Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3319. Aan L.F. Jansen: Garoet, 28 oktober 1937Garoet, Woensdagavond. Beste Leo, Veel dank voor Agatha, die behouden binnenkwam. (Overtikken volgt nog wel.) Mijn tikker heeft nu pakken binnengebracht van Onno Zwier's incest; dit is zelfs al klaar en wel en ik pieker nu nog maar over Willem's gedonder met zijn onechte kinderen en de laat- | |
[pagina 166]
| |
ste (dichterlijke) levensjaren van Onno. Hier zijn ook veel krekels, die mijn overpeinzingen met gesjirp begeleiden. Ik denk morgen klaar te zijn, op één passage na, waarover ik bericht wacht uit Holland. Als alles meeloopt kan ik je Maandag of Dinsdag a.s. een doorslag sturen met correcties. Ik reken hier dan ook nog op één dag samenzijn met Binnerts, die morgen of overmorgen wel hier zal zijn, aangezien hij dit week-end zijne Maria in Bandoeng ontmoeten moet (moetemoet). Maak je niet ongerust, ik ben allerminst ‘onvriendelijk jegens hem gezind’, al heeft hij dan zulke nètte drukrelaties. Wat Kolff betreft, heb je je prachtig gedragen, lijkt mij, altijd 20 × beter dan ik het zelf zou kunnen.Ga naar voetnoot1. Onder ons gezegd is f. 125.- best betaald, naar hollandsche maatstaven gerekend, maar wij zijn in Indië, waar bluf alles is. Als je er dus nog een f. 25.- of meer bij kunt bluffen, why should n't we? Ik schrijf je dus een ‘officieelere’ andere brief, die je aan die heeren vertoonen kunt. Maar ik zal die typen, dat staat mooier. En nu is mijn tikman pas overmorgenavond met de machine terug, zoodat je een paar dagen daarop moet wachten. Maar dan is het ook heelemààl net echt! Ik hoop altijd voldoende ‘haat’ (Ter Braak zou zeggen: ressentiment) over te houden, om iederen Zentgraaff, Van Duyl en Mussert uitsluitend te kunnen zien als pleegezicht. Niets meer en niets minder. Amen. Ik heb hier een prachtig boek (geen ironie) dat je lezen moet, De Schaduw van den Leider. Koop het maar; het is net uit en zal er dus wel liggen; de schrijver heet Guzman en de uitgever is Boucher, Den Haag. Deze ‘leider’ heeft met de pleegezichten van de vorige alinea niet veel uit te staan; het is een mexicaansche leider, een caudillo, uit de revolutie van daar, à la Pancho Villa. De film Viva Villa is hier zoo'n beetje de gemeenemans-smeerlapperij van. Guzman is persoonlijk secretaris geweest van Villa. Ik zal dit boek voor Ritman besprekenGa naar voetnoot2. het is een van de 3 of 4 werkelijk goede revolutieromans die ik ontmoette. Het heeft goddank niets van de sovjet-literatuur; nog eerder lijkt het op Dashiell Hammett,Ga naar voetnoot3. maar ook daar: in het betere! Ik ben wat moe van | |
[pagina 167]
| |
de pennerij, daarom laat ik het nu hierbij. Nogmaal veel dank, en hartelijk gegroet, mede door Bep. Steeds je E. du Perron.
Ik ga ook voor Rtm. schrijven over de poëzie van GreshoffGa naar voetnoot4. waar een nieuwe druk van uit is. Als het stuk klaar is, leg ik ook dat boek voor je opzij, omdat het in jouw kast toch niet ontbreken mag. Politicus z. partij ontbreekt je ook nog en verder Slauerhoff! Ik vind die exclusiviteit van jou voor de geschriften van den heer Du Perron toch niet zóó verrukkelijk als misschien zou moeten; en Slauerhoff zal je werkelijk meer ‘treffen’ dan Ter Braak. Lees eens Schuim en Asch. Ik denk trouwens dat mijn nieuwe verhalenreeks je wel dégoûteeren zal, vanwege gebrek aan gebrek-aan-ernst. Hoewel Bep deze Onno Zwier-historie zeer ‘savoereus’ vindt. Enfin, schrijf me eerstdaags, na lezing, hoe je het vindt. Ik moet erbij zeggen dat niet alle andere hoofdstukken van de Onzekeren deze smaak zullen hebben. Basta; het beste; slaap lekker, enz. |
|