Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3816. Aan P.N. van Eyck: Bergen, 25 oktober 1939Bergen-binnen, 25 Oct. '39
Zeer geachte Heer Van Eyck,Ga naar voetnoot1. Sedert een maand ben ik in Holland terug. Ik hoop zeer u nog eens te zullen ontmoeten, en als u daar niets tegen hebt zouden wij misschien iets kunnen afspreken wanneer ik in Den Haag zal zijn. Op 't oogenblik zitten wij hier in Bergen, bij mej. Meuter (die u misschien wel kent), iets verder dan Jany op de Nesdijk. Ik denk dat we hier nog een dag of 14 blijven; tegen 10, 15 November denk ik in Den Haag te zijn. Misschien gaan we daar zelfs wonen, in de buurt van de duinen of zoo. Dit alles als inleiding, om u het volgende te vragen. Ik heb op 't oogenblik een literaire kroniek in het Bataviaasch Nieuwsblad, een van de 3 of 4 ‘groote kranten’ van Indië. Die kronieken vullen per keer 3 à 5 kolom. Nu zag ik bij Jany een paar boeken liggen van de reeks nederlandsche ‘klassieken’ die u mee helpt uitgeven, bij Elsevier. Zoudt u den uitgever willen vragen mij een recensie-ex. van elk boek van die reeks te zenden? Dat er al een paar uit zijn, is voor Indië niet erg. Ik dacht ze te behandelen - óók de reeds verschenene - in die kroniek van me, die in Indië tot mijn eigen verwondering veel gelezen wordt; soms 1 boek, soms 2 boeken per kroniek. Als ‘vast adres’ voor den uitgever kan ik vooreerst slechts opgeven: bij mevrouw Batten, Sportlaan 125, Den Haag. Dat verandert later dan wel. | |
[pagina 275]
| |
Ik dank u bij voorbaat en blijf, na vriendelijke groeten, ook aan uw vrouw, gaarne uw dw. EduPerron |
|