Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3356. Aan F.E.A. Batten: Garoet, 2 december 1937Garoet, 2 Dec. '37. Beste Freddy, Dank voor je lange brief. Er is geen sprake van dat ik zóóveel terug kan pennen, maar op bepaalde punten antwoorden gaat natuurlijk best. De stukken van T.Br. over Saks en mijGa naar voetnoot1. las ik nu een paar dagen geleden. Natuurlijk vind ik ze voortreffelijk. Wat Ter Br. niet begrijpt - dat ik S. ‘schijnheilig’ noem - heeft hij zelf n.b. uitstekend ‘verwoord’ waar hij zegt dat Mult. ‘met dezen als objectief historisch onderzoek vermomden naijver (wordt) verraden’. Dàt noem ik schijnheilig, dat vermomde verraden! Enfin, in De Telegraaf heeft een opmerkelijk domme krullejongen al een ‘tegenzang’ laten hoorenGa naar voetnoot2.; ik hoop dat je dat ook las. - Ik wist niet dat ik je nog zoo verdomd veel moeite had gegeven met die revizie, maar wat je me er van meedeelt is allemaal even perfect, dus mijn dank groeit. In ieder geval is het het meest complete boek over deze eerste levenshelft van Multatuli, want er is geen dokument of verhaal van éénige beteekenis, geloof ik, dat ik er niet in heb gezet. Ik zou, wat mij betreft, het veel tijdroovender werk op me willen nemen van een ‘vervolg’: Mult. als schrijver, waarvoor ik ook al zijn geschriften weer zou moeten overlezen,Ga naar voetnoot3. maar als Q. mij dat niet vraagt, doe ik het niet. Altijd weer de formule vinden van maximum arbeid voor minimum loon, verdraai ik; mijn ongeluk is dat ik minder betaald schijn te moeten worden omdat ik zoo hard gewerkt heb (vanwege hoogere drukkosten en hooger risico). Toch is die redeneering van uitgeversstandpunt uit natuurlijk logisch. Saks houdt nog veel moois voor me in petto (zijn boek is onderweg, door Greshoff hierheen gezonden): dat heele begin - de jeugd en Sumatra's W. kust door S. behandeld - ken ik nl. niet. Maar mijn rekening met S. is nog niet vereffend. Ik heb lust hem in G.N. te | |
[pagina 215]
| |
behandelen in een ‘dialoog’. Wil Greshoff dit niet, dan maar een gewone bespreking.Ga naar voetnoot4. De Onzekeren schieten maar heel langzaam op. Die amoeben-historie, kuur + negenoog die ik er bovenop kreeg, hebben mij geheel uit dit werk geslagen. Over 14 dagen gaan we nr. Batavia, waar het huizen zoeken Bep lang niet meegevallen is, moeten ons inrichten, enz., en dan begint het werk op het Archief, dat mij den eersten tijd wschl. wel van alle literaire arbeid zal afhouden. Dus... Je nicht in Mr. CornelisGa naar voetnoot5. verwart Gedong Menu met het huis van Hartelust, den vroegeren ass. resident, tegenover de Crammerslaan. Dààr is nl. dat kosthuis. In Ged. Menu huist nu een holl. burgerfamilie die regeert over een gansch volk van ‘naaiers’. Heele zalen zijn gevuld met trap-naaimachines en het naaivolk vult iedere dag in stoeten het erf. Er wordt daar nl. genaaid voor het leger, dus in veldgroen laken; heel sympathiek. Dat plan van die Mult.-uitgave van Gans Sr. bij De Haan is een Gans-achtig fantazietje geweest. Ik heb den man uitvoerig geschreven en zelfs met een voorbeeld van hoe ik die uitgave dacht in te richten en kreeg doodgewoon geen asem.Ga naar voetnoot6. Als Ter Br. dit nog niet weet, zeg het hem dan bij gelegenheid. Die 2 strofen Voor een Jongmeisje werden geschreven niet voor Truida ter Braak, maar voor een meisje dat indertijd bij Stols werkte, dochter van den boekhandelaar Bolle van Rotterdam, genaamd Danny Bolle. (Ik was niet verliefd op haar!!!) Ik herinner mij die verzen niet meer, zend ze me maar eens; misschien kunnen ze in een volgende herdruk.Ga naar voetnoot7. Weet je dat Mikrochaos totaal is uitverkocht? Gek, hè? | |
[pagina 216]
| |
Het boek van Prick van Wely vraag ik heden aan.Ga naar voetnoot8. Als 't er is, wordt het je meteen opgezonden, dus van Batavia uit. Ik vind Van Eyck een zéér sympathieke man, maar houd me nog steeds aanbevolen voor zijn opinie over Multatuli en over Couperus. Voor hem zijn die wschl. geen poepje waard naast Verwey. Al wat je me over Italië en de Van Schendels vertelt, heb ik geboeid gelezen.Ga naar voetnoot9. Als de Van Schendels er niet meer zijn, is er een heel zuivere aparte wereld gebluscht in Holland. Ik hoop spoedig De Grauwe Vogels te lezen en ze te besprekenGa naar voetnoot10. voor 't bataviasche publiek van lezende ambtenaarsvrouwen, waarvoor ik tegenwoordig schrijf. Ik ben haast nog meer benieuwd naar het nu nog geheime boek, vooral om de compositie, die ‘modern’ is. Je vindt een schets van deze manier van belichten in het verhaal Le Miroir à 3 faces van Morand (in L'Europe galante); verder is er iets van deze methode bij Wilkie Collins (The Woman in White). Maar verder heeft dit alles met Arthur natuurlijk niets te maken; en vooral de manier waarop Arthur zooiets aanpakt, interesseert me bizonder! Voorloopig zal ik er intusschen diep over zwijgen. Ik hoop dat de Gr. Vogels al naar me toe varende zijn. Ook het boek van Slauerhoff over Guadalajara zag ik nog steeds niet. Guzman daarentegen besprak ik.Ga naar voetnoot11. Wij loopen niet in ‘indische gewaden’. Mijn kleeren hier zouden gewoon lichte zomerkleeren in Europa kunnen zijn. Zoo'n foto trekt ons niet aan; maar vroeger of later, als zooiets gemaakt wordt, zal ik je een afdruk zenden. Foto's van 't huis in Tjitjoeroeg bestaan, die zal ik voor je opscharrelen. Ik zond ze aan Greshoff die er nog met geen kik op reageerde.Ga naar voetnoot12. Vraag hem er eens naar, en als er wat bij is dat je houden wilt, vraag dat dan aan hem of schrijf mij wat het is, dan laat ik het hier nadrukken. Dat ‘slapen’ met meisjes dat jullie telkens willen doen vind ik vreeselijk idyllisch. Ik dacht dat zooiets nog altijd ‘keezen’ heette. Maar soedah; Slaap, kindjes, slaap. Atie Greshoff vinden wij bizonder aardig en dat ze zoo'n douche voor jullie was na Annie - al is de laatste een schat - volstrekt onbegrijpelijk. Dat ze ‘een hout’ zou zijn is klinkklare onzin. Aan den | |
[pagina 217]
| |
anderen kant begrijp ik er weer niets van als je vertelt dat Ikarus bekeerd Greshoff's beste lange gedicht is en zijn ‘volledige poëtische belijdenis’. Ik dacht dat Pro Domo dat was. Bovendien, ik las Ikarus en vond het heel goed, maar 1o stukken te lang en 2o zeker minder dan Pro Domo of de Najaars-uitverkoop en misschien zelfs dan Janus Bifrons.Ga naar voetnoot13. De brief van Gans is mooi. Zeg hem dat hij rekenen kan op f 10. voor een aandeel van Duwaer. Maar waarom zoo'n rotnaam als Duwaer? Vanwege Ducroo? Waarom dan maar niet Ducroo? Maar goed, va pour Duwaer! Wschl. blijft hij toch ongeboren, net als de Mult.-uitgave van ouderen broer Gans-van-De-Haan.Ga naar voetnoot14. Van Rudie nog geen bericht. Chevasson heet niet Chefasson. Op oom de Neef wacht ik, maar niet in Tjitjoeroeg, dat is voorbij. Je spreekt verder over ‘iemand als Verhoeven’, alsof je 'm kent. Ik ben zoo ver niet. Tot dusver was hij geschikt, maar 't kan verkeeren, en vooral, vergeet niet dat hier in Indië alles afhangen kan van de ‘conjunctuur’. Om te beginnen schijnt mijn benoeming voeten in aarde te hebben gehad:Ga naar voetnoot*, omdat een ‘dynamische figuur’ als ik (dat waren de eigen woorden, volgens mijn zegsman) een slechte invloed zou kunnen hebben op Verhoeven, die toch al ‘onrustig’ gevonden werd. Maar deze ‘onrust’ beteekent vnl. dat hij graag aan den weg timmert, van zich doet hooren in de bladen, enz. Iemand anders heeft toen betoogd dat dit soort ‘onrust’ mijn ‘dynamiek’ vmdl. hoogst-siberisch zou laten, zoodat het gevaar denkbeeldig leek. Enfin, ik ben nu benoemd. (Er is nog géén ex. van mijn boek met opdracht aan D.D. in Indië!) Voor Arthur hèb ik moeite gedaan. Maar wat ze aanbieden is belachelijk. Als ik in Batavia woon, wil ik nog weleens moeite doen maar Arthur is hun al te hoog: òf Fabricius, òf Darja Collin, òf een | |
[pagina 218]
| |
pianist of zoo, verder reikt hun belangstelling niet. Anna v. Gogh-Kaulbach is gewoon op eigen kosten gekomen, en zit nu bij familie, meen ik, nog verder oostwaarts, dus daar moet je niet op letten! - voor zoover ik weet heeft 't goeie mensch niet één lezing gehouden hier. Over 't stuk van RudieGa naar voetnoot16. schrijf ik, zoodra ik 't gelezen heb. Tot zoover nu. Veel hartelijks van ons 2, je E.
P.S. Ik heb over Halbertsma geschreven aan Bernet Kempers v/h Bat. Gen.Ga naar voetnoot17. - Over Java, en ‘geel’ en ‘bruin’ gevaar, later. Dat de Indo's het nu beroerder zouden hebben dan vroeger, is absoluut onwaar. - Naar de sriawan en andere temoe lawakGa naar voetnoot18. zal ik t.g.t. informeeren. Dank voor de hint! |
|