Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3392. Briefkaart aan F.E.A. Batten: Batavia, 24 januari 1938Batavia, 24 Jan. '38. Beste Freddy, Dank voor verschillende brieven en bedank ook Rudie voor zijn missive uit Parijs. Ik leef geheel met jullie mee en heb altijd veel plezier in zoo'n verslag van jullie wedervaren, maar vergeef me voorloopig als ik niet antwoord. Sinds 3 weken ben ik nu daggelder en dit 6 uur per dag moeten werken aan geestdoodende dingen is iets dat me vooreerst alle lust in schrijven en over mezelf praten ontneemt. Ik moet ‘wennen’, zooals dat heet. Vroeger of later barst ik wel in jullie richting uit met een lange brief, maar gun me den tijd en wees niet boos erom. Ik kreeg de 2 Halbertsma'sGa naar voetnoot1. die mij inderdaad nog wat opleverden, hoewel niet veel; maar ter controle op wat ik geschreven had was 't prachtig. Ik ben ook allerminst de 2 boeken vergeten die ik voor jou zoek; Van de Wall en Prick van Wely.Ga naar voetnoot2. Helaas heb je je zinnen gezet op quasi-onvindbare dingen, want tot dusver is alle moeite vruchteloos geweest. Ik zocht niet alleen hier, maar schreef naar Soerabaja. Indië is - als vroeger! - het | |
[pagina 267]
| |
land waar je nooit het boek vindt dat je zoekt. Verder heeft Batavia wel geschikte kanten, naast allerellendigste wat de europeesche samenleving betreft: het is ook nog steeds het land waarvan Brooshooft ‘zong’ dat koning Prol er de scepter zwaait.Ga naar voetnoot3. Ik kom nauwelijks tot werken. Later meer en steeds van harte je E. Nogmaals dank voor correctie!Ga naar voetnoot4.
Adres vanaf 16 Februari:
Ga naar voetnoot5.Zie hoe idioot ik al word! |
|