Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3693. Aan S. Vestdijk: Bandoeng, 31 maart 1939Bandoeng, 31 Maart '39. Beste Simon, Wat een naar bericht!Ga naar voetnoot1. Ik had er al iets over gehoord, van Fred Batten en van Hein's Gravesande (v/h Vaderland); maar mijn brief aan jou was toen net weg. Als ik geweten had dat die smakkers met hun ‘hetze’ zooveel succes zouden hebben, had ik mijn laatste stuk in 't B.N. nog wat hetzender geschreven! Je hebt gelijk: voor jou is het wel vervelend, maar als man-alleen zal je er niet zóóveel schade van hebben. Vrijheid en tijd voor beter werk is ook een hoop waard. We zijn nu eenmaal schrijvers, geen journalisten; al is Holland dan een klein land, we moeten daar de consequenties maar van aanvaarden. Ik schrijf je dit met meer gewetensvrijheid omdat ik er zelf ‘uit-lig’, en al scheelt het mij dan maar een f 60 à f 70 per maand, dat geld konden wij hier ook best gebruiken. Kritiek en Opbouw levert mij geen cent op. | |
[pagina 155]
| |
Je moet me bij gelegenheid van het ‘symptoom’ toch meer vertellen. Symptoom van wat? Groeiende N.S.B.-geest, of moreele herbewapening? En waarom zit Menno er ook zoo raar voor? Deze man schreef me gewoon in geen maanden meer!Ga naar voetnoot2. zou dat in verband zijn met die vervelende situatie? Van Fred Batten alweer hoorde ik dat zijn artikelen achteruit gezet zijn, terwijl de ‘liberale fascist’ die het buitenlandsch overzichtGa naar voetnoot3. schrijft in Het Vad. nu zijn oude plaats inneemt. Is dit ook in verband daarmee? Ik ben benieuwd hoe dit alles voor ons verloopen zal. Wij moesten een eigen blad hebben - literair èn journalistiek - Greshoff, Menno, jij en ik - inpl. v. ons te laten koejeneeren, dan zouden we deze menschen kunnen mores leeren. Met een paar goede ‘economische’ krachten in onze eigen lijn zou het best gaan, dunkt me. Het Holl. Weekblad zou zooiets kunnen worden. Waarom doen we niet zooiets? als het werkelijk onmogelijk blijkt om er met boekenschrijven-alleen te komen? Enfin, je bent in ieder geval nog redacteur van Gr. Ned., en domheid van het zich fatsoenlijk noemende vee heeft altijd geheerscht en in alle maatschappijen. Is de verkoop van Pilatus er niet door bevorderd? Let wel ook: dit alles maakt je beroemd in den lande! Ik ben hier eerst echt beroemd geworden, sinds mijn bataille met Zentgraaff. Dat ik je zou willen vervangen, in de gegeven situatie, is natuurlijk waanzin. Zelfs niet als ze me erom vroegen! Maar dat je stuk over Multatuli 11Ga naar voetnoot4. hier iets beslist zou hebben, is toch zeer onwaarschijnlijk. Dat stuk was uiterst beredeneerd en gematigd geschreven, en zou hoogstens mevr. Romein of dr. Noordenbos onaangenaam kunnen zijnGa naar voetnoot5.. Er moet meer achter schuilen, en wat ik niet begrijp is: hebben ze je geen duidelijke redenen opgegeven? Heb je niet een gesprek gehad met Swart?Ga naar voetnoot6. en wat gaf hij daarbij op, als bezwaren? Dat dit laffe zg. fatsoenstuig - dat hier precies zoo erg en erger is - zich liever met letterkundig-doende vakjournalisten afgeeft dan met werkelijke letterkundigen | |
[pagina 156]
| |
is begrijpelijk; een oude knoeier, valsch als de pest, zoals de oude De Meester, was prachtig voor ze, maar met Hopman ging het al slecht. Maar zoo'n literaire heros als Campert, is dat niet wat voor ze? Die zal ze toch nooit compromitteeren: noch met zijn karakter, noch met zijn onvertogen boeken, noch zelfs met zijn talent. Houd je taai, en maak er winst van. Jij bent S. Vestdijk: meneer Swart c.s., och, wat zijn het anders dan gérants en bediendes van een krantenzaak? Een ferme hand, en veel hartelijks ook van Bep. je E. |
|