Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3719. Briefkaart aan F.E.A. Batten: Bandoeng, 25 mei 1939Bdg., 25 Mei '39 Beste Fred, Nog een haastbriefkaart! Ik kom net uit Batavia terug, waar ik hoopen plaatjes vergaarde voor deel 2. Wij zijn nu aan drukken toe, en Nix wil best, maar we zitten direct vast met Van Hogendorp omdat ik niets van jou hoor en geen afschriften van die verzen heb. Denk erom, ik zit hier nog maar 3 mnd. maximum en moet woekeren met mijn tijd! Plaat voor de Holl. Natie heb ik niet meer noodig; laat dat dus maar als je nog geen foto liet maken. Wèl zou ik willen hebben (zoo gauw mogelijk):
Voor H.A. Meyer en W.L. Ritter kan je je wenden tot dat Iconogr. Bureau, dat ik je al opgaf. Ik zou ze allebei erg graag hebben; wil je dus je best doen? Beide zijn voor de O. Ind. belletrie van groot belang. Over W.L. Ritter vind je maar heel weinig bizonderheden: zie Nieuw Nederl. Biogr. Wdbk. Misschien is hij de grootvader of overgrootvader v. P.H. Ritter Jr.? - zou in dat geval dr. Stapel hem erover willen schrijven? (liever niet jij, dunkt me, na voorgaande corresp.!) Mogelijk bezit P.H. Ritter dan een portret. Doe vooral moeite hiervoor! Ik zoek in Indië ook, maar tot dusver met geen resultaat. De man werd geboren 1799, en stierf 1862, in Haarlem. Dank voor alles en tot nader. Je E. |
|