Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3829. Aan L.J. Welter: Bergen, 30 oktober 1939Bergen, 30 Oct. '39. Beste Kriek, Dank voor je hartelijke en gezellige brief die ons weer het eerste complete vleugje Indië bracht, dwz. met àlle geurtjes erin. Die historie van Ben en De LeauGa naar voetnoot1. (waarvan hij ons trouwens nog in Kotta ParisGa naar voetnoot2. het begin schetste) is weer het Morgenland ten-voeten-uit! Hier raak je geneigd dat te vergeten. Het is hier zoo heerlijk koud, en het bosch is zoo verrukkelijk met zijn herfst-rood en geel, dat je niet meer weet dat je ooit in de tropen geweest bent. Zoo rond te loopen over den Nesdijk, met den dichter Adriaan Roland Holst tot dagelijksch gezelschap, met een zware jas weer aan, langs slooten en door plassen,Ga naar voetnoot3. en je toch zoo jong en gezond te voelen als je 't in geen jaren deed: Avoue qu'il y a de quoi être épaté! Ik zou mijn portret willen hebben, door Willink geschilderd, achter een nat tafeltje waarop de herfstblaren plakken, hier in den tuin van de Oude Prins,Ga naar voetnoot4. en daaronder zou moeten staan, niet mijn naam, maar: Terug uit Indië. Bep knapt eindelijk op. Ze wil dan ook niet weg uit Bergen. We hebben hier een goedkoop gemeubeld huisje gehuurd, per week. Tegen half November zal ik wel naar Den Haag moèten,Ga naar voetnoot* maar tot dusver gaat het hier best (bovendien, ik hèb, kort na aankomst, nu al half Holland doorgereisd om alles en iedereen op te zoeken). Ik schrijf hier knus mijn litt. kroniek voor 't Bat. Nwsbl., waar jullie | |
[pagina 292]
| |
hopelijk op tijd van zullen genieten. Allerlei dingen die ik nog aan boord las, heb ik hier pas op papier kunnen ‘verslaan’. Het wordt tijd de gaten, door die rare reis in onze beurs geslagen, wat aan te vullen. Over die reis zelf schrijf ik niet meer, al is jouw brief pas daaraan toe. Bep schreef erover aan Joke; ik aan Van Leur,Ga naar voetnoot6. meen ik, en hij zal je dien brief misschien óók vertoond hebben. Ik heb zooveel indische kennissen, dat ik niet goed meer weet wàt ik aan wiè schrijf, maar de reis zal toch wel afgedaan wezen! Weet je al dat ik in 't Multatuli-museum in Amsterdam totaal nieuwe dokumenten vond? Ja, als om Job van Leur te beconcurreeren, want heel wat daarvan zijn in 't maleisch, en alle zijn ze uit Lebak.Ga naar voetnoot7. Mijn arrangement ervan is klaar, nu nog een drukker vinden.Ga naar voetnoot* Verder? - verder weet ik eig. niet wat te vertellen. Van den oorlog merken we niets; alleen dat hier een hoop soldaten rondloopen, die zich zichtbaar vervelen (en die zich dan ook in de duinen krachtig door de dienstmeisjes laten opeten), en dat we erg weinig suiker in onze koffie krijgen. Het is zóó rustig en knus, dat je er doodsbenauwd van zou worden. We hebben nu net leeren inzien dat de oorlog de eenige werkelijke ontspanning was, na al dat gedreig en geblaaskaak. En nu weer dit... Van Deyssel, 75 jaar, laat zich per jubileum door de faxisten van het merk Haighton annexeeren,Ga naar voetnoot9. als de Oude Loel die hij is. Merkt niets, ziet niets, laat het door iedereen merken. Hij wordt verpletterd onder hoofdletters: de Meester, de Denker, de Dukdalf der PersoonlijkheidsIdee; hij schrijft zelfs Opstellen met hoofdletter, die zich germaansch laten verbuigen: de HoofdGedachte des tweeden Opstels, - en Haighton legt hem, onder eerbetoon, uit wat hij eig. altijd gedacht heeft; en de arme protesteert niet, is als een eendenei, op het zout der Haightonnen gezet. Misschien is hij verrukt als een oud | |
[pagina 293]
| |
paard dat van stal is gehaald om nog eens de tribune om te gaan met lintjes om het oor; maar neen, het lijkt meer op een mooie oude kaas waar de ratten mee sollen. (Ik wou dat ik er in Gr. Ned. zóó over schrijven kon, maar ach, de arme heeft óók ‘bien mérité de la patrie’, dus soedah!) Denk niet dat wij hier in Holland meer gegevens hebben over ‘de internationale situatie’. We hebben misschien een paar zwamneuzen meer die graag zouden willen doen of ze 't wisten, maar het ligt er dan zoo dik op, dat willen, dat niemand het au sérieux neemt. Vandaar ook dat ik weinig stof heb om aan HugoGa naar voetnoot10. te schrijven, die natuurlijk denkt dat ik nu wel ingelicht moet zijn als Daladier in persoon. Wij weten niks, maar wij weten goddank dat we dat weten! Je berichten over Hugo zijn nogal somber. Daarna kreeg ik van Koch weer iets gunstiger berichten. Is het uitgesloten dat hij weer in Gouvts. Dienst komt, wanneer ze een zoo notoire viezik als die ‘Humphrey’ (de Chauffepié)Ga naar voetnoot11. nemen? Het zou voor hem, ondanks alles wat hij zich voorstelde, misschien toch verreweg de beste oplossing zijn. Heeft je vaderGa naar voetnoot12. in dezen zijn invloed laten gelden? in dat herplaatsen, bedoel ik? Zoo ja, hulde; en n'en déplaise Koch's boosheden tegen ZEd.Ga naar voetnoot13. (Ik zie K. en O. overigens nooit meer, hoewel ik nu eindelijk een ‘brief uit Holland’ voor ze leverde.)Ga naar voetnoot14. - Ik zal Hugo eerstdaags weer schrijven. Mijn moeders testament moet je hebben ontvangen, zelfs met andere papieren. Wat die grondenkwestie aangaat,Ga naar voetnoot15. och, laat Ben nu maar eerst even op adem komen. Anderzijds: het zou toch te mal zijn om de kans te laten voorbijgaan. Ik wil die oude vrouw Crone, die werkelijk bloedig betaald heeft aan mijn moeder, toen ze 't zelf verdomd zuur had, niet plagen, ook al kon ik dat, - maar overigens kan je Ben misschien toch wel doen begrijpen dat de verkoop van deze | |
[pagina 294]
| |
gronden niets met zijn moffen-bazen te maken heeft.Ga naar voetnoot16. Entre nous: ik gun hem dit akkefietje, het eenige dat hem van zijn bewondering voor Duitschland kan afhelpen. Enfin, zie ‘ter plaatse’ hoe de wind staat en handel daarnaar. Ik laat alles geheel aan jou over, omdat raad geven van hieruit toch dwaasheid zou zijn. Jesses, - daar krijg ik, terwijl ik je schrijf, een post van jewelste (over afspraken in Amsterdam, een bezoek hier etc.) waar ik haastig op moet antwoorden. Ik neem dit dan ook mee naar de post, dus breek hier af. Later meer en beter. Heel veel hartelijks voor Joke en krauw ‘de spreeuw’Ga naar voetnoot17. voor me. Een ferme hand van je E.
Neen, ik wil dit blaadje toch volmaken - na in de haast 3 briefkaartenGa naar voetnoot18. van me te hebben gegeven. Ik wil je dan m'n indrukken geven van Samkalden Sr. Dat was eerst, leek me, een sympathiek bewogen grijsaard, bedekte tranen, gebroken stem over zijn trots Hugo enz. En hij wou àlles voor hem doen en vroeg me of ik informeeren wou of het hem niet aan geld ontbrak. Ik ging en schreef hemGa naar voetnoot19. een paar dagen later: het beste wat we voor H. kunnen doen is hem boeken zenden. Koopt u voor hem Het Fascisme en de Nieuwe Vrijheid van J. de Kadt en De Nihilistische Revolutie van Rauschning, 2 boeken die hij moèt hebben. Veertien dagen later schrijft hij mij en vertelt... dat hij 1 van die boeken gekocht heeft, want 2 ‘kon Bruintje niet trekken’. Een affaire van 8 pop maximum voor de 2! Aan zulke trekjes leer je de tranen toch toetsen, ook die des bewogen grijsaards en vaders! - Ik heb Ter Braak gevraagd hem op te bellen en te vragen wàt hij gestuurd had, want dat T.B. of ik dan scheetsgewijs het andere nog zouden zenden. Lees jij deze 2 dingen ook, vooral dat van De Kadt, dat voortreffelijk is van klaarheid en ‘ideologisch’ zoo sympathiek als 't maar kan. Dag! Nogmaals veel prettigs samen. |
|