Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2808. Aan J. Greshoff: Parijs, 5 januari 1936Parijs, Zondag. Beste Jan, Ik was gisteren te beroerd om naar die vergaderingGa naar voetnoot1. te gaan. Ook vandaag ben ik nog heelemaal niet lekker. Slapen doe ik niet meer. Enfin... Sandberg ging in mijn plaats, ook om notities te maken. Ik wou dat ze hem vroegen om dit ‘baantje’ van mij over te nemen. Ik ben ziek van al dezepolitiek. Een paar dagen geleden sprak ik met AubryGa naar voetnoot2. over Larbaud (er is kàns op genezing, hoewel niet meer dan 50%). Larbaud zelf denkt dat hij dood zal gaan. Zijn rechterkant is heelemaal verlamd, maar zijn brein is helder; hij kan moeilijk spreken maar wel lezen. Gr. Nederland ziet er goed uit; is ook wel op de goede weg. Misschien màg het niet beter worden dan het nu al is, op straffe van alle oude lezers te verliezen. Je vers, zoo alleen gezet tusschen de rest ‘doet’ het heel goed, beter dan met de 2 andere tegelijk; je stukje tegen Buning is best.Ga naar voetnoot3. Mijn ex. zag er vies uit, en vooral was het of de drukker zijn handen aan de blzn. van mijn stukGa naar voetnoot4. had afgeveegd. Er staat bovendien een ergerlijke fout in, die ik hier op een apart papierGa naar voetnoot5. noteer dat je dan zóó door kunt sturen naar de drukkerij, met verzoek op zulke dingen beter te letten. Later eens meer, hoewel schrijven me soms bepaald een gruwel is. Veel hartelijks, ook aan Aty en van Bep steeds je E. | |
[pagina 105]
| |
Hierbij nog 2 verzen van Gans. Kan je ze niet opnemen in Gr. Ned.? Al was het maar om hem te helpen; hij komt van honger om. Hij schreef ook een soort verhaal,Ga naar voetnoot6. dat niet slecht is; ik geloof dat Menno het heeft. Of Vestdijk? |
|