Brieven. Deel 9. 26 september 1920-9 mei 1940
(1990)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd4159 (1154a). Aan E. Bouws: Lugano, 6 juni 1932Lugano, Maandag. Beste Bouws, Met verdriet las ik vanmorgen dat jij dus die correcties niet liet uitvoeren. Het spijt me dan erg, maar ik ben er nog altijd even weinig over gesticht en ik zou weer pisnijdig kunnen worden als we er weer over begonnen. Dit heele nummer, waar jij zoo mee in je sas bent is voor mij bedorven, en goed ook! Met Slau's tekst bemoei jij je dan verder wel. Hierbij Vic's verzenGa naar voetnoot1. terug. Ik ben er ook voor, al is het lange Hollandsche, vooral met die datum, eig. een soort advertentie van ‘kom terug, ik heb het hier zoo beroerd’. De bank hier kon me niet uitbetalen, met het gevolg dat de chèque terug is naar Rotterdam en ik minstens tot eind dezer week | |
[pagina 81]
| |
moet wachten. Ook een practische manier, dat moet gezegd worden! (Zulke chèques zijn goed voor menschen die hier wonen.) Een volgend maal graag anders. En ja, alsjeblieft nu CosterGa naar voetnoot2. tijdig, en laat iedere komma er nu in veranderd worden, die ik op de proeven aangeef. Over die puntjes dus, voor eens en voor goed: altijd 3, nooit 4, voor mij; dit dan nog voor het gemak van de zetters. Met beste groeten, ook van Bep, je E.
Van verbuigings-nsGa naar voetnoot3. alleen is niet bepaald sprake; allerlei andere correcties zijn niet aangebracht! Maar ook die n's zijn van belang, als je een behoorlijke tekst wil hebben voor Slau, en niet hier wel goed en daar als snert. Ook die kleine alinea-tjes die hij zich heeft aangewend op de ‘Arrenemmer’ zijn van een zéér bête effect (genre feuilleton voor keukenmeiden). Maar ga je gooi; ik ben er dan verder van af. |
|