Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2944. Aan J. Greshoff: Parijs, 29 mei 1936Parijs, Vrijdag. Beste Jan, Veel dank voor je brief, en voor de postzegels. Ik schrijf gelijk hiermee aan Vermeylen, de directrice van MonadaGa naar voetnoot1. en Simone.Ga naar voetnoot2. Als het nu maar niet een tè dure grap wordt, want daarnet kregen we ons belastingpapier met order even 500 frs. fransch te betalen, dammit! Menno komt vanmiddag. Het is erg gezellig hem te zien. Ik ben suf, van al het niet-slapen waar we allebei met Alijntje aan toe zijn. Later eens beter, als Menno weg is. Hierbij de postzegels op enveloppen terug; anders (als ze niet gestempeld zijn) deugen ze niet. Wil je iederen dag één zoon enveloppe bussen? Begin met degene die dicht is, en doe dan wat wit papier in de andere. Ik doe het niet zelf, omdat deze brief anders zoo zwaar wordt. - Op één van de enveloppen moet je nog 65 centimes erbij doen; het sommetje kwam niet heelemaal uit! Ik kreeg van Boucher je Critische Vlugschriften; ik wist niet dat er zooiets op komst was. Of toch wel: is dit wat je in België hebt laten drukken? Ik ga het spoedig lezen; het meeste ervan ken ik niet. Waar hebben deze artikelen in gestaan? En wat wil Coenen weer van je? Wààrover zanikt hij nu weer? Laat hij maar eens naar mijn enveloppe zoeken en zwijgen zoolang die niet terecht is. Zeg hem dat maar. Ik ben moe en gedeprimeerd, soms erger dan ooit. Het is nu net of ik zachtjesaan gaga word. Maar misschien is het gewoon door gebrek aan slaap. Ook Jany maakte hier overal sterk den indruk van te slaapwandelen. Hartelijk gegroet door ons 2, en nogmaals veel dank. Je E. |
|