Bijlage 42
E. du Perron-de Roos aan J.A. Antonini: Bergen, 11 april 1940.
Nesdijk 19
Bergen N.H. 11-IV-'40.
Beste Gino,
Je hebt in lang niets van Eddy gehoord: hij heeft het ook de heele winter ontzettend druk gehad + een paar keer griep. Nu hebben we een gemeubeld huis in Bergen gehuurd (vanaf 1 Mei: Doorntjes 32; tot dan zie boven), en hopen daar als de lieve toestand het ook maar eenigszins toelaat, een rustig jaar te hebben. Intusschen had het feit dat het voor toeristen de laatste tijd makkelijker werd gemaakt naar Frankrijk en zelfs naar Parijs te komen, ons weer aangespoord om een poging te wagen, want we zouden toch wel erg graag alle mogelijke vrienden terugzien. Intusschen heeft de nieuwste charmante verrassing zich voorgedaan, en wat òns de eerste weken te wachten staat weet natuurlijk ook niemand. Maar gesteld dat hier in Holland niets verandert, en de reis naar Parijs in principe mogelijk blijft, dan hopen we dat werkelijk te doen. Wat er noodig is, is het overleggen van brieven van kennissen om te laten zien dat je werkelijk vrienden hebt die je wilt opzoeken; verder een ‘referentie’ in Holland - die hebben we wel; èn een dito in Frankrijk. Voor dit laatste wend ik me nu tot jou om raad. Ken jij niet een of ander zoo decoratief mogelijk persoon die ons daaraan zou willen helpen, wiens naam wij dus zouden kunnen opgeven? Pieker er eens ernstig over, wil je? Eddy en ik zouden dan ieder om de beurt een week komen - zoodat we niet ingeval van een inval hier, alle twee van Alain afgesneden zouden zijn.
Maak dan gelijk van de gelegenheid gebruik ons weer eens het een en ander over jezelf te schrijven, over Maria en Natacha. Mocht de reis niet lukken dan schrijft Eddy je gauw weer uitvoeriger, maar tot zoolang, zegt hij, hoopt hij maar op ‘bijpraten’, wat heel wat gezelliger zou zijn. Intusschen al vast dank voor wat je zou kunnen doen, en veel hartelijks van ons beiden, ook aan Maria,
BepduP.-deR.