Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3125. Aan H. Marsman: Tjitjoeroeg, 3 maart 1937Tjitjoeroeg, 2 maart 1937. Beste Henny, Gisteren schreef ik je - en iets eerder ook al; er moeten twee gewone brieven naar je toe zijn. Vandaag je luchtpostbrief no 2, waarop ik per lp. antwoord. Gisteren was ik ziek, vandaag down. Ik kreeg nl. een brief van Querido op mijn voorstel over/op Multatuli: erg kort en zakelijk, en dat ze wel wouen, maar ‘op gedeelde winst’; wat dit is weet ik zelf nog niet. Ik heb ze geërgerd teruggeschreven dat ik zoo naïef ben geweest om te denken dat ik, met het harde werken dat ik ervoor gedaan heb, wat geld zou verdienen. Erg ‘chic’ is die firma toch niet tegenover mij, vind ik. Eerst die blocnote-historie,Ga naar voetnoot1. en nu dit weer. - Daarbij komen nu de ongunstige berichten over het scheepsjournaal, dat dus hevig geouwehoer blijkt te zijn zonder meer; ik had gedacht dat het nog wel meer was, dat het een beteekenis had. Maar als jullie alle 3 het zoo beroerd vinden, zullen jullie wel gelijk hebben. Jan moet me het ms. dan maar terugzenden, misschien kan het als ‘uittreksel’ nog voor dit of dat dienen. Als ik later beroemd sterf, betalen ze hier nog eens goud voor! Het zou me minder kunnen schelen als ik nu hier niet meteen het vooruitzicht had van nu ook voor niets aan die Mult. gewerkt te hebben (ik schreef je daarover in mijn niet-lp. brieven.) Ik hoop dat jij met je lezingen een prettiger gevoel krijgt. De beroerdigheid voor mij is de voortdurende moreele druk van zelf niets te verdienen. Het eerste geplaatste artikel, sinds ik in Indië ben, is nu dat over Lebak: de opbrengst ervan gaat linea recta naar Jan of zoo, voor kleeren van Gille. Ik heb op het oogenblik trek om mijn ms. van Mult. te verscheuren, of mèt het scheepsj. in een koffer te gooien, en dan aan niets meer te denken dan die baan, die ook maar niet loskomt.Ga naar voetnoot* Over al mijn gesolliciteer schreef ik je ook in die brief (de 1e gewone), | |
[pagina 368]
| |
meen ik; anders heb je er niets bij verloren. Er wordt op het oogenblik gewerkt voor me aan een plaatsje als ‘middelbaar ambtenaar’ op het Dep.t van Financiën. Ze zullen mij wel niet willen, en àls ik het krijg: moet ik me als ambtenaar prettig voelen? Ik ben op het oogenblik al zoekende naar kanalen om mijn opinie over van alles en nog wat hier in Indië te spuien. In ieder geval zal ik, àls ik hier 3 jaar blijf, materie over dit land genoeg hebben. Op Ducroo zal het niet meer lijken; althans wat de wezens hier betreft. Ik schreef je geloof ik al dat Mult. in deze omgeving een halfgod wordt. En met hoe meer onderscheidingsvermogen je toegerust bent, hoe meer je dat zoo ziet. In je jeugd vind je Mult. een held, maar hoè ellendig het tuig is waarmee hij te doen had, besef je dan niet, - tenminste als je er zelf bij hoort. Ik zou de pa Ducroo's en ooms van Kuycken nu anders zien, dat verzeker ik je. Daarom ook begrijp ik niets van de ietwat seniele wereldwijsheid waarmee Jan en jij blijkbaar reageeren op dat ‘onbeduidende’ en ‘magere’ en ‘poovere’ boekje van Gide.Ga naar voetnoot2. Er is maar één vraag, om alle gelul te voorkomen: als jullie Gide waren, en je naam gegeven hadden 100% pro die stalinistische moordenaarstroep en onderdrukkers, en je was dan in dat rotland geweest, had je dan gelogen of disciplinair gezwegen? Het gaat er niet om of Gide ‘trouvailles’ kwam aanbrengen - die ploerten daarginds zijn slimmer dan hij op dat terrein en hadden wel gezorgd dat hij die niet doen kon; - het gaat erom of hij niet, juist omdat hij van tevoren zijn naam aan die beweging had gekoppeld, de waarheid moest zeggen, poover of interessant of niet. Dat de bourgeois en andere akeligerds zijn verklaringen zouden uitbuiten, zóóidioot is hij ook niet geweest om dat niet in te zien; dat allerlei slimmerds het ‘al lang wisten’, wist hij heusch ook wel! Niettemin, het heeft die 100% leugenaars en gedisciplineerden verdomd gehinderd dat hij deze poovere verklaringen deed; hij juist; en dat hij dat toch deed, tegen de raadgevingen en het andere gekonkel in, dat is wat ik in hem bewonder. Dat is precies wat ik zou hebben willen doen, en wat ik misschien niet eens gedurfd had, wie weet? dat is in ieder geval waarom ik Gide's moed - deze moed tot eerlijkheid juist, in deze verleugende rottijd - verstel boven de moed van Malraux om in luchtschepen te gaan.Ga naar voetnoot3. Malraux heeft de moed van iedere luitenant, Gide is moediger geweest dan Erasmus in zijn | |
[pagina 369]
| |
tijd, want wat hij verdedigt is een ‘erasmiaansche’ waarde, een waarde van (de vrijheid van) de geest, en op gevaar van voor verrader, enz. door te gaan en beklad te worden door de toejuichingen van rechts, zooals ook allebei gebeurd is. Dat jij dit niet inziet: dat het niet gaat om de inhoud van Gide's boekje (ofschoon ik ook die niet zoo veracht als Jan en jij!) maar om zijn getuigenis, zijn houding, in het heerschende conflict van de leugenaars van rechts tegen de leugenaars van links, dat maakt me eigenlijk kwaadaardig! Zooals ik Jan al schreef: als jullie zoo wereldwijs worden, feliciteer ik je er niet mee; wat jullie nu vertellen, dat vertelt iedere Ehrenburg om zijn huidje te sparen. Ik bewonder Gide, die op een decisief moment, zijn waarheid en zijn hoogste waarde voorstaat, tegenover de zooveel millioen slimmerikken die disciplinair smoelhouden of liegen voor hun standje. Dat hij ‘naief’ en ‘ouderwetsch’ is geloof ik graag! Precies zooals Multatuli naief en ‘neurasthenisch’, of ‘excentriek’ of ‘overijld en heethoofdig’ was; de troep die knoeit, en die altijd 1001 redenen heeft om het geknoei en het meeknoeien als normaal en heilzaam voor te stellen, heeft altijd termen genoeg! Voor mij heeft de ouderwetsche Gide bewezen superieur, zéér superieur aan de nieuwerwetsche Malraux te zijn; hij alleen heeft mij niet teleurgesteld in deze bloedige ploertengrap waar Europa nu links of rechts aan meedoet, en dat hij dat gedaan heeft, niet als ‘liberaal’ (in de positie van Menno, jij of ik) maar als communist, vind ik prachtig. Het is een van de weinige dingen van den laatsten tijd geweest die mij ‘met het leven verzoenden’. - Dat is eig. alles wat ik te zeggen heb, want of de onthullingen van Gide al-of-niet even interessant zijn als bv. die van Istrati of Victor-SergeGa naar voetnoot4. kan me eig. geen bal schelen. Ik lees hem altijd liever, en vooral, hij is voor mij ook ‘onverdachter’ dan die andere heeren, die toch altijd nog wat ‘pooverder denkers’ zijn dan hij, al hebben ze meer ‘documenten’. ‘Onverantwoordelijk’, die vergelijking met Duitschland?Ga naar voetnoot5. | |
[pagina 370]
| |
Waarom? Dat weet hij dan nu eens wèl zonder er geweest te zijn; en hij is er bovendien geweest. Het isGa naar voetnoot6. één pot nat; daarvoor hoeft niemand reizen te maken of onderzoeken in te stellenGa naar voetnoot*. Alleen viel er een soort imbeciele sympathie voor Rusland, van menschen van ons soort, te bestrijden. Ik denk nu precies als Gans, als De Kadt: als je die keus hebt alleen maar, dan een touw om je nek. Of muzelman worden. Ik heb van hier nog steeds niets te vertellen; we zitten hier opgesloten, en de dingen die ik zou kunnen vertellen zouden meer genuanceerd moeten worden, zijn te lang voor brieven, waarin ze ook maar ‘poover’ zouden zijn. Later beter. Heel veel hartelijke groeten, ook van Bep en aan Rien, een poot van je E. Ga naar voetnoot7.P.S. jullie vergeten hoe representatief Gide's adhesie was in het oog der comm. - en dat iedere verschuiving van sympathie naar antipathie bij hem voor die duizenden van zijn halfintellectueele halfpopulaire hoorders-op-bijeenkomsten even gewichtig was als voor de krantenlezer of Eden al of niet met TitulescuGa naar voetnoot8. gedineerd heeft. Ook, dat G. hiermee dus weer afstand doet van het geacclameerd worden door de menigte, dat toch altijd wel even een roes zal zijn, vooral bij hem bij wie het zoo laat gekomen is. Niet-zwijgen was dus hier niet: de waarheid onthullen (want die wist iedereen natuurlijk allang), maar een weigering zich te leenen tot een compromis. Want de bourgeois die nu misbruik van hem maken kan hij desavoueeren, maar de ‘partijgenooten’ die het zouden doen, niet, zoolang hij dit niet gepubliceerd had. Wat zeg je van dit echtelijk duet? Bep had achterop de envelop geschreven, maar dat is hier niet aan te bevelen, je krijgt daarmee gedaan dat je corresp. naar een pallurk voor verdachte brieven heengaat. (speciaal bureau!) - Los dit eens voor me op. In de N.R.C. stond een korte bespr. van Graffiti, blijkb. | |
[pagina 371]
| |
van Vic, waarin verwezen werd naar ‘wat in dit blad onlangs gezegd werd over Blocnote’.Ga naar voetnoot9. Ik vroeg Menno mij dat stuk over Blocnote te bezorgen en hij schrijft nu dat dat nog nooit in de N.R.C. gestaan heeft. Rara, hoe zit dat? Als het er is, kan jij het mij zenden? |
|