Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3328. Aan F.R.J. Verhoeven: Garoet, 4 november 1937Garoet, 4 Nov. '37. Zeer geachte Heer Verhoeven, Dank voor uw schrijven. Gaarne zal ik het boek van JenkinsonGa naar voetnoot1. van u overnemen, als het inderdaad zoover komt dat ik u op 't Archief mag ‘assisteeren’. Ik las er al in, en bevond het zeer levendig, gegeven het onderwerp; ook helder en overzichtelijk, voor zoover ik daarover oordeelen mag. Dat mopje van dien baffel van Royaards...ja, ik had natuurlijk ook nog geschreven ‘Saïtjah’, zooals het hoort, maar de corrector heeft dat verbeterd. Ik had ‘Saïtjaa’ moeten schrijven, misschien dat hij dan de expressigheid verstaan had.Ga naar voetnoot2. | |
[pagina 178]
| |
Wij zitten hier, wat woongelegenheid betreft, heerlijk. Er is letterlijk niemand, in Garoet niet en in dit hotel niet; het eten en de bediening zijn best; en om van het eene gebouw naar het andere te komen, doorkruis je holle zalen, gaat trappen op en af, schrijdt door verlaten tuinen, enz. Ik heb hier zeer behoorlijk gewerkt, dwz. maakte hier dat verhaal over de Van Harens af, waarover ik u sprak en waarvoor ik zoo goed dat citaat van u uit Huizinga's Erasmus kon gebruiken over den regententijd.Ga naar voetnoot3. Nogmaals dank daarvoor. Met-dat-al hebben wij één groote tegenvaller: mijn vrouw is hier hoegenaamd niet opgeknapt. Dat ziet er wel naar uit. Dwz. het ziet ernaar uit, dat haar gestel tot de ‘onverzoenlijke’ behoort t.o.v. het indische klimaat. Zij heeft nog altijd allerlei voornemens van ‘les geven’ en zoo, zelfs in Batavia, maar ik zie niet goed, hoe zij dat daar doen zou, waar zij hier tot niets in staat is en zich iederen dag doodop voelt. Wij trachten plannen te maken, voor het geval Batavia haar werkelijk te machtig wordt, maar vinden tot dusver niets bevredigends. Het beste is misschien nog: af te wachten hoe de zoogenaamde ‘omstandigheden van buiten’ zich precies zullen voordoen. Ik las hier een historische roman van Vestdijk over Greco, Het Vijfde Zegel, die me erg van het genre ‘serieuze’ historische roman heeft doen schrikken. Nooit heb ik V. zoo taai en zwaar-op-de-hand meegemaakt, en dat alles kennelijk vanwege de studie die hij van zijn onderwerp gemaakt heeft.Ga naar voetnoot4. Romanciers worden door de historie genekt, als zij niet weten de historie, nà gedane studie, brutaal te bejegenen. Alleen het genre historische kroniek (niet roman) kan juist blijven èn boeiend. Kent u bijv. Les Faux Démétrius van Mérimée?Ga naar voetnoot5. Zooniet, dan wil ik het u graag zenden; ik heb het hier. Eén van de dingen, in hist. romans, die opvallend zijn, is: dat als de auteur extra zijn best doet om een hist. personage ‘relief’ te geven en dus flink penseelt en likt en kalefatert, dit personage hoe langer hoe dooiër en onwaarschijnlijker wordt. (Zoo bv. ook het stomvervelende Cinq- | |
[pagina 179]
| |
mars van Alfred de Vigny.) Kent ù een historische roman die juist is èn levend? Is Gone with the Wind zooiets? Met vriendelijke groeten van ons beiden aan ubeiden, steeds gaarne uw dw. EduP. |
|