Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2964. Aan J. Greshoff: Parijs, 14 juni 1936Parijs, Zondag Beste Jan, Ben je nog in Brussel? Al naar Holland? Schrijf eens hoe het gaat. Heb je nog iets van Vermeylen gehoord?Ga naar voetnoot1. Mijn oude vriend Adé Tissing komt tegen de 20e hier. Verder | |
[pagina 221]
| |
geen nieuws. Ik lees Sorel; Réflexions sur la ViolenceGa naar voetnoot2. is nogal zwaar-op-de-hand, maar de Propos uitgegeven door Jean Variot zijn heel sympathiek. Verder schreef ik voor Het Vaderland een groot stuk over Gros en zijn vrienden (tentoonstelling).Ga naar voetnoot3. Ik wendde mij tot den heer Went om hem te vragen mij een middel aan de hand te doen, waardoor mijn copy geregeld behandeld kan worden, door een verantwoordelijke persoon ingeval van weg raken. Hij is misschien van mijn briefGa naar voetnoot4. geschrokken, want tot dusver heb ik geen antwoord. Toch wil ik in geen geval herhaling van het gebeurde. Als ik wist dat jij dat stuk had weggemaakt, zou ik in zekeren zin gerust zijn - want zooiets gebeurt niet 2 × - maar ik kan mij niet voorstellen dàt dat gebeurd zou zijn (waarom zou je 2 enveloppen gegeven hebben en niet 3???) en ik vertrouw Coenen en Eva Raedt geen bal. De eerste is gaga, de tweede niet ‘belangeloos’. - Intusschen: ook mijn revisie van E poi muori is er nog steeds niet, hoewel ik daarom schreef, nu zeker al een week geleden. Als het er morgen nog niet is, zal ik de nageziene tekst, waar ik niets aan heb, terugzenden, dan kunnen ze zien wat zij ermee doen. Misschien is deze tekst nog heelemaal niet gecorrigeerd, zoodat ze mij geen revisie kùnnen zenden; misschien hebben ze stomweg dat stuk naar mij gestuurd, terwijl het naar den drukker had gemoeten. Het zijn sloddervossen; altijd geweest; vermoedelijk door het inspireerende voorbeeld van Coenen. (Ik zou dezen ouwehoer nog wel eens willen ontmoeten, om hem een paar harde waarheden te zeggen.) Van Van Wessem kreeg ik opeens weer een briefje, zoodat het ‘contact’ daar hersteld is. De Vrije Bladen geven een ‘schrift’ uit met blocnotes van me; bon débarras ten opzichte van Gr, Ned. Nu tot slot, maar vergeet het niet: wil je me even auteur en juiste titel opgeven van dat beroemde boek over de 36 dramatische situaties of posities, waar jij vroeger zoo veel in studeerde.Ga naar voetnoot5. Of hèb je het? In dat geval kan je het me misschien sturen? Ik heb het noodig in | |
[pagina 222]
| |
verband met mijn volgende boek, waar ik nu weer ernstig over zit te denken. Ik wou dat ik er al aan bezig was. Als je in Holland zit - of erheen gaat - het beste met je werk daar, en schrijf me wat uit die regionen. Veel hartelijke groeten onder ons vieren, een hand van steeds je E. |
|