Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 147]
| |
3688. Aan H. Marsman: Bandoeng, 25 maart 1939Bandoeng, 25 Maart 1939
Beste Henny, Al wat je gevraagd hebt is naar je toe, en zelfs méér: nl. Het Sprookje van de Misdaad (mijn onleesbaar specialistenboekje, volgens Menno,Ga naar voetnoot1. Multatuli 2e pleidooi (waar hij en Vestdijk beter over te spreken zijn) en tenslotte mijn verzameling Compagnies-rijmelaars en andere curiositeiten: De Muze van Jan Compagnie. Mocht dit of dat je inspireeren tot een stuk erover, graag.Ga naar voetnoot2. Ik weet niet wat ik je verder vertellen moet. Greshoff gaat nr Z. Afrika; Menno zwijgt me tegenwoordig gewoon dood. We zijn in het stadium geraakt waarin de banden met Europa los raken; inspireerend is dat niet! Daarbij ben ik physiek nog altijd allerbelabberdst en wacht eig. alleen op het terugkeeren van de mooie dagen om er eindelijk wat beter ‘bovenop’ te komen. ('t Is verdorie of je in Holland zit!) Wij hadden plannen nr Z. Afrika te gaan, maar wachten nu maar eerst af wat de Gr.'s daarover rapporteeren. Bep wil in ieder geval eerst Europa terugzien. Tot Juli zitten we zeker nog hier; en daarna? Ik durf aan niets meer te gelooven. Misschien gaan we pas in December! Dan zouden we ruim 3 jaar hier geweest zijn, dat is een mooie tijd. Ja, we hadden gedacht wat bij jullie te gaan zitten, maar ook dat zijn maar plannetjes. Hoe 't loopen zal, als we eenmaal in Europa terug zijn weet natuurlijk geen mensch. Waar je nu zit, weet ik trouwens niet eens meer; ik stuur dit maar weer naar Schorer, waar ik ook de boeken heen zond. Van werk gesproken: mijn Van Haren-verhaal draait nu in Gr. Ned. Maar er werd nog flink aan verder gewerkt, dat zal je zien als het in boekvorm uitkomt (bij Leopold). Ik schrijf nu het vervolg, dl. 2 van De Onzekeren: over Dirk van Hogendorp. Blijf ik dan hier nog wat, dan maak ik het 2e deel van de Ned. Indische belletrie; en dan heb ik nòg een mooi werkje: een sensationeele rechtszaak hier,Ga naar voetnoot3. waarvan ik alle gegevens krijg door den procureur die het indertijd | |
[pagina 148]
| |
gewonnen heeft. Behalve dat de zaak zelf vol curieuze details zit, geeft het een prachtige kijk op de mentaliteit van den inlander en op de koloniale gerechtigheid. En dan ga ik weg! Mijn 2e boek over Indië - de ‘nieuwe avonturen van den heer Arthur Ducroo’ - schrijf ik in Europa, hoewel ik aanteekeningen genoeg maakte daarvoor, brieven verzamelde, portretten enz. - en zelfs een paar fragmentenGa naar voetnoot4. in voorloopige lezing publiceerde in Kritiek en Opbouw. (Dat stuur ik je maar niet.) Nu heb ik nog een boodschap voor je. Een van onze vrienden hier, dr. Hugo Samkalden, ambtenaar ter Algemeene Secretarie, is het slachtoffer geworden van de verwoede razzia tegen de homosexueelen en zit nu in de gevangenis. Onder de boeken die hij daar heeft, zijn je 3dln. verzamelde werken. Toen wij hem laatst opzochten, heeft hij mij uitdrukkelijk gevraagd je te zeggen hoeveel hij daaraan had. Het was zoo zuiver, zoo compleet, hij vond er telkens van alles in. Hij wil trouwens voor Krit. en Opb. een artikelGa naar voetnoot5. schrijven over ‘16 boeken in de eenzaamheid’ of zoo: dat zijn de 16 boeken die op het tafeltje in zijn cel liggen en daar wil hij van nagaan hoe die stuk voor stuk smaken, in deze omstandigheden. Als het goed wordt, stuur ik je dat ook. Hij genoot ook zeer van de Anecdotes italiennes et françaises van Stendhal. Wij stuurden hem nu Van oude menschen, de brieven van Burckhardt en de mémoires van Heine (ken je die eigenlijk? Er staan prachtige stukken in, volkomen ‘actueel’). Schrijf weer eens. Succes met je werk. Heel veel hartelijks, ook van Bep en aan Rien natuurlijk, en denk niet dat we jullie vergeten als we niet schrijven. We praten vaak over jullie, soms met Koets, maar ook met allerlei menschen die je alleen van het papier af kennen: dat is het voordeel van de beroemdheid! Een hand van je E. |
|