Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3452. Briefkaart aan H. Samkalden: Sitoe Goenoeng, 26 april 1938Sitoe Goenoeng, Dinsdagav. 26-4-'38. Beste Hugo, Ik ben je zeer dankbaar dat je me hierheen hebt geëxpedieerd. Mijn hoofdpijn die (dacht ik) ingeroest was, is na 2 dagen zoo goed als verdwenen. Den StyxGa naar voetnoot1. bezocht ik al, hoewel op nog wat wankele beenen. In Batavia waren mijn beenen doorloopend 60 jaar oud, toen ik pas hier was dacht ik dat ze op slag 40 jaar jonger waren geworden, maar dat was toch optimisme. Bep komt Vrijdag hier, we blijven dan tot Maandag. Kan je Maandag even aan den trein komen? Ik zou je een pakje willen geven voor Van Leur, maar 't kan zijn dat wij zelf uitstappen en den middag in Bogor overblijven, om zoo laat mogelijk in Batavia terug te zijn! Daarover nader. - Ik schreef voor Rtm. mijn stukje,Ga naar voetnoot2. maar moest afbreken juist toen tante | |
[pagina 351]
| |
Annie aan de beurt kwam. Alzoo: tante Annie voor het volgende stukje.Ga naar voetnoot3. Ik heb me hier niet bepaald op hersenrust gesteld, want ook over Marsman en Suarès pende ik vele blzn. Het is dus werkelijk het klimaat en de lucht hier, die mijn hoofdpijn uitdrijven. - Schrijf eens. Ik denk dat ‘die Madam R.’Ga naar voetnoot4. heel boos zal zijn over mijn stukjes; maar wat kan ik daaraan doen? ik vraag 't je in gemoede. Pomp V. Leur in 't hoofd dat die oude Karta Nata NegaraGa naar voetnoot5. een knevelaar was, en leer hem dat de beste oplichters eruit zien als zendelingen. Doe hem verder mijn beste groeten en aan Peu ook. De Verhoevens zijn erg hartelijk, zegt Bep. Een hand van je E. Als Bep hier komt, logeert Alijntje bij de Verhoevens. |
|