Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3108. Aan G.O. Tissing: Tjitjoeroeg 29 januari 1937Tjitoeroeg, 29 Jan. '37. Beste Adé, Ik ben terug uit Lebak - d.w.z. uit Rangkasbetoeng, waar de Havelaar zich vnl. heeft afgespeeld. Je bent een rotvent dat je niet schrijft. Ik heb al een heel stuk over Multatuli gepend, hoopen dingen doorgewerkt, etc, maar een briefje van jou, homaar! Ik ga op deze manier gelooven dat onze correspondentie ook door allerlei sbyrrenGa naar voetnoot1. wordt geremd! | |
[pagina 347]
| |
In ieder geval, voici. Ik ga den 31en naar Bandoeng en ben dan bij Douwes Dekker, d.w.z. Lembang,Ga naar voetnoot2. paal 4½. D.w.z. 1 KM. van de gemeentegrens, en het huis staat rechts als je van Bandoeng komt, 70m. roodebladen-pagger achter wit hekwerk. Zegt het je iets? Mòcht je dien zondag vrij zijn en mij willen zien, scharrel me daar dan op. Maandag 1 Februari ben ik 's morgens vrij; ik ga dan wschl. naar NixGa naar voetnoot3. en naar Dolf de GraveGa naar voetnoot4. (Riouwstraat 213) en 's middags eerst naar Erna (Dagoweg 62). 's Avonds is dat diner in Preanger Hotel. Den volgenden dag (Dinsdag) de trouwerij,Ga naar voetnoot5. dus dan ben ik totaal ‘bezet’, en onmiddellijk daarna gaan wij terug. Maar mocht je me alleen Dinsdag kunnen zien, probeer het dan tusschen 12 en 1 bij Erna, dan is het eigenlijke gedoe afgeloopen en wschl. zitten wij daar dan nog. Kom anders zoo spoedig mogelijk hierheen. Maar geef eerst tee-ken van leven! Ik heb hier GraffitiGa naar voetnoot6. voor je (van mijzelf), maar heb dat ook maar bij de andere boeken gelegd. Het is al een enorm pak! Tot ziens, of wat? Hartelijk je E. Heb je mijn stok? |
|