Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 136]
| |
Vergeet je de Renans niet? Maar als J.v.N. erop gesteld is, - al is het hoe weinig dan ook, - laat hij ze gerust houden! Ik vertrek 20 dezer naar den goeden Pia in Lyon. De vertaling van Van Ermengem lijkt naar niks. De heele boel moet geweldig opgewerkt worden. De man verstaat geen hollandsch en kent geen fransch, en als hij aan het mooimaken gaat wordt het direct heelemààl poep. Enfin, zeg hem dit maar niet; hij doet zijn best, geloof ik, en ik zit nu toch met hem in het schuitje. Maar Pia zal er ontzettend aan moeten werken, en ik doe het nu al. Hij schrijft gelukkig dat hij dat kàn. In April ga ik hoogstwschl. naar Brussel om Gille te halen, - met de Paaschvacantie. Ik zie je dan. Voor Kees zal ik zorgen, als hij naar St. Brieuc gaat. Ik ben niet erg te spreken over Guilloux, op het oogenblik, maar dat is een andere zaak. Die communistische tutoyeerderij is voor mijn smaak abominabel, maar ook dat is een tweede. - Ik kreeg van de W.B. een briefje dat ze Le Sang Noir willen uitgeven; maar van Guilloux kreeg ik geen antwoord, nadat ik hem ingelicht heb over Schoup (dit is een van de redenen waarom hij het me doen kan). Ik schreef hem nu, heel kort, wat de W.B. wil en gaf hem het adres. De heele zaak kan me al niet meer schelen, en kan verder afgedaan worden tusschen de W.B., Guilloux en Schoup. Er zit aan Guilloux een kant van ‘iedereen te willen charmeeren’, die ik nogal ergerlijk vind; het zal wel weer mijn schuld zijn. Maar ik zal het hem zeggen als ik hem weer ontmoet. Van De Groene kreeg ik mijn MS. terug - dat zei ik je al, geloof ik. Daarna opeens een briefje van een mij onbekend heer (Foppema of zoo)Ga naar voetnoot1. of ik ze een photo wou bezorgen, en liefst een beetje vlug, van de boekwinkel van Péguy (waar ik bovendien niets van afweet); ik heb dit verzoek maar in de prullemand gedeponeerd. Hoe gaat het met je novelle? Dat interesseert me meer dan een heeleboel andere schrijverij. De lezing van Menno schijnt inderdaad heel aardig te zijn geweest.Ga naar voetnoot2. Ingesloten een vuiligheidje van De Standaard naar aanl. van mijn stuk in Gr. Ned., en een copie van mijn antwoord daarop.Ga naar voetnoot* Ik wil deze kwestie: waar wij staan, ten opzichte v/h communisme, definitief ‘opklaren’, in een van de volgende | |
[pagina 137]
| |
stukken in Gr. Ned.Ga naar voetnoot3. Ik wil precies vertellen waarom Menno en ik (en vermoedelijk ook jij) geen communisten zijn: zoowel voor de generaals als voor de marxisten. Ik heb een gruwel, zoo langzamerhand, van al dit gescharrel en gekoketteer tusschen allerlei tenslotte politieke richtingen. Zoonet kreeg ik een briefje van dergelijke heeren, of ik mee wou werken aan een bundel voor dichters van ‘radicaal sociale strekking’ of zoo, ik meen: FundamentGa naar voetnoot4. - het briefje begon met ‘Waarde Geestverwant’, weshalve ik het verder halfgelezen heb opgeruimd. Nu genoeg hierover, want ik zie je al verzuchten dat ik het mis heb enz. Tusschen haakjes: Gino is bij Gabriel Marcel geweest, die in principe zeer veel voelde voor Arthur, maar die stomverbaasd was over het idee om Chack of Farrère tot inleider te nemen; dat leek hem de manier om alles voor Arthur te bederven.Ga naar voetnoot5. Hij heeft wel 3 × gezegd: ‘Je ne comprends vraiment pas...’ zoodat Edje sindsdien rondloopt met het gevoel dat hij niet zóó dwaas is als het soms lijkt, en zelfs tegenover jouw ‘wereldwijsheid’. Intusschen: laat ons het ijzer smeden, etc. Zend spoedig de boeken naar Gino of naar Marcel. Ik ga met Gino mee om Arthur's zaak te verdedigen. Ik maakte een fransche vertaling van Ken Arok: 1e deel van de Pararaton. Nog even laten nazien, en hoogstwschl. komt het dan in Mesure of in de N.R.F. Nu even een paar practische punten. Bestaat Le Disque Vert nog?Ga naar voetnoot6. of iets anders? Clara Malraux heeft een charmant stuk proza (novelle) over een indochineesche halfbloed, en dat zou ze graag publiceeren. Maar niet in de N.R.F., omdat ze de vrouw van André is. Ze had gedacht aan de Cahiers du Sud, maar | |
[pagina 138]
| |
die revue van Hellens is misschien wel zoo goed. Antwoord mij hierop. Verder: kan je me, zoo spoedig mogelijk, een photo bezorgen van dat gesupposeerde portret van Stendhal, dat toen op de tentoonst. was?Ga naar voetnoot7. Je vindt het gemakkelijk terug in de catalogus, als je die nog hebt; anders weet die heer van je het misschien wel. Wil je dat zoolang voor me betalen? Ik heb het erg noodig. Als het niet meer in Brussel te krijgen is, kan je dan informeeren waar een photo ervan te krijgen is. Misschien staat dat ook in de catalogus, nl. het oord waar het schilderij vandaan komt. Je zou me een groot plezier doen als je dit niet vergat en er zoo spoedig mogelijk werk van maakte. Ik heb Caffi fl. 300. gegeven, die ik van mijn schoonzuster heb los kunnen krijgen (in vooruitbetaling op het aandeel van Ernest), en hij gaat nu eind van de maand naar Toulon. Véél meer kan ik niet voor hem doen, want zelfs dit is feitelijk al ‘onverantwoord’. Maar ik moèst; ik had een gevoel of het misdadig was als ik het niet deed; het was net of ik mijn eigen ouderdom hielp, want God weet waar ik aan toe zal zijn over 15 jaar. Ik zeg je dit volmaakt egoïstische gevoel erbij, om niet voor ‘edeldoener’ te fungeeren. Het zien van Caffi is werkelijk een kwelling voor me geweest. Hij gaat nu probeeren zijn boek te schrijven. Dit is weer een lange brief van me. Neem hem voor lief, ook als je hem hier en daar zuur of bitter vindt, want ik ben nu eenmaal zoo dat ik zelden of nooit de dingen meer rooskleurig zie. En Guilloux is me tegengevallen. Hij is uiterlijk veel ‘beminnelijker’ dan Malraux, maar hij komt niet tot de helft van Malraux in wèrkelijke qualiteit. Je kunt me op mijn woord gelooven als ik je dit zeg. - Ik heb soms het idee dat in àl die proletariërs een worm zit; als je het zoo neemt, en vergeleken bij Poullaille of zelfs Guéhenno, is Guilloux weer heilig. Maar het ‘profitons de l'instant’ (du succès) schijnt sterker te zijn dan al hun haat en verachting van de ‘anderen’, als het erop aankomt. Wat is Pia in dit opzicht een superieur iemand! Hartelijke groeten van je E. P.S. Gide, in de N.R.F., wordt langzamerhand idioot; een herkauwer van gemeenplaatsen, een vulgarisator van de communistische catechismus.Ga naar voetnoot8. Héél zielig, al is het dan braaf. |
|