Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 439]
| |
3178. Briefkaart aan G.O. Tissing: Wonosobo, 6 mei 1937Beste Adé, Het was te laat om je eerder te waarschuwen. Gisteren kwamen we in Bandjarnagara (van Tjilatjap), vandaag gaan we daarheen terug, na op de DiëngGa naar voetnoot1. te zijn geweest: de tempels v/h plateau. Morgen gaan we via Wonosobo naar Magelang; overmorgen blijven we hoogstwschl. in Magelang om de BoroboedoerGa naar voetnoot2. te bekijken. Maar den dag daarop, dus 8, en 9 dezer ook, zijn we in Djokdja. Òf in hotel Mataram, òf in hotel Riouw, òf bij den heer genaamd C. Rissik (kennis v/de fam. v. Bep). Zie wat je doet, maar als 't te lastig is, laat dan maar waaien. Tenzij je met ons mee wilt de PrambananGa naar voetnoot3. zien, dan heb je er meer aan, en wij hebben meer aan elkaar. Ik zat vandaag ± 2 uur op een paard (na 16 jaar!) en bracht dat er heel wat beter af dan zwemmen. Och ja, 't is ook zitten, hè? Heeft Ira de Kidoeng SoendaGa naar voetnoot4. ontvangen? Groet haar en jezelf hartelijk van ons 2, je E. |
|