Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 196]
| |
2931. Aan W.L.M.E. van Leeuwen: Parijs,Ga naar voetnoot1. 8 mei 1936Parijs, Vrijdag. Waarde Heer Van Leeuwen, Hierbij het fraais van bolle Ton terug.Ga naar voetnoot2. Ik begrijp niet wat u verwondert, en 's mans onmiskenbare geraaktheid spreekt ook voor zichzelf. Bovendien, zoo is het immers altijd: iedere literaire groep die zich tekort voelt gedaan let niet meer op de ‘overige bladzijden’. Zonder nog in aanmerking te nemen, wat bovendien natuurlijk het geval is, dat bolle Ton uw opvattingen over Marsman, Ter Braak, mij etc. allerminst deelen kan. Toch zou het beter zijn geweest wanneer u - in zich als objectief voordoend werk als het uwe - geen vat op u gegeven had. Dat bv. Kuyle ongeveer nazi is, en geen communist, had u kunnen weten. Die argumentatie over M.O.Ga naar voetnoot3. is natuurlijk alleen maar een onderdeel van de campagne. U hebt de roomschen verwaarloosd, zij bijten u en in hun eigen pers; dat alles is volkomen logisch. Als de andere pers nu maar beter is... Geloof mij met vriendelijke groeten uw dw.Ga naar voetnoot4. P.S. Er is voor mij iets veel curieuzers, als ik een boek als uw overzicht lees, en iets dat niet uw schuld is, maar eenvoudig in verband staat met het verschijnsel ‘nederlandsche literatuur’. Het is dat men telkens lezen moet: Die volgde Balzac en Die deed als Zola, een Ander meer als Flaubert en nog een Ander als Goncourt. Terwijl men, als men juist wilde zijn in deze vergelijkingen met de fransche literatuur, van deze zelfde heeren zou moeten zeggen: Die werd onze René Bazin, Die onze Henri Bordeaux, die Ander was nog grotesker dan Jean Lombard en die nog een Ander is een soortement Jean Rameau. Gesteld dat ik Malraux of Gide over onze auteurs moest inlichten met uw vergelijkingen en niet met de mijne, en zij zouden dan opeens hollandsch kennen en die boeken zelf lezen, zij | |
[pagina 197]
| |
zouden mij alleen voor een ontzettende naïeveling, een patriot of een bedrieger kunnen aanzien. Maar dit standpunt van mij is voor u natuurlijk onbruikbaar en ik zeg niet dat u ongelijk hebt, de stof behandelende die zich nu eenmaal voordoet.Ga naar voetnoot5. Dat u officier bent geweest, lijkt mij allerminst een slecht begin voor de literatuur: denkt u eens aan Stendhal, Paul-Louis Courier, Lermontov, Tolstoï, wie al niet meer! |
|