Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2836. Aan R.A.J. van Lier: Parijs,Ga naar voetnoot1. 8 februari 1936Beste Rudie, Ik antwoord maar meteen op de vraagteekens: Mijn ‘lectuur in de Grieken’ is grondig. Ik las: Homerus (Ilias en Odyssee beide van a tot z), Hesiodus, Herodotus, en ga nu voort: over Aeschylus en Sophocles en de voor-socratische philosofen naar Plato, die ik na deze voorbereiding totaal herlezen wil. Ik heb er heel veel aan, o.a. heeft het een heilzame uitwerking op mij tegen de tijds-verdwazing. Ook Thucydides wil ik heelemaal lezen, en Xenophon voor een groot deel. Of ik tot Aristoteles kom, betwijfel ik. Le Vase Etrusque is een bekende novelle van Mérimée, die je overal vinden kunt (komt voor o.a. in de bundel Mosaïque, maar verder in allerlei bloemlezingen uit zijn novellen). St. Clair is volgens sommigen Mérimée zelf, volgens anderen Victor Jacquemont,Ga naar voetnoot2. volgens anderen weer een kruising van de twee, en dan is Jacquemont een reiziger die even in het verhaal voorkomt; en nu komt Nietzsche | |
[pagina 120]
| |
dus met de onthulling dat het Stendhal is. Mij lijkt dit onjuist, en in ieder geval is het zeer oppervlakkig. Het is de dandy-gevoeligheid van die dagen, dus het waarschijnlijkste is: een fantasie op Mérimée zelf. Het verhaal is wel aardig, meer niet; het is van de 3 mondaine verhalen van M.(La Double Méprise en Arsène Guillot zijn de 2 andere) verreweg het minste. Als je Stendhal door Mérimée beschreven wilt zien moet je H.B. lezen (en in 2 lezingen zelfs!) achterin de bundel Stendhal par ceux qui l'ont vu (uitgegeven door P. Jourda). Malraux heeft nooit een complete verklaring over het communisme afgelegd. Maar zijn discoursen in Commune (Moskou, Parijs, op die 2 congressen)Ga naar voetnoot3. zijn wel ‘verklarend’ genoeg. Greshoff's adres is: 9 rue de Valence, Valencia-Hotel, Paris (5e). In De Groene van deze week komt een stuk van me over Napoleon en het vrije woord in zijn tijd,Ga naar voetnoot4. naar aanl. van het boek van John Charpentier daarover. Misschien wel een beetje aardig voor je om te lezen, ik geef het je maar op. Ik had het eerst voor De Sleutel bestemd, maar de heer Weissglas liet me een maand op antwoord wachten. In De Groene komt het wschl. ‘rijk geïllustreerd’, ik stuurde tenminste allerlei ‘materiaal’ daarvoor. Dank voor al de verdere jachtprestaties, hartelijke groeten, ook van Bep, van je EdP. Ik zoek nu vooral: portretten van Homerus, van Herodotus - en een goede reproductie (niet te klein en niet te groot) van het beroemde beeld: Menelaos met het lijk van Patroclos. Voor de Odyssee heb ik een zeer mooie beeltenis gevonden van Odysseus. Over een tijdje zal ik zeker portretten willen hebben van Aeschylus (Sophocles heb ik), Socrates en Plato. Dus.... De platen in Thassilio von Scheffer (dat ik hèb) zijn te groot. Mijn bedoeling is nl. om die portretten enz. te laten plakken in boeken van gewoon formaat. |
|