Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
3235. Briefkaart aan H. Samkalden: Tjitjoeroeg, 20 juli 1937Tjitjoeroeg, Dinsdag. Beste Sk. Ik heb Prof. ThorbeckeGa naar voetnoot1. met belangstelling gelezen. Het is inderdaad goed geschreven, en wat meer is: het geeft een zeer goed beeld van den man. Daarom maakt het ook 100% verklaarbaar dat Multatuli deze laadstokgrootheid - de beheerschte Hollander, nietwaar? - hartelijk verfoeid heeft. En 't treurige is dan, dat 9 op de 10 Hollanders zoo'n Thorbecke, (zoo'n Colijn zou 't nù zijn) ontegensprekelijk een groot man vinden, terwijl hun dit van Mult. nog steeds òf ongerijmd, òf op z'n minst problematisch voorkomt. Arm, arm, arm Holland. De Franschen weten tenminste dat hun Hugo op z'n minst een even groot man is als Guizot of Thiers! Ik vind dezen Thorbecke belangrijk, achtenswaardig, enz., en vooral, o vooral, iemand ‘waar je tegen op kijkt’. Hij heeft zich daar dan ook geheel op ingericht; het is het soort groote man dat erin slaagt als zijn eigen standbeeld rond te loopen. Ceci dit geef ik - dat is wel overbodig voor je! - een dozijn van dit soort cadeau voor één Mult. En trouwens, je zou, als je goed zoekt, ook een dozijn Th.'s bijeen kunnen brengen (van Oldenbarneveldt via Joh. de Witt naar Gijsb. Karel v. Hogendorp) terwijl Mult. voor Holland een fenomeen is, dat nog steeds zijn weerga zoekt. C'est plus rare quand même... het moet zich in ons heerlijk ras dan ook realiseeren met alles tégen. Tot zoover voor heden, en tot ziens. Hart. gr. van je EdP. |
|