Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd4059. Aan G. Stuiveling: Bergen, 29 maart 1940Bergen, Nesdijk 19.
Waarde Heer Stuiveling, We zijn een heel eind opgeschoten: Contact wil de volledige Multatuli-uitgave tot stand brengen.Ga naar voetnoot1. Ingesloten den brief, maar krijg ik dien spoedig van u terug? Ik zal hun die Mult.-bloemlezing, vooral nu, afraden.Ga naar voetnoot2. Die zou nl. heelemaal geen ‘gangmaker’ zijn, vrees ik. | |
[pagina 544]
| |
Wilt u mij schrijven hoe u hierover denkt en wat wij als honorarium moeten vragen? Erg rijk zijn ze, geloof ik, niet. Maar blijkbaar willen ze het toch liever niet in combinatie met een andere uitgever doen. Ik heb gezegd dat er ook portretten en andere illustraties in moesten, maar zeker één portret per deel. Voor het 1e deel heb ik hier thuis een gedetailleerd overzicht, in Indië al gemaakt. Als ze 12 dln. willen, komt de Havelaar dus pas in deel 2. Laat ons ‘het ijzer smeden enz.?’ Hoe gauwer ze deel 1 uitgeven, hoe beter. Kunt u een dag opgeven om deze zaak met die menschen van Contact te bespreken, in Amsterdam? Het hangt van u af, want ik kan altijd. Graag dus zoo gauw mogelijk, maar laten u en ik dan eerst eerder samenkomen, een uur voor we naar die uitgever gaan.Ga naar voetnoot3. Met beste groeten, uw EduPerron
Kunt u Maandagmiddag tusschen 2 en 4? Ik moet nl. dien avond in Amsterdam zijn. (Op 1 April dus.) |
|