Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd4054. Briefkaart aan J. Pée: Bergen, 27 maart 1940Bergen, 27 Maart 1940 Zeer geachte Heer Pée, Dank voor uw briefkaart. Het doet mij genoegen dat het boekje u ook bij herlezing niet tegenvalt. Ik hoop dat ‘mevrouw’ er de pip van krijgt. - Over een paar dagen stuur ik u een overdruk van mijn stuk in Elsevier's over Multatuli's portretten. Ik ben zoo vrij geweest uGa naar voetnoot1. dit op te dragen, 1o omdat ik u nog steeds dankbaar ben voor de spontane (de onhollandsche) manier waarop u mij direct die 2 portretten van uw wanden gestuurd hebt; 2o omdat ik ‘naar buiten’ wil aantoonen dat ik u niet ‘loslaat’, al zijn we het over Edu als mislukkeling niet eens. Daar ook de redacteur van Elsevier's, prof. Tielrooy, zoo'n beetje tegen u en Ter Braak, dwz. pro ‘mevrouw’ geschreven | |
[pagina 540]
| |
heeft - hoewel zeer gematigd!Ga naar voetnoot2. - vond ik dit extra aardig, nu dit artikel in zijn blad verschijnt. Ik hoop dat u de opdracht aanvaarden wilt. Ter Br. kijkt met spanning uit naar ùw antwoord op ‘mevrouw’; hij zou uw en mijn antwoord liefst samen voor Het Vad. bespreken. Met vriendelijke groeten, gaarne uw EduPerron |
|