Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 140]
| |
2865. Aan J. Greshoff: Parijs, 15 maart 1936Parijs, Zondag. Beste Jan, Dank voor brief en krant. Die lezing van BromGa naar voetnoot1. is precies als alle andere ‘knappe psychol. analyses’ over ‘godloochenaars en christus-benijders’. Zie Bertram over NietzscheGa naar voetnoot2.; en hoèveel papen hebben al ditzelfde over Mult. gezegd! Hij zal in zijn graf gelachen hebben om een zoo platte herhaling in 1936! - Bovendien zal Brom ook nog wel wat subtieler geredeneerd hebben dan die vlaamsche kloen van De Standaard heeft vermogen weer te geven; Vlaanderen is nu eenmaal spraakgebrekkig. Ik ben nu zoo ver - dank zij de catalog. die Chiaro gelukkig nog had - dat ik de schilder ontdekt heb: Couture. Ik zal nu probeeren dat portret hier te krijgen (een foto ervan) bij Giraudon. Als dat niet lukt, schrijf ik je weer; staak tot dan je onderzoekingen naar dien fotograaf. Ik ben niet trots op mijn gelijk, maar ‘triomfeer’ omdat juist de opvatting dàt er zoo'nGa naar voetnoot3. inleiding noodig zou kunnen zijn onjuist blijkt. Het gaat dus in laatste instantie niet tegen jou, maar vóór de opvatting ‘eerlijk duurt het langst’ tégen de opvatting ‘zakelijke wereldwijsheid’. Je hebt gelijk met te zeggen dat de discussie daarom ging; en ik neem natuurlijk aan dat jijzelf, zooals je zelf zei, eig. aan den kant van het eerste staat! Kortom, àls ik een idioot ben wanneer ik daar mordicus aan vasthoud, dan aanvaard ik het een idioot te zijn. Maar ik voel me dan aangenaam... gereleveerd, als achteraf blijkt dat ik voor mijn opvatting nog niet eens een idioot, een ‘weltfremde naïeveling’ enz. hoef te zijn. That's all, indeed. Ik zeg ook allerminst dat ik geen vriendschapsgevoelens voor Guilloux meer heb; ik zeg alleen dat hij mij tegengevallen is; juist omdat hij mijn vriend is. Dit is geen geval van zelfverheffing, - de ‘onvermijdelijkheid’ daarvan lijkt mij zeer betwistbaar, - maar van het peil waarop je juist een vriend plaatst. Je voelt je met iemand bevriend om een portie animale sympathie, maar ook om bepaalde eigenschappen. Als je dan merkt dat je je daarover een verkeerde voorstelling hebt gemaakt, is dat teleurstellend. Hoe meer je de ander vertrouwd hebt, hoe grooter de teleurstelling. Mijn fout is dus wschl. | |
[pagina 141]
| |
dat ik altijd te veel van mijn vrienden verwacht; ik geloof niet dat ik er tuk op ben om mijzelf op hun kosten te gaan ‘verheffen’. Over Guilloux spreken we trouwens nader. Later meer en beter, ik heb absoluut geen papier meer! Hartelijke groeten van je E. |
|