Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3778. Briefkaart aan F.R.J. Verhoeven: Amsterdam, 30 september 1939Amsterdam, 30 Sept. '39. Beste Bob, We zijn, niet zonder moeite en na allerlei zee-avonturen, den 21en in Vlissingen aangeland. Alles is onzeker hier, en wij zelf voelen ons zeer onwennig; we hebben v. allerlei te doen en kunnen nog niet besluiten waar te wonen. Dank voor je certificaatGa naar voetnoot1., dat ik in Den Haag vond. Zeg WiesGa naar voetnoot2. dat ik juffr. Roelofs sprak, haar heel aardig vind en haar het pakje (dus) niet onthield. Verder belde ik prof. PosthumusGa naar voetnoot3. op, maar als die juffr. Stolk of StolpGa naar voetnoot4. hem geschreven heeft, moet ze dat bij vergissing in het arabisch hebben gedaan, althans de man wist van nix of liever, deed of hij van nix wist. (Hoewel hij mij wel vroeg ‘of ik aan een boek bezig was’). Wij maakten toen een afspraak voor 3 uur; ik was precies op tijd, maar om kwart over 3 moest ik nog wachten. Daar ik me voorgenomen heb voor dit soort poerummakerij nooit meer dan een kwartier beschikbaar te stellen, ben ik toen weggegaan. Ik heb deze comedies ook in Indië nu wel leeren kennen, en als de prof. mij niet heeft willen zien is hij een goed psycholoog. Zeg dat aan juffr. Stolp. Later meer en beter, als er iets vast staat. Dag! Je E. |
|