Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3542. Briefkaart aan J. Greshoff: Bandoeng, 7 oktober 1938Bandoeng, 7-10-'38 Beste Jan, Gister, 6 October, verzond ik de Van Harens als aangeteekend dokument naar jou p/a Holk. en W. Als de post zijn plicht doet moet je 't pak daar vóór 15 Nov. hebben, misschien al vóór den 10en. Geef dus tijdig je instructies, gezien de ijver van die heeren! Laat alles maar zoo gauw mogelijk zetten en mij de proeven van stuk 1. per vliegpost sturen; als die bv. 20 Nov. uit Holland gaan, heb ik ze hier tegen 28 Nov. en jij ze vóór 10 Dec. terug. Dus prachtig op tijd om 1 Jan. in G.N. te staan. - Houd deze briefk. ergens in 't gezicht om bijwijze van memorandum te dienen. Ik heb nog hoopen verbeterd aan dat verhaal, en Bep zegt dat zij 't nu uitstekend vindt. Ik hoop dat het ook jullie meevalt; graag zoo gauw mogelijk je indrukken. Laat vooral dat voorwoord van me erbij zetten; dat is meteen een ‘gebruiksaanwijzing’, maar laat het in kleine letter zetten.Ga naar voetnoot1. Als 't ding in G.N. staat, zal 't me moreel een flinke duw in de goede richting geven; ik heb daar soms wel erg behoefte aan tusschen mijn andere geploeter hier. Maar zeg wel eerlijk je indruk, want ik ben over dit verhaal lang niet zoo zeker als over De M. v. Lebak. - Morgen of overmorgen zend ik je Mul. II en Sprookje v/d Misdaad, aan Menno ook. Hartelijke groeten en tot spoedig. Je E. Wajanglaan 25
|
|