Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3615. Aan H. Samkalden: Bandoeng, 17 januari 1939Bandoeng, 17 Jan. '39. Beste Hugo, Moe maar niet ontevreden uit Bat. hier weergekeerd, vond ik bijgaande krabbel van Koperberg op mijn schrijftafel. Geef mij eens raad: wat moet ik hiervan denken? Verneukt hij zichzelf, of wat is het? Wat is dat voor een circulaireGa naar voetnoot1. die hij nu wil? Ik begrijp deze menschen gewoon niet meer. - Hoewel Bep het stuk tegen Het LichtGa naar voetnoot2. voor Koch heeft getikt en hij er dus zoowat niets meer aan te doen had, ligt het hier nog! Met veel vriendelijkheid vertelde hij mij zooeven door de telefoon dat hij er eigenlijk steeds minder voor voelde (dat had hij mij ook al naar | |
[pagina 56]
| |
Bat. geschreven), maar het toch zeker nog zou zenden. Als dit geen saboteeren is, dan is het er een zusje van. Ik geef het op; van vandaag af is mijn belangstelling voor K. en O. nul. Ik zal nog wel wat voortgaan om niet direct spelbreker te zijn, maar mijn plezier is weg. De kwestie is, geloof ik, dat Koch angst heeft omdat zijn vrouw telkens hartkloppingen en hoofdpijnen krijgt van ‘aanvallen’ en de zaak liever laat doodbloeden. Hij wil wel vechten, zegt hij, maar voor zijn overtuiging. Misschien heeft hij gelijk, en is dit het verstandigste. Het zou inderdaad - ook voor mij! - afschuwelijk zijn als Mevrouw Koch het gelag moest betalen. Ik ben dus bereid om deze vervelende aan-het-lijntje-houderij als beleid te slikken en niet nòg eens mij kwaad te maken, enz. Maar het is niet te verwonderen als ik er dan zelf ook maar bij inslaap. Of liever, ik heb een geweldige lust om Spinoza te lezenGa naar voetnoot3. en over Dirk v.H. te schrijven en me om dit heele mediocre gedoe geen bal meer te bekommeren. Op deze manier heb ik gewoon het gevoel dat ik me inspan voor niks. - Ik zal er nog eens met Koets over spreken; is hij nog enthousiast, misschien krijgt hij me dan nog een eind mee... Stuur me liefst omgaand, den brief van Koperberg terug met je opmerkingen. Ik ben van tevoren ziek van aan-de-lijn-houderij, dus als je dit volkomen kul vindt, zeg me dat dan ronduit, dan schrijf ik hem dat ik niet meer beschikbaar ben. Kom je nog eens hier? Je idee om bij de Van Leurs in te trekken is uitstekend; waarom doe je het niet vóór 1 Februari? Groet Job en Peu van me, tot nader; hartelijk je E.
Ik had uiterst leerzame - voor mij leerzame - gesprekken met Vermeulen. De jeugd, de academisch-afgeleverde, zit boordevol intellectueele (en wschl. andere) vooroordeelen. V. is erg aardig, maar 100% afgeleverd specimen van Leiden: Huizinga de cultuurdrager van Holland, Ter Braak eig. een grappenmaker en een journalist, een zekere heer Kamp(?) om je te bedoen zoo geestig (ik las zelden iets zouteloozers, maar het is ijsbaarlijk leidsch), enz.Ga naar voetnoot4. En alles zit goed in | |
[pagina 57]
| |
de kastjes. Deze jongelieden moesten in hun kamer deze spreuk hangen van Stendhal: Rien ne me semble bête au monde comme la gravité.Ga naar voetnoot5. Maar ach, ze zouden denken dat dat ‘ook maar een grapje’ is. Voor den intellectueelen en acad.-gevormden Hollander zal Fruin altijd een orakel zijn en Multatuli een pias. Als ze 18 zijn lééren ze dat, als ze 28 zijn wéten ze 't voorgoed! |
|