Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 495]
| |
3219. Aan J. Greshoff: Tjitjoeroeg, 28 juni 1937Tjitjoeroeg, 28 Juni 1937. Beste Jan, Hoewel de onaangename nasmaak van onze correspondentie over Saks mij nog niet verlaten had, ben ik aan het schrijven gegaan van deze 2 sinds lang aangekondigde besprekingen.Ga naar voetnoot1. Ik had ze korter willen maken, maar kòn niet. Blijkbaar had ik onbewust te veel erover op mijn hart, maar ik heb geprobeerd dit uit te spreken in een grooter verband dan van het boek alleen. Met de importantie die Indië steeds meer krijgt, moet je deze stukken maar beschouwen als behoorend tot het domein van ‘Groot-Nederland’, van Grootst-Idem. Plaats liever geen 2 stukken in één nr., maar doe me wel het plezier om beide dit jaar nog te plaatsen. Het geld ervoor - boven dat voor Blocnote - kan je storten in de kas voor Gille. Heeft Simone haar vacantiegeld gehad? Zij schreef mij erom, maar ik antwoordde nu dat zij het van J. de S. krijgen zou. Ik weet ook niet waar 't vandaan te halen; ik ben mijn schoonzuster nog heel wat schuldig voor die extraatjes van Gille. Als Ritman binnenkort wat literaire besprekingen plaatst... En dat stuk van me over Boven-Digoel, dat je in Kunst en KultuurGa naar voetnoot2. hebt gezet? Laat je me dat nog toesturen? Graag. - In geval van niet-plaatsing, maak dan nooit mijn tekst (copy) van zulke stukken weg, want ze kunnen nog altijd dienen voor dat ‘boek over Indië’, vroeger of later. Over de politieroman-gids van FoscaGa naar voetnoot3. - op zichzelf nogal overbodig, maar er valt naar aanleiding ervan wel wat te vertellen - schrijf ik zeer eerstdaags; misschien morgen al. Daarna, zoodra ik G.N. van April en van Juni heb, over Jan Lubbes versus Multatuli. - O ja, dit nog. Bep, die in Bandoeng was, heeft mijn brieven daarover aan jou niet gelezen; zij is verder géén ‘multatuliste’, zegt dat ze daar nu meer dan genoeg van gehoord heeft (na dat heele boek van me!) en is over 't algemeen in zulke dingen altijd tot temperen | |
[pagina 496]
| |
geneigd. Welnu, ze las Saks en vond hem ignobel. Zegt hààr opinie je iets? En wat zegt Menno ervan? Voor vandaag niet meer. Hartelijke groeten van je E.
P.S. Bep laat zeggen dat ze voor G.N. een essay wil schrijven over Lévy-Brühl (Morceaux choisis, N.R.F.). Is dat goed? |
|