Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
3578. Aan A.M. de Voogt-Blume: Bandoeng, 5 december 1938Bandoeng 5 Dec. '38. Geachte Mevrouw de Voogt,Ga naar voetnoot1. Ik zou werkelijk niet weten op welke manier u aan de adressen of tips voor een parijsche perskaart te helpen. Wij zelf waren in Parijs correspondent van Het Vaderland en hebben toch nooit die perskaart gehad, omdat wij het lidmaatschap van die journalistenvereeniging èn de kaart te duur vonden. In Parijs zelf moet uw neefGa naar voetnoot2. toch kunnen hooren hoe eraan te komen?... Wat indische adressen betreft, ik heb zelf absoluut geen relaties, zelfs niet met het Bat. Nwsblad, sinds Ritman met verlof is. Zijn vervanger, de heer Versteeg, is mij onbekend. Ik ben... leverancier van speciale artikelen over literatuur; meer wil ik ook niet zijn. Was ik meer, en inniger, aan dat blad verbonden, dan hadden zij voor mij in de bres moeten springen toen Zentgraaff mij bezwadderde terwijl ik in 't ziekenhuis lag. Dat zij dat niet deden, bewijst genoeg in welke relatie of liever non-relatie ik tot de indische pers sta. U vindt mijn antwoord tegen Z. niet zoo erg ‘op peil’.Ga naar voetnoot3. Het is jammer dat u zijn stuk niet las. Eén van de twee: òf je sluit je op als een gangster je beschiet òf je schiet terug, maar in dit laatste geval moet je 100% weten dat je met een gangster vecht en niet met een vicomte en cadet van St. Cyr. Ik ben bereid Z. te treffen waar ik kan en genadeloos te zijn tegenover deze schobbejak, waarvan zelfs Indië momenteel geen 2e ex. heeft. Het succes is trouwens zeer groot! Een nr. van K. en O. van 16 Nov. heb ik niet meer. Wel zend ik u gelijk hiermee het volgende nr. (pas uit) waarin een stuk van Z. dat grootendeels herhaling is van dat uit de Java-Bode. Een antwoord van mij staat erachter, niet tot hem gericht overigens maar tot Menno ter Braak. Ik sluit in het nr. een knipsel uit de Preanger Post hier, van Seubring, waarin deze tevens het art. van Ter Braak in Het Vaderland voluit citeert. Zoo hebt u althans een deel van de rel. Maar er zijn, in Batavia en hier, en zelfs in Semarang, al ettelijke artikelen versche- | |
[pagina 14]
| |
nen; en het is nog lang niet uit. Het schijnt dat Z. er heelemaal verward van is, dat hij zoo wordt aangepakt. Het beste lijkt mij dat u den heer D.Ga naar voetnoot4. beide nrs. stuurt en ze hem terugvraagt. Of hebt u het andere al verscheurd? Geeft u mij dan zijn adres op, dan kan ik hem door de red. v. K. en O. misschien nog dat nr. laten zenden, bijwijze van ‘proefnr.’ Die oude van Keulen is een bovenste beste, maar... een zendeling,Ga naar voetnoot5. en bijgevolg van nature aan Mult. vijandig. Hij vond Het L.v.H. immers ook zoo gemeen? Het is op oude kinderen van zijn soort èn op hypocrieten dat Z. werkt. Bep - en ik natuurlijk ook - danken u zeer voor orchideeën en zoute stokjes. Ik hoop opgeknapt te zijn als u hier komt. Op 't oogenblik is 't nog maar heel matig en eig. ben ik sinds Garoet in dit mijn ‘land van herkomst’ onklaar geraakt. Ik wil eerst mijn robber met Zentgraaff tot het eind toe uitvechten, daarna maar weer terug naar Europa. ‘Van de pen leven’ kan ik daar beter dan hier. Met beste groeten, ook van Bep en Alijntje, voor ubeiden, teekent gaarne uw dw. EduPerron |
|