Brieven. Deel 9. 26 september 1920-9 mei 1940
(1990)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd4253 (2784a). Aan F. van Ermengem: Parijs,Ga naar voetnoot1. 14 december 1935Parijs, Zaterdag 14 Dec. '35 (88bd. Murat, 16e) Geachte Heer, Dank voor de gezonden velletjesGa naar voetnoot2. die hierbij teruggaan. Ik heb alles gisteravond met een fransche vriend doorgenomen en stel nu het volgende voor: U vertaalt currente calamo,Ga naar voetnoot3. maar zoo trouw mogelijk en in zoo goed mogelijk fransch. Dit bespaart u dubbel werk, en ons ook, want uw tweede vertaling: er-denken en over- | |
[pagina 191]
| |
formuleeren van mijn tekst, verwijdert u daarvan, zoodat het voor ons dan lastig worden kan om de juiste toon terug te vinden. Over het algemeen hebt u, in deze eerste proef, te correctGa naar voetnoot* vertaald, wat een zekere stijfheid geeft. Het komt minder aan op het maken van fouten of niet, omdat die altijd nog het gemakkelijkst te herstellen zijn, dan wel op het treffen van de juiste toon. Uw toon is meer ‘literair’, minder ‘gesproken’ dan de mijne. Ik denk dat, als u het boek heelemaal gelezen hebt, dit euvel gemakkelijk vermeden zal worden. Ik ben ook erg gesteld op, zooveel mogelijk althans, een exacte weergave van mijn zinnen; d.w.z. dat u niet twee zinnen maakt van één, als dat eenigszins vermeden kan; dat u alle punt-komma's, dubbele punten, enz. houdt, zooals ik die gebruik. Als voorbeeld wijs ik u hier op uw vertaling van de 1e zin van de 2e alinea van de 1e blzij., beginnende met: ‘Gisteren, op dit uur, viel de schaduw vroeg’Ga naar voetnoot4.. Bij mij wordt dit, in de zin opgenomen, behandeld als een opmerking in het voorbijgaan, nl.: ‘in dit seizoen is het vroeg donker’, enz.; bij u, op deze manier los gezet, valt een groote nadruk op dit vroeg donker worden, terwijl het bovendien is alsof dit donker niet een gewoon verschijnsel was van het seizoen (wintertijd, Februari) maar heel speciaal gisteren zoo vroeg gevallen was. Er is over het algemeen minder nadruk bij mij dan in uw vertaling, - vooral in de dialoog. Aan de andere kant schrijft u een zoo duidelijke hand dat een getypte copie eigenlijk onnoodig is.Ga naar voetnoot5. Te meer waar ik hier met mijn fransche hulp toch alles nog eens bewerk. Zooals ik u zeide: wat ik van u verwacht is niet een definitieve vertaling, maar een tegelijk zoo trouw en zoo fransch mogelijke ‘grondtekst’. Ik hoop dat deze opmerkingen door u zullen worden opgenomen zonder de nadruk die zij, zoo geschreven, krijgen en op de manier zooals ik ze u - wanneer ik u had kunnen ontmoeten - zou hebben gezegd. Het vervelende van brieven als deze, als men elkaar | |
[pagina 192]
| |
niet kent, is dat men de schijn kan wekken schoolmeesterachtig te zijnGa naar voetnoot6. uit vrees te worden misverstaan. Ik ben er zeker van dat u dit werk uitstekend zult doen, wanneer u zich - zooals u zelf zegt - met mijn stijleigenaardigheden ‘verzoend’ hebt. Ik heb zelf bij herhaling vertaald, en soms stijlen die zeer van de mijne verschilden; en ik weet dus bij ondervinding dat men meestal eerst over de helft van een boek moet zijn om het juiste vocabularium te vinden, zoodat men vaak de 1e helft aan de eigen vertaling van de 2e helft hertoetsen moet. Voor u is dit niet noodig. Ik stel u voor om, als wij het over den prijs eens worden, mij telkens de vertaalde tekst van 2 hfdstn. te sturen, dat is ook voor ons hier de gemakkelijkste manier van werken. (De verzendkosten zijn natuurlijk voor mijn rekening.) De copy graag met groote kantlijn en interlinie. Graag zou ik nu dus van u vernemen hoe u het ‘commercieele’ deel opvat. Met vriendelijke groeten, gaarne uw dw. EduPerron
P.S. Mocht ik erin slagen een fransche uitgever te vinden, dan stel ik u voor om - gesteld dat u als vertaler genoemd wenscht te worden - de verantwoording aldus te redigeeren: ‘traduit du néerlandais par F.(?) Ermengem, revu par l'auteur et Pascal Pia’. Lijkt dit u goed?Ga naar voetnoot7. |
|