2912. Aan R.A.J. van Lier: Parijs, 21 april 1936
Beste Rudie,
Hierbij dan het resultaat van de correspondentie; ik vind het uitstekend zoo. Ik ben allerminst kwaad op Freddy, maar hij irriteert me ontzettend. Dat hij au fond een erg aardig iemand is, weet ik even goed als jij; al wat ik zou willen is dat hij nog eens de toon van zijn brieven in overeenstemming weet te brengen met zijn eigen aardigheid.
Dat mijn brief ‘eigenlijk langs hem heen ging’, ben ik zoo vrij grondig te betwijfelen. Mijn brief was nl. niets anders dan een reeks antwoorden op punten van zijn brief + een korte opmerking daar-