Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 115]
| |
2828. Aan W.L.M.E. van Leeuwen: Parijs, vermoedelijk januari of februari 1936Parijs, Dinsdag. Geachte Heer van Leeuwen, Hierbij in haast dan het conterfeitsel.Ga naar voetnoot1. Iedereen vindt het geflatteerd; - en ik zou u graag een leelijker sturen, ook al om met mijn ‘legende’ in harmonie te zijn, maar het is het eenige portret dat ik bezit, en dan nog alleen in reproductie. Ik voel voor de verzen van Engelman, en trouwens ook voor die van Donker. Het is jammer dat de eerste katholiek is en blijft; wat de tweede betreft, ik heb alleen het land aan zijn gematigd arrivisme (waar ook zijn kritieken ‘stijf van staan’, om een lievelingsterm van Henny te gebruiken). Ik schrijf dit met een stijve hand en een onmogelijke pen. Dus later eens beter, en inderdaad, het liefst nog als we elkaar eens kunnen zien. Met vr. groeten, uw EduP. P.S. Reproducee van dat portret liefst wat klein! Dit ‘origineel’ kunt u houden, bv. om het te plakken in Ducroo. |
|