Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 404]
| |||||||||||||||
haast me je te schrijven om je misschien nog moeiten te besparen. Door een soortement wonder is op het Landsarchief nl. een bibliotheek ondergebracht, waardoor ik nog een en ander hier kon vinden; zoo het portret van Bogaert, dat je dus niet meer hoeft te laten fotografeeren. Ook zijn vers op Van Outhoorn vond ik; het staat in de Historische Reizen. Ik moet van Bogaert alleen nog maar hebben: ‘het voor de vuist gerijmd request’ op blz. 49 van de Gedichten en het in 1702 gemaakte indische vers op blz. 498. Althans wanneer het laatste ook echt iets indisch’ heeft en het eerste niet te lang is. Voor de Bataviase Nouvelles moet je je vooral niet te veel moeite geven. Komen er geen verzen in voor, laat dan maar stikken, want van het proza heb ik wel eenig idee door citaten in een artikel van zekeren Dr. Wijnmalen.Ga naar voetnoot1. Dus:
Dat is alles; en dat is nog vrij veel, maar niet tè, hoop ik. Dank, dank. Ik verwacht, eerlijk gezegd, al van allerlei, binnenkort; wat je al gezonden hebt, kan je hierboven schrappen. Hartelijk je E. | |||||||||||||||
[pagina 405]
| |||||||||||||||
Van 15 Sept.-15 Aug. wonen Bep, Alijntje en ik in Gedong Menu te Mr. Cornelis. ‘Wel gek, hè?’ Niet daarheen schrijven: 't huis heet nu anders, - maar gewoon aan dit adres: Molenvl. W. 9a. Ik laat op het Postkantoor nazenden, dat is het veiligste. |
|