Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3267. Aan J.H. Ritman: Tjitoeroeg, 31 augustus 1937Tjitjoeroeg, Dinsdagav. Beste Ritman,Ga naar voetnoot1. Zou je me een extra-nr. van het Bat. Nwsbl. met mijn stuk over Gide willen zenden?’Ga naar voetnoot2. Ik wou nl. de N.R.F. een bewijsnr. zenden, in ruil voor de 2 boekjes. Ik heb nog geen antwoord van je over de ontmoeting met ‘Elsje’,Ga naar voetnoot3. maar vrees dat ik voorloopig in géén geval komen kan. We hebben nu net moeten afzien van een gezamenlijk bezoek aan de Pasar Gambir,Ga naar voetnoot4. omdat mijn vrouw werkelijk niet in staat is om menschen te ontvangen, of zelfs uit te gaan tusschen veel menschen. Ze is bepaald ziek van bloedarmoede, en we zullen daar voorloopig maar naar moeten leven. Gelijk hiermee zie ik me verplicht Van der VenGa naar voetnoot5. af te zeggen; ik | |
[pagina 100]
| |
hoop dat hij niet denkt dat het een uitvluchtje is, want het gaat mij zelf aan 't hart, vooral waar ik weet dat hij niet vaak vacantie heeft. Maar werkelijk, het gaat niet. De Binnertsen, die dezen Zaterdag op Zondag zouden komen, en die we werkelijk niet kùnnen afzeggen, zullen alle krachten vergen waarover mijn vrouw op 't oogenblik beschikt. Misschien dat ik het er trouwens toch op waag hen nogmaals af te zeggen. Het zou verreweg het beste zijn. Beste groeten van je EduP. In haast. |
|