, 352 |
Tissing, Non, zie Koezen-Tissing, Etienne Jeannette |
Tissing, Otto (1869-1931), VI: 203 n |
Tissing-de Vos, Truus (1900-1973), VIII: 327 |
Tissing-Hamilton of Silverton Hill, Olfine (Olly, geb. 1907), VIII: 352 + n |
| |
| |
Tissing-Tonckens, Aukje Ruardina (1865-1945), VI: 217, 268 + n, 453, 477; VII: 171 n, 240, 345, 405, 432, 444; VIII: 327, 352 |
Titiaan (± 1485-1576), I: 105 |
Titulescu, N. (1822-1941), VI: 370 + n |
Tjalong Arang, IX: 393 + n, 396 n |
Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, A.W.L. (1888-1978), VIII: 69 n, 208 (G.-G.), 213 n |
Tjaringin, fam., VII: 75 + n |
Tjeenk Willink, H.D. (uitgeverij te Haarlem), II: 454; VII: 357; VIII: 94, 488 |
Tjeenk Willink, W.E.J. (uitgeverij te Zwolle), I: 203 n |
Tjiandjoer, zie Regent van Tjiandjoer |
Tjioeng Wanara, IX: 394 + n, 396 n |
‘To the happy few’ (serie), I: 72, 143, 164; III: 37, 426 |
Toepoel, P.M.C. (1881-1960), IV: 438 + n |
Toergenjev, I.S. (1818-1883), II: 373; III: 58; V: 398, 399
Dimitri Roudine (vert.), V: 324
Fumée (vert.), I: 107
‘Trois rencontres’ (vert.), V: 324, 397
Vaders en zonen (vert.), IV: 255, 307 |
Toetie, VIII: 482 |
Tokoenaga, Naoshi
Straat zonder zon (vert. uit het Duits door E. Coenraads), IV: 410, 520, 526; V: 73, 75; IX: 138 |
Toledo, Pl.J. van, IX: 264 + n, 267
‘Verknoeiing van het vers’, IX: 264 + n, 266 + n |
Tollens, Hendrik (1780-1856), III: 398
‘Wien Neerlandsch bloed’, VII: 254 |
Tolstoj, L.N. (1828-1910), II: 447; IV: 143; V: 74, 378, 395, 404; VI: 34, 53, 84, 102, 197, 219, 241, 245, 250, 255, 263, 266, 272, 276, 278, 381; VII: 239, 348; VIII: 44
Anna Karenin (Engelse vert.), VI: 266, 278
Anna Karenina (Ned. vert.), IV: 143; VI: 61; IX: 67 + n
Anna Karénine (Franse vert.), V: 357, 378, 406
The death of Ivan Ilitch and other stories (vert.), VI: 266, 278
De dood van Iwan Iljitsj (vert.), VI: 61
La guerre et la paix (vert.), II: 375
Hadzji Moerat (vert.), VI: 40, 87 255, 266
Jeugd en jongelingsjaren (vert.), VI: 266
Kaukasische vertellingen (vert.), VI: 266
De Kozakken (vert.), VI: 87, 255, 266
De Kreutzersonate (vert.), IV: 147
Oorlog en vrede (vert.), II: 369; IV: 143; V: 74; VI: 34, 245, 268; VII: 239, 372
‘Sewastopol in augustus 1855’ (vert.), VI: 219 + n
‘Sewastopol in mei’ (vert.), VI: 219 + n
War and peace (vert.), VI: 266, 278 |
Tom Jones, zie Fielding, The history of Tom Jones |
Toorop, Charley (1891-1955), II: 125, 126 (schilders); III: 198 + n, 199, 206, 441; IV: 300; V: 212; VIII: 306, 322 |
Toorop, Jan (1858-1928), V: 110 |
Topp, Arnold, I: 66 |
Torry, Pauline, IV: 461, 462, 483, 490, 502 |
‘Tot een clowntje van Tytgat’: Greshoff |
Toulet, Paul Jean (1867-1920), I:
|
| |
| |
118, 131, 166, 191, 194, 256; III: 58, 214, 354 + n, 445, 462, 473
Les contrerimes, I: 257; III: 354 n, 473; VIII: 58
Demi-veuve, VI: 293 |
Tour du Pin, Patrice de la (geb. 1911)
La quête de joie, VIII: 372 + n, 373 |
Touriste, zie Stendhal, Mémoires d'un touriste |
Toussaint van Boelaere, Fernand Victor (1875-1947), I: 315, 323, 357,358 + n; IV: 25, 57; VI: 100; VII: 88, 134, 155
‘Dagregister’, VII: 361 + n
‘De doode die zich niet verhing’, VI: 349 + n; VII: 134 (Ursa Minor), 155 (opus?)
Gesprek in Tractoria, VII: 52, 155, 186 |
‘Tragedie’: Reitsma |
‘Trajectum ad Mosam’ (serie), III: 426 |
Trakl, Georg (1887-1914), III: 19 |
Transition 1932, An international workshop for Orphic creation, III: 313 + n |
‘Travellers library, The’ (serie), VI: 174 |
Trent's last case: Bentley |
Tretjakov, Sergei (1892-1939), V: 132; VIII: 30 n |
Treub, M.W.F. (1858-1931), VI: 453 + n, 454
Herinneringen en overpeinzingen, VI: 453 + n
Regeeringsbemoeiing met het bedrijfsleven in Nederland en Nederlandsch-Indië, VI: 453 + n |
Tribune, De (periodiek), IV: 48 n, 54; VIII: 404 n; IX: 351 |
Tristan: Mann, Th. |
‘Tristan Corbière’, zie Slauerhoff, ‘Uit het leven van Tristan Corbière’ |
Tristram Shandy, zie Sterne, The life & opinions of Tristram Shandy |
Troeno Djojo, VII: 420 + n |
Trois mousquetaires, Les: Dumas |
Tromp, Maarten Harpertsz. (1598-1653), VII: 416 |
Tromp Meesters, Salco (1890-1937), VII: 92 + n; VIII: 404 + n, 406, 409 + n, 430 n, 431, 462 + n
‘Multatuli en zijn zoon’, VIII: 404 n |
Troostenburg de Bruyn, C.A.L. van (1829-1902)
Biographisch woordenboek van Oost-Indische predikanten, VIII: 99 + n, 103 |
Tropen: Brandt |
Trotski, Leo D. (ps., 1877-1940), II: 446; III: 28, 30, 49, 57, 88, 95, 124, 133, 155, 178, 184, 186; IV: 48 n, 495, 496, 514 n, 515; V: 152, 172; VI: 54, 438; VII: 470; IX: 146 + n, 228 n, 229 + n
Literatur und Revolution (vert.), III: 155 + n
Moja řiza, II: 473 n
Mijn leven (vert. door E. Brouwer van Moja řiza), II: 409, 473 + n; III: 53, 54, 59, 75, 79
La Quatrième Internationale et l'U.R.S.S., IV: 514 + n
Über Lenin, Material für eine Biographie, II: 473 + n |
Truc, Gonzague (geb. 1877), II: 422 |
Trust der vaderlandsliefde, De: v. Ostaijen |
T'Serstevens, Albert (1886-1974), III: 342
Le dieu qui danse, III: 342
Taïa, III: 342
Le vagabond sentimental, III: 342 |
Tsjang-Kai-Sjek (1887-1975), IV: 452, 481, 523 |
Tsjechov, Anton P. (1860-1904), I: 177
|
| |
| |
Salle 6 (vert.), I: 210, 212, 213 |
Tsjip: Elsschot |
Tubantia (periodiek), III: 257; IX: 352 |
Tugendbund, I: 125 |
Tuin van Eros: Engelman |
Tuinzing, A.J.P., VIII: 428
De moeilijke weg naar het goede einde, Batiaviasche roman, VII: 117 + n |
Tuschinski (bioscoop te Amsterdam), IX: 53 + n |
Tuschinski, A.I. (1886-1942), VII: 123 + n |
Tusschen kantoor en archief: v.d. Veen |
Tusschen vuur en maan: Roland Holst, A. |
Tuuk, Van der, VII: 465 |
‘Twee gedichten’, zie v. Ostaijen, ‘De oude man’ en ‘Ogen’ |
‘Twee gevangenen, De’: dp |
‘Twee liedjes van Byron’: dp |
Twee meisjes en ik: Nijhoff-Wind |
‘Tweede bijdrage tot kennis van de provincie’: dp |
Tweede gezicht, Het: ter Braak |
Twintig Noord- en Zuid-Nederlandsche verhalen (bloemlezing door C. van Wessem), II: 169, 170 n, 173 n, 174 n, 228 n, 277, 285, 296 n, 299, 305, 308-311 + n, 313, 325, 336 + n, 340, 342-344 + n, 346, 351 n, 352, 358, 359 + n, 361 n, 368 (verhalers), 371, 381, 384 + n, 388 n, 392 + n, 404 n, 414 + n, 415 + n, 455 n; III: 24, 26, 138, 149, 168, 244, 394, 446; V: 202 + n, 255; VI: 223, 307, 380 n, 400 + n; VIII: 552 + n |
Twist, Van, zie Duymaer van Twist, A.J. |
Two or three graces, and other stories: Huxley |
Turksib (film), III: 40 |
Tijd, De (periodiek), III: 322 n; IV: 175, 181; V: 60 + n, 348, 352, 353; VI: 462; VIII: 424, 446, 519 |
Tijd en taak (periodiek), VII: 331 |
Tijd op zondag, De (periodiek), III: 322 + n |
Tydeman, Hendrik Willem (1778-1863), VII: 46 n |
Tijdens de O.I.-Compagnie: Godée Molsbergen |
Tijdschrift van het Bataviaasch Genootschap, zie Tijdschrift voor Indische taal-, land- en volkenkunde |
Tijdschrift voor Indische taal-, land- en volkenkunde (periodiek), VII: 388; VIII: 99, 190, 225, 265, 406, 575, 581 (Bat. Gen.) |
Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië (periodiek), VIII: 61 + n, 99, 184 + n; IX: 395 n |
‘Tijdschriften’: Otten |
Tijdsignalen (bloemlezing door H. Roland Holst-van der Schalk), II: 486 + n, 487 n; III: 13, 19, 30, 52 n, 67 |
Tijdspiegel, De (periodiek), VI: 395, 410 x; VII: 56; VIII: 442 |
Tijdstroom, De (periodiek), V: 27, 29 |
Tytgat, Edgar(d), (1879-1957), I: 307; II: 325; V: 117 n; VIII: 103 n |
Tzara, Tristan (1896-1963), I: 108; VIII: 69 |
|
U.B., zie Multatuli-museum |
Ubu, pers. uit Jarry, Ubu roi, zie aldaar |
Ubu roi: Jarry |
Uccello, Paolo (± 1397-1475), III: 511 |
Uit blanke steden onder blauwe lucht: Couperus |
Uit de suiker in de tabak: Maurits |
‘Uit de wereld van het boek, Anecdoten en legenden over den Man van Lebak’, VII: 264 + n |
| |
| |
Uit een geheim dagboek (1918-1919): Goerée d'Overflacquée |
Uit het leven van Frank Rozelaar: v. Deyssel |
Uit Multatuli's leven: Anderson |
‘Uit vrees...’: v. Aart |
Uit zelfbehoud: Roland Holst, A. |
Uitstel van executie: v. Schaik-Willing |
‘Uitverkoop’, zie Greshoff, ‘De najaarsopruiming’ |
Uitvreter, De: zie Nescio, Dichtertje enz. |
Unamuno y Jugo, Miguel de (1864-1936), III: 18
Een kerel uit één stuk (vert. door G.J. Geers van Nado menos que todo un hombre), IV: 235 + n |
Undine: Fouqué |
Undset, Sigrid (1882-1949), II: 70, 131-132 |
‘Une parmi cinq’, zie dp, Een tussen vijf |
Unger, A.H., VI: 289 + n, 419; VII: 452 |
Unie, De (uitgeverij), VII: 160 + n |
Universiteitsbibliotheek Leiden, VII: 441 |
Up de Graff, F.W. († 1927)
Head hunters of the Amazon, II: 368 + n |
‘Upi Adinda!’, zie ‘Saïdjah's lied’ |
‘Ups’ en ‘downs’ in het Indische leven: Maurits |
‘Uren met...’ (serie), III: 149 n |
Uren met Dirk Coster: dp |
‘Ursa minor’ (serie), VI: 337 + n, 341, 492 + n; VII: 116 + n, 117, 134, 480; VIII: 104 + n, 371 |
‘Usher’, zie Poe, ‘The fall of the house of Usher’ |
Uslar-Pietri, Arturo
Les lances rouges, IV: 192 + n |
Utrecht (levensverzekeringsmij), IV: 71; V: 111 + n; VI: 174 |
Utrechts dagblad (periodiek), I: 371 n; III: 298 + n; IV: 151 n, 152, 204, 353; V: 337 |
Utrillo, Maurice (1883-1955), I: 362 |
Uyldert, Maurits (1881-1966), I: 410 + n, 433 + n; II: 10, 129, 263, 269, 271 + n, 273, 276, 324, 338, 341-342, 344, 352, 418; III: 52, 368; V: 26 + n, 27, 288 + n, 362, 363, 379 + n; VIII: 262 n, 346 + n; IX: 47
‘Letterkundige kroniek’ (in AH), V: 26 + n, 288 + n, 362, 379 + n; VIII: 262 n, 346 + n |
Uylenburch, Saskia van († 1642), VII: 77-78 |
Uytvanck, Valentijn E. van (1896-1950), II: 265 + n, 323, 356, 365, 370, 404, 456 + n, 465; III: 13, 169, 422, 441, 445, 458, 505; IV: 250; V: 367; IX: 349, 351
‘Raoul Hynckes en de deformatie’, II: 125 n
‘Schildersintelligentie’, IX: 100 + n |
‘Uzzeltje’, zie Gomperts, ‘Menno ter Braak en Uzzeltje’ |
|
V.A.N.K. jaarboek (periodiek), III: 464 |
v.c., zie Vaderlandsche Club |
‘V.C.-fouten’: Zentgraaff |
v.v.o. (= Verbond van verenigingen van overheidsdienaren), VIII: 89 + n |
Vaderland, Het (periodiek), I: 200 n, 433 n; II: 110, 156, 159, 168, 262 n, 342, 344, 374, 376, 378, 382 x, 383 + n, 385, 386, 392, 393, 403, 437 + n, 478; III: 9 i, 132, 133, 150, 156, 162, 217, 218, 242, 243, 456 n, 463 + n, 477, 480-482 + n, 489, 494, 498, 503, 504, 522; IV: 13, 16, 21 + n, 28, 91 + n,
|
| |
| |
108, 115, 117, 122, 127, 128, 132, 135, 161, 162, 164, 168, 176, 183, 184, 202, 238, 274 n, 286 + n, 288 n, 296, 301, 316 x, 346, 347, 352, 353, 358, 365, 367, 369, 374, 375, 378, 389, 391, 399, 404, 413, 417, 420, 424, 433, 449, 450, 452, 454, 458, 476, 480 n; V: 12, 15, 20, 27, 28, 38, 40, 55, 68, 72, 73, 76, 108, 112, 121, 134 + n, 143, 145, 157 n, 167, 171, 203, 276, 279, 331, 339, 358, 360, 362, 368, 370, 400, 425, 448; VI: 9 i, 72, 78, 100, 128, 131, 132, 134, 221, 256 n, 260 + n, 262, 269 n, 305, 322 n, 330, 334, 343, 346, 350, 354, 366, 372, 373, 375, 382, 387, 390, 391, 434, 461, 473, 475, 480 x, 482, 492, 493; VII: 12-15 + n, 17, 27, 32 n, 37, 60, 61, 70, 87, 92, 117, 133, 142 n, 160, 161 n, 200, 207, 210, 218, 283, 369, 436, 439 + n, 440, 495, 500 + n, 510, 511, 514, 518, 529 n, 535; VIII: 7 i, 9, 13, 30 n, 34, 46, 92, 154, 155 + n, 161, 162 n, 186 n, 193, 199-201, 248-250 + n (exx.), 252, 254, 278, 331, 336, 362, 374, 386, 404, 416, 424, 430, 444, 445, 456, 467, 483, 495, 540; IX: 34 n, 62 n, 96, 102 n, 129, 132, 155 + n, 156, 158-160 + n, 167, 177, 180 + n, 181, 220 + n, 253 n, 365, 366 |
Vaderlandsche Club (V.C.), VII: 312, 416 + n, 428, 439, 461 + n; VIII: 44, 129, 219, 236 n, 352, 367, 379, 393, 488, 501 |
Vaderlandsche letteroefeningen (periodiek), VIII: 62 |
‘Vaderlandslooze gezellen’: Gans |
Vaders en zonen: Toergenjev |
‘Vaderschap van Paul Hooz, Het’: v. Genderen Stort |
Vagabond sentimental, Le: T'Serstevens |
Vaillant-Couturier, Paul (1892-1937), VI: 65 |
Valckenier Kips, J.H. (1862-1942), VI: 345 + n, 346, 393 |
Valentino, Rudolf (1895-1926), I: 276 |
Valentijn, François (1666-1727), VII: 86
Beschrijving van Groot Djava, VIII: 84 + n, 88
Oud en Nieuw Oost-Indiën, VIII: 84 n, 169, 490 + n |
Valéry, Paul (1871-1945), I: 146, 276 n, 277; II: 168, 169 + n, 178-180 + n, 183, 200, 225, 233, 281, 300, 303, 322, 352, 372, 426; III: 64 + n, 494; IV: 257, 284, 376, 459, 498; V: 221; VII: 197 n; VIII: 437; IX: 104
Agnés, II: 169 + n, 178, 179, 233
Introduction à la méthode de Léonard de Vinci, II: 179
‘Narcissus spreekt’ (vert. door V. van Vriesland van ‘Narcisse parle’), II: 262 + n, 378 n
Quatre lettres au sujet de Nietzsche, V: 221 + n
La soirée avec monsieur Teste, II: 179
De terugreis uit Holland (vert. door A.A.M. Stols van Le retour de Hollande), I: 208 + n
Variété, II: 142 (II), 152 (II), 168 (II), 179 (I), 224 (I); VI: 189 (III), 199 (III)
‘Vin perdu’, VIII: 437 n |
Vallès, Jules (1832-1885)
Un gentilhomme, IV: 30 + n |
Vallon, Le (sanatorium in Miavoye-Anthée), I: 126 + n, 127 (Kurhaus) |
‘Van de drie ridders en het hemd’: Baisieux; dp |
Van de koele meren des doods: v. Eeden |
| |
| |
Van der Linden's c.s., De: Maurits |
Van en over alles en iedereen: Couperus |
Van en over mijzelf en anderen: Couperus |
‘Van Kraspoekol tot Saïdjah’ (bloemlezing door dp, ongepubl.), VI: 378 n; VII: 378 + n, 391 + n, 393, 402, 407, 424, 427, 442 (collectie), 467, 481-482, 505; VIII: 7 i, 45, 50, 53, 54, 57 n, 61 + n, 67, 94, 97-99 + n, 119, 120, 130, 144 n, 147, 153 + n, 157, 162, 163, 166, 169 ,176, 178-181, 183-186, 188 + n, 190 x, 194, 195, 199-201, 207 + n, 208, 223, 226 + n, 231 (drukproef), 534, 556 n, 557 n; IX: 10 i, 404 |
Van oude en nieuwe christenen: ter Braak |
Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan...: Couperus |
‘Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan...’: dp |
Van Veltons-van der Lindens, De, zie Maurits, De Van der Linden's c.s. en L. van Velton-van der Linden |
Vanda, P., IV: 438 + n ‘Een Engelsche ontdekt Couperus’, IV: 438 + n |
Vandaag (periodiek), I: 304, 313 + n, 315, 319, 325, 336, 344 (volgend nr.), 346, 347, 350, 353 + n, 357, 358, 374, 380; II: 74 |
Vandeputte, III: 227 |
Vanter, Gerard (ps. van Gerardus J.M. van het Reve, 1892-1975) De voorsten, V: 72, 76 |
Vanzetti, Bartolomeo (1888-1927), III: 194
Lettres (vert. van The letters), III: 194 |
vapp, V: 142 + n |
Varangot, Victor (geb. 1912), IV: 224 n, 486, 487, 506-507, 522; V: 41, 49, 50, 52, 55, 70, 118, 157, 231 + n, 254, 334, 336 + n, 381, 425 + n, 427, 449 + n; VI: 14, 28, 31, 32, 107, 132; VII: 16, 235 + n, 278 + n; VIII: 76, 262, 263 n, 347 n; IX: 163 + n
‘Illusie’, IV: 487 + n
‘Quelques livres de second plan’, VIII: 262 + n
‘Virginia’, V: 8 i, 16 + n, 313 n, 359, 361, 380-382, 384, 385, 390, 393, 394, 416, 441 n; VI: 16, 19 + n, 28, 31, 37; IX: 163 n, 173, 184, 185 |
Varangot-ter Braak, G., zie Braak, Geertruida ter |
Variéte: Valéry |
‘Variété varieert zichzelf, Het’: Chasalle |
Variétés (periodiek), I: 271 + n, 273, 278, 285, 307, 369, 373, 386 + n, 388, 391, 410, 428 n
‘Découverte de la Hollande’ (jrg. 1, nr. 12), I: 278 + n, 285, 307, 369, 373, 428 n
‘Le surréalisme en 1929’ (jrg. 2, nr. 2), I: 386 + n, 388, 391 |
Variot, Jean (geb. 1881), VI: 221 Boumpernickel, IV: 52 + n |
Varno, Roland (ps. van Jacob Frederik (Jaap) Vuerhard, geb. 1908), III: 41 + n, 190 n |
Vasalis, M. (ps. van M. Droogleever Fortuyn-Leenmans, geb. 1909), VIII: 92; IX: 275 |
‘Vasteland-idyllen’: Chasalle |
Vaterland, Das: Liepmann |
Vautel, Clement (ps., 1875-1954), VI: 484; VII: 88 + n |
Vautrin, pers. uit Balzac, Comédie humaine, zie aldaar |
Vauvenargues, Luc de Clapiers de (1715-1747), II: 348, 354; VI: 16 |
Veen jr., Lambertus Jacobus (1907- |
| |
| |
1973), VIII: 349, 358, 408, 415, 421-423, 428, 429 |
Veen's uitgevers-maatschappij n.v., L.J., II: 465; VI: 21; VIII: 197 n, 198, 236, 289, 305, 325, 329, 348-350 + n, 358, 368, 371, 373, 379, 408, 415, 421-423 + n, 428, 429 + n, 480 x, 505, 561 n, 569 |
Veen, Adriaan van der (geb. 1916), V: 418 + n, 429, 438, 440; VI: 58, 63, 64, 67, 173, 282, 328-329 + n, 351, 382; VII: 32 + n, 48 + n, 49, 75 n, 104, 105, 121, 124, 125, 135, 412 n, 426, 439, 440, 470 n, 500, 501, 526 + n; VIII: 30, 46, 70, 73, 76, 164, 248-250, 277, 297, 303-304, 305, 366, 387 + n, 401 + n, 476, 495, 568, 569 + n; IX: 275
Geld speelt de groote rol, VI: 67 n; VIII: 107 + n, 144, 221
‘Geld speelt de grote rol’, VI: 66 + n, 67 x, 382 (vorige keer)
‘Huupjambel’, VI: 66-67 + n; VII: 104
‘Klerkje in droomland’, VI: 34 + n, 63, 382
Oefeningen, VI: 34 n, 67 n, 382; VIII: 92, 107 + n, 144, 221
‘Onder andere over brood en arbeid’, VI: 381 n, 382
Tusschen kantoor en archief, De bevrijding, VIII: 303 + n, 310, 361 ‘Wonderen gebeuren niet’, VI: 66-67 + n |
Veenenbos, J.G., VIII: 106 n, 129 |
Veer, Willem van der (1887-1960), III: 399-400 + n |
Veersema, J. (zie ook ps. Jordens jr., J.E.), VII: 160 + n, 407 n, 501 n, 517, 519; VIII: 106, 229, 286, 287, 313 + n, 483 n |
Veidt, Conrad (1893-1943), I: 148 |
Velde, Bram van (1895-1981), II: 48 + n; III: 513 (?) |
Velde, Geer van (1898-1977), II: 48 + n; III: 513 (?) |
Velde, R. van de, VIII: 325 (directeur), 329 (uitgever), 421 n, 422, 428 |
Velde, Th. H. van de (1873-1937), III: 238 + n
Het volkomen huwelijk, III: 287 + n |
Veldheer, J.G., II: 443 n |
Veldkamp, J., III: 406
Moderne Engelsche literatuur, III: 406 + n |
Ven, A.E.M. van der, VII: 99 + n, 100, 116, 244 + n, 245, 251, 337 + n
‘Lof der liefdeloosheid’, VII: 244-245 + n, 251
‘Een schrijfster in de rimboe’, VII: 350 n |
Vendredi (periodiek), V: 366; VI: 133 |
Venne, Joost van de
‘André Malraux of de onmenselike staat’, V: 210 + n |
Venster, Het (periodiek), III: 275 |
Ver Huell, Alexander (1822-1897), IV: 63 |
Vera, III: 260 + n, 359, 505, 508 |
‘Vera’: Marsman |
‘Vera Janacopoulos’: Engelman |
Verbeeck, R., VII: 142 n |
Verbeet, Gerard (geb. 1720), VII:
401 n, 402, 449, 517, 526; VIII: 72, 130
Memorie (...) van alle de moeilijkheden (...), VIII: 72 + n
Oost-Indische uitspanningen, VII: 401, 404, 411-412, 441, 449, 495, 517, 526 + n; VIII: 72 + n, 115, 117
‘Zeege-zang over de behaalde overwinning teegen de Chineesen’, VII: 401, 404, 411, 441, 449, 495, 526; VIII: 72 + n, 154 |
| |
| |
Verberne, L.G.J. (1889-1956)
Gijsbert Karel's leerjaren, VII: 469 |
Verboden rijk, Het: Slauerhoff |
Verboeket, K.F.J. (geb. 1902), VII: 82 + n, 176 |
Verboom, J., IX: 377 |
Verbraeck, Lex, II: 135 n, 450 + n; III: 218 + n, 383; VI: 419; VII: 259 + n, 374 + n; IX: 99
‘Herleeft Querido?’ (met Colmjon), VII: 259 + n
Vestdijk's kampioenschap' (met Colmjon), VII: 259 + n |
Verbrugge, pers. uit Multatuli, Max Havelaar, zie aldaar |
Vercammen, Jan (1906-1984), III: 455; V: 27; IX: 351
‘In memoriam Rik’, III: 455 + n |
‘Verdediging der kultuur’: dp |
Verdi, Giuseppe (1813-1901) Rigoletto, IX: 277 |
Verdoes, P. (geb. 1886), VII: 247 + n |
‘Verdwenen christen, De’: Helman |
Vereeniging van letterkundigen, IV: 57; IX: 73 n |
Vereeniging van Vlaamsche letterkundigen, II: 344 + n, 345 x, 349 |
Verga, Giovanni (1840-1922), IX: 35 + n
Cavalleria rusticana, II: 368; IX: 35 n |
Vergé, E. (ps.), II: 146 n; IX: 46 n |
Vergilius Maro, P. (70-19 v. Chr.), I: 169 |
Vergin, F., VII: 173
Das unbewusste Europa, VII: 173 n |
Verhaeren, Emile (1855-1916), III: 362 n |
‘Verhalen van De Driehoek’, zie ‘Cahiers van De Driehoek’ |
Verhalend proza, zie v. Ostaijen, De bende van de stronk en andere grotesken |
Verhoeven, Frances Eleanor (geb. 1934), VIII: 490 + n |
Verhoeven, Frans R.J. (Bob, 1905-1987), VI: 9 i, 268, 458, 477, 482; VII: 7 i, 36 n, 62, 64, 76, 83, 90 + n, 102, 109, 136, 176-177, 179, 217, 256, 263, 266, 269, 272, 275, 276, 279-281, 284, 292, 298, 302, 308, 312-316, 324, 333, 335, 351, 367, 371, 385, 387, 393, 399 n, 423, 431, 465 n; VIII: 17, 18, 24, 25, 34, 49, 51, 83 + n, 113 n, 153, 165 + n, 175 n, 184 n, 193 + n, 221, 229, 231, 239 n, 312 n, 490 n, 491 n, 528 + n, 529; IX: 239
Bijdragen tot de oudere koloniale geschiedenis van het eiland Formosa, VII: 36 n
De jonge jaren van de Harmonie, VII: 269 n; VIII: 184 n, 191, 487-488 + n
‘Levensbericht van dr. F. de Haan, 22 juli 1863-16 augustus 1938’, VIII: 119 n
‘De vier “officieele” geschiedschrijvers van Nederlandsch-Indië: De Serrière, Meylan, Van Beusechem en Van Hoëvell’, VII: 487 + n; VIII: 184 n, 190, 191, 313, 489 + n |
Verhoeven, H.D.A.J. (1876-1943), VII: 353 + n |
Verhoeven, Joan Wilina (geb. 1931), VIII: 490 + n |
Verhoeven, Walter Rijndert (geb. 1929), VIII: 170, 490 + n |
Verhoeven-Mingram, Eleanor Hedwig (Ellen, geb. 1908), VII: 347, 351-353, 472 + n, 474, 478, 486, 487; VIII: 112, 114, 118, 165 n, 170, 177, 489, 490 n |
‘Vérité sur “Les jeunes filles”’: Sorges |
Verkade, Eduard (1878-1961), IV: 486; IX: 231 n |
Verlaine, Paul (1844-1896), I: 59, 242, 256; II: 193, 194, 281, 354;
|
| |
| |
III: 209; IV: 257, 418; V: 110; VI: 154, 269 + n, 272-273 (portret);
VII: 30, 31; VIII: 222, 255, 380, 424, 437; IX: 162 n, 261 n
‘Art poétique’ (= ‘De la musique avant toute chose’), I: 59
Choix de poésies, VIII: 58
Femmes, II: 394
Hombres, II: 394; III: 55 |
Verlangen, Het: Bloem |
Verliefde ezel, De: Couperus |
‘Verlies van tijd’, zie Batten, ‘Mémoires van een jongeman’ |
‘Verloren zoon, Een’: Greshoff |
Vermeer, Johannes (1632-1675), I: 106
De kantwerkster, I: 106 |
Vermeulen, Johannes Th. (geb. 1910), VII: 505 + n, 506; VIII: 34, 50 + n, 56, 60, 84, 112, 116, 153, 154, 170, 184
De Chineezen te Batavia en de troebelen van 1740, VIII: 33 + n |
Vermeulen, Matthijs (1888-1967), I: 243, 256, 257 + n; II: 314, 319, 419, 425, 439 n; III: 18, 70, 80, 271; IV: 41; V: 40
‘Beethoven. 1827 † 26 Maart-1927’, I: 256 + n
Klankbord, II: 63 |
Vermeulen-Meijers, T., VII: 505 + n, 506 |
Vermeylen, August (1872-1945),
III: 351; V: 350, 354; VII: 88 n;
IX: 171
De wandelende jood, I: 131 + n; II:
234 |
Vermeylen, Guillaume (1891-1943), VI: 161 + n, 162, 173, 175, 182, 184, 188, 204, 205, 220, 234, 267 |
Veroveraars, De: Malraux |
‘Vers à monsieur Bolomay’: Hogendorp, W. van |
Versailles, zie Café's |
Verslag der handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, VI: 476 |
Verslagen omtrent's Rijks oude archieven (periodiek), VIII: 118, 119, 153, 163 (lijst), 165 (lijst), 166 (Jaar), 167 |
Versluys, W. (uitgeverij), II: 198 + n, 217, 228, 229 |
Verspoor, Dolf (geb. 1917), VIII: 402 + n |
Verspyck, H.H.G. (1900-1980), VIII: 65 + n |
Versteeg, C.J.J. († 1943), VI: 421 + n, 422; VII: 511 + n, 518-520; VIII: 7 i, 13, 29, 87, 90, 132-136 + n, 139 (hoofdred.), 141, 142, 145, 212 n, 219, 394; IX: 400 x
‘Nog een nationaal schandaal’, VIII: 219 + n |
Versteegh, Carolina Joanna, VII: 85 |
‘Versteenden op het land Tjikoppo, De’: dp |
Verster, A.J.G. (geb. 1888), II: 232 + n
Oud tin, II: 232 n |
Vertalen, Orgaan van de Vereeniging Nederlandsche Vertalingen (periodiek), V: 159 + n |
Vertès, Marcel (1895-1961), III: 359 |
Vervloet, Theodoor Louis (geb. 1900), VII: 536 |
Verwey, Albert (1865-1937), I: 410; II: 112; III: 20; V: 362; VI: 131, 154, 157, 179; VII: 49-50, 53, 216; VIII: 69 n, 337-339 + n, 578; IX: 33
Frederik van Eeden, VIII: 337 + n ‘Een jongere tijdgenoot van Multatuli’, VII: 49 + n, 50, 53 + n
Mijn verhouding tot Stefan George, VIII: 337 + n, 338 + n
Oorspronkelijk dichtwerk, VIII: 319 n
|
| |
| |
Proza, III: 20 |
Véry, Pierre (1900-1960), V: 206 |
Vespucci, Simonetta, IV: 290 + n |
Vestdijk, Simon (1898-1971), III: 8 i, 63 + n, 72 n, 73 n, 87, 267, 270, 295, 300 n, 317, 325, 396, 495, 513, 521; IV: 28, 41 n, 50, 79 n, 113 + n, 139, 153, 160, 163, 172, 176, 234 n, 247, 373, 376 n, 395 n, 417 n, 425, 498, 506; V: 8 i, 28, 77, 81 n, 82, 120 n, 136 n, 169 n, 221, 222, 226, 240, 243, 253 n, 254, 258, 259, 265, 270, 273 n, 274 + n, 281, 287, 289, 295, 302, 307, 308, 310, 336, 341, 359 + n, 361, 380, 382-388, 394, 400, 412, 424, 438, 441, 442, 445-448, 452, 453; VI: 15-17, 20-22, 29, 39, 41, 46, 63, 75, 82 + n, 95, 96, 105, 130, 142, 155, 171, 194, 198, 236, 250, 256, 279, 281 + n, 283, 287, 330 n, 331, 337 n, 341, 349 + n, 365, 404, 406, 432 + n, 450, 459, 466, 480, 481; VII: 7 i, 43, 82, 115, 145, 156, 178, 197, 198, 206, 208, 225, 226, 239, 245, 247, 254 + n, 258 n, 261 n, 262, 268, 276, 296, 321, 324, 343, 374 n, 397, 428, 454, 490; VIII: 7 i, 11 n, 38 + n, 63, 104, 107, 113, 128 + n, 144, 147, 152 + n, 154 n, 155 n, 160, 161, 164, 187, 220, 250, 289 n, 297, 309, 316-319 + n, 342 + n, 356, 357 (3), 374, 407, 422, 429, 442, 449, 452, 457, 463, 478, 479, 494, 545, 565 n, 572, 574; IX: 75, 86 n, 97 + n, 104, 106, 109, 125, 163, 172-175 + n, 178, 182, 184, 185, 214, 241, 255 n, 257 + n, 346, 351, 378
‘Afstand’, V: 253 + n
‘Ars moriendi’, III: 304 + n, 320
n; V: 253 + n, 341, 343; IX: 109 ‘Barioni en Peter’, V: 287 + n, 341-342
Berijmd palet, III: 319 + n, 378 n; IV: 134, 375 n
‘Een beschouwing over diepzee-poëzie’, VII: 350 + n
‘Blinden’, III: 87 + n
‘Brieven over litteratuur’ (met Marsman), VI: 110-111 + n
De bruine vriend, V: 453; VI: 13
‘Bij een gedicht van E.A. Robinson’, III: 267 n; V: 253 + n
‘De derde keer’, IX: 104 + n
‘Dichterlijke eenlijnigheid’, VII: 397 + n
‘Doge en Cicisbeo’, VI: 459 + n De dood betrapt, V: 136 + n, 252-254 + n, 287 + n, 293, 308, 341-343
‘Drie van Tilly’, V: 341-343
‘Dubbeloordeel over Bordewijk’ (met Marsman), VI: 349 n, 350
‘E. du Perron's groote anti-roman’, V: 273, 336 + n, 344; VIII: 10 + n, 38 + n
‘Een, twee, drie, vier, vijf’, IV: 134 + n, 285 + n; V: 201 + n, 252-253 + n, 254, 272, 273 + n, 275, 287 x, 313, 341, 371; VII: 397; IX: 109
Else Böhler, Duitsch dienstmeisje, V: 221, 246 + n, 252, 259, 266, 274, z87 + n, 341, 343; VI: 13, 25-26, 29, 35, 39, 155; VII: 226; VIII: 72, 318
‘Fabels met kleurkrijt’, VII: 361 n ‘Fantast en occultist’, IX: 106 + n ‘De fatsoensrakker’, VIII: 289 + n, 297, 314, 316, 318; IX: 255 n ‘Geknotte profetes’, VII: 453 + n ‘Gestimuleerd door Saks’, VII: 374 + n; VIII: 141 + n, 155
Heden ik, morgen gij (met Marsman), IV: 467 n; V: 77 + n, 115, 136, 201, 221, 287; VI: 27, 111 (proeven), 134 + n, 135, 209, 258
|
| |
| |
+ n, 274, 359 n, 380 + n; VII: 43, 163; IX: 214 + n
‘Hemelsche en aardsche poëzie’, V: 274 + n; VI: 70; VII: 225 n
‘Homerus fecit’, VI: 381 n, 382
‘Hotel du Grand Miroir’, III: 319 + n
‘De jager’, III: 243 + n
‘De kasplant’, III: 243 + n
‘Kind tusschen vier vrouwen’, IV: 133 + n, 134, 176 + n, 177, 185 (romanvraagstuk), 244, 245, 279, 285; V: 174 (eerste niet), 176 (dikke ‘roman’); VI: 154
Kind van stad en land, V: 253 n
‘'s Konings poppen’, IX: 88 + n
‘Landsknecht’, IX: 104 + n
Lier en lancet, VIII: 10 + n, 38, 143, 262 n, 275, 374
‘Maria moet blijven varen’, VII: 148 + n
‘De meester’, IX: 104 + n
Meneer Visser's hellevaart, V: 221, 287 + n, 341; VI: 355 + n, 440; VII: 197, 259, 260, 296; IX: 172 n, 222
Merlijn, Een drama in verzen, VIII: 561 + n, 569
‘Moraal en moralisme’, VIII: 271 + n, 278, 280, 28,
De nadagen van Pilatus, VIII: 127-129 + n, 131, 135, 142, 144, 149, 152, 154 n, 155, 203 n, 545 n
Narcissus op vrijersvoeten, V: 253 + n; VII: 157, 260 + n, 374 + n, 396, 397 n, 428
‘De onderbroken wandeling’, III: 340 + n
‘Het ongeval’, III: 243
‘De ongrijpbare’, V: 253 + n
‘De opvolgster’, III: 318 + n, 319, 419 + n, 519 + n; IV: 186
De oubliette, V: 136 + n, 252, 453; VI: 13; VIII: 142 + n
‘Over de dichteres Emily Dickinson’, IV: 79 + n, 133 + n, 163; IX: 88 + n, 89, 110
‘De parasiet’, III: 244 + n
‘Parc aux cerfs’, V: 120 + n, 135 + n, 170 (fransche versje), 243 + n, 274, 341-343
‘Poëtisch maandbericht’ (rubriek in GN), VI: 349 + n, 381 n, 382, 404 n
‘Pijpen’, VII: 157 + n
‘De schrijfster’, IX: 104 + n
Sint Sebastiaan, De geschiedenis van een talent, VII: 260 + n, 361 n; VIII: 356, 360 (Anton Wachter)
‘Het steenen gezicht’, V: 341
‘Terechtstelling’, VI: 349 + n
Terug tot Ina Damman, V: 136 + n, 170, 172, 174-177 + n, 221, 246, 266, 276, 312, 341, 343; VI: 154, 256 + n; VII: 226, 260; VIII: 356 (Anton Wachter), 360
‘Tuinen bij wind en weer’, III: 243 + n; IX: 104 + n
Twaalf gedichten, V: 253 n
‘De twee vrienden’, IV: 113 + n, 186 + n
‘Valéry en het duistere vers’, III: 494 + n; IV: 376 + n; IX: 104 + n, 110
‘Het veer’, IV: 134 + n; V: 341, 343
‘De verloren zoon in aantocht’, VII: 350 + n
‘Verzen’ in Helikon 1933 (titels van afz. gedichten niet opgenomen in register), IV: 133 + n
Verzen, III: 317 + n, 318 (opsomming titels), 325, 494, 495 n; IV: 162 n, 172; IX: 122 n
‘De vlinder’, III: 340 + n, 378 + n
‘Voor E. en B.:’, III: 295 (kwatrijn), 297; IX: 346 (tekst) Vrouwendienst, V: 120, 253 n
Het vijfde zegel, VI: 154 (El Gre- |
| |
| |
co), 155, 330 + n, 447 + n, 490; VII: 169, 170 n, 178, 196 n, 198, 225, 226, 239, 247 + n, 259, 270, 278, 296, 304, 305, 321, 343, 436, 437, 490 + n; VIII: 11, 141-142
‘De wals van Glazounoff’, IX: 104 + n
Water in zicht, VIII: 504 + n
‘De wordende Cycloop’, IX: 104 + n
‘De wortelstok der Forumpoëzie’, VII: 71 n, 74
‘De wraak van den Oldenhove’, III: 244
‘De zanger’, III: 340
De zwarte ruiter, VIII: 429 + n, 561 + n, 569 |
Veterman, Eduard (1901-1946), II: 259; III: 128; IV: 83
Godenschemering, II: 259, 262, 263, 267, 271 |
Veth, B.M., IV: 13 + n, 92 + n, 214; VII: 234 + n |
Veth, Bas (1860-1922)
Het leven in Nederlandsch-Indië, VII: 162 + n; IX: 398 |
Veth, Cornelis (1880-1962), II: 474; VI: 59 + n, 95, 96; IX: 189
‘Sensationeele critiek’, VI: 95 + n |
Veth, P.J. (1814-1895)
Java, geographisch, ethnologisch, historisch, VIII: 72 + n |
Viau, Théophile de (1590-1626), I: 161 n
Sonnets, suivis de La requeste au roy, I: 161 + n |
Vibert, Pierre Eugène (1875-1937), I: 99 |
Victor, III: 258 + n; IV: 337 |
Victor, René (1897-1984), I: 236 |
Vidal, Gaston
Saint Just, VI: 146 |
Vie de Henri Brulard: Stendhal |
Vie de Monsieur d'Ablancourt..., La: Patru |
Vie parisienne, La (periodiek), III: 34 |
Vieille France: Martin du Gard |
Vieille maîtresse, Une: Barbey d'Aurevilly |
24 Neue deutsche Erzähler (bloemlezing door H. Kesten), II: 274 n |
Vieuchange, Michel (1904-1930), IV: 179
Smara, IV: 179 (boeken) |
‘Vieux/Vieilles gens, Les’: Couperus |
Vigilance, zie Comité de vigilance des intellectuels antifascistes |
Vigny, Alfred de (1797-1863), I: 58; III: 66 n; IV: 517 + n, 521; VIII: 212; IX: 72 + n
‘La canne de jonc’, V: 204
Chatterton, V: 204
Cinq-Mars, VII: 178
‘Kitty Bell’, V: 204
Servitude et grandeur militairen, VI: 255
‘La soirée de Vincennes’, V: 204
Stella, III: 58; V: 204 |
Villa, Francisco ‘Pancho’ (1877-1923), VII: 166 + n |
Ville de Mirmont, Jean de la (1886-1914)
Contes, I: 283
Les dimanches de Jean Dézert, I: 282 + n, 283
L'horizon chimérique, I: 282 + n, 283 |
Villiers, J.A.J. de
Storm van 's Gravesande, Zijn werk en zijn leven, VII: 357 |
Villiers de l'Isle Adam, Ph. A.M. (1838-1889), V: 205,208; IX: 264 n, 271 + n
Akëdysséril, V: 212
Akëdysseril, (bew. door K.J.L. Alberdingk Thijm), V: 212
Contes cruets, IX: 264 n |
Villon, François (1431?-1466?), I: 195, 243; II: 317, 322; III: 18, 181,
|
| |
| |
189, 343; IV: 65; IX: 261 + n
‘Ballade des dames du temps jadis’, III: 18 + n; VIII: 109 n |
Vincent, IV: 242 |
Vincent Haman: Paap |
Vinci, zie Leonardo da Vinci |
Vinci, zie Valéry, Introduction à la méthode de Leonard de Vinci |
Vindry, Noël, VI: 133 |
Vingeroefeningen, zie v.d. Veen, Oefeningen |
‘Virginia’: Marsman |
‘Virginia’: Varangot |
‘Visite aan Jean l'Oiseleur’: Chasalle |
Visscher, Cornelis, VII: 280 + n |
Visser & Co. (boekhandel en drukkerij te Bandoeng en Batavia), VI: 391; VII: 107 + n, 250; VIII: 436 |
Visser, Carel Marinus († 1855), VII: 279, 280 + n, 292 |
Visser, Mathilde (1900-1985), III: 474 + n, 479, 484; IX: 96 |
Visser, Louis de (1878-1945), VI: 66 |
Vista, Tula di, III: 36 + n |
Viva Villa (film), V: 108; VII: 166 + n |
Vlaams(ch)e almanak, zie Letterkundige almanak voor Vlaanderen |
Vlaamsche arbeid (periodiek), I: 73 n, 95, 115 + n, 136 + n, 137, 211, 221, 249, 279 x + n, 280, 292 (Van Ostaijen-nr.), 319, 321, 322, 342, 345, 347, 353 x + n, 373, 375, 380, 413, 442 + n, 447; II: 158, 314, 316, 330, 345 + n, 346 (feestnr.), 351, 352,373; IX: 58 |
Vlaamsche jongeren van gisteren en heden, 1910-1927, De (bloemlezing door A. van Cauwelaert), II: 81, 97, 100, 105 + n |
Vlaamsche schrijvers, De, II: 311 + n |
‘Vlaggelied’: Heye |
Vlam der steden, De: le Cavelier; Kettmann |
‘Vlam '40’ (periodiek, niet gerealiseerd), VIII: 360 n, 361 + n, 366, 367 (bladen), 481, 514 + n |
Vletter, Jacob de (1818-1872), VIII: 446 n |
‘Vliegende Hollander, De’: Marsman |
Vliegende Hollander, De: Nijhoff; M. |
Vlinder, zie Philips, De jacht op de vlinder |
Vlinders, zie Blijstra, IJzeren vlinders |
‘Vloekzang’, zie Sentot, ‘De laatste dag der Hollanders op Java’ |
Vloten, Johannes van (1818-1883), VII: 25, 103; VIII: 101
‘Een edelman onder de ploerten’, VII: 25 + n
Leven en werken van W. en O.Z. van Haren, VII: 25 + n, 189 + n, 190
Onkruid onder de tarwe, VII: 25, 103 + n; VIII: 549, 550 n |
‘Voces mundi’: Greshoff |
‘Voetnoot na het “Gesprek over Slauerhoff”’ dp |
Voetzoekers: Greshoff |
Vogel, Jaap, VIII: 329, 330 + n, 343-345 |
Vogel, zie Michelet, L'oiseau |
Vogel Phoenix, De: v. Nijlen |
Vogelvrij, Grotesken: v. Ostaijen |
Vogue, La (periodiek), I: 111 |
Voie royale, La: Malraux |
Voilà (periodiek), V: 435 + n |
Voisins, Gilbert des, zie Gilbert de Voisins, Auguste |
Volk, Het (periodiek), I: 151 n; III: 255 n; V: 369, 372-374, 376-379, 410; VI: 284 (redactie); VII: 235; IX: 170, 171 n |
Volk: Walschap |
Volk en vaderland (periodiek), V: 55; VI: 41 + n; VIII: 38 + n |
Volkenbond, VI: 123 n; VII: 78 |
Volksblad, Het (periodiek), I: 198 |
| |
| |
Volksdagblad, Het (periodiek), VIII: 377 n |
Volksgazet, De (periodiek), I: 51 |
Volksraad, VII: 43 n, 72, 310, 461; VIII: 16 n, 25, 236 n, 290 n; IX: 278 n, 380 |
Volksuniversiteit Batavia, VII: 65 |
Vollenhoven, C. van (1874-1933), VII: 114 + n, 518 n
De Indiën, Herdenkingen, enz., VII: 308, 309 n
Professor Thorbecke (1831-1849), VII: 39 + n
‘De woning van Dirk van Bogendorp in Brazilië (1817-1822)’, VII: 308, 309 + n |
Vollenhoven, Joost van
Multatuli en congé, VIII: 387 + n |
Voltaire (ps., 1694-1778), I: 161, 163; II: 174, 184; III: 446; V: 204; VI: 192; VIII: 383 n Candide, ou L'optimisme, I: 161, 398 + n, III: 446; V: 204; VIII: 548
L'homme aux quarante écus, I: 161 Le Huron, ou L'ingénu, I: 161; V: 204; VIII: 383 + n, 389
Micromégas, I: 161
La princesse de Babylone, I: 161
Romans et contes, VIII: 58
Le taureau blanc, I: 161
Zadig, ou La destinée, I: 161 |
Vondel, Joost van den (1587-1679), I: 101, 366; II: 22, 23, 26, 28, 30, 45, 65; III: 352, 383 n; IV: 178; V: 150; VI: 83, 378; VII: 74-75 + n, 176 n; VIII: 468 + n, 489, 497, 498, 5 88; IX: 37, 143
Adam in ballingschap, I: 160; II: 380, 384, 394, 398, 429, 431, 437, 440
Gijsbrecht van Aemstel, II: 380, 384, 394, 398, 429, 431, 437, 440 Lucifer, I: 160; II: 380, 384, 394, 398, 429, 431, 437, 440
De werken (W.B.-uitgave), VI: 378; VIII: 497, 588 (prosp.), 604 |
Vondelleerstoel, VIII: 450 n, 456, 457, 465-468 + n, 488-489, 518 |
Vonk, Ton
Op de kebon, VIII: 438 + n |
Voogt, J.H.E. de, VIII: 18 |
Voogt-Blume, A.M. de (Enny), VII: 370 + n; VIII: 13 n |
‘Voor Albert Besnard’, zie Greshoff; ‘Aan Albert Besnard’ |
‘Voor alle zekerheid’: dp |
Voor kleine parochie: dp |
Voor zonsondergang: Hauptmann |
Voorbereiding, Een: dr |
Voorbeytel, M.C.M. (1879-1959), III: 465 + n, 475, 482, 489; IV: 72 |
Voorde, Urbain van de (1893-1966), I: 55, 56, 137, 148, 174, 317, 374, 398; II: 186 + n, 205, 219, 223, 226, 228, 349, 357, 359, 360, 363 (buren), 425, 469 + n; III: 161 + n, 249 + n; IV: 304 + n, 312, 313, 324, 373; VI: 100; VII: 60, 321, 322; IX: 21 + n
Het donkere vuur, II: 218 n; III: 161 n
‘Drie onlustige liedjes’, I: 317 + n Gezelle's Eros of de leeraarstijd te Roesselaere, II: 205 n
Per umbram vitae, II: 218 n; III: 161 n |
Voorhoeve, P., IX: 170 + n |
Voorpost: Marsman |
Voorspel: Smit |
Voortganck, De (uitgeverij), V: 104 |
Voortman, Albert C.A. (geb. 1911), IV: 376 n |
‘Voortrekkers’ (serie), VII: 42 n |
Vooruit (periodiek), I: 222; IV: 396, 397, 404, 414; V: 117 n; VII: 263; VIII: 574; IX: 139 |
Voorwaardelijk uitzicht: v. Vriesland |
Vooys, C.G.N. de (1873-1955), II:
|
| |
| |
71 n; VII: 281, 282 n, 310 n; VIII: 151 + n |
Vorden, Johan van (ps., zie ook Beernink, J.J.Ph.), II: 339 + n, 343; IV: 347 n
Alex' vrouwen, II: 339 + n; VII: 286
‘Drie’, II: 343
Maja, II: 406 |
Vorkink, n.v. Mij. (uitgeverij en boekhandel), VIII: 30 + n, 61, 170 |
‘Vormen, De’, zie v. Wessem, ‘Het moderne proza’ |
Vorsman, Mary, I: 42 + n, 45 |
Vorsokratiker, Die (bloeml. en vert. door W. Capelle), VI: 301 |
Vos, C.J. (1891-1955), II: 483 + n |
Vos, Jan (1620-1667), II: 54 |
Vos, Margot (geb. 1891)
De windharp, IV: 418 n |
Vos, Trijntje de, I: 136 |
Voskuil, J.J., VI: 389 n |
Vosmaer, Carel (1826-1888), II: 44, 443 n; VI: 109 + n; VII: 485; VIII: 259, 434 + n, 445, 460, 499, 531, 543, 544
De briefwisseling Vosmaer-Kloos, VIII: 259 + n, 336 + n, 341 + n, 418 + n, 431, 434 + n, 435, 496, 497
‘De briefwisseling Vosmaer-Perk’, VII: 435 + n, 485, 486; VIII: 174 + n, 434 n, 496, 497 Vogels van diverse pluimage, II: 44 |
Vosmaer-van Drooge, A.W. (Ank), VII: 517 + n |
Voyage d'Urien, Le: Gide |
Vraie Mata-Hari, Courtisane et espionne, La: Heymans |
Vrede, III: 475 + n, 489 |
Vredenburch, Van, II: 85 n |
Vree, Paul de († 1982), VII: 75 n ‘Willem Elsschot's gestalten’, VII: 71 n, 74 |
Vreede, zie Marsman, Zelfportret van J.F. |
Vriamont, Joris (1896-1961), I: 208 + n, 215, 291; II: 55, 234 + n; III: 301; V: 220
‘December’, II: 234 n
De exploten van Tabarijn, I: 208 + n, 291 + n; II: 30 + n, 79, 234; III: 36, 79; V: 201 n, 220; IX: 75
‘Sabbat’, Il: 234 n
Sebbedee, I: 291 + n; II: 234; V: 220 |
Vriend of vijand: dp |
‘Vriend van mijn jeugd, De’, zie Marsman, ‘De twee vrienden’ |
Vries, De, IX: 392 n, 393 n |
Vries, Anne de (1904-1964), VII: 234 + n |
Vries, Dirk de (1902-1983), VII: 487 n, 530, 535 n; VIII: 84, 88 n, 99 n, 124 x + n, 184, 213 n, 225 n, 226 n, 231 n, 492 n, 533 n, 575, 581 n, 601; IX: 375 |
‘Atila-Zentgraaff’, VIII: 226 + n
‘E. du Perron en zijn werk’, VIII: 532 + n, 533 n
‘Lof der algemeene ontwikkeling’, VIII: 226 + n |
‘Multatuliana’, VIII: 406 n |
‘Sluipend gif’, VII: 530 + n;
VIII: 199; IX: 375
‘De zedenmisdrijven en de wet’, VIII: 69 + n, 75, 100, 116 |
‘Zedenmisdrijven en maatschappij’, VIII: 116 + n, 131, 133 |
Vries, Hendrik de (1896-1989), I: 398; III: 70, 79, 317 n, 491, 495; IV: 104 n, 179, 182, 184, 196, 224 n, 231, 265, 314, 320, 370, 506; V: 67, 68, 301, 346, 356, 426 + n; VI: 305, 306, 318 + n, 381 n, 382, 401; VII: 96, 134, 154, 286 n; VIII: 367; IX: 97, 102, 106, 350, 351
|
| |
| |
Atlantische balladen, VI: 358 + n, 492 + n; VII: 116, 134, 154 + n, 159, 350 + n
Coster spreekt, zie ‘Nagekomen opdrachten’ enz.
Geïmproviseerd bouquet, VI: 435 + n; VII: 154 + n, 159
‘Koorts’, V: 307
Lofzangen, III: 70 + n; IV: 232 (4 bundels)
‘Mijn broer’, V: 307
De nacht, IV: 206, 232 (4 bundels); V: 307
‘Nagekomen opdrachten, te plakken in het nieuwste werk van Du Perron’, III: 491 + n, 495 (rijmen); IX: 97 n, 105, 106 (Coster spreekt)
Nergal, Gedichten, IV: 206 + n, 210 (bundel), 229-230 (bespreking afz. gedichten), 232; VI: 318 + n, 333, 358 + n; VII: 154 + n, 159
‘Oorlogs-Tarantella’, V: 307
‘Poëzie der romantiek’, VII: 234 + n
Silenen, IV: 196, 206, 210, 232 (4 bundels)
Stormfakkels, IV: 372 n, 375 n
‘De twintigjarige’, V: 307
‘De verdwenenen’, V: 307
‘Vergelding’, V: 307
Vlamrood, IV: 206, 232 (4 bundels); V: 307
‘De zee’, V: 307 ‘Zonsopgang’, V: 307 ‘De zwever’, V: 307 |
Vries, Jan P.M.L. de (1890-1964), I: 95 n; II: 299 + n, 300; V: 358 + n, 359 + n; VII: 389
Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde (met J. Greshoff), II: 12 (Panorama), 30, 48 + n
‘Inleiding’ bij J. Greshoff, Keurdicht (1907-1927), II: 299-300 |
Vries, Louis de (1871-1940), VI: 447 |
Vries, Marian de (geb. 1938), VIII: 534 + n, 583 |
Vries, Matthijs de (1820-1892), I: 101, 165, 400; II: 180, 313, 387; IX: 25 |
Vries, Maurits de (1885-1946), I: 301,b 315, 316
'n Mensch, I: 316 + n |
Vries, Theun de (geb. 1907), I: 378, 398; II: 82, 91, 248, 343; III: 171 n, 313 + n; IV: 154, 163, 182, 203, 270, 355, 429 n, 440, 445, 465, 490, 506; V: 72, 74, 75; VIII: 22; IX: 78, 101 n, 124 + n
‘Dirk Coster, pro en contra’, IV: 106 + n, 132
Doctor José droomt vergeefs, IV: 304 + n
Eroica, V: 67, 68, 72 + n, 74-76 + n, 76, 100
‘Een Narcissusproduct’, III: 278 + n
‘Proefbalans 1934’, IV: 429 + n, 430, 445 + n, 490
Rembrandt, III: 325 n
‘Terugkeer’, IX: 29 + n
Terugkeer, I: 206 + n, 394 + n; III: 360, 427; IX: 29 n
‘Titus’ eerste schooldag’, II: 343
De vervreemding, I: 394 + n
Westersche nachten, II: 304 |
Vries-Bruins, A.E.J. de (1874-1957), VIII: 384 + n |
Vriesland, Sigfried Adolph van (1886-1939), II: 270, 277, 351 |
Vriesland, Victor E. van (1892-1974), II: 7 i, 48, 74, 76-78, 82 n, 94, 95 + n, 105, 107, 109, 112 n, 126 n, 140 n, 142 n, 153 (interview), 157 n, 159, 163 n, 169 n, 173 + n, 182 n, 193, 199 n, 213, 218 n, 226, 241, 242, 250, 251, 262 n, 263 + n, 266, 270 n, 275 n, 276
|
| |
| |
n, 278, 282 n, 298 + n, 301 n, 304 n, 308 + n, 312, 320 x, 322, 324, 330, 332 n, 333 (een der beste Ned. critici), 336, 341 n, 344, 348, 349 n, 352 n, 370 n, 373, 378 + n, 379 n, 380 n, 385, 413, 424 + n, 441, 452, 467, 484; III: 7 i, 24 n, 27, 46, 51, 78, 83, 104, 115 + n, 118, 146, 148, 150, 161 n, 173 n, 176, 183, 187, 198 n, 199, 210, 220, 224, 228, 229, 240, 242 n, 262, 315, 317-319 + n, 332, 333, 354, 369 + n, 376, 383, 389, 392, 397, 400, 406 n, 421, 434 + n; IV: 8 i, 21, 36 n, 41, 81, 110, 117, 142, 147, 151, 153, 181, 184, 207, 241, 242, 280-282 + n, 284, 286, 288, 289, 292, 293, 297, 304, 305, 310, 312, 313, 320, 323, 352 n, 356, 360, 373, 385, 387, 402, 405, 408, 417 n, 429 n, 465, 486, 495, 496, 506, 511, 513, 517, 520; V: 8 i, 30, 31, 55, 79, 122, 143, 170, 186, 190 + n, 197, 246 n, 265, 270, 281, 295, 300, 345 + n, 359, 360, 380, 383, 385, 387, 388, 393, 394, 396, 416, 424; VI: 28, 31, 209, 234-236, 240-242, 258, 371, 390, 449, 459, 460, 483, 485; VII: 117, 223 n, 247 n, 254-256 + n, 258, 260, 261, 268, 307, 348, 373; VIII: 141, 523, 525, 531, 541-542; IX: 38 n, 51 + n, 52 + n, 70, 84 n, 101 + n, 106 + n, 113 n, 144 + n, 158 + n, 173 + n, 174, 184, 241, 328, 338, 351, 364
‘Aanteekeningen in proza’, II: 194
‘Aanteekeningen over een gestorvene’, II: 173 + n, 224 (3 verzen), 233
Het afscheid van de wereld in drie dagen, II: 77, 78, 82 n, 83, 95, 101, 121 + n, 122, 126, 224; IV: 355; VI: 199 n, 224; VII: 285 |
Amsterdamsche bohème, II: 83 + n, 107 (vers), 122, 140 + n, 143 (rijmprent), 152, 159 x, 161, 163 (tekst), 164 (drukproef), 167, 176, 208 (text), 212 + n, 223, 354 + n; III: 168 + n
‘Anticipatie’, II: 151
‘La buveuse d'absinthe’, II: 194
‘Chansons d'Iseult’, II: 194
‘Commentaire au crépuscule’, II: 83 + n
‘Dédicace’, IX: 80 + n
‘Dertien gedichten’, VII: 148 + n
‘Dialogue à contre-jour’, III: 354 + n; IX: 80 + n
‘Eerste opvlucht en terugval’, II: 228 n, 344, 353
‘Epitaaf’, II: 224 (‘Naar doods open...’, tekst)
‘Et cor meum in te pacificare’, II: 194
‘Evolution’, II: 277, 281, 301 + n, 304, 316, 320 + 11, 321
‘Exaltatiën’, II: 194, 209, 224, 270 (prozagedichten), 275, 282
‘De fluitspeler’, II: 194
‘Grabock’ (ongepubl.), II: 228 + n
‘Herdenking van Johan Andreas dèr Mouw’, II: 200, 225
Herhalingsoefeningen, II: 83 n, 301 n; III: 221 + n
Herman Hana geschetst in zijn beteekenis..., II: 208 + n
‘Hypothese’, II: 142 + n, 150, 151, 159 (sonnet), 173 + n, 224 (3 verzen), 233
‘Jood bij zonnebloemen’, II: 224
‘Het Joodse lied’, II: 200, 275, 303
‘Kalkeerplaatjes’, II: 321 + n
‘Kantteekening bij “Amphitryon 38”’, II: 262 + n, 378 n
‘Het kind’, II: 300
‘Kritieken’ (zie voor afz. titels met commentaar van dp: II: 200- |
| |
| |
201), II: 195, 198, 199, 200-201, 225, 263 (artikelen), 275, 282, 298 + n, 302, 303, 321, 334, 348, 349, 352
‘Maannacht’, II: 95, 142-143
‘Na een jaar’, IX: 80 + n
‘Nawoord’, II: 194
‘Nieuwe samenspraken over de aandoeningen der liefde (woorden en antwoorden), Vijfde samenspraak’, II: 173 + n, 224 (3 verzen), 233, 277
‘Onzaakkundige zakelijkheid’, II: 136, 173 n
‘Een opmerkelijk maar slordig debuut’, III: 165 + n
‘De oude dichter’, II: 301 (tekst) + n
Over de cultureele nood-toestand van het Joodsche volk, II: 208 + n
‘Paul Valery: Narcissus spreekt’, zie Valery, ‘Narcissus spreekt’
‘Le poète à la mode’, II: 157 + n, 160 (joie), 161, 169
‘Portret’, II: 321
‘Rekenschap’, II: 300, 301, 304, 316, 320 + n, 321
‘Rekenschap en verantwoording’ (ongepubl.), II: 282 + n, 322, 334, 348, 352
‘Samenspraken over de aandoeningen der liefde’, II: 159, 167-168 + n, 176 (uitgaven), 180, 277; VII: 148 (6e Samenspraak) Spiegel van de Nederlandsche poëzie door alle eeuwen (bloemlezing): zie aldaar
‘Tekst en uitleg’ (ongepubl.), II: 282 + n, 322, 334, 348, 352
‘Uitgeleide’, II: 95, 142-143
‘Van de Woestijne en zijn tijd’, VII: 88 + n
De verloren zoon, II: 248 + n, 380 + n
Voorwaardelijk uitzicht, I: 394; II: 82 n, 83 + n, 121 (verzenbundel), 126, 140, 142, 152, 157 n, 180, 193, 194 (eersten druk), 224, 225, 277, 281; III: 406
‘Het woord in de poëzie van Paul Valéry’, II: 178 + n, 303, 322, 352 |
Vriesland-Dumittan, Marie Huguenin van († 1931), II: 484; III: 20-21 + n |
Vromant, I: 333 |
Vrouw bij zee: Derain |
‘Vrouwe Karola’, zie dp: ‘Het lied van Vrouwe Karola’ |
Vrij Spanje (bloemlezing), VIII: 22 n
Vrijdenker, De (periodiek), V: 448 + n
Vrije bladen, De (periodiek + schriften), I: 52 + n, 57 n, 60 n, 71 n, 81, 154 n, 176, 289-292 + n, 295 (medewerker), 298 + n, 299 + n, 302-304, 325, 331, 333, 354, 355 + n, 377, 382, 413 n; II: 8 i, 10, 23, 28, 30, 38, 51, 90, 99, 106, 115, 120, 122, 123, 125 + n, 126, 128, 131, 173, 177, 188, 191, 192, 203 + n, 216, 220 n, 224, 233, 244, 256, 261, 263 + n, 268, 275, 284, 297 n, 306, 307, 312, 320 x, 322, 325, 329-331, 334, 339-341, 342 n, 344, 352, 367, 371 n, 372, 377, 379, 381 + n, 382, 386, 388, 392 n, 394 x, 397 + n, 401 + n, 411, 415, 423, 430, 433 n, 442-444, 450, 451, 456, 462, 471, 472, 474, 484, 487, 488, 492-494 + n; III: 7 i, 16 + n, 25 n, 51, 73 n, 78 + n, 82 + n, 87, 94, 97, 104 + n, 107, 108 n, 111, 115 + n, 117 n, 118, 124 + n, 125, 133, 134, 136-138, 140 (rotaffaire), 144, 150, 158, 163 + n, 166, 168, 173, 176, 177, 180, 185, 191-193, 201, 209 + n, 210, 221 n, 224, 228, 234, 249 + n, 250, 325, 332 + n, 334, 429, 430; IV: 342, 343, 346, 352 +
|
| |
| |
n, 356, 373; V: 275, 359; VI: 8 i, 60, 209 + n, 214, 215, 221, 234 n, 235, 240, 243, 253, 258, 259, 401, 435, 459; VII: 111, 125; VIII: 251 + n, 252 + n, 271, 284, 325, 350, 380, 420, 452, 472, 505, 521, 524, 528, 533, 534 n, 537, 564, 569, 578, 581; IX: 21, 45 n, 51, 59-61 + n, 62 n, 328-330 + n, 332, 337, 338, 340, 354 |
Vürtheim, J.J.G. (1869-1928), IV: 208, 238 |
Vues sur Napoléon: Suarès |
Vuistslag, De: v. Wessem |
Vuurhard, Jaap, zie ps. Varno, Roland |
Vuyk, Beb (Elisabeth, geb. 1905), II: 311, 344, 404; V: 256, 275, 364; VII: 42, 350 n; VIII: 93, 427, 461, 483 + n, 493, 505, 556, 559, 575, 581; IX: 275 n
Duizend eilanden, VI: 450; VII: 27, 42 + n, 55 n; VIII: 438; IX: 275 n
Het laatste huis van de wereld, VIII: 275 + n, 438, 559-561, 581; IX: 275 n
‘Een open brief’, VIII: 483 + n; IX: 275 n
Vele namen, III: 250 + n; V: 256 + n, 275, 364; IX: 275 n
‘De verliezer’, II: 344
‘Een “zonnig” boek over Indië’, VIII: 556 + n |
Vuylsteke, Julius P. (1836-1903), VI: 187 + n, 338 |
‘Vijand gevraagd, Een’: Coster |
‘Vijand meldt zich, De’: dp |
‘Vijf nabije vingers, De’: Helman |
Vijf vingers, De: Marsman |
Vijfde zegel, Het: Vestdijk |
|
w.b., zie Wereldbibliotheek |
‘Waakzaamheid’ (serie), VII: 466 n, 530 |
Waakzaamheid, zie Comité van waakzaamheid enz. |
Waal, Engelbertus de (1821-1905), VIII: 185, 190 n, 268 + n, 406 |
‘Waar is de verteller’: Helman |
Waarheid over Multatuli en zijn gezin, De: Douwes Dekker-Post van Leggeloo |
‘Waarom Indië’, zie dp, Scheepsjournaal van Arthur Ducroo |
Waas, S. (ps., zie ook Marsman, Hendrik), IV: 148 n (ps.); IX: 123 n
‘Parool’, IV: 147 (poëmen) + n, 148 n
‘De proletarische dichter’, IV: 147 (poëmen) + n, 148 n
‘Rood front’, IV: 147 (poëmen), 148 n (één geplaatst); IX: 123 n, 356 |
Waasdijk, Albert van, II: 248 + n |
Wachter, Anton, zie Vestdijk, Sint Sebastiaan en Terug tot Ina Damman |
Wachtje, Het, zie Café's |
Wacker van Zon, Petrus de (1758-1818, zie ook ps. Daalberg, Bruno), VII: 378, 390, 391 |
Wagener, Willem Adriaan (1901-1968), IV: 465; VI: 199; IX: 142 Sjanghai, IV: 457, 464-466 + n; V: 72, 75; IX: 142 + n, 143 n |
Wagenvoorde, Hanno van (ps., geb. 1915), VII: 75 n; VIII: 360 + n, 366 + n, 367, 481 |
Wagenvoort, Maurits (1859-1945), III: 93 n (vriend) |
Wagner, Richard (1813-1883), II: 259; III: 177; V: 109 |
Wahlverwandschaften, Die: Goethe |
Walch, Jan L. (1879-1946), I: 232, 241; III: 127 + n, 164
Gebed zonder end, IV: 418 + n |
Walden, Herwarth (ps., 1878-1941), I: 47, 96 |
| |
| |
Wall, Hans van de (1869-1948, zie ook ps. Ido, Victor), II: 149 |
Wall, V.I. van de (geb. 1891), V: 450; VII: 101; VIII: 123
Indische landhuizen en hun geschiedenis, II: 443 + n; V: 450 + n; VII: 101, 102, 115-116, 164, 266, 281, 358; VIII: 65 n, 93, 97, 136; IX: 233 |
Wallace, Edgar (1875-1932), II: 99 + n |
Wallagh, G.H. (1907-1967), VIII: 30 + n |
Wallis, A.S.C. (ps., 1856-1925), VII: 238 |
Walraven, Itih, VIII: 459 |
Walraven, Willem (1887-1943, zie ook ps. M.C. en Spectator), VII: 248 n; VIII: 149, 187 n, 203, 220, 240 n, 271, 332 n, 352, 378 + n, 392-395 + n, 458, 459, 460 (3), 529, 575; IX: 256 n
‘Ad interim’, VIII: 393 + n
‘Apologie’, VIII: 459 + n
‘Europeesche vakbeweging, Speciaal in de suikerindustrie’, VIII: 352 + n, 392 + n, 393 (Polemiek), 395 |
‘Farizeïsme’, VIII: 203 + n, 220
‘Het verboden boek’, VIII: 220 + n |
Walschap, Gerard J.L. (1898-1989), II: 48, 234, 305, 325, 344 x, 345, 352, 388, 389; III: 210, 211, 221; IV: 355, 373, 417 n, 445 + n, 486; V: 203, 255, 313, 317, 335, 350, 354, 355, 359, 430; VI: 16; VII: 73, 226, 453; VIII: 496 + n; IX: 9 i, 146 n, 160 n, 171
Adelaïde, II: 234, 305 + n, 325, 332, 345, 352, 395, 396-397; III: 100, 138, 141; VII: 453; IX: 113, 146 + n, 148 + n
Carla, IV: 271
Celibaat, IV: 417 n, 418; V: 264 + n; VII: 226, 453; VIII: 107; IX: 146-148 + n
Eric, IV: 271
‘Genezing door aspirine’, V: 201 n, 203, 317, 318, 352, 355, 371, 417
‘De goddeloosheid van Soo de Kommer’, V: 352
Jan Frans Cantré, III: 249 + n
Het kind, VIII: 275 + n
Liederen van leed, IX: 146 n
‘Nachttrein’, IX: 181 + n
Sibylle, VII: 148 + n, 157 + n, 451 + n, 453
Trouwen, IV: 185; IX: 146 n
Vaarwel dan!, VIII: 537
‘Vinus’, II: 344, 359 + n
Volk, II: 305; V: 255, 318, 352, 355
Waldo, II: 335 |
Walther, P., VI: 428 + n |
Wangsatama mamaling, IX: 395 n |
Wansart, Eric, III: 232 |
Warendorff, III: 435 |
Warmenhoven, A.A.J. (geb. 1907), VII: 107 + n |
Warnasarie (periodiek), VIII: 61 + n, 163, 176, 185 |
Warner, Sylvia Townsend (1893-1978)
The salutation, IV: 46 n |
Waschneck, Erich, III: 504 n; IX: 106 n |
Wassermann, Jakob (1873-1934)
Christian Wahnschaffe, IX: 50
Christoph Columbus, II: 85 + n |
‘Wat dan nog’: Greshoff |
Wat de pers zegt van ‘De zondaar’ door Alie Smeding, I: 132-136, 139 |
‘Waterloo’: v. Wessem
Waterman, De: Schendel, A.v. |
Waterschoot van der Gracht, Gisèle van (geb. 1912), VIII: 467; IX: 259 n, 260 n, 381 (portret door dp)
|
| |
| |
‘To a sprouter of whiskers’, IX: 259 + n, 382 (tekst) |
Watson, Dr.: Doyle |
Watteyn, Kristiaan, pers. Uit dp, Een voorbereiding, zie aldaar |
Wauters, Germaine, zie Chevasson-Wauters, Germaine |
Wawatjan Soelandjana, IX: 396 n, 397 + n |
Way of all flesh, The: Butler |
Wayenberg, J.Th.E.E. (1896-1982), VIII: 87 |
Weeber, A., VIII: 37 + n |
Weekblad voor Indië (periodiek), IX: 7 i, 8 i, 17 |
Weerden Poelman, H. van, VI: 317 n |
Weg ins Leben, Der (film), III: 299 |
Wehry & Co, Geo, VI: 338 + n; VII: 176 n |
Weidlé, Wladimir (geb. 1895), IX: 227 + n, 231 |
Weininger, Otto (1880-1903), III: 296, 387
Geschlecht und Charakter, III: 296 + n, 305, 387, 388 + n |
Weiss, W.H., VI: 291 + n |
Weissglas, Willy (1915-1942), VI: 20 n, 25, 66, 108, 120, 174, 181 |
Welie, Johannes Antonius van (Antoon, 1866-1956), III: 182 + n; VI: 50 + n |
Wellekens, Jan Baptista (1658-1726), VIII: 389 n, 523 + n, 561 ‘Ter bruilofte’, VIII: 525 + n |
Wellington, Arthur Wellesley, hertog van, (1769-1852), II: 174 (Iron Duke) |
Wells, H.G. (1866-1946), IV: 177 |
Welter, A.G.H. (Trui, geb. 1939), VIII: 529 |
Welter, Ch.J.I.M. (1880-1972), VIII: 293 + n, 385, 528 n |
Welter, Louis Joseph (Kriek, 1910-1943), VII: 316 (verloofde), 465 n, 536; VIII: 240 n, 247 n, 528 n; IX: 278 |
Welter-Bijl, Josine (Joke, 1910-1990), VII: 315-317, 353 + n, 384 (dames), 465 + n; VIII: 240 + n, 247 n, 292, 488, 490 |
Wendingen (periodiek), III: 199 n, 414, 464 |
Went, VI: 206, 212, 213, 221, 226, 240, 243 |
Wereld een dansfeest, De: Schendel, A. van |
Wereldbibliotheek (uitgeverij), II: 209, 213, 270, 431 + n; III: 164; IV: 8 i, 157, 198, 209, 238, 257, 401, 407 n, 464, 467, 469, 491, 493 + n, 499, 523; V: 20, 90, 104, 112, 118, 119, 152, 155-157 + n, 159, 161, 171 n, 179, 207, 230, 250; VI: 7 i, 12, 87, 130, 136, 143, 146 x, 170, 174, 193, 195, 200, 202 x, 205, 207, 344, 376, 378, 390, 391, 394, 417, 442; VII: 103, 281, 408 + n, 413; VIII: 277, 286, 299, 329, 331, 373, 429, 445, 497, 543; IX: 165, 211-213, 218 n, 410 |
Wereldcomité voor slachtoffers van het Hitlerfascisme, VI: 355 n |
Wereldnieuws en sport in beeld, zie Actueel wereldnieuws en sport in beeld |
Wereldtentoonstelling 1930 (Antwerpen), II: 185 + n |
Werfel, Franz (1890-1945)
Barbara oder die Frömmigkeit, II: 420 |
Werfhorst, Aar van de (ps., geb. 1907), VII: 470 n |
Werk (periodiek), VII: 412 + n, 425, 426, 439, 440, 468, 470 + n, 496, 525, 526; VIII: 20, 46, 73, 92, 93, 99, 107, 125, 156, 160, 161, 200, 245 + n, 307, 366, 367 (bladen) |
‘Werkelike d'Artagnan, De’: dp |
| |
| |
Werner, Zacharias (1768-1823), VIII: 127 |
Werther, zie Goethe, Die Leiden des jungen Werthers |
Werumeus Buning, J.W.F. (Jobs, 1891-1958), I: 290 n, 292, 350, 367, 384; II: 22, 23, 26-30 + n, 44, 45, 63, 80, 91 n, 96, 107, 126, 135 x, 155, 171, 202, 229, 318, 441; III: 47, 115 + n, 351, 440 n, 442, 444 + n, 445; IV: 33, 108, 222, 234 n, 237 + n, 308, 313, 314, 345, 497, 517, 520, 521; V: 81 n, 82, 170 + n, 186, 229, 447; VI: 74, 79, 80, 90, 91, 104, 293; VII: 234; VIII: 289 n, 297, 308, 316, 318, 322, 560 + n, 575; IX: 36 + n, 49, 144 + n, 255 n, 364
Afscheid (epiloog in memoriam), Triomf van den dood en andere gedichten, II: 80, 96 + n, 101 x
‘Beschamende lectuur’, VIII: 289 n, 316, 322, 560 n; IX: 255 + n, 378-379 (tekst)
Dood en leven, II: 80, 96 + n, 101
Enkele gedichten, IV: 478-479, 487
‘Essay en pamflet’, V: 170 + n
Et in terra, IV: 375 n
Hemel en aarde, II: 80, 96 + n, 101 x Ik zie, ik zie, wat gij niet ziet, VII: 55 n
In memoriam, II: 80, 96 + n, 101
‘Het journaal van Marie Bashkirtseff’, VI: 74 + n
Kapitein Jan van Oordt, IV: 372, 379, 389, 392, 395, 401
Mária Lécina, III: 474, 498, 503; IV: 108 + n, 372 + n, 401; VI: 90 + n; IX: 102, 106, 114
Negen balladen, V: 447 + n
‘De voorproever van de sultan’, VI: 79 + n |
Werumeus Buning-Ensink, Gerritdiena Johanna (Pop, 1890-1955), II: 135; III: 47 |
Wesenhagen, W.M. (Dicky), VIII: 15 + n, 52, 63, 67 (dokter), 77, 87, 121, 122 |
Wespen (periodiek), VIII: 62 |
Wesselink-van Rossum, J.P., VII: 239 n |
Wessem, Constant van (1891-1954, zie ook ps. Chasalle, Frederik), I: 60 n, 61, 71 n, 289 n, 292; II: 56, 63, 101, 115, 120, 127, 128, 145 n, 169, 173 n, 174 n, 214, 256, 297 n, 305 n, 328-331 + n, 333 + n, 335 n, 344, 351 n, 352, 354, 359 n, 365, 372 n, 381 n, 386, 387, 392 n, 397 n, 399, 400, 401 n, 414 n, 415 n, 417, 441 n, 446, 447, 451, 455 n, 463 n, 472, 477, 484, 491; III: 7 i, 8 i, 16 n, 26, 28 n, 29 n, 39 n, 44 + n, 45 n, 56, 57, 69 n, 70 n, 104, 111, 115 n, 117 x, 118, 123, 129, 130, 138, 140, 146-148 + n, 154, 159 n, 163, 166 n, 176, 177, 180, 193, 316, 318, 325, 334 n, 385 n, 388, 429, 430 n; IV: 257, 325, 342, 352 + n, 355; V: 17 n, 370, 387, 400; VI: 8 i, 209, 213 n, 214 n, 219 n, 221, 236, 258 (redacteuren), 324, 334, 356 n, 400 n, 401, 402; VII: 125, 446; VIII: 367, 507, 508, 552 + n, 567, 568; IX: 38 n, 45 n, 59-61 + n, 88, 100, 267, 328-330 + n
‘A.D. 1717’, III: 421 n
‘André en de Slag bij Waterloo’ (ongepubl.), II: 297 + n, 405, 415, 441, 450, 462; III: 30, 78 n, 90 ‘De begrafenis van oom’, II: 297 n
‘Celly’, II: 382 + n, 472
Celly, Lessen in charleston, II: 458 n, 484, 493; III: 70 n, 90 (2e druk), 210 (herdruk); VII: 337 n
De Ruyter, VIII: 323 + n
300 negerslaven, III: 430 + n; VI: 216, 220
|
| |
| |
‘Het duel’, II: 297 n
De fantasie-stukken van Frederik Chasalle, I: 80, 82 + n; III: 16 n, 28-30 + n (bundel, impromptu's), 36, 37 + n, 39 + n, 40, 44-46 + n, 55 + n, 56, 70 + n, 79, 416 + n
‘Het glorie-rijke oogenblik’, III: 421 + n; IX: 96 x + n
‘Inleiding’ bij De jongeren, III: 146 + n
Jacht op Bonaparte, Een Talleyrand-roman, VIII: 323 + n
Koning-stadhouder Willem III, VIII: 323 + n
‘Kroniek van het proza’ (bundel; ongepubl.), II: 305 (pak copy), 312 (stukken), 328-329, 456, 457, 493
Lessen in charleston, II: 372 + n, 382 + n, 393, 405, 441 + n, 449, 457, 458 + n, 462 + n, 472, 484, 493, 494; III: 17, 44, 45, 70, 89 + n, 90, 100, 141, 159 + n, 176, 210, 385 + n; IV: 81 + n; IX: 61
‘Het leven van Generaal Bajonet’ (ongepubl.), II: 372 n; III: 421 + n, 430
Margreet vervult de wet, VIII: 323 + n
‘Marsman als tijdschriftleider’, VII: 444 n, 446
‘Het moderne proza, II: 268 + n, 284, 297, 463 n
‘Onzaakkundige zakelijkheid’, II: 173 + n
‘De oude generaal’, II: 297 n
‘Over de aphorisme’, III: 334 n
‘Over Jean Cocteau. De moderne gevoeligheid’, II: 123 + n
‘“Samengesteld”’, II: 404 + n, 414 n, 415 n
Slauerhoff-herinneringen, VIII: 323 + n; IX: 265 + n, 268, 269, 271 Twee verhalen, III: 421 n
Twintig Noord- en Zuid-Nederlandsche verhalen (bloemlezing): zie aldaar
‘Verhaal en vertelling’, II: 414 + n, 415 n, 451, 455 (geantwoord), 477 (‘verhaal’)
‘De verzoening der beesten’, II: 462 n, 463, 472 (fragment), 484, 493-495; IV: 81 + n
De vuistslag, III: 159 + n, 163 (roman), 166, 185, 192, 193, 209, 210, 249, 332, 384-386; VI: 222; IX: 86 + n, 88
‘Waterloo’ (= ‘André’), II: 268, 296-297 + n, 344, 405, 415, 441, 450, 461, 462; III: 30, 78 n, 90 ‘De wei der ideetjes’, III: 69 + n, 334 + n
De ijzeren maarschalk, Het leven van Daendels, ‘Soldat de fortune’, III: 258 + n, 332-335 + n, 416, 417 + n |
Wessem-Oyens, Ursula Ch.M. van (1883-1965), II: 236; III: 16, 25, 56, 147, 148, 158 |
Westenenk, L.C. (1872-1930), VIII: 482 + n
Het rijk van Bittertong, VIII: 482 + n |
Westerman, William Marten (1892-1950), IV: 177 + n, 339, 343, 461 |
Westersche nachten: Vries, Th. de Westmann, Hertha, zie Bouws-Westmann, Hertha |
Weten komt langzaam, Het: Willink |
Wetering, F.H. van de, VIII: 529 + n |
Wevers-historie, zie Marsman en Vestdijk, Heden ik, morgen gij |
Weijand, Jaap (1886-1960), IV: 352 |
Weijden, Rogier van der (± 1400-1464), V: 437 |
Weijer, J.H. van de (1818-1889), VIII: 180 |
| |
| |
Weyman, Stanley J. (1855-1928), VII: 238 |
Weyna, Slawa, VI: 41, 359 n |
Wheatley, Dennis (1897-1977)
Murder off Miami, VII: 106 + n, 107, 131, 171
Who killed Robert Prentice?, VII: 106 + n, 131, 171 |
Whitbrooke, I: 442-443 + n; II: 35, 109; III: 32 + n; IX: 79 + n |
Whitman, Walt (1819-1892), IV: 108, 416; VI: 84, 102 |
Wibaut, F.M. en M. Wibaut-Berdenis van Berlecom, V: 144
Wordend huwelijk, V: 145 n |
Wichman, Erich (1890-1929), I: 202 n, 203; IV: 41; VI: 219 + n ‘Kunstkroniek’, VI: 219 + n |
‘Wie is Boris Robazki?’, II: 492 (tekst); III: 50 (bericht) |
‘Wie was Boender?’, zie 's-Gravesande, ‘J.L. Boender †’ |
Wieck, Dorothea (geb. 1908), III: 314 |
Wiedijk, P. (1867-1938, zie ook ps. Saks, J.), VI: 395 n, 429 |
Wiegersma, Hendrik J.M. (1891-1969), III: 169, 199 + n, 206, 277, 284, 513, 516; IV: 15 + n, 39 |
Wiegersma-Daniëls, Petronella (1892-1962), V: 80 |
‘Wien Neerlandsch bloed’: Tollens |
Wienecke, C.A. (1874-1948), VIII: 347 + n, 405 + n |
Wienecke-Swart Abrahamsz, E. (Sietske, 1842-1912), VII: 354, 482; VIII: 547 + n
‘Multatuli-herinneringen’, VII: 293 + n, 354 |
Wiersma, J.N., VIII: 251 n, 491, 500, 501 |
Wiertz, Henri Louis (1893-1966), III: 378 + n, 509, 510, 513 |
Wilcox, Ella Wheeler (1850-1919), VIII: 318 + n |
Wilde vaart, De: den Doolaard |
Wilde, Oscar (1854-1900), I: 244, 259; II: 165 + n, 354; III: 45, 80; IV: 38, 91, 198, 199; VII: 23, 256, 260, 308, 452
Ballad of Reading gaol, I: 191
An ideal husband, II: 165, 192
The importance of being earnest, II: 165, 192
Intentions, VI: 255
Lady Windermere's fan, II: 165, 192
Lord Arthur Savile's crime and other stories, II: 165, 192; IV: 91; VI: 255 + n, 266
The picture of Dorian Gray, II: 165 + n, 191; VI: 153
Poems, II: 165, 192
‘Poems in prose’, II: 166
‘The portrait of Mr. W.H.’, IV: 91; VI: 255
A woman of no importance, II: 165, 192
Works, II: 165 + n, 166 |
Wilhelm Meister's Lehrjahre: Goethe |
Wilhelm II, keizer van Duitsland, (1859-1941), I: 443 |
‘Wilhelmus van Nassouwe’, IV: 40 |
Wilkomirsky, Gisèle, I: 139 + n, 276; II: 237 + n, 456 (Russische), 462; IV: 257 |
Willekes Macdonald, P.J., VII: 300 (‘leider’) |
Willem II, koning der Nederlanden, (1792-1849), II: 174 |
Willem III, koning der Nederlanden, (1817-1890), III: 364 |
Willem I, prins van Oranje, (1533-1584), IV: 40-43 + n, 83 |
Willem IV, prins van Oranje en Nassau, erfstadhouder, (1711-1751), VII: 147 + n, 162 (teekening), 197; IX: 378 |
Willem V, prins van Oranje en |
| |
| |
Nassau, erfstadhouder, (1748-1806), VII: 46 + n; VIII: 91, 108 |
Willem Elsschot's gestalten’: de Vree |
Willem de Zwijger, zie Willem I, prins van Oranje |
Willem Kloosfonds, IX: 357 |
Willemijn, prinses, zie Frederika Sophia Wilhelmina van Pruisen |
Williams, Valentine (1883-1946), III: 485 |
Willigen-Vuyk, Elisabeth de, zie Vuyk, Beb |
Willink, Albert Carel (1900-1983), I: 30 i, 34 n, 35 n, 41 + n, 44 + n, 45, 48-50 + n, 52, 60-63 + n, 79 n, 81, 90 n, 97 n, 99, 103, 112 n, 115-117, 125 n, 126, 129, 134 n, 135, 143 n, 157 (teekenaar), 165-167 + n, 178, 201, 202, 206, 209 + n, 212, 239 (A.C.W.), 268 n, 278 n, 288, 289, 307 n, 378, 379, 385, 386, 422 n, 435 + n, 441; II: 14, 20, 22, 26, 29, 44, 48 + n, 49, 51, 76, 94, 99, 123, 125, 126, 128, 131, 137, 138, 140 + n, 144 + n, 152, 156-158 + n, 161, 163, 167 x, 172, 175, 176, 185, 188, 195, 197, 208, 212 n, 218, 223, 235, 248, 261, 265, 267, 273, 278, 280, 323 n, 336 n, 354, 366; III: 13, 47 n, 48, 172, 198 + n, 225, 228, 229, 238, 239, 277, 280, 284, 371, 414 n, 441, 442, 504, 505, 507, 509-514 + n, 516, 517; IV: 13 + n, 40, 158, 247, 300, 413, 477; V: 26 n, 46, 53, 63 n, 104, 160, 161, 195, 302 + n, 419 n; VI: 279, 280, 297, 298, 322 + n, 440 n; VII: 228 n, 435, 467; VIII: 39 n, 272, 291, 363-366, 377, 576; IX: 19 + n, 67, 327
‘Aan de familie’ (met dp), I: 90 n
‘Oplossing’, I: 96 + n
‘Ter omlijsting, Bij de schilders in dit boek’, II: 227 + n, 280 (zijn art.), 323 + n
Het weten komt langzaam, I: 61-63 + n, 73, 75, 76, 81; VIII: 365
Schilderijen enz.
Amsterdamsche bohème (rijmprent van V.E. v. Vriesland), II 140 + n, 143, 152, 159, 161, 163-164, 167, 176, 195, 208, 212 + n, 218, 223, 226, 354 + n; III: 168 + n Ariadne (uit Bolivië), I: 104 + n, 273 (juffrouw met halssnoer), 287 (photo's)
De bank van Philadelphia, I: 273 (hond vóór de beurs), 287 (photo's), 422, 426 (compositie); III: 513 (hond vóór een gebouw); IV: 476 (de hond)
Baskische boer, IV: 13 + n
Dame in landschap (= Vrouw met bloemen), I: 80 + n, 108, 273 (juffrouw in romantisch landschap), 287 (photo's)
Damesportret, I: 294 + n
Du Perron en zijn ‘muze’, I: 72 + n, 78 (portret, repr.), 81 (portret, repr.), 82 x (schilderij + portret, repr.), 307, 316
Dubbel vrouwenportret, VII: 228 + n, 229, 429, 430, 435, 467; VIII: 355 + n, 377, 378 + n, 464, 476
Het gele huis (1928), I: 422 + n;
III: 509, 512; VIII: 495 + n, 496
Het gele huis (1934), VIII: 476, 495 + n, 496
Heer met bloem, I: 86 + n
Heer met rozen, I: 86 + n
‘Hooft’ (portret), I: 97-99 + n, 109, 110, 124, 125, 138, 237, 246; II: 152
Laatste verdedigingsrede (= De terechtstelling), IV: 412 + n, 457 + n
‘Lourdes’, I: 237
|
| |
| |
Meisjesportret met kralen, I: 273 (lachende meisjeskop), 287 (photo's)
De promenade, II: 134 + n
Rustende Venus, IX: 345
De semafoor, I: 273 (matroos), 287 (photo's)
Sonnet van burgerdeugd (rijmprent van dp), I: 165, 176, 177, 203, 217, 227, 237-239 + n, 254 + n, 289, 294 + n
Stilleven met rozen, IV: 13 + n
Wilma, III: 414 + n; IV: 13 + n
Zelfportret (1926), I: 273, 287 (photo's)
Zelfportret met hoed (1930), II: 356
De zilveren bruiloft, I: 45 + n, 273, 287 (photo's)
Tekeningen, houtsneden enz. (zonder naam), I: 35, 41, 44 + n, 61, 63, 64, 72, 73 x, 75, 76 x, 78-82, 103, 104, 108, 109, 118 (dessin), 122, 125, 127, 129, 155 (maandplaatje), 157, 158, 164-167 + n, 176-178, 201-204 + n, 237, 246, 274, 275, 280, 289, 340, 426; II: 131, 140, 144 + n; III: 168; V: 62, 251, 302 + n, 320; VI: 297 |
Willink, Jan (1870-1928), I: 129, 267 + n |
Willink, W.E.J., I: 129 |
Willink-Altes, Wilhelmina († 1970), I: 186, 268, 269, 270, 436; II: 134, 337; III: 169; IV: 46, 412, 458; V: 138, 251, 302 |
Willink Jeuken, Wilma Henriëtte Johanna († 1960), II: 323 + n, 336, 356, 370; III: 168, 238, 239, 292, 414 + n, 465; IV: 158, 159, 300, 412, 458; V: 137, 159, 435; VII: 228 + n, 229, 429, 430, 435; VIII: 354, 476, 576 |
Willink-van der Meulen, Maria (Mies, 1900-1988; zie ook Blijstra-van der Meulen, Maria), I: 73 + n, 103, 106, 109, 112 + n, 123, 126, 165, 177, 181, 186, 268 + n, 270, 294, 300, 316; II: 172 + n, 173 |
Willoughby, Vera, III: 341 |
Willy (ps.), I: 215 + n |
Wilson, Thomas Woodrow (1856-1924), III: 233 + n |
Wilson-Dubochet, Harriette (1786-1846), II: 285; IX: 53 + n
Memoirs, II: 285; IX: 53 n |
Wilsons, De (periodiek), I: 416 |
Wind, Aaltje de, zie Nijhoff-Wind, A.H. |
Winden, VIII: 545 |
Windroos, De (uitgeverij), VII: 456 n |
‘Windstilte’: dp |
Winkel, Jan te (1847-1927)
De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde, VIII: 34, 390 + n |
Winkel, L.A. te (1809-1868), I: 101, 165, 400; II: 180, 313, 387; IX: 25 |
Winkel, P.G. te (1819-1883), VIII: 420 n |
Winkler, Johan (1898-1986), V: 372, 379, 402 + n, 410
‘Soort dagboek met duidelijk autobiografisch karakter, Indische herinneringen’, V: 372 + n, 376-377, 379, 402 + n, 410 |
Winkler Prins, Jacob (1849-1907), II: 43
Sonnetten, II: 43 n
Verzamelde gedichten, II: 43
Zonder sonnetten, II: 43 n |
Winkler Prins geïllustreerde encyclopaedie, VI: 202 |
Winter aan zee, Een: Roland Holst, A. |
Winter, Nick (ps., † 1946), VIII: 277 + n |
| |
| |
Wintgens, Willem (1811-1895), VIII: 446 n |
Wira Koesoema, VIII: 174 (demang v. P.K.) |
Wiselius, S.I. (1769-1845), VIII: 207 |
Wishart and Co., IX: 110 + n |
Wisse, zie Hotels |
Wit, Augusta de (1864-1939), IV: 80, 355, 365; V: 119; VI: 345; VII: 419; VIII: 534
De godin die wacht, II: 148 + n; IX: 398
Natuur en moonstone in Indië, IX: 398
Orpheus in de dessa, VI: 327; VIII: 125; IX: 398
De wake bij de brug, VI: 344; IX: 398 |
Wit, Jo de (1894-1973), I: 295 + n Een kort leven, I: 316 |
Wit, Tom de, IV: 160 n |
Witt, Johan de (1625-1672), VII: 39 |
Witte mier, De (periodiek), I: 323 n, 340 n; VI: 401; VII: 29 n; VIII: 554 |
‘Witte raaf, De’ (serie), I: 221 n, 236 + n |
Witte vrouwen: Marsman |
Wøller, J.
Van de fjorden naar de Boroboedoer, VII: 298 + n, 360 |
Woensel, Pieter van (1747-1808), VIII: 389, 390 |
Woestijne, Karel van de (1878-1929), I: 210, 230, 244 + n, 305, 315, 323, 342, 358, 373, 374, 408 + n; II: 74, 78, 81, 119, 120, 151, 209, 213, 428; III: 138, 179; IV: 51 n, 58, 60; V: 287; VII: 88 + n, 125, 383; VIII: 552; IX: 47, 117 + n, 118 n
Gedichten, Gekozen uit zijn bundels verzen... (bloeml. door Greshoff), II: 209 (die van Van Krimpen)
‘Gemeenplaatsen over kritiek en poëzie’, I: 358 + n, 374
De leemen torens (met Teirlinck), V: 287 + n; VI: 107
Lyriek I, II (= Werken 1 en 2), II: 77, 78
Het menschelijk brood, IX: 51 n
De modderen man, II: 424 n; IX: 51 n
Nagelaten gedichten, IX: 65 n
De nieuwe Esopet, V: 123 + n, 124 |
Wolfers, Claire, I: 120, 121 |
Wolfers, Janine, I: 55, 120, 121 |
Wolfers, Marcel (1886-1976), I: 29 i, 42 n |
Wolfers-Petrucci, Clairette, zie Petrucci, Clairette E.A. |
Wolfskehl, Karl (1869-1948), VIII: 338 + n |
Wolfswinkel, VI: 362 |
Wolters uitgeversmaatschappij n.v., J.B., VII: 24, 68, 111, 204 n, 281, 284 |
Wolzogen Kühr, A.J.A. von, VIII: 419 + n |
Wolzogen Kühr, S.I. von, VIII: 419 + n; IX: 258 + n
‘Multatuli-kabaal’, IX: 258 + n, 383 |
Woman in white, The: Collins |
Woolf, Leonard (1880-1969), IX: 110 |
Woolf, Virginia (1882-1941), V: 277; IX: 87 + n, 111
The common reader, IX: 111 + n
Mrs. Dalloway, V: 256, 262, 277, 408
Orlando, V: 256
A room of one's own, IX: 111 n
The waves, III: 505 + n |
Woord, Het (periodiek), I: 95 + n, 96 + n, 98 (blad), 108 + n, 131 n, 137, 153 |
| |
| |
‘Woordvoerder van het modernisme’: dp |
Wordsworth, William (1770-1850), I: 58 |
Wormser, C.W., VII: 534 + n; VIII: 15, 16, 25, 33, 38, 86; IX: 248 n
‘Onwaardig en onwaar, “Preanger Post” over “Atjeh”’, VII: 535 + n; VIII: 200 |
Woude, Johanna van
Hollandsch binnenhuisje, V: 389 |
Woude, Johan van der (1906-1979), VI: 209; VII: 470 n; VIII: 197 n, 322, 348 n, 349 n, 372, 421 n, 422 n, 428 n
Dr. Menno ter Braak, Reinaert uit Eibergen (met Teipe), VI: 209 + n; VII: 332 + n
Macht over Granvell, VI: 79 + n |
Woudlooper, De: Ferry |
Wouters, zie Chevasson-Wauters, Germaine |
Wrangel, P.N. (1878-1928), IV: 438 + n, 461 |
‘Written in dejection’: dp |
Wuthering heights: Brontë, E. |
Wutse (ps.), VIII: 38 n
Sluipend gif, VII: 449 + n, 466 + n, 501 n, 511 n; VIII: 38, 42 |
‘Wij Indonesiërs’: Soeroto |
Wybrands, Karel (1863-1929), I: 286 + n, 366; III: 489 + n; V: 329; VI: 48; VIII: 96 + n, 109, 403, 412, 413
Indische distels, VIII: 403 + n |
Wyck, J. van der, I: 369 |
Wyck, Johan Cornelis van der (1848-1919), IV: 246 + n |
Wyck-du Perron, Jeanne Marie van der (1853-1920), IV: 246 n |
Wijdenes, pers. Uit dp, Het land van herkomst, zie aldaar |
Wijdenes, Jan, VIII: 420 + n |
Wijdenes, Pieter, VIII: 420 + n |
Wijdeveld, Gerard (geb. 1905), II: 309 + n, 344, 391 n; III: 87
‘Sinte Jehanne d'Arc’, II: 344
‘De vragende’, V: 151 + n |
Wijhe, M.C. van, I: 288 + n; III: 14 + n |
Wijhe-Smeding, Alie van, zie Smeding, Alie |
Wijk Louw, N.P. van (1906-1970), VIII: 308 + n
Berigte te velde, VIII: 255 n |
Wijnaendts Francken-prijs, Dr. C.J., VII: 37 n |
Wijnkoop, David (1876-1941), IV: 474 + n |
Wijnmalen, T.C.L.
‘De eersteling onder de Indische nieuwsbladen’, VII: 404 + n |
Wynne, Anth. (ps., geb. 1882), III: 485 |
‘Wijze katers, De’: Kettmann |
Wijze van liefde en dood van den cornet Christoffel Rilke, De: Rilke |
Wyzewa, Teodor de, I: 148 |
|
‘X-stralen’: Marsman |
Xenophon (geb. ± 430 v. Chr.), I: 354; VI: 119 |
Anabasis, V: 425 |
|
Yeats, William Butler (1865-1939), I: 317 n, 431; II: 300, 322, 428; V: 149; VII: 389; IX: 48, 49
The countess Cathleen, II: 221 + n De gravin Catelene (vert. door A. Roland Holst van The countess Cathleen), II: 221 + n |
Yoeng Poe Tsjoeng: Slauerhoff |
IJzeren vlinders: Blijstra |
|
Zachtmoedige, De: Dostojevski |
Zadkine, Ossip (1890-1967), III: 451 |
Zamjatin, Eugeni I. (1884-1937), V: 250 + n, 251, 355-356; IX: 228 + n
|
| |
| |
Nous autres (vert.), V: 250, 355
De vloo (vert.), V: 251
Wij (vert.), V: 250 n; IX: 228 n |
Zandijk, Van, zie Sandick, J.A. van |
Zangwill, Israel (1864-1926)
The big Bow mystery, VII: 128, 130 |
Zauberberg, Der: Mann, Th. |
Zebedeüs, zie v. Looy, De wonderlijke avonturen van Zebedeüs |
Zee, Daan van der
De man die zichzelf behield, VII: 428 n, 439, 483 |
Zee, Jan van der, I: 61 n |
‘Zeege-zang over de behaalde overwinning tegen de Chineesen’: Verbeet |
Zeeman's thuisvaart: Garnett |
Zeilinga-Doodeheefver, P.J. (Iris, 1900-1957), II: 134 + n; IX: 133 + n |
Zentgraaff, H.C. (1873-1940), VI: 433; VII: 7 i, 9 i, 71 + n, 124, 166, 170 + n, 243, 301, 328, 337 n, 373, 416 n, 439, 443, 461 + n, 491, 492, 496-498, 501 + n, 502, 506 + n, 507 + n, 509-511 + n, 513-516 + n, 518-521, + n, 525, 530, 532 + n, 533 n, 534-537 + n; VIII: 9 + n, 10, 12-19 + n, 21, 24 x, 25, 29, 31-35, 37, 38 + n, 40, 42, 43 + n, 45, 51, 52, 55, 61, 65, 73, 79, 86, 107, 126, 128, 133, 142, 155, 156, 162, 191, 192, 199, 200, 226 n, 227-229 + n, 234, 316, 406, 455, 529, 560 + n, 575, 582; IX: 243, 248 n, 375
Atjeh, VII: 9 i, 71 n, 301 + n, 373, 461 n, 491, 496, 511, 516, 534, 535 n; VIII: 42, 199, 227 n, 228, 229; IX: 241, 242
‘Dingen die verdwijnen’, VIII: 15 + n, 25
‘Het geval Meijer-Ranneft’, VII: 461 + n, 502, 510 (dossier Z.)
‘Graven en knagen’, VII: 532 + n, 535, 537; VIII: 200
‘De heer Z. aan het woord’, VII: 532 + n, 533 n, 535, 537; VIII: 13, 16, 24, 25, 35, 45, 200, 455
‘Indisch geestesmerk’, VII: 461 + n, 492, 502, 510 (dossier Z.)
‘Het oude beeld’, VII: 461 n, 502, 510 (dossier Z.)
‘Protest’, VII: 461 + n, 492, 502, 510 (dossier Z.)
‘Schoonmaak’, VIII: 187 n, 191
‘Sluipend gif’, VII: 9 i, 501 + n, 506 n, 510 (dossier Z.), 511 + n, 514 n, 517, 519; VIII: 10, 12, 13, 16, 19, 25, 31, 35, 40, 42, 199
Sumatraantjes, VIII: 228
‘Tuiltje “democratie”’, VII: 337 n
‘V.C.-fouten’, VII: 461 + n, 502, 510 (dossier Z.)
‘Voor het laatst de heer Zentgraaff’, VIII: 16 n, 34 + n, 35, 38, 42, 45, 200, 455 |
‘“Zenuwlijder” van Lebak, De’: dp |
Zernike, Elisabeth (1891-1982), I: 57; II: 305, 310, 344; V: 376; VIII: 496 + n
‘De koning verjaart’, II: 344
Vriendschappen, IV: 418 + n
Zondebok, I: 57 n, 62 + n |
6e samenspraak’, zie V.E. van Vriesland, ‘Samenspraken over de aandoeningen der liefde’ |
Zeven Provinciën, De (schip), IV: 7 i, 74 n |
‘Zich doen gelden’: dp |
Zielens, Lode (1901-1944), II: 305, 311; IV: 355; V: 203, 318, 354, 364, 382; VI: 56, 57, 72; IX: 171 Het duistere bloed, II: 311 |
Zilcken, Ch. L. Ph. (1857-1930), I: 105 + n |
‘Zilveren verpoozingen’ (serie), IV: 234 n, 238 |
| |
| |
Zingende golven: Reitsma |
Zinovjev, G.I. (ps., 1883-1936), VI: 296 + n; IX: 229 + n |
‘Zittingen voor een damesportret’: dp |
‘Zo leeg een bestaan’: dp |
Zoete, I: 206?, 213?, 283; III: 324, 403?; IV: 13 |
Zola, Émile (1840-1902), III: 368; V: 205; VI: 62, 73, 196; VII: 30; VIII: 548 + n
‘L'attaque du moulin’, V: 205
Contes à Ninon, VIII: 548
Germinal, IV: 496; V: 323 + n, 339, 344
‘Naïs Micoulin’, V: 205
Le rêve, VIII: 548 |
‘Zomerdag op Gistoux, Een’, zie Greshoff ‘Chromo's I en II’ |
Zondaar, De: Smeding, A. |
Zürcher, Johannes (1851-1905), VII: 220 |
Zuid-Afrikaans jaarboek zie Jaarboek Zuid-Afrikaanse Akademie voor taal, letteren en kunst |
Zuid-Zuid-West: Helman |
Zuidema, E.
‘Daum (Paul Adriaan)’, IX: 225 + n
Zuiderzee: Last |
Zuylen, Belle van, zie Charrière, Isabella A.E. de |
Zwaluwen neêrgesteken, De: Couperus |
Zwanen en andere gedichten, De: Noordstar |
Zwart, J.
A.J. Duymaer van Twist, Een historisch-liberaal staatsman, 1809-1887, VIII: 218 + n, 258, 292 |
Zwart front (periodiek), VI: 250 + n |
Zwart op wit (periodiek), IV: 388 + n; V: 336 n; IX: 164 |
Zweep, De (periodiek), VI: 401 + n |
Zweig, Stefan (1881-1942), II: 70; V: 342
Amok, V: 342
Triumph and Tragik des Erasmus von Rotterdam, VI: 283 |
Zwerver verdwaald, Een: Schendel, A.v. |
Zwerver verliefd, Een: Schendel, A.v. |
Zijden harnas, Het: Baisieux; dp |
Zijlstra, Doeke (1889-1940), II: 7 i, 297 n; III: 7 i, 92 + n, 117, 118, 130, 172, 183, 190, 191, 193, 209, 218, 221, 222, 235, 251, 275, 319, 404, 405, 407-409, 411-413, 419, 423, 452, 483, 497; IV: 30, 33, 51, 73, 200, 201, 212, 213, 244 (uitgever), 280, 281, 312, 347, 356, 370, 373, 377, 440; V: 15, 41, 71, 114, 232, 252, 255, 269, 272, 287 x, 359, 393, 394, 441; VI: 19, 305, 318, 325; VII: 96 n; VIII: 412; IX: 59 n, 60, 61, 90-94 + n, 99, 107, 110, 112, 113, 118, 125-127 + n, 173 + n, 179, 184, 185, 261, 263, 266-268, 328-330, 332, 337, 347, 354, 388 |
|
|