Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2771. Aan J. Greshoff: Parijs, 8 december 1935Parijs, Zondag. Beste Jan, Het einde voor Gilles zal zeker wel zooiets als Morlanwelz zijn,Ga naar voetnoot1. maar voorloopig is hij daar te klein voor. Jouw jongens waren ouder, hadden elkaar, kwamen thuis in een behoorlijke omgeving; de arme G. heeft niets van belang om hem te troosten. Het is ook niet zoozeer het rapport dat mij hindert, dan wel het gevoel dat ik zelf niets voor hem doen kan (ik bedoel: controleeren, met hem praten of zoo). B. zegt dat ze altijd erg beschaamd is als ze complimenten krijgt op het gebied van liefheid in moeilijke dingen, etc. - omdat Atie haar op dit gebied met kilometers slaat. Dit lijkt mij zeer juist. | |
[pagina 69]
| |
Je bent een zalige optimist, als ik een pess-idem ben. Die verbinding duurt minstens 3 kwartier + 10 minuten loopen van de porte d'Auteuil naar ons. Dus ± een uur. Let eens op. Prettig bericht over Arthur Jr.Ga naar voetnoot2. Ik heb Arthur Sr. uit Bretagne geschreven. Sindsdien geen bericht. Ik denk er nu over om mijn stuk over Nap. aan de Groene aan te bieden.Ga naar voetnoot3. Of heb jij daar erover geschreven? Deze concurrentie tusschen ons is wel komisch! Het gaat beter, vandaag. En met UEd.? Hart. groeten van je E. |
|