Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940

3634. Briefkaart aan D. de Vries: Bandoeng, 6 februari 1939

Geachte Heer De Vries,

Zou u voor mij na willen zien in S. Kalff's Indisch Landjuweel,^1. in dat vers van N. van Helmond (dat ook in Valentijn^2. staat), of in de 17^e regel staat: immers^3. of immer (van zijn kracht beroofd). In de Muze staat nu nl. immers, en ik ben bang dat de een of andere corrector die s erbij heeft gezet. Zoo ja, dan moet ik dat nog even op het lijstje errata aanteekenen.

Het boek is begin volgende week klaar, zegt Nix. Dat kan ook wel, want overmogen zijn de buitentekstplaten gedrukt.

Dank voor de moeite en steeds uw

EdP.

Bdg. 6 Febr. '39.

1. Oost-Indisch landjuweel, verzameld door S. Kalff. (Haarlem 1902); ‘Lofdicht op den Raad van Justitie te Batavia’ van N. van Helmond op p. 297-299.

2. François Valentijn, Beschrijving van Groot Djava (enz.), deel 4 van Oud en Nieuw Oost-Indiën (enz.). Dordrecht 1724-1726. Het gedicht van N. van Helmond zonder titel op p. 353-354.

3. De hiervoor in n 1 en n 2 genoemde uitgaven geven ‘immers’. De muze van Jan Companjie heeft eveneens ‘immers’ (1e dr. p. 75, 2e dr. p. 106; dus niet in errata-lijst).