Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938

3506. Briefkaart aan R. Nieuwenhuys: Meester Cornelis, 9 augustus 1938

M.C. 9 Aug. '38.

B.N.,

Hierbij antwoord van Greshoff: ‘Wat dat extra-nr. betreft, leg ik mij geheel bij jouw oordeel neer. Jij kent de materie en ik niet. Het

[p. 434]

Daum-nr. zou toch wel iets gevarieerder moeten worden. Een artikeltje van jou zou ik er noode in missen. Verder graag iets over Daum en de kritiek van zijn tijd bv. Vindt je 30 blzn. van die onbekende heer N. niet wat veel? Denk er eens ernstig over na of er niet wat meer variatie te brengen is in de 30 à 40 blzn. over Daum. Goed portret, volledige bibliografie, korte, volledige biografie.’^1.

Je ziet: dit is de tijdschriftleider in optima forma. Maar hij heeft al toegegeven. Wat stel je nu voor? - Ik zal hem schrijven dat de onbekende heer N. al voor alles gezorgd heeft: portretten (i/h meervoud), bibliografie, biografie, al wat hij verlangt. Als hij erop gesteld is, wil ik ook wel mijn ‘bekendheid’ werpen in 't geval en een stuk na het jouwe leggen van - zeg 6 blzn. Maar what next! Want op die variatie^2. (strepen eronder) schijnt het aan te komen!

Schrijf nog hierheen. We gaan pas Dinsdagmorgen weg.

Beste groeten,

EduP.

Pasarstr. 142.

Mr. Cornelis

1. Ter Braak bracht zijn vakantie door bij Greshoff in Juan-les-Pins aan de Franse Rivièra. DP stuurde hem gegevens over een mogelijke, 18^e eeuwse voorvader, Balduinus ter Braak (zie 3507 (1088)).

2. Brief niet teruggevonden.