Brieven. Deel 9. 26 september 1920-9 mei 1940
(1990)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd4278 (3050a). Aan J.A. Antonini: Brussel, 12 september 1936Brussel, 12 Sept. 1936. Beste Gino, Dit in groote haast. Ik zit bij Jan en moet in allerijl nog allerlei regelen, menschen begroeten, etc. Onze boot gaat 13 October uit Marseille, dus vroeger dan wij zelf dachten. Er was nl. op de volgende booten geen plaats meer. Bep en ik schrokken erg van het laconieke bericht van je overrijding.Ga naar voetnoot1. Maar je hand leek vast en de toon deed ons denken dat het doodsgevaar niet alleen voorbijgeflitst, maar ook in je gemoed geheel overwonnen, is. Mogen de ‘onbeduidende hoofd- en rugwonden’ spoedig zijn genezen! | |
[pagina 220]
| |
Bep is naar Schilt gegaan en heeft, terwijl zij afzegde, jou warm aanbevolen. Van Gans heeft zij niet gerept. Ook Menno heeft, alles welbeschouwd, liever jou dan Gans. Wat ons betreft ziet de zaak er dus best uit. Je kunt nu persoonlijk bij Schilt solliciteeren (C. Schilt, Het Vaderland, Parkstraat 25, Den Haag). Of bij Menno, als je dat verkiest. Wij denken tusschen 16 en 20 dezer in Parijs terug te zijn. Er valt ook dààr nog van alles te regelen! - Wanneer ben jij er weer? Vergeef dit slordig briefje. Mondeling beter. Het beste in je bedje - of elders - knap gauw op, en heb met Maria de hartelijke groeten van Bep en je E.
Jan laatje ook groeten. Hij is nu uit, maar als hij terugkomt voor ik dit post, schrijft hij er nog wat bij. |
|